Instaptoets fysica 1) 2) Je gooit een tennisbal tegen een muur. De tennisbal botst terug. Ik kan dan twee uitspraken doen: I. De muur heeft tijdens de botsing een kracht uitgeoefend op de tennisbal. II. De tennisbal heeft tijdens de botsing een kracht uitgeoefend op de muur. Wat kan je dan besluiten? a) Enkel uitspraak I is correct. b) Enkel uitspraak II is correct. c) Beide uitspraken zijn correct. d) Beide uitspraken zijn fout. Je hebt twee magneten ter beschikking, een sterke en een zwakke. Je legt beide magneten op een horizontale tafel zodanig dat ze mekaar aantrekken. Welke uitspraak is correct? a) b) c) d) 3) 4) 5) De twee magneten trekken elkaar even sterk aan. De sterke magneet trekt sterker aan de zwakke dan de zwakke magneet aan de sterke. De zwakke magneet trekt sterker aan de sterke dan de sterke magneet aan de zwakke. Men kan geen besluit formuleren, omdat er te weinig gegevens zijn. Een decibelmeter die opgesteld staat vóór een luidspreker geeft 60 dB(A) aan als aan de luidspreker een signaal toegevoerd wordt. Nu plaatsen we naast de eerste luidspreker een andere luidspreker die hetzelfde signaal toegevoerd krijgt. Wat zal de decibelmeter aangeven als beide luidsprekers het signaal uitsturen? a) 60 dB(A) b) 90 dB(A) c) 120 dB(A) d) iets anders dan de 3 bovenstaande Een renner in de Tour de France rijdt op een horizontaal stuk weg tegen wind in met constante snelheid. Welke uitspraak is dan correct? a) De trapkracht van de renner is kleiner dan de weerstandskracht van de wind. b) De trapkracht van de renner is gelijk aan de weerstandskracht van de wind. c) De trapkracht van de renner is groter dan de weerstandskracht van de wind. d) De trapkracht van de renner is gelijk aan nul. Je beschikt over een metalen buis met in het midden een kraantje. Het kraantje is dicht. Nu blaas je een ballonnetje een beetje op en trekt zijn opening over één uiteinde van de buis. Vervolgens blaas je een gelijkaardig ballonnetje sterker op en trekt de opening over het andere uiteinde van de buis. Je hebt nu een buis met aan de uiteinden een klein en een groot ballonnetje. Vervolgens open je het kraantje. Wat zal er gebeuren? a) Het kleine ballonnetje wordt kleiner en het grote wordt groter. b) Het kleine ballonnetje wordt groter en het grote wordt kleiner, tot ze dezelfde grootte hebben. c) Het kleine ballonnetje wordt groter en het grote wordt kleiner, maar ze hebben uiteindelijk niet dezelfde grootte. d) Niets, beide ballonnetjes behouden hun oorspronkelijke grootte. 6) Je hangt een voorwerp aan een spiraalveer, laat het tot rust komen, en trekt het dan verticaal een stukje naar beneden. Dan laat je het voorwerp los. Het voorwerp zal een verticale trilling uitvoeren. De baan van het bewegende voorwerp is een a) Cirkel b) Lijnstuk c) Sinuslijn d) Iets anders dan de 3 bovenstaande 7) Je stapt op het gelijkvloers in een lift en drukt op het knopje van de derde verdieping. Tijdens de versnelling naar boven a) wordt je gewicht kleiner b) wordt je massa kleiner c) wordt je gewicht groter d) wordt je massa groter 8) Een renner in de Tour de France legt tijdens een tijdrit 37 km af in 41 minuten. De gemiddelde snelheid van de renner is dan a) b) c) d) 9) 0,90 m/s 1,11 m/s 15,04 m/s 54,15 m/s Welke berekening is correct binnen de afrondingsmarge? a) log2 40 1,602 b) 1070 20 1000000 2 c) d) 5 256 16 e3 0,050 10) Welke omvorming van formules is fout? a) b) c) d) 1 1 1 b f v v b f b f a a d y b x x by d d a bc a b dc y log10 a x b x b 10y a Verbetersleutel fysica: Vraag Vraag Vraag Vraag Vraag Vraag Vraag Vraag Vraag Vraag 1: c 2: a 3: d 4: b 5: a 6: b 7: c 8: c 9: d 10: a Interpretatie van je resultaat: 8/10 – 10/10 Je beschikt over de noodzakelijke voorkennis op vlak van fysica om aan de opleiding logopedie en audiologie te beginnen. De instapmodule kan een welkome herhaling/opfrissing zijn. 5/10 – 7/10 De voorkennis op het vlak van fysica die vereist is voor het volgen van de opleiding logopedie en audiologie is misschien wel bekend, maar onvoldoende paraat. De instapmodule zal een goede herhaling/opfrissing zijn om goed aan de opleiding te kunnen beginnen. 0/10 – 4/10 De voorkennis op het vlak van fysica die vereist is voor het volgen van de opleiding logopedie en audiologie is eerder onbekend. De instapmodule is een must om goed aan de opleiding te kunnen beginnen.