IJzergebreksanemie

advertisement
IJzergebreksanemie
FK 2003 blz. 213-215
Anemie si een tekort aan rode bloedkleurstof. Mogelijke oorzaken zijn:
 Versnelde afbraak erytrocyten;
 Verminderde vorming hemoglobine;
 Verminderde aanmaak erytrocyten.
Wat de oorzaak ook is, er zullen voldoende bouwstenen aanwezig moeten zijn om de tekorten op te heffen: ijzer
is nodig voor synthese van haem; vitamine B12 en foliumzuur zijn nodig voor de synthese van nucleïnezuren en
eiwitten.
Fysiologie
In het lichaam van een volwassen mens bevindt zich 3-5 gram ijzer, grotendeels in bloed.
 In erytrocyten (75%) als hemoglobine-ijzer;
 In plasma (geringe hoeveelheid) gebonden aan transferrine;
 In spierweefsel (5%) als myoglobine-ijzer.
 De ijzervoorraad bedraagt 800-1500 mg ijzer: ferritine en hemosiderine in het macrofagensysteem van lever,
milt en beenmerg.
Per dag verlaat een kleine hoeveelheid ijzer (0,5-1 mg) het lichaam. Bij elke menstruatie nog een wisselende
hoeveelheid van 25-50 mg. De dagelijkse behoefte aan ijzer is hierdoor voor mannen ong. 1 mg en voor vrouwen
in de vruchtbare leeftijd 1-2 mg, voor zwangere vrouwen 2,5 mg.
IJzer wordt opgenomen met voedsel:
 Haem uit vlees. Dit wordt in het lumen van de darm niet afgebroken, maar door de darmmucosacellen
opgenomen, met het ijzer nog binnen de porfyrinering.
 Als driewaardige ijzercomplexverbinding in plantaardige voedingsmiddelen. Voor het oplossen van nonhaem ijzer is zuur in de maag nodig. Het ijzer wordt o.a. door ascorbinezuur gereduceerd tot tweewaardig
(ferro-)ijzer (alleen in deze vorm wordt het geresorbeerd). Op de borstelzoom van het duodenum zitten
speciale receptoren voor tweewaardig ijzer.
Na resorptie wordt een deel als ferritine gebonden in de mucosacellen van het darmepitheel. Als dit niet binnen
drie dagen wordt gemobiliseerd, gaat het t.g.v. desquamatie van de darmepitheelcellen verloren met darminhoud.
Een ander deel van het geresorbeerde ferro-ijzer gaat rechtstreeks naar het plasma. Hier wordt het gebonden
aan transferrine. Transferrine is onder normale omstangdigheden niet geheel verzadigd (ca. 30%). Het gedeelte
dat nog ijzer kan binden wordt latente ijzerbindingscapaciteit genoemd.
Vanuit het plasma gaat het ijzer voor het grootste gedeelte naar het beenmerg; daarnaast een deel naar de lever
en milt (als ferritine en hemosiderine opgeslagen in macrofagen). In het beenmerg wordt het transferrine-ijzer
door de kernhoudende voorlopers geïncorporeerd in het Hbmolecuul.
(zie voor ijzerkringloop schema 1 op blz. 213 FK 2003).
Ferritine is een maat voor het totale ijzergehalte van het lichaam. Het is ook een acuut-fase eiwit waarvan de
concentratie bij infectie kan stijgen.
De resorptie van ijzer uit voedingsmiddelen varieert sterk: van het aangeboden ijzer wordt normaal slechts 5-10%
geresorbeerd. De resorptie van de dunne darm wordt aangepast aan de behoefte. Bij ijzerdeficiëntie wordt dan
ook een veel hoger percentage van het toegevoerde ijzer geresorbeerd (tot 40%).
Pathologie
Bij Anemie door ijzergebrek is de totale hoeveelheid ijzer in het lichaam afgenomen. De ijzervoorraad slinkt
voordat de hoeveelheid plasma-ijzer daalt. Als er weinig plasma-ijzer beschikbaar is (bv. bij chronisch
bloedverlies), is ter compensatie de totale ijzerbindingscapaciteit (totale bindingscapaciteit van transferrine plus
een weinig van albumine) vrijwel steeds verhoogd. De ijzerverzadiging is dan ten gevolge van beide factoren
sterk verlaagd. Het ferritinegehalte is eveneens verlaagd.
Bij anemie door chronische ziekten is de ijzerconcentratie in het plasma eveneens gedaald, maar is er
tegelijkertijd een vermindering van de totale ijzerbindingscapaciteit. Het ferritinegehalte is hierbij normaal of
veelal verhoogd. Er bestaat geen ijzerdeficiëntie.
IJzertekort uit zich in:
1. Verhoogde ijzerresorptie;
2. IJzervoorraden nemen verder af; ijzerconcentratie daalt in plasma en ijzerbindingscapciteit neemt, terwijl
serumferritine verlaagd is.
Meestal geeft deze toestand nog geen aanleiding tot klachten: latente ijzerdeficiëntie.
Wanneer de ijzervoorraden uitgeput zijn, daalt het hemoglobinegehalte van het bloed onder de voor leeftijd en
geslacht geldende norm. De ijzergebreksanemie is hypochroom en microcytair.
Laboratoriumwaarden:
Hb (mmol/l):
Ht (l/l):
Ery’s (x102/l):
MCV (fl):
Ferritine (microg/l):
Mannen:
8,5-11
0,41-0,51
4,6-6,2
80-100
25-250
Vrouwen:
7,5-10
0,36-0,47
4,2-5,4
80-100
20-150
Vrouwen >20 wk gravida
>-6,8-8,7 (8,0)
>0,32
Behandeling
De behandeling geschiedt met ijzerpreparaten. Men dient er zeker van te zijn dat er sprake is van
ijzergebreksanemie. Anemie ten gevolge van andere oorzaken dan ijzerdeficiëntie worden niet behandeld met
ijzerpreparaten. Dit heeft geen zin en kan zelfs schadelijk zijn (bij thalassemie, chronische ziekten zoals reuma).
Het doel van de behandeling is de ijzerdeficiëntie te corrigeren. De behandeling blijft onvolledig zolang de
oorzaak van de deficiëntie niet is gevonden.
Meestal wordt oraal een ijzerzout gegeven. Bij voorkeur als ijzerverbinding, zoals ferrofumaraat, ferrogluconaat
en ferrosulfaat, omdat ijzer in de ferro-vorm wordt opgenomen. Anorganische ijzerzouten worden in het algemeen
beter geresorbeerd dan organische ijzerzouten, maar geven meer maagklachten.
IJzer wordt vrijwel uitsluitend in het eerste deel van de darm geresorbeerd, waardoor ‘slow release’ preparaten
leiden tot een geringere resorptie van ijzer en een geringer effect op het hemoglobinegehalte van het bloed.
Voor een optimaal resultaat bij ijzergebreksanemie moet ca. 25 mg ijzer per dag worden geresorbeerd en voor de
vorming van hemoglobine ter beschikking staan. Bij een resorptiepercentage van 15-35% is 100 mg ferro-ijzer
per dag toereiken. Wanneer toediening plaatsvindt tijdens of vlak na een maaltijd (maagklachten voorkomen)
wordt resorptie verminderd, zodat 200 mg per dag nodig is. Het Hb-gehalte keert terug in 4-6 weken. De
behandeling wordt voortgezet, in verband met latente ijzerdeficiëntie, met een gehalveerde dosis gedurende ong.
6 weken.
Bij kinderen mag de therapeutische dosering niet overschreden worden: als regel oraal 3 mg ferro-ijzer per kg
lichaamsgewicht per dag en nooit meer dan 6 mg/ kg per dag (cave: acute ijzerintoxicaties).
Bijwerkingen:
Orale ijzerzouten (ferrofumaraat, -gluconaat en –sulfaat) geven in een dosering overeenkomend met 100 mg
ferro-ijzer per dag weinig aanleiding tot klachten. Gastro-intestinale verschijnselen worden wsch. veroorzaakt
door niet-geresorbeerd ijzer in de maag (misselijkheid en pijn) of in de darm (diarree, obstipatie).
Te hoge dosering veroorzaken vaak klachten.
De faeces worden bij gebruik van ijzerpreparaten zwart gekleurd. Vloeibare preparaten/ bruistabletten kunnen
een verkleuring van het gebit veroorzaken.
Acute ijzerintoxicatie is voorgekomen bij kinderen. Meestal na het innamen van grote hoeveelheden ijzer, maar
ook na gebruik van slechts enkele tabletten (door beschadiging van darmepitheel, waardoor de barriere
doorbroken wordt). Symptomen kunnen zijn: braken, diarre, buikpijn, maag-darmbloedingen, cardiovasculaire
collaps, krampen en coma.
IJzerstapeling kan optreden bij geven van ijzer bij congenitale anemieën (bv. thalassemie) indien die niet
vergezeld gaan van ijzergebrek. Chronische ijzerintoxicatie (hemochromatose) komt uitsluitend voor bij
parenterale toediening bij overschrijding van de max dosering.
Bij intraveneuze toediening (ferrioxidesaccharaat of ijzerdextraan) kunnen systemische bijwerkingen optreden:
smaakverandering, hoofpijn, flushing, duizeligheid, zweten, misselijkheid, braken, pijn op verschillende plaatsen
in het lichaam.
Interacties:
Zuren uit planten (fytinezuur), fosfaten en antacida werken de vorming van de, voor resorptie niet geschikte, ferrivorm en de vorming van onoplosbare verbindingen in de hand.
Gelijktijdig gebruik met tetracyclinen (bv. doxycycline) ontstaan onoplosbare complexe verbindingen van
ijzerzouten. Deze worden niet geresorbeerd. Deze middelen dienen niet gecomineerd te wroden en in ieder
geval niet op hetzelfde tijdtip ingenomen te worden, maar met een interval van ten minste drie uur.
Verschillende bestanddelen van de voeding kunnen van invloed zijn op ijzerresorptie. Het innemen van
ijzerpreparaten bij de maaltijd is meestal ten nadele van de resorptie, maar vermindert het optreden van
maagklachten.
Samenvatting behandeling:
1. Onderzoek naar oorzaak ijzergebreksanemie;
2. Oraal ijzerpreparaat: 100 mg per dag (bij maaltijd 200 mg per dag)
 Ferrofumaraat;
 Ferrogluconaat.
3. Parenterale therapie: wanneer orale therapie niet mogelijk (hemodialysepatiënten).
Download