Page 1 34 REGIO Oorlogssporen Het Canadese legeronderdeel dat

advertisement
REGIO 35
DE STENTOR ZATERDAG 28 MAART 2015
34 REGIO
Oorlogssporen
de Stentor publiceert onder de titel
Oorlogssporen een serie verhalen over
bijzondere gebeurtenissen en locaties
tijdens de Tweede Wereldoorlog in
Apeldoorn.
Eikenhof, plek voor vriend en vijand
Een voornaam gebouw, het eerste hoofdgebouw van de
Hoenderloo Groep. In de oorlog een belangrijke plek. Eerst
voor de Duitsers, later voor Engelsen en Canadezen.
door Bert Felix
HOENDERLOO – Gehavend kwa-
䡵 Op
de zwerfsteen staat het verhaal over Kyle Scott Smith. De Berg
en Bosschool verzorgt elk jaar de herdenking. foto Berg en Bosschool
Monument Kyle Scott Smith
GEADOPTEERD MONUMENT – De Amerikaanse piloot Kyle
Scott Smith stortte
op 26 november
1944 met zijn vliegtuig neer op het terrein van het Boschbad. Aan hem is
sinds 2007 een monument gewijd;
een grote zwerfsteen bij de kanovijver. Het monument
is geadopteerd door
de Berg en Bosschool aan de Soerenseweg. De bommenwerper was beschadigd teruggekeerd uit Duitsland
en dreigde boven
Apeldoorn neer te
storten. Smith liet
zijn bemanning het
toestel per parachute verlaten en vloog
zelf door om een
ramp te voorkomen. In groep 8 van
de Berg en Bosschool wordt jaarlijks het verhaal
over Kyle Scott
Smith verteld, wat
uitmondt in deelname aan de herdenking op de plek
waar leerlingen in
de zomer veel
zwemplezier beleven.
䡵 Canadese tanks in de Hoofdstraat. ,,Wat een fijn
iets weer de vlag te
kunnen uitsteken. Die had bij mij al maandenlang klaargelegen’’,
schreef Reinier Hardonk in zijn dagboek. Hij maakte deze foto van
de bevrijding van Apeldoorn. Collectie CODA Archief
men ze terug van de slagvelden
in Noord-Frankrijk. Teruggedreven door de geallieerden, die
aan de Normandische kust voet
aan wal hadden gezet. Niemand
rekende nog op de veerkracht
van de Duitse eenheid die op
een grasveld in Hoenderloo
haar wonden zat te likken. Hoe
anders zou het zijn.
Monteurs liepen heen en weer
op het veld tegenover Eikenhof,
het hoofdgebouw van het door
de Duitsers gevorderde terrein
van de Heldringstichting, de tegenwoordige Hoenderloo
Groep. De pantserwagens van
de verkenningseenheid van
Hauptsturmführer Viktor
Gräbner waren versleten en de
gevechten in Noord-Frankrijk
hadden flinke sporen achtergelaten. Geallieerde verkenners gaven geen cent meer voor de eenheid.
Op zondag 17 september 1944
stonden de wagens er al heel
wat beter bij. Nieuwe rupskettingen, wielen en andere reparaties hadden de manschappen
nieuwe moed gegeven. Waar
ook het bezoek van
Obersturmführer Walther Harzer toe bijdroeg, naar Hoenderloo gekomen om Gräbner een
hoge onderscheiding op te spelden voor zijn bijzondere ontsnapping uit de Franse linies.
Een feestdis volgde, die echter
ruw verstoord werd door berichten uit Arnhem, waar Engelse
en Canadese parachutisten aan
hun inmiddels beroemde luchtlanding waren begonnen, zo
kon ook bevelhebber Harzer
vanaf de hoge Hoenderlose heuvel zien.
Aanvankelijk nam hij de geallieerde aanval niet al te serieus,
maar enkele uren later zaten ze
toch over stafkaarten gebogen
en klonk voor Gräbner en zijn
manschappen het bevel voor
een snelle verkenning van de zo
belangrijke Arnhemse brug. Geallieerde rapporten zouden later
spreken van een kolonne pantservoertuigen die uit het niets
opdoemde.
Gräbner joeg zijn 39 voertuigen
in volle vaart naar Arnhem,
waar ze in het begin van de
avond ongehinderd de brug
over de Rijn overdenderden en
doorreden tot diep in Nijmegen. Niets aan de hand, oordeelde hij, maar toen de eenheid in
de vroege ochtend over de brug
bij Arnhem terug wilde keren
naar Hoenderloo, bleken Britse
parachutisten zich aan de noordkant van de brug ingegraven te
hebben.
De hevige strijd die op de brug
ontbrandde, sloeg forse gaten in
de eenheid van Gräbner, die bij
de geallieerde aanval op zijn kolonne zelf om het leven kwam.
Maar een deel van de pantservoertuigen slaagde erin de
noordkant van de brug en daarmee Arnhem te bereiken, waar
ze de geallieerden dagenlang bestookten, de eerste aanvalsgolf
van de parachutisten opvingen
en daarmee een grote, volgens
sommigen zelfs doorslaggevende, bijdrage leverden aan het
mislukken van de Slag om Arnhem.
Ook op andere momenten in de
oorlog speelde Hoenderlo een
belangrijke rol. Want niet overal ligt een groep grote gebouwen op een uitgestrekt terrein.
Gebouwd op initiatief van dominee Heldring om er jongens op
te vangen, misdeelde, verwaarloosde jongens, moeilijk opvoedbaar vaak. Met het grote Eikenhof als hoofdgebouw, een
school, een boerderij en diverse
werkplaatsen en dienstwoningen maakten groepen Duitsers
er sinds het uitbreken van de
oorlog al mondjesmaat gebruik
van. Zo werd er meteen na het
uitbreken van de oorlog op het
dak van Eikenhof een luisterpost ingericht, een van de vele
rond het even verderop gelegen
vliegveld Deelen, dat de Duitsers hadden omgebouwd tot
een vliegveld voor nachtjagers,
ten koste van tal van geallieerde
vliegtuigen die ze tot ver in het
land achtervolgden.
Tot de Duitse legerleiding eind
1943 uit angst voor geallieerde
landingen aan de kust op zoek
ging naar verspreid liggende legerplaatsen in het midden en
oosten van het land en de stichting op 29 oktober 1943 het bevel kreeg voor 1 december alle
gebouwen te ontruimen. De 250
jongens moesten overhaast elders worden ondergebracht,
waar ze tot na de oorlog zouden
blijven.
De stichting werd omgetoverd
tot kazerneterrein voor de Herman Göring Divisie, in 1944 opgevolgd door de gevreesde Waffen-SS. Met enkele duizenden
soldaten, gebouw Eikenhof als
hoofdkwartier en Lager Eichenhof of Truppenplatz Hoenderloo als nieuwe namen.
Waarna de Veluwe niet het gebied was met alleen wat verzwakte Duitse eenheden die op
verhaal moesten komen, zoals
de geallieerden tot de mislukte
Slag om Arnhem dachten, maar
ook een onvermoede schuilplaats voor krachtig Duits verzet, waar eenheden van de Waffen-SS tot in de kleinste gehuchten hun kampementen hadden
opgeslagen, onopgemerkt door
de geallieerden. Zoals in Hoenderloo.
Ook na de Slag om Arnhem
bleek de slagkracht van de Duitsers, maar de aanhoudende
bombardementen van geallieerde vliegtuigen begonnen ook
vrucht af te werpen. Met toenemende nervositeit bij de Duitse
troepen in en om De Eikenhof,
䡵 Schets gemaakt naar de herinneringen van Peter Veldheer, evacuee in
Hoenderloo tijdens de Tweede Wereldoorlog.
䡵 Hoofdpaviljoen Eikenhof van de vroegere Heldringstichting, ergens tussen
1950 en 1960. Het gebouw werd in 1972 afgebroken. foto CODA Archief
grotere aantallen manschappen,
maar ook dreunende ramen in
Hoenderloo van het artillerievuur
bij Arnhem. Waarbij de Haupt
Verband Platz in het nabijgelegen
kasteel Deelerwoud wel wordt
aangevallen, maar de stichtingsgebouwen niet.
Op 17 april 1945 ontwaakt het
dorp uit een vreemde rust. De
zware dreunen van de nacht, de
explosies, de beschietingen van
de dag ervoor, ze hebben plaatsgemaakt voor stilte. Tot er drie Canadese voertuigen stoppen bij de
boerderij van Berend Essenstam
aan de oostkant van het dorp,
waar soldaten hem de weg vragen
naar de Waterberg.
Even later doemen geallieerde soldaten te voet op uit de bosrand
bij Hoog Baarlo, waarna ze op het
schoolplein een jeep uit Beekbergen aantreffen, spoedig gevolgd
door andere Canadezen. Nog diezelfde middag nemen ze bezit
van het stichtingsterrein, om na
korte tijd plaats te maken voor Engelse troepen. De stichting is opnieuw een legerplaats, maar nu
voor de geallieerden, met uitgestrekte tentenkampen rond het
dorp.
Drie weken later is het feest, als
de Britse soldaten van de Royal
Welch Fusiliers er samen met inwoners van het dorp de capitulatie van de Duitsers vieren. Terwijl de Engelsen en elders ook de
Canadezen lichtkogels afvuren,
dromt het dorp samen op het
voorterrein van Eikenhof. Om er
te dansen, eten en te drinken, tot
in de volgende ochtend.
Voor de stichting breekt een nieuwe periode aan. Duitse laarzen
die plaats maken voor Engelse uniformen, als de Polar Bears van de
49th Westriding Infantry Division er hun trainingscentrum vestigen. Op 30 mei opgevolgd door
de Canadezen van het Royal Canadian Army Service Corps, die hun
logistieke hoofdkwartier van
Oostmarsum naar Hoenderloo
verhuizen. Met een tentenkamp
op het stichtingsterrein, stapels
bacon en sausages en werkplaatsen vol brandstof.
Ook het perscentrum van de geallieerden was in de gebouwen van
de stichting neergestreken, met
oorlogsreporters van naam, inclusief Sjoerd de Vrij van radiostation Herrijzend Nederland. Die
even later belangrijk werk hadden te doen als de capitulatie van
de Duitsers wereldkundig moet
worden gemaakt.
De Canadezen maken nog tot
eind december gebruik van de
stichting, druk als ze zijn met het
ontmantelen van Duitse eenheden, noodreparaties aan Nederlandse wegen en bruggen en de
voorbereiding van hun eigen oversteek, terug naar huis. Met een
groot sinterklaasfeest nemen ze alvast afscheid van de jeugd van
Hoenderloo.
Eind december is er opnieuw een
manifestatie op het voorterrein
van Eikenhof. Waar dominee Van
Maanen de Canadese vlag krijgt
die de maanden daarvoor voor
het gebouw heeft gewapperd. De
vlag die nog tot 1951 telkens op 17
april bij de Heldringkerk is gehesen, uit eerbetoon aan de Canadese bevrijders, maar die nu gerestaureerd en al achter glas in de
hal van de kerk wordt bewaard.
Begin 1946 worden de stichtingsgebouwen weer vrijgegeven en
vertrekt ook de laatste soldaat. En
kan de stichting weer verder met
de opvang van jongeren.
“
Viktor Gräbner,
een kolonne
pantservoertuigen
die uit het niets
leek op te doemen
Geallieerden in Arnhem
“
Iedereen naar
Eikenhof. Om er te
dansen, eten en te
drinken, tot in de
volgende ochtend
Hoenderloo na de bevrijding
Met dank aan Jan Pasveer, verzamelaar van materiaal over Hoenderloo in
oorlogstijd, en wijlen Peter Veldheer,
schrijver van enkele boeken over
Hoenderloo en de Veluwe ten tijde
van de Tweede Wereldoorlog.
䡵 Van Eikenhof is naast de klok alleen de bank bewaard, die voor het
Bevrijding van Apeldoorn
OORLOGSBEELD – Als
er één foto iconisch
is voor de bevrijding van Apeldoorn, dan is het deze. Hij is genomen
door Reinier Hardonk. Vanuit het
raam op de eerste
verdieping boven
zijn manufacturenwinkel aan de
Hoofdstraat had hij
een ongeëvenaard
uitzicht op Deventerstraat en tanks
van de bevrijders.
Hardonk was behalve winkelier en fotograaf ook verwoed amateurhistoricus. Tijdens de
oorlog hield hij een
dagboek bij. Daarin
schreef hij 17 april:
,,De Canadezen hadden twee noodbruggen over het kanaal
gelegd en spoedig
verscheen het Canadese leger, pantserwagens, tanks en
vrachtwagens. Hoe
geheel anders dan
de op houtgas lopende oude Duitse
wagens of de tot
vervelens toe passerende ouderwetse
paardenkarretjes.
En welk een geheel
andere indruk
maakten de troepen zelf, vrolijke kerels, niet de lawaaiige en pedante op
commando brullende Duitsers! Tegen
zo’n leger kon inderdaad een Hitler niet
op.”
gebouw stond. Hij staat nu elders op het terrein. foto Bert Felix
Perscentrum van Nederland
Het Canadese legeronderdeel dat tussen 30
mei 1945 en het einde van dat jaar in de Heldringstichting was gevestigd, bood niet alleen
onderdak aan een perscentrum voor de geallieerden, maar gaf ook een eigen weekblad uit:
The Tin Hat, Engels voor helm.
Het blad was bedoeld om het thuisfront op de
hoogte te houden, inclusief interviews met
dorpsbewoners, waarvan er heel wat tijdelijk
in dienst traden van de Engelsen en later de Canadezen op het stichtingsterrein.
Zoals Albert Wrekenhorst, die met zijn twee
Prooi van naoorlogse vernieuwing
broers in de timmerwerkplaats werkte. Wrekenhorst zegt altijd met veel plezier op en rond
het hoofdkwartier in Eikenhof te hebben gewerkt.
,,Het was misschien wel de mooiste tijd van
ons leven. Goed loon, prima eten en sigaretten
zoveel we maar wilden’’, zegt hij in een van de
afleveringen.
Het eerste nummer van het blaadje verscheen
op 5 september 1945, het laatste aan het eind
van het jaar, goeddeels gevuld met interviews
met dorpsbewoners. En een dankbrief van een
van hen.
Jarenlang domineerde gebouw Eikenhof het terrein van de Heldringstichting, de opvolger van
het jongenshuis en voorganger van de Hoenderloo Groep. Gebouwd in 1909, met een breedte van
ongeveer negentig meter, in het midden een centrale entree met toren en aan weerszijden twee
vleugels. Voor iedere groep van twintig jongens
was er een afzonderlijke afdeling met eigen entree, dagzaal en slaapzaal.
Voor Eikenhof valt het doek in 1972. Gesloopt omdat het niet meer voldoet aan moderne opvattingen over de opvang en opvoeding van jongeren.
Alleen de bel uit het torentje blijft gespaard, over䡵 Canadese militaire voertuigen voor Eikenhof, net na de bevrijding. De teke-
ning is in 1986 gemaakt naar een herinnering van Peter Veldheer.
gebracht naar het torentje van de nabijgelegen
Meester Gangelschool.
Van het voorterrein resteert alleen de gemetselde
bank.
Op de plek van de Eikenhof en het tegenover gelegen veld is inmiddels een bos ontstaan. De aanvankelijke oprijlaan naar de Apeldoornseweg is
omgedoopt tot Laan van Eikenhof. De weg loopt
nu dood op een bosstrook. Zelfs het herinneringsbord aan het gebouw is verdwenen. Het ligt nu samen met andere herinneringsborden te wachten
op de materiaalpost van de Hoenderloo Groep, in
afwachting van steviger exemplaren.
Download