Examen Politieke en Economische Geografie, 1e zittijd (25 Januari

Examen Politieke en Economische Geografie, 1e zittijd (25 Januari 2014)
Vraag 1: Wereld-systeem-analyse kadert politieke beslissingen door staten in de temporaliteit van
economische processen en de positie van een staat in de drieledige structuur van het wereldsysteem. Leg dit algemeen principe uit aan de hand van het concept “Hegemonische cyclus”.
Illustreer vervolgens aan de hand van een discussie van gebeurtenissen in de Amerikaanse Eeuw met
behulp van een tijd-ruimte-matrix. Leg tot slot – vertrekkend van opgestelde matrix – het verband
met evoluties in de belangrijkste geopolitieke codes van staten doorheen de cyclus.
Vraag 2: Wat zijn de gangbare verklaringen voor de periode van intens kolonialisme die men
doorgaans “the age of imperialism” noemt? Contrasteer dit met hoe dit fenomeen binnen wereldsysteem-analyse wordt verklaard Illustreer aan de hand van de (de)kolonisatie van Afrika.
Vraag 3: De geschiedenis van het politiek-economisch denken wordt gekenmerkt door een
tweedeling tussen een liberale en een kritische (i.e. marxistische) stroming. Leg uit wat de kern is van
deze paradigma’s. Relateer vervolgens kritisch aan de verwachtingen en effectieve gevolgen van de
hedendaagse neoliberale wereldorde die onder andere door de Bretton-Woods-instellingen wordt
uitgedragen. Illustreer met een uitgewerkt voorbeeld.
Vraag 4: Regio’s nemen op ongelijke wijze deel aan opeenvolgende investeringsrondes. Leg uit aan
de hand van de geologische metafoor en illustreer met voorbeelden. Licht ook toe welke acties een
(regionale) overheid kan nemen om regionale ontwikkeling te stimuleren.
Vraag 5: Verklaar bondig de volgende begrippen: Illustreer zo nodig met een voorbeeld.
a)
b)
c)
d)
Financialisering
Cultuurnationalisme
Directe buitenlandse investeringen
Pluralisme