Pedagogisch Bureau Vlaams Secretariaat van het Katholiek

advertisement
Pedagogisch Bureau
Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs vzw
Leidraad bij het sjabloon voor aanvraag van een organisatie-gestuurd Europees
nascholingsproject (KA1)
Karine Van Thienen, stafmedewerker internationalisering
Voor een aanvraag van een Erasmus+ nascholingsproject, sleutelactie1, is het van groot belang dat
het project inspeelt op de noden van de school en dat het een duurzaam effect heeft op de verdere
werking van de school. Het sjabloon wil helpen om een coherente aanvraag op niveau van de school
op te stellen, vertrekkend van een Europees ontwikkelingsplan. Het wil aanzetten tot reflectie
binnen de school met de betrokken actoren om een aantal beslissingen te nemen voor het uitvoeren
van het project. Het sjabloon vertrekt van het aanvraagformulier van de Europese Commissie dat op
12 december 2013 gepubliceerd werd. Deze leeswijzer wil een leidraad zijn bij het invullen van het
sjabloon en wil ideeën geven voor een beleidskrachtige uitwerking van organisatie-gestuurde
internationale nascholing.
1
WAAROM DIT DOCUMENT?
Vaak is het een leraar die aanspreekpunt voor Comenius is en het aanvraagformulier invult. Wat
moet hij weten over het schoolbeleid om de aanvraag te kunnen invullen? Wat zijn de
schoolgebonden elementen en procedures op basis waarvan de aanvraag uitgeschreven wordt?
Hoe kan internationale nascholing ingezet worden om de beleidskracht van de school te verhogen?
Hiertoe hebben we een sjabloon uitgewerkt (Document 1) en deze leeswijzer (Document 2). Zij
verwijzen naar onze Nederlandse vertaling van het aanvraagformulier voor internationale
nascholing (Document 3). In dialoog met de schoolbegeleider kan bekeken worden hoe het
nascholingsplan Europees kan ingekleurd worden en hoe het sjabloon, in het kader van IKZ, het
CIPO-dossier versterkt, met name de onderdelen over processen en output.
Het sjabloon wil leiden tot in de school gedeelde en door de school gedragen afspraken die de
uitbouw van Europese nascholing in goede banen leidt, van de conceptfase tot de integratie in de
schoolwerking. Organisatie-gestuurde nascholing, met breed en diep leren, dat vergroot het succes
van een KA1-aanvraag.
Om het online aanvraagformulier in te vullen is het handig om vanuit een tekstverwerkingsdocument te werken. Als het online systeem blokkeert of bepaalde gegevens niet opgeslagen zijn,
dan gaat er niets verloren. Vandaar de vertaling van het aanvraagformulier dat in het Nederlands
mag ingevuld worden. Achteraan vind je ook de selectiecriteria, zodat je voor jezelf kan uitmaken
of je de aanvraag voldoende en helder uitgewerkt hebt. Je vindt er ook de Europese prioriteiten
voor Erasmus+. In de vertaling van het aanvraagformulier hebben we de vragen genummerd. In het
sjabloon verwijzen we in het groen naar deze nummering.
Normaal gezien publiceert de Europese Commissie, naast de gids voor aanvragers, ook een
handleiding bij de aanvraagformulieren. In navolging van de Horizon-brochure voor het levenslang
leren programma, werkt Ryckevelde een nieuwe handleiding uit, die de aanvrager wil helpen bij
het begrijpen en invullen van het formulier. Epos heeft een studie laten uitvoeren over schoolgestuurde internationale nascholing die einde januari op haar website zou gepubliceerd worden.
Door in het sjabloon te focussen op het Europees schoolontwikkelingsplan en de stappen naar
verspreiding van het geleerde en integratie binnen de school, hopen wij een meerwaarde te bieden
aan de kwalitatieve uitbouw van het nascholingsproject, en dus meer kans op succes bij de selectie.
Voor kwaliteitsontwikkeling en beleidsuitbouw kan je als school uiteraard terecht bij je
schoolbegeleider.
Pedagogisch Bureau-VSKO, Internationalisering, Leidraad bij het sjabloon voor aanvraag van KA1-project
Blz. 1
2
HET SJABLOON
2.1
Uitdagingen van de school
Wat zijn de uitdagingen of werkpunten van de school? Wat zijn de verbeteracties volgens het
schoolwerkplan en nascholingsplan? Voor welke van de professionaliseringsnoden is het nuttig om
van expertise en ervaring in het buitenland te leren? Omdat er in Vlaanderen minder of andere
expertise is, omdat in andere landen specifieke sterktes zijn, zoals blijkt uit een aantal studies of
vergelijkende rapporten… ?
Noden van de school en van het schoolpersoneel vormen het “waarom” van het
nascholingsproject. Het kan hier gaan om managementcompetenties, personeelscompetenties,
nieuwe onderwijsmethodes of instrumenten, Europese dimensie, taalcompetenties, curriculum,
organisatie van onderwijzen en leren... Voor de projectaanvraag is het belangrijk het thema evenals
de omschrijving van de nood - het verbeterpunt - te formuleren.
Een werkpunt kan ook betrekking hebben op de Europese dimensie van de school: welke
meerwaarde kan Europa bieden? Een reden kan zijn dat de school een internationaal netwerk wil
opstarten om een spiegel voor haar werking voor te houden, dat de internationale leercontext
voordelen biedt zoals specifieke sterktes en expertise, dat internationale contacten de aanpak en
het leren van vreemde talen kan ondersteunen, dat de school duurzame contacten wil opbouwen
om leraren- of leerlingenuitwisselingen te vergemakkelijken…
Om een beeld te krijgen van wat er precies moet geleerd worden is het handig om de huidige
situatie met de noden, tekortkomingen en uitdagingen naast de gewenste situatie te plaatsen.
Hieruit zal blijken wat er precies geleerd moet worden door wie, en welke de vervolgstappen zijn
om het nieuwe te integreren in de dagelijkse praktijk.
Deze informatie laat toe de doelstellingen van het project helder te formuleren. Wat beoogt de
school met het nascholingsproject? Doelstellingen kunnen betrekking hebben op de organisatie, op
personeelscategorieën, op het leren van de leerlingen, op de ruimere omgeving.
De volgende vraag betreft de stappen om de gewenste situatie duurzaam te installeren. Wat is een
haalbaar en gepast tijdsschema om de werkpunten duurzaam in de schoolwerking te integreren?
Een tijdslijn met vermelding van de mijlpalen biedt een overzicht van de toekomstige
ontwikkelingsstrategie voor de geplande verbeteractie.
2.2
Vereiste nascholingsactiviteiten
We hebben een overzicht van internationaal uit te klaren verbeterpunten, de daaraan gekoppelde
doelstellingen en de tijdslijn voor het duurzaam ontwikkelen en installeren van de gewenste
situatie.
In een zelfde aanvraagformulier kunnen middelen gevraagd worden om verschillende actoren of
personeelscategorieën rond verschillende prioriteiten uit leren te sturen. Rond welke thema’s
wordt er gewerkt? Welk profiel van personeelsleden gaan op nascholing? Welk aantal? Hoe
worden zij geselecteerd? Wat gaan ze in het buitenland leren? Welk type nascholing past hiervoor
best?
Om de gewenste situatie te realiseren gaan een of meerdere personeelsleden bestaande
competenties verbeteren of nieuwe verwerven. Deze competenties dragen bij tot de professionele
ontwikkeling van de deelnemer, van het korps en tot de ontwikkeling van de school.
Pedagogisch Bureau-VSKO, Internationalisering, Leidraad bij het sjabloon voor aanvraag van KA1-project
Blz. 2
-
-
-
-
-
-
Wat is het profiel van de leerders? Gaat het om directieleden, leraren, administratieve
medewerkers…? Wat is de “optimale” achtergrond? Wat kennen en kunnen ze al? Wat zijn
de ontbrekende competenties?
Gaat er slechts één deelnemer op leermobiliteit of worden de deelnemers in duo’s
uitgestuurd om samen te reflecteren op de bijdrage van het leren voor eigen
professionalisering, voor het delen in de school en het verder uitwerken van de uitdaging
binnen de school? Hoeveel deelnemers stuur je best uit om het geleerde te kunnen
integreren in de schoolwerking?
Worden er hiervoor mensen aangesproken? Kunnen medewerkers die aan het profiel
beantwoorden kandideren? Gebeurt dit op basis van een gesprek, van een
functioneringsgesprek, van een schriftelijke motivatie? Wordt de beslissing overgelaten
aan een specifiek schoolteam? Wat zijn in dat geval de selectiecriteria? Is het bijvoorbeeld
de bedoeling dat op een termijn van 10 jaar alle personeelsleden aan een leermobiliteit
deelnemen die hun deskundigheid bevordert? Wordt de leerkans gekoppeld aan een
specifiek engagement in de school?
Welke competenties moeten concreet verworven worden? Welke nieuwe kennis,
vaardigheden, attitudes zijn nodig om een antwoord te bieden op de bestaande noden die
in de verbeterpunten geformuleerd werden?
Wat is het type activiteit dat zich best leent tot het verwerven van de beoogde
competenties? Een conferentie met netwerkingsmogelijkheden? Een gestructureerde
cursus? Een observatie- of jobshadowingopdracht? Een lesopdracht in een organisatie die
de gewenste expertise en know-how heeft om al doende te leren?
In welk van de Erasmus+-landen bestaat expertise en know-how die de nood van de school
of van de personeelsleden kan lenigen? In welke organisatie of welk type organisatie kan je
best terecht? Welke voorwaarden verbind je aan een verbintenis met deze
partnerorganisatie – de ontvangende organisatie? Welke contextfactoren zijn hierbij
belangrijk?
Je hoeft de “ontvangende organisatie” nog niet te kennen. Je kan in de implementatie ook
afwijken van de concrete plannen die je in je aanvraag geformuleerd hebt. In geval van
observatie of jobshadowing zal je wel voor de aanvang van de activiteit een
leerovereenkomst moeten afsluiten.
2.3
Implementatie en aanpak
2.3.1
Op niveau van de school
Om het project tot een goed einde te brengen zijn er een aantal rollen en verantwoordelijkheden
die moeten opgenomen worden. Wat komt hier precies bij kijken? Hoe wordt dit aangepakt? Wie
neemt deze verantwoordelijkheid op? Is dat steeds dezelfde persoon? Of worden de
verantwoordelijkheden verspreid over verschillende personen zodat het project breder gedragen
wordt? Hier volgt een lijst van mogelijke taken en rollen die apart of in combinatie door een of –
liefst – meerdere personen opgenomen worden. Deze personen kunnen ook externen zijn. Je kan
bijvoorbeeld een of meerdere rollen delen met of toevertrouwen aan een pedagogisch begeleider.
De lijst biedt de mogelijkheid om veel personeelsleden bij het project te betrekken. Hij wil ook
ideeën bieden voor mogelijke aspecten en taken bij het beheer en de opvolging van het project.
Wellicht koppel je een aantal items uit de lijst aan elkaar door bepaalde verantwoordelijkheden
aan één rol te verbinden. Misschien schrap je een aantal rollen om het projectbeheer te
vereenvoudigen. Zo kom je tot een kleiner aantal vakjes.
-
De aanvrager: wie vult het aanvraagformulier in voor de school? Is hij ook aanspreekpunt
voor Comenius? Onderhoudt hij de contacten met Epos, Ryckevelde of Alden Biezen? Van
wie krijgt hij de nodige informatie en aan wie rapporteert hij?
Pedagogisch Bureau-VSKO, Internationalisering, Leidraad bij het sjabloon voor aanvraag van KA1-project
Blz. 3
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Logistieke ondersteuning bij een aantal praktische zaken als reisdocumenten, verblijf,
verzekering. De school krijgt een budget voor organisatie van het nascholingsproject: voor
de praktische schikkingen, voorbereiding, opvolging... Op basis daarvan kan ze beroep
doen op de diensten van externen. Van een reisagentschap bijvoorbeeld. Wie is er
aanspreekpunt en eindverantwoordelijke voor de praktische organisatie van de
leermobiliteiten?
Kwaliteitszorg: wat is het minimale realisatieniveau van het project? Wat moeten de
leeractiviteiten minstens opbrengen? Wie volgt dat op? Hoe wordt de
professionaliseringsactiviteit geïntegreerd in de kwaliteitsontwikkeling in de school? Wie is
hier eindverantwoordelijke?
Communicatie met de partner: de partner is dus de al dan niet gekende ontvangende
organisatie. Wie neemt contact op met de cursusdirecteur of mogelijke cursusdirecteurs
om bijvoorbeeld af te stemmen of te onderhandelen over deelname aan een cursus?
Selecteert hij ook de ontvangende organisatie? Wie onderhoudt de contacten met de
verantwoordelijke voor de observatie- of jobshadowingopdracht en onderhandelt over het
leerarrangement?
Ondersteuning bij de opvolging: wie ondersteunt de individuele deelnemer in de
voorbereiding, realisatie en opvolging van de professionaliseringsactiviteit? Wordt dit via
buddying of mentoring opgevangen? Aan wie rapporteert deze ondersteuner?
Evaluatie: wat houdt de evaluatie van de nascholingsactiviteit in? Aan wie wordt
gerapporteerd? Wordt er een mondeling of geschreven verslag gevraagd? Een bijdrage
voor de eindevaluatie na afloop van het project? Wordt het geleerde afgetoetst op een
vergadering of een demo voor collega’s? Is de evaluatie mee voorwerp van een
functioneringsgesprek? Wie is eindverantwoordelijke voor de evaluatie van de specifieke
nascholingsactiviteiten en van het project in zijn geheel? Wordt ook geëvalueerd op basis
van het beter of anders functioneren of leren van de leerlingen?
Verspreiding van het geleerde: welke zijn de doelgroepen aan wie de opbrengst van de
professionaliseringsactiviteit gecommuniceerd worden? Welke zijn de doelgroepen binnen
de school, binnen de scholengemeenschap, in de bredere omgeving van de school –
netwerken, lokale of verre actoren…? Gaat het om directeurs, leraren, ouders, externe
partners van de school, nationale of internationale contacten?
Inbedding in het systeem: op basis van de werkpunten (sectie 1 van het sjabloon) is reeds
een tijdslijn uitgewerkt waar de mijlpalen in de strategische ontwikkeling van de school in
kaart gebracht worden. Wie volgt de realisatie van deze ontwikkeling op en stuurt ze bij?
Wie bewaakt de integratie in het schoolwerkplan?
Hoe wordt de leeractiviteit erkend? Via Europass1? Op school? In de Schoolgemeenschap?
Wat betekent het engagement van de betrokken leerders voor hun loopbaan? Krijgen zij
faciliteiten om aan het project te werken (nascholing en integratie van het geleerde in de
school)? Een erkenning kan een certificaat zijn, het kan ook de publieke erkenning zijn in de
school, een eervolle opdracht, een waardering in welke vorm ook. Gezien wij geen
nationale erkenning hebben voor deelname aan internationale cursussen kan het aangeven
van een erkenning in de school of scholengemeenschap een meerwaarde betekenen voor
de aanvraag.
Eindverantwoordelijke van het project: wie coördineert de verschillende taken en rollen en
is aanspreekpunt voor het project binnen de school? Is dat ook de “aanvrager”?
De keuzes die je als school maakt kunnen leiden tot een scenario voor de implementatie van het
project, een overzicht van de verantwoordelijkheden, een checklist met concrete afspraken per
verantwoordelijke.
1
Bij Europass kan een school een mobiliteitscertificaat aanvragen om de vaardigheden en competenties door
een
personeelslid
verworven
op
een
internationale
leeractiviteit
te
documenteren.
(http://www.europass-vlaanderen.be/)
Pedagogisch Bureau-VSKO, Internationalisering, Leidraad bij het sjabloon voor aanvraag van KA1-project
Blz. 4
2.3.2
Op niveau van de deelnemer en de nascholingsactiviteit
In de vorige paragraaf hebben we opgesomd wat op niveau van de school kan uitgevoerd en
opgevolgd worden. Daarnaast wordt van elk deelnemer een persoonlijke bijdrage verwacht
betreffende de professionaliseringsactiviteit die hij onderneemt.
-
-
-
-
Voorbereiding: wat houdt de voorbereiding in? Gaat het om taalkundige, interculturele,
inhoudelijke voorbereiding? Neemt het de vorm aan van leesopdrachten, gesprekken met
collega’s, lokale nascholing? Worden de vragen van de deelnemer samengebracht met die
van andere actoren in de school? Wie stuurt dit aan volgens de rolverdeling in de vorige
paragraaf over de implementatie op niveau van de school.
Evaluatie: wat is de concrete opdracht voor de deelnemer met betrekking tot de evaluatie?
Geeft hij een mondelinge of schriftelijke evaluatie? Beperkt hij zich tot een opsomming van
het geleerde of zorgt hij ook voor materialen en instrumenten? Geeft hij een demo van wat
hij geleerd heeft? Hoe documenteert hij de nascholingsactiviteit? Wat is zijn rol in het
eindverslag van het project? Hoe neemt hij de leerervaring mee in het
functioneringsgesprek?
Verspreiding: wat is de rol van de leraar in de verspreiding of disseminatie van het project?
Wat levert hij hiervoor aan? Doet hij dit alleen? Of doet hij dit samen met een buddy met
wie hij voor het moment van de verspreiding reeds het verworvene verwerkt en
transfereert naar de schoolpraktijk?
Langetermijn effecten: welke leerresultaten integreert de deelnemer in zijn dagelijkse
praktijk na de nascholingsactiviteit?
Bij elk van deze elementen kan verwezen worden naar de ondersteuning die geboden wordt door
de school als organisatie, met inbegrip van externe partners.
SAMENVATTENDE BESCHRIJVING
3
In je nascholingsplan voorzie je een operationeel plan voor je prioriteiten. In het aanvraagformulier
voor Europese nascholing wordt een korte tekst met een samenvattende beschrijving gevraagd.
Vanuit de voorgaande secties van het sjabloon kan de samenvattende beschrijving van het project
uitgeschreven worden, met volgende elementen:
-
Waarom dit project? (context, achtergrond)
Wat zijn de doelstellingen? (op niveau van de school, het team, het individu, het
welbevinden en leren van de leerlingen)
Wat is het totaal aantal deelnemers, uit welke personeelscategorieën, rond welke thema’s
en met welke activiteiten?
Hoe wordt het project binnen de school aangepakt.
Wat zijn de verwachte resultaten en impact?
Wat zijn de mogelijke langetermijnvoordelen voor de school, het schoolpersoneel, de
leerlingen – hun welbevinden en hun leren – , de omgeving…
Een Engelse vertaling van deze samenvattende beschrijving wordt op het Erasmus+
disseminatieplatform gepubliceerd.
4
TOT SLOT
Is het uitschrijven van de projectaanvraag dringend? Of is ze belangrijk? Is het dringend, dan kan je
je beperken tot het invullen van het formulier en even nakijken of het geheel helder en
samenhangend is. Is het belangrijk, dan nodigt het sjabloon je uit tot reflectie over internationale
deskundigheidsbevordering in je school en levert deze leidraad ideeën voor een krachtige aanpak,
die een stap kan betekenen naar een verdere uitbouw van je internationaliseringsbeleid.
Pedagogisch Bureau-VSKO, Internationalisering, Leidraad bij het sjabloon voor aanvraag van KA1-project
Blz. 5
Download