Wanroijs Liedje lied 71 Refrein O mijn klein dorpje Wanroij, met je bossen en hei Het is goed daar te wonen, als een vogel zo vrij O mijn klein dorpje Wanroij, met je bossen en hei Het is goed daar te wonen, als een vogel zo vrij In ’t rustige Brabantse land Temidden van bossen en zand Daar ligt mijn dorpje klein Waar ik steeds zou willen zijn ’t Beekje dat kabbelt maar voort De molen draait steeds ongestoord Die draaien altijd lustig vrij En ik zing er een liedeke bij (+ refrein) In Wanroij is’t leven zo goed Daar leeft men rechtschapen zo’t moet Daar werkt en feest men op tijd Dat brengt welvaart en vrolijkheid ’t Is carnaval eens in het jaar Dan komt heel ’t dorp bij elkaar Men danst van vroeg tot ’s avonds laat En juichend zingt men in de maat (+ refrein) De jongens van’t Wanroijse land Zijn pienter en goed van verstand Ze zijn heel vlot en kwiek En houden van muziek De meisjes zijn erg bijdehand Heel vrolijk en altijd charmant Ze zijn niet preuts maar keurig net En houden van lol en van pret (+ refrein) In Wanroij is’t wandelen fijn Omdat er veel weggetjes zijn In Peelkant in Broekkant en hei Kun je wandelen rustig en vrij De nachtegaal zingt er zijn lied ’n Mooier concert vind je niet ’n Merel slaat en jubelt luid De vogeltjes roepen het uit (+ refrein)