Bedreigde talendebat Groep A: Hendrieke Beldman, Bart de Bakker, Iris Borkent Estland en Ests: geschiedenis Estland is een jong land. Pas in het interbellum was er voor het eerst sprake van een eigen land van de Esten. Voor die tijd zijn het altijd andere volken geweest die het op het grondgebied van het huidige Estland voor het zeggen hadden: Vikingen, Zweden, Denen, Polen, Litouwers, Russen, maar vooral Duitsers. Tot tussen de twee wereldoorlogen in was het de Duitse adel die heerste over de Esten, die op dat moment vooral een agrarisch volk waren. Tot die tijd werden zij als lijfeigenen gedwongen te werken voor hun Duitse meesters. Hieraan kwam een eind toen in het interbellum de landgoederen van de Duitse adel onteigend werden en de Estse staat voor het eerst het levenslicht zag. Rusland viel echter al weer snel de jonge staat binnen en maakte het een onderdeel van de Sovjetunie. Na het uiteen vallen van de USSR in 1991 kregen de Esten hun eigen land weer terug. Echter, van de 1,4 miljoen mensen die in Estland wonen, zijn ongeveer een half miljoen van buitenlandse afkomst. Zij komen vooral uit de voormalige Sovjetunie en spreken de taal van hun geboorte streek. Hier staat tegenover dat er ongeveer zes duizend mensen in Finland wonen die Ests spreken. Dit zijn vluchtelingen uit de tweede wereldoorlog of recente immigranten. De Esten hadden dus (tot het interbellum) nooit een eigen land. Maar wel een eigen taal. Ongeveer 1500 jaar geleden was er een Fins-Oegrisch volk dat uit het oosten van het huidige Rusland richting het westen trok en zich vestigde aan de Finse Golf. De afstammelingen hiervan zijn de Esten van vandaag. De meeste talen die in Europa gesproken worden, komen uit de Indo-europese taalfamilie. Denk hierbij aan onder andere Engels, Frans, Russisch en Spaans. Maar ook Jiddisch, Bengaals, Hindi en de dode taal Latijn komen uit deze taalfamilie. Drie Europese talen komen niet uit de Indo-europese maar uit de Oeralische taalfamilie. Dit zijn het Hongaars, het Fins en het Ests. Deze familie is genoemd naar het Oeral gebergte in Rusland. De mensen die deze talen spreken, zijn afstammelingen van volken uit de Siberische kant van het Oeral gebergte. Net als de Indo-europese taalfamilie heeft de Oeralische taalfamilie een aantal takken: de Finse tak, de Ugrische tak, de Samoyed tak en de Yukaghir tak. Onder de Yukaghir tak valt alleen het Yukaghir, dat in het oosten van Siberië gesproken wordt. De geschreven vorm ervan maakt nog steeds gebruik van symbolen die lijken op symbolen die gebruikt worden door sommige stammen van de oorspronkelijke bewoners van Noord Amerika Het Nenets, Selkup, Nganasan, Enets en Kamas behoren tot de Samoyed tak. Het Hongaars, Ostyak en Vogul zijn afstammelingen uit de Ugrische tak. Het Ests behoort samen met het Fins, Mordvin, Udmurt, Mari, Votyak, Komi en Sami tot de Finse tak. Met eén miljoen sprekers is het Ests de derde grootste taal uit de Oeralische taalfamilie, na het Hongaars en het Fins. Het huidige Ests heeft een aantal dialecten die op te delen zijn in drie groepen: het Ests van de noordoost kust, het Ests van het noorden en het Ests van het zuiden. Het Voru en Setu die uit de laatst genoemde groep komen, en het eiland Ests (Noord Ests) verschillen duidelijk van het standaard Ests. De overige dialecten zijn min of meer opgegaan in het standaard Ests. Typologie Het standaard Ests gebruikt het Latijnse alfabet in geschreven vorm. Het gebruikt 32 letters, maar 5 daarvan komen alleen in buitenlandse woorden voor. Van de 27 resterende letters zijn 9 klinkers en 18 medeklinkers. Naast het ‘gewone’ Nederlandse alfabet zijn er de letters s^, z^, õ, ö, ü, ä. In gesproken Estland wordt 45% gevormd door klinkers en 55% door medeklinkers. Bij de gesproken klanken zijn 3 duraties te onderscheiden, kort, lang en extra lang. Het veranderen van een duratie van een klank kan de grammatische functie van het woord of de betekenis van het woord veranderen. Een belangrijk verschil met andere talen van omliggende landen is dat de zelfstandige naamwoorden in het Ests 14 verschillende vormen aan kunnen nemen. Deze vormen geven de ‘staat’ van het zelfstandig naamwoord aan (bv. zonder boek: raamatuta). Het Ests heeft geen grammaticale aanduidingen voor het geslacht van een woord, zelfs niet voor de persoonlijke voornaamwoorden. Er is 1 vorm die wordt gebruikt voor mannelijk, vrouwelijk en soms voor onzijdig. Het verbuigen van werkwoorden gebeurt door middel van het toevoegen van een klank aan het einde van de stam van het werkwoord. Sommige woorden kunnen daarbij de stam veranderen door het weglaten of verwisselen ven een klinker of medeklinker. In de syntax van het Ests worden ten eerst voornamelijk postposities gebruikt, bijvoorbeeld in plaats van ‘onder de stoel’ zegt het Ests ‘de stoel onder’. Ten tweede heeft het Ests een relatief grote vrijheid in woordvolgorde. De woorden in een zin kunnen redelijk gemakkelijk worden omgedraaid, zonder dat de zin grammaticaal fout wordt en zonder dat de betekenis verandert. Het Ests is een ‘nontonal’ taal. De klemtoon ligt op de eerste lettergreep en het is mogelijk om op de derde lettergreep nog een tweede klemtoon te leggen. Aangezien de woordvolgorde niet de betekenis van de zin bepaalt is het Ests geen analytische taal. Het is een inflecterende, synthetische taal, omdat de grammaticale relaties uitgedrukt worden door de interne structuur van het woord en in dit geval ook door hoelang de klank is. Huidige situatie In Estland wonen op dit moment bijna anderhalf miljoen mensen, waarvan bijna 65 procent autochtoon is. De rest van de bevolking is voor het grootste gedeelte afkomstig uit verschillende delen van de voormalige Sovjet-Unie. De meeste van deze groeperingen wonen in de steden; het aantal niet-Esten kan daar soms oplopen tot de helft van het inwoneraantal en in het noorden zijn een aantal steden waar bijna de hele bevolking van Russische afkomst is. De invloed van deze allochtone ‘nederzettingen’ is zo groot, dat er een wet is aangenomen, dat in deze gebieden officiële stukken in de taal van die allochtone meerderheid gepubliceerd mogen worden. De talen die deze allochtonen bijvoorbeeld spreken zijn Russisch, Oekraïens, Wit-russisch en Fins. Het Ests is een taal die nog maar door een miljoen mensen gesproken wordt, in een land waar de bevolking voor een groot deel dus bestaat uit allochtonen. Dit heeft tot gevolg dat de nationale taal in het gedrang komt. Een wet die aangenomen is waarin staat dat in gebieden met een grote allochtone meerderheid officiële stukken in de taal van die meerderheid gepubliceerd mogen worden, komt dit ook niet ten goede. Omdat vooral in de steden het aantal allochtonen hoog is, wordt het gevaar op een overname van het Ests door een van die minderheidstalen groot, met alle gevolgen van dien. Het zou bijvoorbeeld kunnen gebeuren dat het onderwijs ook in die taal zal worden gegeven, waardoor de voorkeurstaal van de jonge generatie zal veranderen van Ests naar die minderheidstaal. Op het moment wordt er nog niet veel gedaan om het uitsterven van het Ests te voorkomen. Misschien zijn de gevolgen van het hoge allochtone inwoner percentage met betrekking tot de taal nog niet goed doorgedrongen: tijdens ons onderzoek kwamen wij bronnen tegen die het Ests zelfs nog niet als bedreigde taal vermeldden! Het enige wat sinds de onafhankelijkheid van Rusland in 1991 is gedaan om het Ests als nationale taal te behouden, is het aannemen van de wet die van alle inwoners van Estland eist dat ze zich het Ests in ieder geval zo eigen maken dat ze er verstaanbaar in zijn. Maar het is de vraag of dit genoeg is om het Ests van de ondergang te redden.