Ecosysteem in een fles

advertisement
Ecosysteem in een fles
Door: Femke Hoeksma
1
Voorwoord:
De keuze van een onderwerp voor mijn profielwerkstuk was best moeilijk. Na een uitgebreide
oriëntatie ben ik tot de keuze van een gesloten ecosysteem gekomen. Dit is een onderwerp
waarbij ik ook de mogelijkheid had tot het uitvoeren van een experiment. Het onderwerp sluit
goed aan bij het vak biologie. Ik heb erg genoten van het uitvoeren van het practicum, en hoop
dat u het met net zo veel plezier zal lezen als ik had tijdens het schrijven.
Ik wil graag alvast mijn begeleider Michiel Kroon bedanken, voor het uitstekend begeleiden van
mijn profielwerkstuk.
2
Inhoudsopgave
Inleiding.………………………………………………………………………..4
Hoofd- en deelvragen………………………………………………………...4
Hoofdstuk 1: Gesloten ecosystemen……………………………………….5
1.1 Fotosynthese…………………………………………….5
1.2 Stikstofkringloop………………………………………...8
1.3 Conclusie………………………………………………..10
Hoofdstuk 2: Practicum……………………………………………………...11
2.1 Hypothese……………………………………………….11
2.2 Methode………………………………………………….11
2.3 Practicum………………………………………………...11
2.4 Waarnemingen………………………………………….12
2.5 Conclusie………………………………………………..16
Hoofdstuk 3: Afsluiting……………………………………………………….17
3.1 Foutendiscussie………………………………………...17
3.2 Bronnenlijst……………………………………………...17
3.3 Logboek………………………………………………….18
3
Inleiding:
Mijn profielwerkstuk gaat over het maken van een gesloten
ecosysteem. Omdat binnen een gesloten ecosysteem alles in balans
moet zijn beperk ik mij tot de basis: een producent en een reducent.
Een plant en bacteriën.
Het idee van het maken van ecosysteem bestond bij mij al langer,
maar toen ik meer informatie zocht vond ik dit plaatje. In deze glazen
stolp zit nu al meer dan 40 jaar een plant afgesloten van de
buitenlucht. Alles wat de plant verbruikt wordt gerecycled en kan hij
weer gebruiken.
Dit concept is het antwoord op problemen die zich nu en in de toekomst zullen afspelen. Het
idee van een gesloten ecosysteem wordt nu al toegepast door ruimtevaart organisatie ESA,
door bijvoorbeeld het plas van de astronauten om te zetten in schoon drinkwater.
Dit is maar een klein voorbeeld, de mogelijkheden zijn eindeloos. De aarde is uitgeput en
overbevolkt, vroeg of laat is al het drinkwater op en breken er oorlogen uit. Neem je eigen
ecosysteem mee en verhuis naar Mars. Je poep en plas worden afgebroken door bacteriën en
omgezet tot voedingsstoffen voor planten. Zij maken op hun beurt zuurstof en voedingsstoffen
voor jou.
Om het onderzoek overzichtelijk te laten verlopen heb ik eerst een hoofdvraag opgesteld en
deze verdeeld in deelvragen.
Hoofdvraag:
Is het mogelijk om met alledaagse materialen een gesloten ecosysteem te maken?
-Wat is een gesloten ecosysteem en hoe werkt het?
4
Hoofdstuk 1
Wat is een gesloten ecosysteem en hoe werkt het?
Gesloten ecosystemen
Een gesloten ecosysteem is een systeem dat zichzelf in stand kan houden zonder dat er stoffen
uitgewisseld hoeven te worden met de omgeving. Dit kan omdat autotrofe organisme
fotosynthese uitvoeren en bacteriën afvalstoffen afbreken. Autotrofe organisme zijn organisme
die zichzelf kunnen voeden door van anorganische stoffen organische te maken. Dit zijn planten,
algen en sommige bacteriën.
Een voorbeeld van een gesloten ecosysteem is de aarde. Om de aarde heen zijn allemaal gas
lagen, dankzij de zwaartekracht worden die aangetrokken en vastgehouden. Ongeveer 4 miljard
jaar geleden bestond de atmosfeer vrijwel alleen uit koolstofdioxide, dankzij de komst van
planten en algen kwam er ook zuurstof in lucht. Hierdoor was er ruimte voor aerobe organisme
om zich te ontwikkelen. Aerobe organisme gebruiken zuurstof voor dissimilatie. 1
1.1 Fotosynthese
Fotosynthese vindt plaats in de bladgroenkorrels (chloroplasten) van planten, hierbij word door
middel van zonlicht en water koolstofdioxide omgezet in zuurstof en glucose: 6CO2 + 6H2O ->
C6H12O6 + 6O2. Dit proces gebeurd in twee delen: de lichtreactie en de donkerreactie. De
lichtreactie vindt plaats in het membraan van de thylakoid. Dit is een compartiment in de
chloroplasten. De donkerreactie vindt plaats buiten de thylakoid in de chloroplasten. 2
Lichtreactie
Op het membraan van de thylakoid heb je twee fotosystemen. Fotosysteem 2 absorbeert
voornamelijk rood licht, de energie uit het licht wordt gebruikt om een watermolecuul te splitsen
in H+ en O2-. De zuurstofatomen vormen zuurstofmoleculen en verlaten via de huismondjes op
het blad de plant. De H+ ionen gaan de thylakoid in. De elektronen die vrij zijn gekomen hebben
een hoog energieniveau en worden gebruikt om van ADP, ATP te maken. Dit gebeurt in het
enzym ATP-synthase op het membraan van de thylakoid.
5
Een schematische weergaven van het membraan van de thylakoid
Fotosysteem 1 absorbeert iets donkerder rood licht, en gebruikt het energie hieruit ook om
water te splitsen en elektronen vrij te maken. De elektronen hebben een hoog energieniveau en
worden via een klein eiwitmolecuul vervoerd naar het membraan-enzym NADP-reductase. Hier
wordt het energie gebruikt om de waterstof ionen aan de NADP te koppelen. Zo ontstaat
NADPH2.
12H2O + ADP + NADP -> 6O2 + ATP + NADPH2
Donkerreactie
De gevormde ATP en NADPH2 moleculen gaan naar de donkerreactie. Tijdens deze reactie is
geen licht nodig als bron van energie omdat de energie al vastgelegd is in ATP. De moleculen
die nodig zijn om glucose te maken zijn allemaal aanwezig in de vloeistof rondom de thylakoid.
Glucose wordt gevormd door een kringloop van koolstofverbindingen. Om 1 molecuul glucose
te vormen moet de kringloop 6 keer doorlopen worden.
Eerst word er een ribulose-di-fosfaat molecuul gevormd. 6 Ribulose-di-fosfaat moleculen
reageren met 6CO2 en 6H2O moleculen. Dit vormt 12 C3 moleculen. 2 van de 12 C3 moleculen
worden door het energie uit 12 ATP en door reductie van 12 NADPH2 omgezet in glucose
(C6H12O6), de andere 10 C3 moleculen vervolgen de kringloop. Er zijn 6 ATP moleculen nodig
om 10C3 moleculen om te zetten in 6 moleculen ribulose-di-fosfaat.
In de hele cyclus worden 6 moleculen water gebruikt en er worden er 12 gemaakt, zodat er per
gemaakt glucose molecuul 6 H2O overblijft.
6
De donkerreactie schematisch weergegeven
6 CO2 + ATP + NADPH2 -> glucose + ADP + NADP
De plant gebruikt de glucose zelf om zich mee op te bouwen, maar heterotrofe organisme
maken er ook dankbaar gebruik van. Een heterotroof organisme is een organisme dat zichzelf
niet kan voeden, zoals een plant, maar het heeft andere organisme nodig om voedingsstoffen te
produceren. Het leven op aarde is mogelijk dankzij fotosynthese. Niet alleen wordt zonlicht
omgezet in voedingsstoffen, maar daar komt ook zuurstof bij vrij wat wij nodig hebben om te
blijven leven. 3
7
1.2 Stikstofkringloop
Aminozuren
Eiwitten zijn niet alleen belangrijk voor een mens, ook voor een plant. Eiwitten helpen
bijvoorbeeld met het regelen van allerlei processen in de cellen van een organisme, ook zijn
eiwitten belangrijk voor de bouw van spieren. Eiwitten worden in de cellen van organisme
gemaakt door verschillende aminozuren aan elkaar te koppelen. Er bestaan 20 verschillende
aminozuren, welke aminozuren, hoeveel en de structuur zorgt voor een ander eiwit.
Consumenten krijgen eiwitten van andere organisme binnen, in ons spijsverteringskanaal
breken we de eiwitten af en op de membranen van de ribosomen in het cytoplasma van onze
cel worden de aminozuren opnieuw aan elkaar gekoppeld tot het gewenste eiwit. Planten
kunnen alle aminozuren die ze nodig hebben zelf maken, maar dan moeten ze daar wel de
benodigde stoffen voor hebben.
structuurformule van aminozuur glycine
Aminozuren bestaan uit koolstof, waterstof en stikstof verbindingen. Koolstof halen de planten
uit de lucht als CO2, waterstof uit de bodem als H2O. Maar hoe komen de planten aan stikstof?
Stikstofkringloop
In het geval van mijn onderzoek zijn er geen consumenten die de voedingstoffen van de plant
nodig hebben. Er zijn wel bacteriën die de zuurstof van de plant gebruiken. Het zuurstof
gebruiken de bacteriën namelijk tijdens de omzetting van organische stoffen naar stikstof.
Om aminozuren te maken heeft een plant stikstof nodig. Planten nemen dit op uit de bodem als
nitraat (NO 3-) of ammonium (NH4+).
8
Een schematische weergave van de stikstofkringloop
Eiwitten en andere organische materialen die stikstof bevatten komen in de aarde terecht.
Vanaf daar wordt het eerst verteerd door schimmels, anaerobe bacteriën en aerobe bacteriën.
De eiwitten worden in dit proces omgezet is stikstof verbindingen die minder makkelijk
afbreekbaar zijn. De aminozuren worden afgebroken in koolstofdioxide en in ammoniak, bij dit
proces komt ATP vrij. Het ammoniumnon dat gevormd is kan makkelijk opgenomen worden
door de plant, maar er wordt ook ammoniak gevormd. Dit kan niet direct worden opgenomen
door de plant en wordt eerst door nitriet-bacteriën omgezet van ammoniak in nitriet (NO2-). Dit
proces heet nitrificatie. Nitriet-bacteriën zijn autotroof en gebruiken chomolyse voor het maken
van suikers. Chemolyse is een vorm van koolstofassimilatie net als fotosynthese, ammonium
met koolstofdioxide en water wordt omgezet in nitriet en suikers. Nitriet kan ook niet door de
planten opgenomen worden, dus helpen nitraat-bacteriën om van nitriet nitraat (NO3-) te maken.
Nitraat is de belangrijkste stikstofbron voor groene planten.
Er zijn ook bacteriën die nitraat omzetten in lachgas (N2O). Dit zijn de denitrificerende bacteriën,
het zuurstof dat ze nodig hebben voor de verbranding halen ze uit de nitraat. Lachgas is
schadelijk voor het milieu omdat het het broeikaseffect versterkt.
Nitriet en ammoniak zijn giftige stoffen, een overschot van deze stoffen in de bodem is niet goed.
De anammox bacteriën zetten nitriet en ammoniak om in stikstofgas (N2), dit gas is niet giftig en
gaat gewoon weer de atmosfeer in. Dit gas kan door de plant ook weer opgenomen worden
dankzij de stikstof bindende bacteriën, bijvoorbeeld de wortelknolbacteriën. De
9
wortelknolbacteriën bevinden zich op de wortels van voornamelijk groene planten en zetten
stikstofgas om in ammonium. 4
Het ammonium en nitraat wordt door de wortels van de planten opgenomen en op de
ribosomen van de cellen omgezet in aminozuren en eiwitten. Dit zijn de bouwstenen voor de
cellen van een organisme. 5
1.3 Conclusie
Antwoord op deelvraag: Wat is een gesloten ecosysteem en hoe werkt het?
Een gesloten ecosysteem is een systeem dat zich in stand kan houden zonder dat er stoffen
met de omgeving uitgewisseld kunnen worden. Dit kan door de processen fotosynthese en de
stikstofkringloop. Tijdens fotosynthese wordt er eerst in de lichtreactie water, ADP en NADP
omgezet in zuurstof ATP en NADPH2. Vervolgens wordt in de donkerreactie van CO2, NADPH2
en ATP, glucose, ADP en NADP gemaakt.
Lichtreactie: 12H2O + ADP + NADP -> 6O2 + ATP + NADPH2
Donkerreactie: 6 CO2 + ATP + NADPH2 -> glucose + ADP + NADP
Aminozuren zijn belangrijk voor de bouw van organisme. Om aminozuren te maken heeft een
plant stikstof nodig, niet alleen halen de stikstof bindende bacteriën dat voor haar uit de
atmosfeer, ook kan door nitrificatie ammoniak omgezet worden in nitraat.
10
Hoofdstuk 2 Practicum
Is het mogelijk om met alledaagse materialen een gesloten ecosysteem te maken?
2.1 Hypothese
Mijn verwachtingen van de uitkomsten van het onderzoek is dat het mogelijk is om een gesloten
ecosysteem te maken, en dat het succes vooral afhangt van het waterniveau.
2.2 Methode
In het eerste hoofdstuk van mijn profielwerkstuk heeft u kunnen lezen hoe de processen binnen
een gesloten ecosysteem te werk gaan. Maar om te onderzoeken of het ook met alledaagse
materialen werkt ga ik dit een practicum uitvoeren. De aarde, het grootste gesloten ecosysteem,
heeft producenten, reducenten en consumenten. Ik beperk mijn practicum tot de basis, een
producent en een reducent. Dit doe ik omdat het anders te gecompliceerd wordt. Het onderzoek
duurt drie weken, binnen die weken hou ik goed bij wat er in de fles gebeurt en hoe de plant
zich gedraagt.
Grond 1 = Aarde uit de tuin
Grond 2 = Aarde uit het tuincentrum.
fles
1
2
3
4
5
6
Grondsoort
(1 of 2)
1
1
1
2
2
2
Grond (gr)
300
321
390
210
165
215
Water (ml)
50
110
195
90
133
155
Op internet kon ik heel weinig vinden, over mensen die eerder een gesloten ecosysteem
gemaakt hebben, of onderzoek er naar. Daarom heb ik besloten om zelf bij het begin te
beginnen, mijn eerste onderzoek bestaat uit 6 plastic flessen. Omdat er in dit practicum zo veel
variabelen zijn begin ik met de hoeveelheid water te variëren.
Ik heb twee soorten grond gebruikt, grond uit mijn tuin. Deze grond is vrij vochtig en erg zwaar.
De tweede soort grond die ik gebruik is veel droger, deze komt uit een zak van het tuincentrum.
Eerst heb ik de eerste drie flessen gevuld met de aarde uit mijn tuin, daarna heb ik de andere
drie flessen gevuld met het aarde van het tuincentrum. In alle flessen verschild de hoeveelheid
aarde een beetje omdat de vorm van de flessen niet gelijk is. In alle 6 de flessen heb ik een
paardenbloem (met wortel) gedaan. Ik heb voor deze plant gekozen omdat hij zichzelf kan
bevruchten.
Om te beginnen varieer ik met drie verschillende waterniveaus en twee verschillende bodems.
De flessen 1 en 4 hebben het minst water gekregen. De hoeveelheid water tussen 1 en 4
verschilt omdat grond 1 van zich zelf al heel vochtig is en grond 2 heel droog. De flessen 3 en 6
hebben het meest water gekregen. Nadat ik het water bij de aarde en het plantje gedaan had
11
heb ik de flessen afgesloten. De flessen staan niet in direct zonlicht, in een coole ruimte.
Waarnemingen
Na een week
Een week na de start van het practicum zijn er nog geen grote verschillen zichtbaar tussen de
planten. Bijna alle flessen zijn een beetje geïmplodeerd. In fles drie is het water op de bodem
gaan liggen en is een duidelijke scheiding te zien. Een aantal flessen vertoont ook wat
waterdamp op de bovenkant van de fles. De bodem is fles 6 is heel erg vloeibaar, het plantje in
deze fles is nog niet gegroeid. De andere planten zien er allemaal sterk uit. Er zijn nog geen
duidelijke verschillen waar te nemen tussen de planten.
Na twee weken
In alle flessen zitten deuken, om er achter te komen waarom de flessen ‘imploderen’ had ik ze
uit de coole ruimte gehaald, en goed bekeken. Na een aantal minuten in een andere warmere
ruimte begonnen de flessen uit te deuken. Dit ging gepaard met een poppend geluid. Conclusie,
door de kou neemt de druk in de fles af.
Er is nog geen duidelijk verschil te zien tussen de planten die op de grond van het tuincentrum
of grond uit de tuin staan. Er beginnen wel duidelijke verschillen op te treden tussen de planten
die veel water en de planten die weinig water hebben gehad. De planten in de flessen 1 en 4
zien er het sterkst uit, de bladeren zijn donkergroen en staan sterk omhoog. De bladeren van de
planten in de flessen 6 en 3 zij ook donkergroen alleen hangen ze een beetje omlaag. De
meeste planten lijken gegroeid of stabiel, behalve de plant in fles 6, hier is nog geen spraken
van groei. Wat er wel groeit in fles 6 is een grassprietje, deze is waarschijnlijk per ongeluk
meegekomen met de aarde.
Het grassprietje in fles 6
12
Na drie weken
Resultaten na drie weken:
Fles
1
2
3
4
5
6
Kleur van de Donkergroe
bladeren
n
Donkergroe
n
Donkergroe
n
Groen/
licht
groen
Donkergroe
n
Donker
groen
vertering
van
bladeren
Nee
Ja,
schimmel
Nee
Ja,
bruine
bladere
n
Ja, bruine
bladeren
Nee
vloeibaarhei
d van de
aarde
Vast en
kruimelig
Vast
Laag water
op de aarde
Vast
Smeuïg
Vloeibaar
condens op
de fles
veel
Gemiddeld
Veel
Weinig
Veel
Gemiddel
d
Ik heb na drie weken gekeken naar de kleur van de bladeren omdat ik hieraan kan zien of de
toevoer van voedingsstoffen naar de cellen en chloroplasten nog wel aan de gang is. Als de
bladeren van de Paardenbloem een donkergroene kleur hebben betekend dat dat er een goede
toevoer van stoffen naar de cellen is. Bij een van de bladeren in fles 4 is dit fenomeen duidelijk
aan de gang. Bij de rest van de planten kun je alleen een iets lichtere kleur waarnemen.
Lichte kleur van een blad in fles 4
Na drie weken is het verschil tussen de planten al wat beter te zien, in fles 2 is nu duidelijke
13
vertering door schimmels waar te nemen. In fles 4 en 5 zie je dat de onderste bladeren, die op
de grond liggen steeds bruiner worden, en aan de randjes zwart. Maar je ziet ook dat de andere
bladeren in fles 4 en 5 mooi donker groen van kleur zijn, en stevig omhoog wijzen.
Schimmel in fles 2
Ik heb ook de vloeibaarheid van de aarde bekeken. Ik heb de vloeibaarheid vergeleken met
elkaar en daarop beoordeeld. In fles 3 is nog steeds een duidelijke scheiding tussen aarde en
water zichtbaar. In het laagje water zie je nu ook stukjes van bladeren drijven. De aarde in fles 6
is helemaal gemengd met het water, als je goed kijkt zie je ook hier een scheiding tussen de
aarde en het water, alleen is deze veel minder duidelijk. De bodem van fles 3 is redelijk vast, als
je de fles voorzichtig heen en weer beweegt gebeurd er niets met de bodem. Als je het zelfde
doet met fles 6 zie je dat de bodem bijna net zo vloeibaar is als het laagje water wat er op licht.
De aarde in fles 5 is vast, maar je ziet duidelijk dat er veel water aanwezig is in de aarde. Voor
flessen 2 en 4 geldt dat de bodem vast is het water is niet zo zichtbaar als in fles 5 maar de
bodem ziet er zeker ook niet zo droog uit als in fles 1, daar ziet de bodem er droog uit.
Scheiding water en aarde fles 3
Condens was meteen al zichtbaar, maar nu is er ook duidelijk verschil te zien in de hoeveelheid.
Net als bij de vloeibaarheid van de aarde heb ik het onderling eerst vergeleken en dan
beoordeeld. Fles 4 had het minst condens, er waren enkele druppels op de fles aanwezig. Fles
14
2 en 6 hadden allebei wat meer waterdamp dan fles 4. De flessen 1, 3 en 5 hadden het meest.
Wat wel bij alle flessen het zelfde is, is de vorm van de druppels op de fles en de kant waar de
druppels zich bevinden. De druppels bevinden zich allemaal aan de kant die naar het raam (de
zon) toe staan, en hebben een boog vorm. Aan de buitenkant van de boog zijn de druppels heel
klein, en is het echt damp. Aan de binnenkant van de boog zijn de druppels groot.
Waterdamp aan de binnenkant van fles 1
Wat is dat nou?!
Ik had er al naar gezocht maar na drie weken heb ik voor het eerst een diertje waar kunnen
nemen in een van mijn ecosystemen. Dit was niet de bedoeling omdat een ecosysteem met een
consument lastiger te behouden is dan een ecosysteem zonder, maar aangezien ik aarde uit
mijn tuin gebruikt heb wist ik dat dit zou kunnen gebeuren. Wat dit betekend voor mijn
onderzoek is niet helemaal duidelijk. Dit wormpje zou een Aaltje kunnen zijn, die leven in de
bodem en voeden zich van dode organische stof. Als dit zo is is het een reducent. (Zie ook
fouten discussie)
Een wormpje in fles 1
15
Conclusie
Helaas heb ik mijn ecosystemen maar drie weken kunnen observeren en kan ik alleen
conclusies trekken over wat ik in deze weken heb gezien. De aarde in fles 1 ziet er droog uit, en
de onderste bladeren beginnen al te hangen. De plant in fles 2 groeit niet hard en er is
schimmel op een van de bladeren. In fles 3 is een klein moeras ontstaan, de bladeren die in het
water hangen worden verteerd, de andere bladeren staat strak omhoog en staan dicht op elkaar.
De plant in fles 4 heeft een wat lichtere kleur dan de andere maar toch ziet hij er sterk uit. In fles
5 zijn de bladeren heel lang, maar het zijn er niet zo veel. De plant uit fles 6 is het minst
gegroeid, maar daar is wel een ander plantje (gras) gaan groeien.
De planten in de flessen 1, 3 en 4 doen het het best. Een duidelijk verband tussen de groei en
de hoeveelheid water of de bodem soort heb ik helaas niet kunnen ontdekken.
Vervolg onderzoek
Omdat ik heel erg benieuwd ben naar de uitkomst van dit onderzoek, en omdat ik graag wil
weten hoelang de planten het volhouden, ga ik zeker door met dit onderzoek. Om iedereen die
geintreseed is in mijn onderzoek op de hoogte te houden ben ik een online blog begonnen.
Hierin laat ik elke twee weken zien hoe het gaat met de planten, en wat er zoal veranderd. Ik
hoop dat u na het lezen van mijn onderzoek gedesinteresseerd bent geworden en een keer een
kijkje neemt op: http://geslotenecosysteem.wordpress.com/
16
Hoofdstuk 3 Afsluiting
3.1 Foutendiscussie
Om te kijken hoe ik de volgende keer een groot onderzoek beter kan doen bespreek ik hier de
tekortkomingen aan mijn profielwerkstuk. Ten eerste zijn er weinig voorbeelden, u heeft het
plaatje op het voorblad van mijn werkstuk gezien, bij deze meneer was het niet de intentie om
een gesloten ecosysteem te maken, het is gewoon vanzelf gegaan. Na (te) lang nadenken heb
ik dat ook maar gedaan, met veel succes!
Ten tweede gebeurden er heel weinig de eerste twee weken van het onderzoek, als ik eerder
begonnen was had ik veel betere conclusies kunnen geven en betere voorspellingen kunnen
doen over welk ecosysteem het het best zou doen.
Een ander probleem is de nauwkeurigheid, omdat ik minimale middelen heb twijfel ik daar aan.
Niet in elke fles heb ik de zelfde hoeveelheid bodem kunnen doen omdat de aarde uit de tuin
heel klonterig was en de vorm van de flessen niet allemaal het zelfde. Het wormpje dat ik in een
van de flessen gevonden heb kan ook een probleem opleveren voor de nauwkeurigheid van het
onderzoek. Als het een consument is, en dus eet van de plant, is het een heel ander
ecosysteem dan de andere 5 die geen consument hebben.
3.2 Bronnenlijst
1: http://www.vcbio.science.ru.nl/virtuallessons/leaf/photosynthesis/
2: http://www.bioplek.org/animaties/fotosynthese/fotosynthmodel.html
3: http://www.10voorbiologie.nl/index.php?cat=9&id=453&par=465&sub=466
4: http://www.bioplek.org/animaties/ecologie/stikstof/stikstofkringloop.html
5: BINAS tabel 93 H Stikstofkringloop
6: http://www.mars-one.com/
7: http://nl.wikipedia.org/wiki/Mars_%28planeet%29#Atmosfeer
8: http://www.voedingscentrum.nl/nl/mijn-gewicht/gezond-gewicht.aspx
http://ikhebeenvraag.be/vraag/31167
http://www.dailymail.co.uk/sciencetech/article-2267504/The-sealed-bottle-garden-thriving-40years-fresh-air-water.html
http://www.esa.int/SPECIALS/Melissa/index.html
17
3.3 Logboek
Dit zijn de uren die ik buiten de RO tijd aan mijn PWS heb besteed.
datum
tijd besteed (uur)
activiteit
05-11-13
1
Bedenken en
inlezen in
onderwerp
07-11-13
12-11-13
behaalde resultaten/
gemaakte afspraken
Deadline hoofd
en deel vragen
2
hoofdvraag en
deelvragen
opgestuurd
21-11-13
niet
gehaald….
Besproken met
begeleider en
wachten op NO/GO
hoofd en deelvragen
goedgekeurd
05-01-14
4
begin met
practicum
05-01-14
2
meetwaarden
verwerken
07-01-14
3
theorie
fotosynthese +
inleiding ect
11-01-14
4
theorie
fotosynthese +
theorie stikstof
kringloop
12-01-14
2
resultaten week
1
15-01-14
3
theorie
afmaken
19-01-14
4
reslutaten +
Mars
20-01-14
1
Layout
22-01-14
3
Mars ONE
26-01-14
5
Lay-out +
theorie +
datum af
check!
18
resultaten
28-01-14
2
Mars
29-01-14
5
EINDE
19
Download