Bijlage bij groepsopdracht tijdschrift Dada

advertisement
Bijlage: Romereis, kunstklas 5
Cultuur vd kerk – verhalen van attributen
Hofcultuur – regels en ordeningssystemen
1
CULTUUR VD KERK – De verhalen in Rome
Attributen en Heiligen
Florence: Uffizi, San Miniato al Monte, Santa Maria del Carmine
Rome: S t. Jan van Lateranen, St. Pieter, Vaticaanse musea, S. Maria del
Popolo, San Luigi dei Francesi, S. Agnese, kerkenwandeling




















Appel: Adam en Eva
Baby in mandje: Mozes, leider en wetgever van de Joden
Badende naakte vrouw met glurende oude mannen: Susanna, symbool
van onschuld, die valselijk werd beschuldigd van overspel, omdat ze
avances afsloeg. Vaak gebruikt om legitiem een naakte vrouw te
schilderen
Bel: H. Antonius abt, asceet, voorloper van het kloosterwezen
Boek en zwaard: apostel Paulus, apostel die het christendom onder
niet-joden verspreidde. Zie ‘Bekering van Paulus’ door Caravaggio in
Rome S. Maria del Popolo en ‘Bekering van Paulus’door Michelangelo
in Vaticaan Capella Paolina
Boek met Christuskind erop: H. Antonius van Padua, vanwege diens
visioen van de maagd Maria met kind
Borsten op een kussen: H. Agatha van Sicilië, wiens borsten tijdens
marteling werden afgesneden
Brandend hart: H. Antonius van Padua, vanwege diens vurig geloof
Brandstapel: H. Agnes, met alnge haren en wit gewaad
Brood (vergiftigd): H.Benedictus, abt van groep monniken die vanwege
zijn strenge regels door hen vergiftigd werd. Zijn regels m.b.t. dagelijks
gebed, persoonlijke studie en handenarbeid vormden later de basis van
het westerse kloosterleven. Florence: San Miniato al Monte
Darmen om lier gewonden: H. Erasmus, stierf omstreeks 303. beulen
trokken met een windas de ingewanden uit zijn lijf. Hij wordt naakt
liggend op een blok afgebeeld, terwijl zijn darmen opgewonden worden.
Vaak spijkers onder zijn nagels, die verwijzen naar andere folteringen.
Dierenhuid: gedragen door Johannes de Doper
Doopbeker: Johannes de Doper, die de komst van Christus predikte
en mensen die hun leven wilden veranderen doopte door ze onder te
dompelen in water
Doornenkroon: Jezus Christus, gegeseld en bespot als koning der
Joden
Draak: St.Margaretha, verslonden door een draak
Driehoek met duif: Heilige Drie-eenheid Vader-Zoon-Heilige Geest
Geel kleed: Judas Iskariot, gekleed in de kleur van het verraad; de
discipel die Christus verraadde met een kus,
Gewei: St.Eustachius, zag tijdens de jacht een kruis tussen de ogen
van een hertenbok en bekeerde zich tot het Christendom,
beschermheilige van de jacht
Grilrooster: H.Laurentius, hij werd volgens de legende levend
geroosterd en toonde daarbij de moed om zich op zijn andere kant te
draaien
Habijt (zwart of wit): H. Benedictus
2





















Hamer, aambeeld en tang: H. Eligius, patroonheilige van goud- en
zilversmeden
Huid: (over arm of schouder): H. Bartolomeus, hij werd levend gevild,
beschermheilige van leerlooiers en slagers
Kruis van riet met lange slanke stam: Johannes de Doper, voorbode
van Christus
Kruis, X-vormig: apostel Andreas, de eerste discipel van Christus,
broer van Simon Petrus
Kruis, T-vormig: H.Antonius abt
Kruis (Latijns) gekruisigde man in lendedoek, inscriptie INRI: Jezus
Christus, gestorven aan het kruis om vergeving van de zonden van de
mens te verkrijgen
Lam: H. Agnes, agnus = lam, in het grieks = zuiver
Lelie: H. Anna, moeder van de maagd Maria os Maria zelf
Mannenhoofd: David, tweede koning van Israel, versloeg de Filistijnen
door Goliath met gewiekstheid te verslaan i.p.v. met brute kracht
Mannenhoofd met afgeknipt haar: Simson, Joodse richter (en derhalve
niet toegestaan zijn hoofdhaar te scheren) die verliefd werd op de hoer
Delilah, die zijn hoofdhaar liet afscheren, waardoor Simson zijn kracht
kwijt raakte.
Mannenhoofd in handen van vrouw: Judith, die de legerleider
Holofernes betoverde met haar schoonheid en vermoordde om haar
volk van de Assyriers te bevrijden
Mannenhoofd op een schotel: Salome, danste voor Herodus, heerser
over Galilea en eiste het hoofd van Johannes de Doper op een schotel
Mes: Abraham, zie ‘het offeren van Isaäk’ door Caravaggio in
Florence Museo Uffizi
Miniatuurkerk: kerkvader H. Hieronymus, vertaalde de bijbel in het
Latijn
Muziekinstrumenten, gebroken of niet: H. Cecilia, beschermheilige van
de muziek
Ogen op een bord: St.Lucia, maagdelijk veroordeeld tot het bordeel,
stuurde haar ogen naar een bewonderaar, die zich, net als Lucia tot het
christendom bekeerde, beschermheilige van het gezichtsvermogen
Pijlen in borst: H. Sebastiaan, gallier die diende onder keizer
Diocletianus, die in de 4de eeuw een felle bestrijder van het christendom
was. Terwijl hij in dienst is bekeerd S. zich en wordt vervolgens aan een
boom gebonden en met pijlen doorboord. Hij geneest m.b.v. een
weduwe van een andere martelaar van zijn verwondingen. Als S.
Diocletianus later confronteert met zijn praktijken wordt hij daarna
doodgeknuppeld. Beschermheilige tegen de pest (men veronderstelde
in de oudheid dat de pest werd veroorzaakt door pijlen van de god
Apollo).
Raaf: H. Benedictus
Schilderspalet: apostel Lukas, hij zou een afbeelding van de maagd
Maria geschilderd hebben. Beschermheilige van schilders en artsen
Slang: Adam en Eva
Sleutel: apostel Petrus, de eerste paus St. Pieter & Brancacci kapel
door Masaccio en Filippino Lippi in Santa Maria del Carmine
3






















Slinger: David
Stenen: H. Stefanus, de eerste christelijke martelaar, die gestenigd
werd
Stigmata: Christus
Stigmata met habijt en koord met 3 knopen: H. Franciscus, kwam uit
een welgestelde familie van textielhandelaars, schonk zijn aardse
bezittingen weg, stichtte de orde van de Franciscanen
Tekendriehoek of lineaal: ongelovige Thomas, de apostel die twijfelde
aan Jezus’ wederopstanding
Tiara: Kerkvader H.Gregorius
Toren: H. Barbara, beschermster tegen brand, bliksem en een
plotselinge dood
Vijgeblad: Adam en Eva
Vrouw met kind: Maria met kindje Jezus, symbool van moederschap
Vrouw met engel: Annunciatie, aankondiging door de engel Gabriel
van de onbevlekte ontvangenis door de maagd Maria
Vrouw met stervende man: Pieta, Maria met haar stervende zoon op
schoot
Wiel: H. Catharina, volgens de legende overwon ze 50 heidense
wijsgeren in twistgesprekken en verloofde Christus zich met haar en
schoof zijn ring aan haar vinger. Door Maxentius werd ze veroordeeld
om met een foltertuig bestaande uit wielen met scherpe punten
gemarteld te worden; een engel verhinderde dit en de Heilige werd
onthoofd. Patrones van wijsgeren, wagenmakers en molenaars.
Wapen zwaaiend: Kaïn, God accepteerde zijn broer Abel’s offer en
weigerde dat van hem, waardoor hij in jaloezie zijn broer vermoordde.
Zeven zwaarden die de borst van Maria doorboren, verbeelden haar 7
smarten.
Zwaard en boek: apostel Paulus
Zwaard en lelie: Christus als rechter.
Zwaard en mantel: Sint Maarten, (11 maart feestdag) de heilige die zijn
mantel doorsnijdt om hem weg te geven.
Zwaard in borst: H.Justina, patroonheilige van Padua
Zwaard in borst met leeuw: H. Euphemia
Zwaard in hals: H. Lucia, patroonheilige van de blinden
Zwaard in borst of in schedel monnik: Petrus Martyr, patroonheilige
van de inquisitie en de kraamvrouwen
Zweep: kerkvader H.Ambrosius
De 4 evangelisten
Florence: S. Lorenzo, Sagrestia Vecchia, Capella dei Pazzi en Rome: San
Luigi dei Francesi, kerkenwandeling




De engel: Mattheus, zie ‘de roeping van M.’, ‘de marteldood van M.’, en M.
en de engel’door Caravaggio in S. Luigi dei Francesi door Caravaggio
De gevleugelde os: Lukas
De gevleugelde leeuw: Markus
De adelaar: Johannes, Sagrestia Vecchia plafonddecoratie door
Donatello
4
Overige objecten die een symboliek vertegenwoordigen







Boek: afgebeeld bij theoloog of kerkvader
Boek geopend: vorming, studie
Doedelzak: m.n. in werk Jeroen Bosch symboliseren muziekinstrumenten
allerlei lusten; de roze doedelzak verwijst naar de mannelijke genitaliën.
Gordel met 3 knopen: Franciscaner monnik
Hartschelp op hoed: symbool van pelgrim
Knots: symbool van kracht en moed
Lelie: symbool van reinheid. De oude Grieken geloofden dat de bloem was
ontsproten aan de melk van Hera/ Juno. Als christelijk symbool duidt de
lelie ook maagdelijkheid aan en is bij uitstek de bloem van Maria. Zie afb.
annunciatie. In het Laatste Oordeel symboliseren lelie en zwaard de
onschuldigen en de verdoemden.
Fra Filippo Lippi Mariaboodschap1445, San Lorenzo, Florence







Palmtak: symbool van het martelaarschap.
Schaar:
Sleutel: sleutels naar de Hemel. Soms een gouden en een zilveren sleutel;
goud= hemelse en zilver= aardse macht van de paus.
Tang: met gloeiende kool, verwijst naar de engel die daarmee de lippen
van Jesaja aanraakte.
Toren: symbool van kuisheid. Afgeleid uit legenden, waarin een vader zijn
dochter opsluit om haar aanbidders af te schrikken. In de bijbel verwijst de
toren van Babel naar de hoogmoed van de mens: de mensen bakten
stenen en maakten specie en zeiden ‘…laten wij ons een stad bouwen met
een toren, waarvan de top tot de hemel reikt…’ Om de mensen te straffen
voor hun hoogmoed verwarde God te taal van de mensen, zodat zij elkaar
niet langer konden verstaan en verstrooide hij hen over de hele aarde,
zodat de bouw niet werd voltooid.
Vleugels: engel
Zwaard: symbool van de christelijk martelaar
5
6
Diverse vormen van het Kruis
1. Grieks kruis
2. Latijns kruis, waarschijnlijke vorm kruis van Christus
3. Petruskruis; Petrus werd volgens de legende met het hoofd omlaag gekruisigd
4. Philippuskruis; aan zulk kruis zou Philippus gestorven zijn
5. Andreaskruis; aan zulk kruis zou Andreas gestorven zijn, komt ook vaak voor
in verkeerstekens. Bv. bij overwegen, kruispunten waar de voorrang van
rechts geldt, ter aanduiding van kruispunten.
6. Crux Monogrammatica, vereenvoudiging van het Christusmonogram (chi-ro):
twee eerste letters van het Griekse Christos (= Hebreeuwse Messias)
7. Gekanteld Christusmonogram
8. Patriarchaal kruis , aartsbisschoppelijk kruis
9. Crux Gemina of Dubbelkruis, terug te vinden in kerkplattegronden
10. Pauselijk kruis
11. Tau-kruis of Antoniuskruis: het meest opvallende teken dat we op veel
afbeeldingen uit de latere middeleeuwen van de H. Antonius terugvinden, is
een kruis in de vorm van een T of de Griekse letter tau. Symbool van de
genade van de Verlosser.
12. Taukruis van de Antonieten: vaak komt het tau-kruis in een meer sierlijke vorm
voor.
13. Crux Decussata of Gaffelkruis, is ook een runeteken, veel voorkomend in
Duitse kunst.
14. Vereenvoudigd gaffelkruis
15. Krukkenkruis of Bourgondisch kruis
16. Crux Gammata of Hakenkruis of swastika: van oorsprong Boeddhistisch en
Hindoeïstisch, kreeg in West-Europa een negatief imago door het (neo)nazisme
17. Ankerkruis of muurkruis
18. Maltezerkruis: embleem voor de ‘Orde van Malta’
19. Vroeg-christelijk ankerkruis
20. Crux Ansata of Hengselkruis of Koptisch kruis of anX , het Egyptisch teken
voor leven, wordt ook wel levenssleutel genoemd (de sleutel suggereert het
ontsluieren van de mysteries tussen hemel en aarde).
21. Rozenkruis: Het kruis met de roos op het snijpunt, in de kleur goud. Komt ook
voor met heraldische lelieën.
22. Jeruzalemkruis: embleem ‘Orde van het Heilig Graf’, wapenschild van de stad
23. Herkruist kruis waarvan de vier armen ieder een kruis zijn
24. Russisch kruis
25. Kruisnimbus: gebruikt als nimbus voor Goddelijke personen, Jezus
26. Prefatiekruis: gevormd door twee letters van Vere Dignum
(V = menselijke
natuur van Christus en D =Goddelijke natuur), dit werd vroeger vaak gebruikt
op missalen en communieprentjes
symbool voor de verrijzenis of dag van de opstanding
7
Keltisch Kruis
Hugenotenkruis
Zuiderkruis (sterrenbeeld)
huidige toepassingen etc
Symboliek van het gebaar van een kruisteken (bv ah eind van een gebed): De vorm
is een herinnering aan het kruis van Christus. Door middel van geloof in de Heer
Jezus Christus en Zijn plaatsvervangende dood aan het kruis wordt de verlossing als
een gratis geschenk aan alle mensen uitgereikt.
Arma Christi of Passiewerktuigen
Voorwerpen die horen bij de lijdensweg van Christus:
doornenkroon, rietstok, spijkers, lans, kruis, geselkolom/zuil, gesel, spotmantel,
dobbelstenen van de soldaten, de zweetdoek van Veronica, kruik en kom (van
Pilatus), de spons, hamer, geldbuidel (verleiding van Judas), de haan (verloochening
door Petrus), het opschrift INRI.
Voorwerpen die symboliseren dat Christus hiermee de overwinning op de zonde
behaalde.
Werelddelen
Krokodil Amerika
Kameel Azië
Schorpioen/leeuw/olifant Afrika
Paard Europa
8
Stigmata
Brandmerken die verwijzen naar de kruisiging van Christus, komen ook in
beschrijvingen van wonderen voor (hier verschijnen ze bij Franciscus).
Diersymbolen in het Christendom

7 dieren symboliseren de 7 zonden: trots-pauw, wellust-geit, vraatzuchtvarken, luiheid-slak, haat/woede-leeuw, jaloezie-slang, hebzucht-pad

Aap in de vroege middeleeuwen symbool van de duivel, van ketterij en
heidendom. Later ook symbool voor ondeugd.

Adelaar Wanneer vroeger een keizer werd gecremeerd liet men een adelaar (het
symbool van de keizer) naar de 'hemel' vliegen. Het was dan de symbolisering van
het opvliegen van de ziel naar de goden.
Symbool van de evangelist Johannes.
Symbool van de op de kerk neerdalende genade van geest. De adelaar, koning der
vogels, is bekend als symbool van hemelbestormende macht en weerbaarheid. Ook
symbool voor hoogmoed.

Beer symbool voor Christendom dat de heidenen bekeert. Attribuut van
Euphemia, de personificatie van gulzigheid.

Dolfijn
De dolfijn is een symbool voor Christus als de verlosser, van de
wederopstanding. Drie dolfijnen vormen een symbool voor de Drie-eenheid
(De vader, de zoon en de Heilige Geest)

Duif
De Heilige Geest wordt vrijwel altijd voorgesteld als een duif. Een duif
uit de mond van een persoon symboliseert de opstijgende ziel. De duif van de
Ark van Noach is het symbool van vrede en boodschapper van goede
berichten. Tortelende duiven verwijzen naar een liefdespaar, wellust.

Ezel staat voor luiheid, domheid, met molensteen voor gehoorzaamheid.
9

Geit symbool voor de Verdoemden bij het Laatste Oordeel.

Haan verwijst naar de verloochening door Petrus en zijn berouw daarover;
vaak afgebeeld op biechtstoelen.

Hond symboliseert trouw

Insecten de middeleeuwse theorie dat insecten uit uitwerpselen geboren
warden, maakte dat men ze associeerde met duivelse zaken.
Duiveltje op het paneel Johannes op Patmos van Hiëronymus Bosch.

Konijn aan voeten van Maria, symboliseert kuisheid

Lam
Christelijk symbool van het Lam Gods dat de zonden van de wereld
draagt, een symbool van gelovigen en martelaren, ook van slachtoffers.
Het
lam, afgebeeld met kruis en nimbus (ring, stralenkrans, lichtschijn) is het
symbool van de offerdood van Christus. Soms ook worden de 12 apostelen
als schapen rondom het Lam Gods afgebeeld.

Leeuw
De leeuw is het symbool van de adel. De leeuw is immers 'de koning
van de dieren'. Hij belichaamt als symbool kracht, macht en krijgshaftigheid,
daarom werd hij in de middeleeuwen vaak in wapens opgenomen.
Bij oude
adellijke graven zien we dan de leeuw ook dikwijls aan de voeten van de
afgebeelde overleden persoon zitten of liggen, soms ook op zijn rug liggend
als symbool van onderdanigheid aan de afgebeelde persoon.
De leeuw is
ook het symbool van de Opstanding en van de evangelist Marcus.

Os symbool voor de opoffering van Christus. Gevleugelde os is symbool voor
evangelist Lucas.

Pad met doodskop/skelet een attribuut van de Dood, attribuut van gierigheid.
10

Pauw
Symbool van onsterfelijkheid.

Pelikaan
De pelikaan, waarvan men geloofde dat deze zijn borst opende om
zijn jongen met zijn eigen bloed te voeden, is een symbool van Christus die
zich voor de mensheid heeft opgeofferd. Attribuut van de personificatie Liefde.

Phoenix
De mytische vogel Phoenix zou zijn eigen nest verbranden, om
daar als hernieuwd weer uit te verrijzen. Phoenix staat symbool voor Christus
en zijn opstanding.

Putter soms in de hand van het Christuskind afgebeeld en verwijst naar de
toekomstige rol van het kind: het vogeltje zou aan zijn rode gezicht gekomen
zijn toen het een doorn uit Christus gezicht trok en een druppel bloed op zijn
kopje spatte.

Schorpioen symbool van Judas, de verrader, geassocieerd met afgunst en
haat.

Slang of Ouroboros
De slang is het oude symbool voor leven en de dood,
gif en genezing.
Een veel voorkomend grafsymbool is de staartbijtende
slang, de ouroboros. De slang is dan alpha en omega, het begin en het einde.
Zij wijst op de begrenzing, op het feit dat alles besloten is binnen de macht
van God, en op de oneindigheid.
Slang is ook symbool van het Kwaad,
satan.

Stier
Verwijzing naar de evangelist Lucas.

Uil
Symbool van degenen die de duisternis liefhebben (ongelovigen,
ketters en wereldwijzen) of, omdat de uil kan zien in de duisternis, een
symbool van de gelouterde ziel.

Vis (Ichthus)
Het symbool is afgeleid van het Griekse woord voor vis:
Ichthus. Het verwijst naar Jezus Christus, 'visser van mensen'. De eerste
Christenen gebruikten in de tijd dat het Christendom nog verboden was, dit
teken om zich als Christen kenbaar te maken. Zij tekenden een visje met hun
voet in het zand of met krijt op de muur. Het werd door de eerste onderdrukte
christenen gebruikt als een afkorting voor "Iesous Xristous Theos (h)Uios
Soter". Dit betekent in Grieks : "Jezus Christus, Gods Zoon, Redder.

Vleermuis wordt gezien als een demonisch dier en staat voor duivel, kwaad,
nacht en dood.

Vlinder
De vlinder symboliseert 1. Bij het sterven van de mens ontstijgt de
ziel haar stoffelijk omhulsel, zoals een vlinder haar pop.
2. De drie stadia die
de ziel doorloopt: leven, dood en wederopstanding.

Wolf symbool van het Kwaad; berooft de kerk van haar schapen.
11
Het uiterlijk van de kerk
 Hoofdbedekking en status
Florence: S.Miniato al Monte, Uffizi, Duomo Santa Maria del Fiore
Rome: St. Pieter, Vaticaanse musea, kerkenwandeling(s. Prassede)
mijter
gedragen door bisschop
tiara
gedragen door paus
Halo
Schijnsel om het hoofd v.e. heilige
H. Hieronymus door Caravaggio,
Galleria Borghese, Rome
aureool
nimbus
bij God, Christus of Maria op moment van afbeelden
Majestas, Coppo di
nog levend, apsismozaïek
Marcovaldo, baptisterium
S. Prassede, Rome
Florence
Halo
H.Benedictus door
Spinello Arretino in sacristie
S.Miniato al Monte, Florence

Kerkelijke dracht en status
Florence: Uffizi, Rome, Vaticaanse musea, galleria Borghese, Galleria
Doria Pamphili

Paus: witte soutane met korte rode mantel Vaticaanse musea, portretten
van paus Julius II en Leo X o.a. in stanze
12







Kardinaal: scharlakenrode soutane en hoed met brede rand en lage bol
Bisschop: kazuifel met mijter en bisschopsstaf
Deken: paarse bonnet (=vierkante gerande hoed), wierrookvat
Priester: zwarte bonnet
Bij het opdragen van de mis dragen geestelijken een kazuifel met daarop
een stool (=geborduurde bandstrook om de hals) en een manipel (= zijden
bandstrook om de arm)
Bij speciale gelegenheden en processies wordt een copa (= halfronde
cape) gedragen
Kloosterorden
Kleur kleding:
 Zwart: benedictijnen (oorspronkelijk), augustijnen, jezuïeten
 Wit cisterciënzers, karthuizers en camaldulenzers
 Lichtgrijs: franciscanen (oorspronkelijk)
 Bruin: franciscanen (later) met touw met knopen om middel en blootvoets
of met eenvoudige sandalen
 Wit met zwarte mantel met capuchon: dominicanen
13

Herdersstaf: abt of abdis
HOFCULTUUR zoekt systeem in Florence Rome
Wie is wie in de mythologie?
Florence: Uffizi Rome: Vaticaanse musea, Museo e Galleria Borghese
 Aardbol met een griffel: Lakhesis, een van de drie Schikgodinnen (die
als functie hadden de continuïteit van de schepping in gang te houden),
zij is degene die de draad bewaart.
 Bloemen:Flora, godin van de bloemen, la Primavera door Botticelli,
Uffizi
 Boek en tulband: Sibylle, profetes
 Bolle wangen, vleugels:Zefir, god van de westenwind, geboorte van
Venus door Botticelli en la Primavera door Botticelli, Uffizi
 Cupido: Venus, zaal van Botticelli, museo Uffizi
 3 vrouwen met appels, mirte en rozen: 3 Gratiën, godinnen van
schoonheid, bevalligheid en genegenheid
 3 mannen met zwaarden: Horatii, 3 patriottische Romeinse broers
 Doos: Pandora, de eerste vrouw, oorzaak van alle moeilijkheden, nam
als huwelijksgeschenk een verzegelde pot met ongeluk mee
 Drietand: Neptunus/Poseidon, god van de zee
 Duiven: Venus
 Gevleugelde helm en gevleugelde schoenen: Mercurius/Hermes,
boodschapper der goden la Primavera door Botticelli, Uffizi
 Gevleugeld paard: Pegasus, sprong na diens onthoofding uit de romp
van Medusa
 Gevleugelde sandalen: Perseus, griekse held, geboren als zoon van
Danae en Jupiter als gouden regen
 Gezicht omgeven door slangen:Medusa, een van de Gorgonen, wier
blik mensen veranderde in steen, onthoofd door Perseus
 Gouden appel:Paris, Trojaanse prins, veroorzaker van de Trojaanse
oorlog, trof Achilles in zijn hiel. Hij gaf de gouden appel (de twistappel)
aan de schoonste van 3 godinnen (Juno, Minerva en): Venus
 Granaatappel: Proserpina/Persephone, gemalin van Pluto/Hades
 Half man, half paard:Centaurus ras van mythische schepsels berucht
om wilde, liederlijke levensstijl
 Half man, half stier:Minotaurus, weggestopt in het labyrint werden hem
elk jaar 7 jongens en 7 meisjes uit Athene gevoerd
 Half man, half geit: Pan/Faunus, god van schapen en runderen, net zo
wellustig als de geiten, ook: saters
 Hamer en aambeeld: Vulcanus/Hephaestus, god van het vuur,
metaalbewerking en ambachtslieden
 Kist met gouden munten: Danae, die zwanger raakte van Jupiter,
vermomd als gouden regen
 Knots en leeuwenvel: Hercules, voerde twaalf werken uit in opdracht
van koning van Argolis
 Jachthonden, pijl en boog: Diana/Artemis, godin van de jacht
 Jongen met adelaar: Ganymedes, ontvoert door Jupiter als adelaar
 Laurierboom: Apollo en Daphne, Museo Borghese door Bernini
 Lauwerkrans: Apollo
14
































Man met ezelsoren: koning Midas, die alles veranderde in goud
Man die kinderen eet: Saturnus/Cronos, vader die wilde voorkomen
dat hij omvergeworpen zou worden door zijn zoon Jupiter/Zeus en
daarom zijn kinderen begon op te eten
Meisje met witte stier: Europa,verleid door Jupiter
Mirre: Venus
Paarden: Castor en Pollux, de Dioscuren, hemelse tweeling, geboren
uit een ei, zonen van Zeus en Leda, befaamde ruiters die de Romeinen
en andere zeelui te hulp schoten
Pauw, kroon: Juno/Hera, koningin van de hemel, vrouw van
Jupiter/Zeus
Pijl en boog: Cupido
Rozen: Venus/Aphrodite, godin van liefde en schoonheid
Schaar: Aesa (syn. Atropos)
Schelp: Venus/Aphrodite, godin van liefde en schoonheid geboorte
van Venus door Botticelli in Uffizi
Schriftrol, graveerstift, wastafeltje en zonnewijzer: Atropos, een van de
drie Schikgodinnen (die als functie hadden de continuïteit van de
schepping in gang te houden), zij is degene die de draad doorsnijdt.
Slang: Cleopatra, koningin van Egypte
Spiegel: Venus/Aphrodite, godin van liefde en schoonheid
Spinrol: Clotho, een van de drie Schikgodinnen (die als functie hadden
de continuïteit van de schepping in gang te houden), zij is degene die
de levensdraad spint.
2 sterren:Castor en Pollux, na verkrachting van hun nichten door
Jupiter in sterren veranderd: het sterrenbeeld tweeling
Strijdwagen, wapens en harnas: Mars/Ares, god van de oorlog
Strijdwagen met zwarte paarden: Pluto/Hades, god van de
onderwereld
Tarwe:Demeter/Ceres, godin van graan, landbouw en oogst
Toga met paarse zoom, lauwerkrans:Julius Caesar
Toverstaf en gifbeker: Circe, griekse tovenares die Odysseus vasthield
als slaaf
Twistappel: Venus
Uil, helm: Minerva/Athene, godin van wijsheid, handvaardigheid, kunst
en oorlogvoering
Vleugels van veren en was:Daedalus en Icarus (neerstortend), vader
en zoon die te dicht bij de zon vlogen
Vrouw met beer: Callisto, door Jupiter verkrachte nimf (van Diana)
Wapens en baard: Osysseus, griekse held en avonturier
Weefgetouw: Penelope, trouwe echtgenote van Odysseus
Wijnstok, wijnkannen en bekers:Bacchus/Dionysus
Wolvin met 2 kinderen: Romulus en Remus, stichters van Rome
Zeis/sikkel: Saturnus/Cronos, vader van de Olympische goden
Zwaan: Leda, koningin, bemind door Jupiter als zwaan, moeder van
Castor en Pollux
Zwaard: Aesa (syn. Atropos)
Zwanen: Venus
15
Zeus/Jupiter: zwaan, gouden regen, sneeuwwitte stier, adelaar, bliksem
‘verstopte’ portretten van beroemde tijdgenoten en zelfportretten
Florence: Uffizi, Rome: Vaticaanse musea, S.Maria della Concezione




School van Athene: door Rafael, debat over het streven naar waarheid
met portretten van de Griekse filosofen Plato en Aristoteles en veel
portretten van tijdgenoten uit de Renaissance als Leonardo da Vinci,
Bramante en Michelangelo Stanze van Rafael, Vaticaanse musea
Laatste oordeel: door Michelangelo, zelfportret als martelaar
Bartholomeus Sixtijnse kapel, Vaticaanse musea
Aartsengel Michael overwint de duivel: door Guido Reni met kardinaal
Giovanni Pamfili (de latere paus Innocentius X) als duivel S.Maria della
Concezione
Aanbidding der wijzen: door Botticelli met oa Cosimo en Lorenzo de
Medici als Wijze, resp. omstander en Botticelli zelf als toeschouwer.
kunstenaar spreekt de taal van de opdrachtgever
Florence: Capella Tornabuoni door Ghirlandaio in Santa Maria Novella,
Uffizi: portret van de hertog van Urbino door Piero della Francesca
Aanbidding der wijzen door Botticelli , standbeeld van Cosimo I door
Giambologna op Piazza della Signoria, graven van Medicivorsten door
Michelangelo in San Lorenzo
Rome: Stanze van Rafael in Vaticaanse musea, grafmonument voor paus
Julius II door Michelangelo in S. Pietro in Vincoli, huiskapel van de Medici’s
in Palazzo Medici-Riccardi







kunstenaar = beroep
renaissance opdrachtgever is zelf vaak uomo universalis
aandacht voor realisme
portret van opdrachtgever in bijbelse of mythologische voorstelling
staatsieportretten
ruiterstandbeelden (naar klassiek voorbeeld)
praalgraven
16
Piero della Francesca, Battista Sforza en Federigo da Montefeltro, ca 1470,
Uffizi Florence
leven binnen de muren van de palazzi
Florence: Palazzo Medici-Riccardi, Palazzo Pitti, ea.
Rome: Palazzo Farnese, Palazzo Doria Pamfili, Palazzo Venezia ea.











mecenaten: De macht van de rijke families (bankiers, textiel, in de
Renaissance was groot. Zij waren de opdrachtgevers voor de vele
kunstwerken in de stad.
hof ontmoetingsplaats van geleerden (humanisten) en kunstenaars
gedragscodes, etiquette.
familiewapen. (zie blz. 157 Kijkwijzer)
bouwstijl van de palazzi: klassiek orde, eenvoud en regelmaat. De
plattegronden van de huizen geven inzicht in symmetrie en verhoudingen.
typische renaissance kenmerken zijn: de evenwichtige verhoudingen, de
symmetrie, de arcadebogen van de vensters, de kroonlijst, gordellijsten,
ritme van pilasters, het rustica-metselverband, de verjonging (=kleinere
stenen voor de bovenliggende verdiepingen en dorische, ionische en
korinthische pilasters), de binnenplaatsen met een fontein, de loggia’s.
de gevel: streng en afwijzend met 3 verdiepingen en stenen banken
rondom
interieur: elegant met verfraaiingen met wandtapijten, muur-en
plafondschilderingen, meubels, kostbaar vaatwerk en bestek
aanleggen van (exotische) verzamelingen
ontvangst- enfeestzaal: dansen in geometrische patronen, oefenen in
correct bewegen, staan en gebruik van waaier (en zwaard)
losse kleren = lossen zeden. Gedisciplineerde zelfpresentatie: opkomst
corsetten met baleinen, zorgvuldig gekapte haren en verwijdering van
gezichtshaar bij vrouwen: hoog voorhoofd = edel
de villa suburbana: een ander leven buiten de stad
Rome: Villa d’Este, Villa Borghese, Villa Giulia


de buitenhuizen/zomerresidenties van vooral rijke kardinalen en pausen
grote tuinen, paviljoenen, triomfbogen en fonteinen, waarbij het klassieke
idee van het verfrissende, simpele buitenleven verheerlijkt wordt.
17




een monumentale entree
met portalen en loggia’s is de villa sterk naar buiten gericht.
in de Renaissance ontstond een geometrisch aangelegde tuin met veel
beeldhouwwerken. Vanaf de 18de eeuw hield men van een natuurlijker
aanpak en werden prieeltjes, exotische dierentuinen ruines van tempels en
kunstmatige meren toegevoegd.
veel schaduw in de tuinen met hagen en bomen langs de lanen.
de kerkelijke maat in de Renaissance
Florence: San Lorenzo door oa Brunelesschi, Pazzi kapel door Brunelesschi
Rome: Pantheon,
Tempietto in San Pietro in Montorio door Bramante, ontwerpen van
Bramante en Michelangelo voor St.Pieter (plattegrond in stadsgids Rome)




geïnspireerd op Pantheon
harmonisch bouwwerk symmetrisch opgebouwd vanuit een centrum,
waarbij alles met elkaar in verband staat.
gebouwd volgend klassieke regels voor maat en verhouding: vierkant
(Grieks kruis) en cirkel hebben het ontwerp bepaald. Alles is gebaseerd op
de geschriften van de Romeinse bouwmeester Vitruvius en de Gulden
Snede.
cassetten plafond
regels voor de ruimte in de Renaissance
Florence: Uffizi: Durer, Leonardo da Vinci, Botticelli, Trinita door Masaccio
in Santa Maria Novella, San Lorenzo,





centraalperspectief beschreven door Brunelleschi
schoonheid = harmonie; passie voor orde en regelmaat
menselijk verhoudingen zijn maatgevend voor de architectuur
cirkel en vierkant als basis
herontdekking van de Gulden Snede; ideale maatverhouding van de zijden
vd rechthoek: ca. 5:8
de pracht en praal van de Barok
Rome: San Ignazio, Gesu, Cornaro kapel in S. Maria della Vittoria,
Sant’Agnese, Contarelli kapel in San Luigi dei Francesi, Sint Pieter, Piazza
Navona, Vaticaanse musea, Museo en Galleria Borghese, Sant’Andrea al
Quirinale (plattegrond in Stadsgids Rome)
 contrareformatie; de kerk in beweging
 een geloof = een schip
 kerk = totaalkunstwerk
 grondvorm vaak ovaal S.Andrea al Quirinale
 baldakijn boven altaar
18












gebruik van rijke materialen als goud, koper, edelstenen en marmer
zuilen als kurkentrekkers
grafmonumenten
slopen van bouwwerken uit de Oudheid
trompe-l-oeuil in plafonds en marmeringen
aandacht voor plein (St. Pieter door Bernini)
aanleg van fonteinen
appelleert aan emoties door: verhogen van contrasten, clair obscur,
theatrale effecten, verleiden van toeschouwer
losse picturale schildersstijl
staatsieportretten
geloof in wonderen
kunstenaar houdt zich aan contract met opdrachtgever
19
Download