Mohs’ micrografische chirurgie Roel Genders, dermatoloog, LUMC Mohs’ micrografische chirurgie, kortweg Mohs’ chirurgie, is een speciale operatiemethode om bepaalde vormen van huidkanker te verwijderen, meestal in het gezicht. De naam is ontleend aan Frederik Mohs, een Amerikaanse dermatoloog die deze operatietechniek heeft ontwikkeld. Hierbij wordt nadat de tumor is weggesneden direct gekeken onder de microscoop of alle huidkanker is verwijderd. Zolang er nog huidkanker gezien wordt in een van de uiterste snijvlakken, wordt er plaatselijk nog wat weefsel verwijderd, totdat er echt geen spoor meer te vinden is van de tumor. Op deze manier wordt het (onnodig) verwijderen van gezond weefsel of een tweede operatie voorkomen. De ingreep wordt verricht onder plaatselijke verdoving in dagbehandeling. Bij gewone excisies wordt meestal een ellips uitgesneden die overal even dik is (de volledige dikte van de huid). Bij het histopathologisch onderzoek worden enkele plakjes weefsel bekeken. Zie het als een brood waarvan enkele plakken brood bekeken worden om te zien of de tumor niet in de snijranden zit. Als een tumor met uitlopers groeit, die niet in de bekeken plakken zitten, kan dat dus gemist worden. Bij Mohs’ chirurgie wordt de gehele snijrand bekeken. Als het ware de buitenste schillen van een ui die geheel bekeken worden. Bij Mohs’ chirurgie worden vriescoupes gebruikt. De techniek is vooral geschikt voor het basaalcelcarcinoom. Het gaat hierbij hoofdzakelijk om basaalcelcarcinomen in het gezicht, met een agressieve groeiwijze of die niet geheel verwijderd zijn bij eerdere excisie of zijn teruggekomen in een litteken. Echter Mohs’ chirurgie wordt ook steeds meer toegepast voor andere tumoren zoals plaveiselcelcarcinomen, dermatofibrosarcoma protuberans en atypisch fibroxanthoom. De operatie in het kort Voordat de operatie gaat beginnen vindt er een aantal voorbereidingen plaats. Het gebied van de huid waar de tumor verwijderd moet worden, wordt gereinigd met een desinfecterend middel en de omliggende huid wordt met steriele doeken afgedekt. De operateur zal de te verwijderen huid aftekenen en plaatselijk verdoven. De prik kan even pijnlijk zijn en het inspuiten van de verdovingsvloeistof kan een wat branderig gevoel geven. Na het verdoven worden er kleine markeringshechtinkjes gezet en daarna wordt de huidkanker eruit gesneden onder een hoek van 45 graden. Deze hoek is belangrijk voor het invriezen van het materiaal. Als de huidkanker weggesneden is, worden kleine bloedvaatjes dichtgebrand. De wond wordt nog niet dicht gemaakt, maar er wordt een verband aangelegd en de patiënt kan in een wachtkamer plaatsnemen. Het weefselstuk wordt vervolgens onderverdeeld om er coupes van te kunnen snijden die op een glaasje kunnen en de randen worden geïnkt voor de oriëntatie. Dit alles wordt ingetekend in een papieren formulier of digitaal op foto van de patiënt met het operatie-defect Het weefsel wordt vervolgens naar het laboratorium gebracht en met behulp van de cryostaat worden er vriescoupes gemaakt die vervolgens worden gekleurd (HE). De coupes worden onder de microscoop bekeken om te zien of er nog rest tumor aanwezig is. Indien er nog tumor wordt gezien, wordt dit ingetekend aan de hand van de onderverdeling/inktranden precies daar waar het zich nog in de patiënt moet bevinden. De operateur kan nu heel gericht alleen daar waar nog tumorresten gezien worden extra weefsel weghalen. Dit wordt vervolgens weer volgens dezelfde procedure gedaan en herhaald zich totdat er geen tumorcellen meer worden aangetroffen. Daarna kan de wond gesloten worden, meestal met behulp van een reconstructie.