Onderzoekers Wetsus verbeteren productie energie uit zoet en zout water Waar rivier- en zeewater bij elkaar komen, kun je duurzame energie opwekken, ook wel Blue Energy genoemd. Met slim ontworpen membranen kun je namelijk elektriciteit halen uit het verschil in zoutgehalte. Komende maand wordt op de Afsluitdijk de eerste centrale ter wereld met dit principe opgestart. Onderzoekers van Wetsus leverden kennis voor de verbetering van de technologie in deze centrale. Deze maand promoveren er twee onderzoekers van Wetsus aan de Universiteit Twente: David Vermaas en Enver Güler. Waar zoet en zout water samenkomen, bijvoorbeeld waar rivieren in zee stromen, kun je elektriciteit opwekken. In zout water bevinden zich namelijk veel meer geladen deeltjes, ionen, dan in zoet water. Als je zout en zoet water scheidt door een membraan dat alleen positief of negatief geladen deeltjes doorlaat, dan ontstaat er een elektrische spanning die je kunt omzetten naar elektriciteit. Het principe is al langer bekend, maar de vermogensdichtheid was altijd veel te laag om grootschalige toepassing interessant te maken. Met het onderzoek in de laboratoria van Wetsus is deze vermogensdichtheid de afgelopen 3 jaar verdubbeld. Komende maand wordt op de Afsluitdijk de eerste energiecentrale ter wereld opgestart die werkt op basis van ionentransport tussen zoet en zout water. De totale hoeveelheid elektriciteit die op de Afsluitdijk opgewekt zou kunnen worden, is voldoende voor de energiebehoefte van 500.000 huishoudens. Deze pilotcentrale is een belangrijke tussenstap tussen het onderzoek in het lab en een commerciële elektriciteitscentrale. Deze installatie, die wordt gerealiseerd door onder meer REDstack BV en Fujifilm, bevat in totaal nu vierhonderd vierkante meter aan membranen die per uur 220.000 liter zout en 220.000 zoet water kunnen verwerken. Dat aantal wordt de komende jaren verder uitgebreid naar 100.000 vierkante meter. Om ruimte te besparen worden er verschillende membranen direct achter elkaar geplaatst, op een afstand van 0,3 - 0,5 millimeter van elkaar. Voor een commerciële installatie heb je uiteindelijk miljoenen vierkante meters membraan nodig. Een van de verbeteringen die hebben bijgedragen aan de commerciële toepassing van energie uit zoet en zout water is de ontwikkeling van membranen met microscopisch kleine richels op het oppervlak. Hierdoor kan het water gemakkelijk door de kanaaltjes stromen die door deze richels ontstaan, terwijl het effectieve membraanoppervlak ook nog groter wordt. Bij het onderzoek van David Vermaas, waarbij deze membranen ook in de praktijk werden getest, bleek dat de membraaninstallaties veel gemakkelijker schoon te maken zijn, door bijvoorbeeld periodiek lucht door het systeem te spoelen. Enver Güler ontwikkelde daarnaast nieuwe types membranen die een hogere vermogensdichtheid geven. Vermaas promoveert op 17 januari op dit onderzoek naar energie uit zoet en zout water bij de vakgroep Membrane Science & Technology (onderdeel van onderzoeksinstituut MESA+) van prof. dr. ir. Kitty Nijmeijer. Güler promoveert in de groep van Nijmeijer twee weken later in de groep van Nijmeijer. Inmiddels zijn er weer drie nieuwe promovendi gestart bij Wetsus, in samenwerking met Universiteit Twente en Wageningen Universiteit, die het onderzoek van Vermaas en Güler zullen vervolgen. Bij het onderzoek wordt intensief samengewerkt met het REDstack, Fujifilm en andere bedrijven. Samenvatting voor extern gebruik Energieopwekking door het mengen van zoet en zout water Inventieve waterstroming in omgekeerde elektrodialyse Omgekeerde elektrodialyse (reverse electrodialysis, RED) is een technologie om energie op te wekken uit het mengen van watertypen met verschillende zoutgehaltes, bijvoorbeeld zeewater en rivierwater. Het concentratieverschil tussen zee- en rivierwater zorgt voor een spanning als door een ionen-wisselend membraan te gebruiken dat selectief is voor kationen of anionen. Met behulp van elektroden en bijvoorbeeld een (reversibele) redox-reactie om de ionenstroom om te zetten in een elektrische stroom, kan deze spanning worden gebruikt als een elektrische energiebron. Alhoewel deze energiebron nog relatief onbekend is, is de potentie enorm. Het mengen van 1 m3 zeewater en 1 m3 rivierwater levert ruim 1.4 MJ op, wat overeen komt met de energie die vrijkomt als water 1 m3 water ongeveer 150 meter naar beneden valt. Theoretisch kan er voldoende vermogen worden geproduceerd voor de wereldwijde elektriciteitsbehoefte wanneer er gebruik wordt gemaakt van alle onbenutte natuurlijke uitstroom van rivierwater in de zee. Dit huidige onderzoek toont dat experimentele energie-efficiënties van ongeveer 30% bij een hoge vermogensdichtheid (2.2 Watt per m2 membraan). Ook hogere energie-efficienties zijn mogelijk, ten koste van de vermogensdichtheid. De hoge vermogensdichtheden in dit onderzoek, voor zover bekend de hoogst behaalde experimentele waarde voor RED op deze schaal met zeewater en rivierwater, zijn verkregen door de compartimenten voor zee- en rivierwater slechts 100 μm dik te maken. Om nog dunnere kanalen te kunnen maken en alsnog het water met relatief lage druk langs te membranen te persen, zijn geprofileerde membranen ontworpen. Deze membranen met iongeleidende richels en tussenliggende kanalen voor waterstroming, maken het gebruik van spacers overbodig en verminderen het benodigde pompvermogen met een factor 4 – 8. Het blijkt bij zulke ontwerpen wel essentieel om de watertoevoer uniform te verdelen omdat bij preferente kanaalvorming de vermogens fors afnemen als gevolg van de grenslagen nabij de membranen. Bij een uniforme waterverdeling zijn verdere maatregelen om menging te stimuleren, zoals spiraalvormige spacerstructuren of geprofileerde membranen met sub-corrugaties, niet nodig. Vervuiling van RED-opstellingen, zoals dat optreedt bij langdurig gebruik van daadwerkelijk zee- en rivierwater, blijkt voornamelijk te bestaan uit anorganische colloïden (kleiplaatjes en diatomeeresten) en in mindere mate uit aanslag en biologische vervuiling. Opstellingen met spacers zijn veel gevoeliger voor colloïdale vervuiling dan opstellingen met geprofileerde membranen. De meeste colloïdale vervuiling kan effectief en milieuvriendelijk worden verwijderd door perslucht door de opstelling te blazen, wat een significant hogere vermogensdichtheid geeft. In de praktijk blijkt verder dat multivalente ionen (zoals Mg2+ en SO42-), die van nature aanwezig zijn in zee- en rivierwater, een sterke afname van de vermogensdichtheid veroorzaakt. Het omdraaien van de elektrische stroomrichting, wat kan worden bereikt door zee- en rivierwater om te wisselen, geeft een hogere vermogensdichtheid op de korte termijn, en kan dus worden gebruikt als strategie om membraanvervuiling tegen te gaan. Desalniettemin kan op dit vlak nog meer winst worden geboekt door bijvoorbeeld membranen te gebruiken die alleen selectief zijn voor monovalente ionen (zoals Na+ en Cl-). Een ruwe schatting van de financiële haalbaarheid voor RED is mogelijk op basis van de state of the art, verkregen met monovalente ionen, een optimaal ontwerp (met een netto vermogensdichtheid van 2.7 W/m2) en geschatte kosten voor beheersing van vervuiling (1850 €/kW plus operationele kosten). Op basis van deze gegevens is RED concurrerend met andere duurzame energiebronnen bij een membraanprijs van ongeveer €4,- per m2 membraan. Verdere innovaties zouden een hogere membraanprijs toestaan. Dat maakt deze schone en goed regelbare duurzame energiebron aantrekkelijk voor verder onderzoek.