dossier .......... - dd. ........ 00.00.00 1 Eternit Grootformaat vezelcementplaten op Ventisol-alu VH m² 23-06-05 volgnr. 1 Deze bestekomschrijving vervangt alle voorgaande uitgaven. De fabrikant ETERNIT houdt zich het recht voor deze bestekomschrijving te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. De lezer dient er zich van te vergewissen steeds de meest recente versie van deze documentatie te raadplegen. De richtlijnen in dit document zijn niet-limitatief. De garanties zijn enkel van toepassing indien de toepassingsrichtlijnen worden gevolgd. Bij afwijkende toepassingen is het aangewezen een advies te vragen aan de fabrikant ETERNIT. Omschrijving: Deze bestekomschrijving is specifiek bedoeld voor de bevestiging van ETERNIT grootformaat vezelcementplaten als gevelbekleding op een geventileerde en geïsoleerde aluminium draagstructuur (VENTISOL-ALU) bevestigd op een achterconstructie. Materiaal: Karakteristieken van de grootformaat vezelcementplaat: De GLASAL plaat is samengesteld uit Portland cement, minerale vulstoffen, natuurlijke organische versterkingsvezels, toeslagstoffen en minerale coating op beeldzijde. De GLASAL plaat wordt geproduceerd op een Hatschek-machine en wordt nageperst, geautoclaveerd en gepolierd. Vervolgens wordt de GLASAL plaat afgewerkt met een minerale coating (silikaten) en gefixeerd voor een hogere hardheid en hechting. De GLASAL plaat heeft een glad zijdeglans oppervlak en is te verkrijgen in verschillende standaardkleuren. • Dikte: 7,5 mm • Kleur: *** Technische karakteristieken • Densiteit : 1.580 kg/m³ • Buigsterkte loodrecht : 35,0 N/mm² evenwijdig : 26,0 N/mm² • Elasticiteitsmodulus loodrecht : 17.000 N/mm² evenwijdig : 15.000 N/mm² • Porositeit : 23 % • Hygrische beweging (0-100%, gemiddeld) : 1,5 mm/m • Hygrische beweging (30-90%, gemiddeld) : 0,5 mm/m • Thermische uitzettingscoëfficiënt : 15*10-6 m/mK • Warmtegeleidingscoëfficiënt : 0,36 W/mK • Waterdampdiffusieweerstandsgetal : 250 • Vorstbestendigheid : vorstbestendig (-20/+20°C) • Brandreactie volgens NBN-S21-203: : A1 volgens BS 476 –part 7: : Class 1 volgens NEN-6065/6066 : Klasse 1 • Hardheid : 5 Mohs • Bestand tegen vele levende organismen (insecten, schimmels, bacteriën, ongedierte, etc.) • Waterbestendig (niet op daken of afhellende vlakken in buitentoepassingen gebruiken) 317508135.doc dossier .......... - dd. ........ 2 De ETERFLEX plaat is samengesteld uit Portland cement, minerale vulstoffen, natuurlijke organische versterkingsvezels, toeslagstoffen en waterwerende kleurloze impregnering op de beeldzijde. De ETERFLEX plaat wordt geproduceerd op een Hatschek-machine en wordt nageperst, geautoclaveerd en gepolierd. Vervolgens wordt de plaat gepolierd en afgewerkt met een waterwerende kleurloze impregnering. De ETERFLEX plaat heeft een glad oppervlak in de natuurlijke door-en-door beige basiskleur. De ETERFLEX plaat wordt tevens gekenmerkt door natuurlijke kleurschakeringen in de plaat en kleurveranderingen door inwerking van licht en vocht. De plaat wordt iets lichter bij veroudering. • Dikte: 7,5 mm Technische karakteristieken • Densiteit : 1.600 kg/m³ • Buigsterkte loodrecht : 34,0 N/mm² evenwijdig : 24,0 N/mm² • Elasticiteitsmodulus loodrecht : 17.000 N/mm² evenwijdig : 15.000 N/mm² • Porositeit : 22 % • Hygrische beweging (0-100%, gemiddeld) : 1,7 mm/m • Hygrische beweging (30-90%, gemiddeld) : 0,7 mm/m • Thermische beweging : 15*10-6 m/mK • Warmtegeleidingscoëfficiënt : 0,36 W/mK • Waterdampdiffusieweerstandsgetal : 250 • Vorstbestendigheid : vorstbestendig (-20/+20°C) • Brandreactie volgens NBN-S21-203 : A1 volgens NEN-6065/6066 : Klasse 1 • Bestand tegen vele levende organismen (insecten, schimmels, bacteriën, ongedierte, etc.) • Waterbestendig (niet op daken of afhellende vlakken in buitentoepassingen gebruiken) De GRANITEX plaat is samengesteld uit Portland cement, minerale vulstoffen, natuurlijke organische versterkingsvezels, toeslagstoffen, natuursteengranulaten in gepigmenteerde epoxylijm op beeldzijde en dampdichte coating op rugzijde. De GRANITEX plaat wordt geproduceerd op een Hatschek-machine en wordt nageperst en geautoclaveerd. Vervolgens wordt de plaat afgewerkt met twee lagen natuursteengranulaten in gepigmenteerde epoxylijm. De rugzijde van de plaat wordt voorzien van een dampdichte backcoating. De GRANITEX plaat is te verkrijgen in verschillende natuurlijke kleuren. • Dikte: 7,5 mm • Kleur: *** Technische karakteristieken • Densiteit : 1.600 kg/m³ • Buigsterkte loodrecht : 34,0 N/mm² evenwijdig : 24,0 N/mm² • Elasticiteitsmodulus loodrecht : 17.000 N/mm² evenwijdig : 15.000 N/mm² • Porositeit : 22 % • Hygrische beweging (0-100%, gemiddeld) : 1,7 mm/m • Hygrische beweging (30-90%, gemiddeld) : 0,5 mm/m • Thermische beweging : 15*10-6 m/mK • Warmtegeleidingscoëfficiënt : 0,36 W/mK • Vorstbestendigheid : vorstbestendig (-20/+20°C) • Brandreactie volgens NBN-S21-203 : A1 volgens BS 476 –part 7: : Class 1 • Bestand tegen vele levende organismen (insecten, schimmels, bacteriën, ongedierte, etc.) • Waterbestendig (niet op daken of afhellende vlakken in buitentoepassingen gebruiken) 317508135.doc dossier .......... - dd. ........ 3 De PELICOLOR plaat is samengesteld uit Portland cement, minerale vulstoffen, natuurlijke organische versterkingsvezels en toeslagstoffen. De PELICOLOR basisplaat wordt geproduceerd op een Hatschek-machine en wordt dubbelgeperst en luchtgedroogd. Vervolgens wordt voor dekkende kleuren een watergedragen acrylaatdispersie met korrelstructuur aangebracht op de beeldzijde en een transparante dampdichte coating op de rugzijde. Voor de natuurlijke basiskleur wordt een kleurloze acrylaatdispersie aangebracht op de beeldzijden en een transparante dampdichte coating op de rugzijde. • Dikte: 8 mm • Kleur: *** Technische karakteristieken • Densiteit : 1.650 kg/m³ • Buigsterkte loodrecht : 24 N/mm² evenwijdig : 17 N/mm² • Elasticiteitsmodulus : 15.000 N/mm² • Porositeit : 20 % • Hygrische beweging (0-100%, gemiddelde langs/dwars): 1,0 mm/m • Thermische beweging : 10*10-6 m/mK • Warmtegeleidingscoëfficiënt : 0,6 W/mK • Waterdampdiffusieweerstandsgetal 0-50% : 350 50-100%: 140 • Vorstbestendigheid volgens DIN 52104 : vorstbestendig • Brandreactie volgens NBN-S21-203 : A1 volgens NEN-6065/6066 : Klasse 1 • Bestand tegen vele levende organismen (insecten, schimmels, bacteriën, ongedierte, etc.) • Waterbestendig (niet op daken of afhellende vlakken in buitentoepassingen gebruiken) De NATURA plaat is samengesteld uit Portland cement, minerale vulstoffen, natuurlijke organische versterkingsvezels, toeslagstoffen, semi-transparante watergedragen acrylaatdispersie op beeldzijde en polyethyleenwas op de rugzijde. De NATURA platen worden geproduceerd op een Hatschek-machine en worden dubbelgeperst en luchtgedroogd. Vervolgens wordt de plaat afgewerkt met twee semi-transparante watergedragen acrylaatdispersies op beeldzijde en een polyethyleenwas op de rugzijde. De NATURA plaat heeft een glad oppervlak en is te verkrijgen in verschillende semi-transparante kleuren. • Dikte: 8 mm • Kleur: *** Technische karakteristieken • Densiteit : 1.800 kg/m³ • Buigsterkte loodrecht : 23,5 N/mm² evenwijdig : 17,5 N/mm² • Elasticiteitsmodulus loodrecht : 17.000 N/mm² evenwijdig : 15.000 N/mm² • Porositeit : 18 % • Hygrische beweging (0-100%, gemiddelde langs/dwars): 1,0 mm/m • Thermische beweging : 10*10-6 m/mK • Warmtegeleidingscoëfficiënt : 0,56 W/mK • Waterdampdiffusieweerstandsgetal : 220 • Vorstbestendigheid : vorstbestendig (-20/+20°C) • Brandreactie volgens NBN-S21-203: : A1 volgens NEN-6065/6066 : Klasse 1 • Bestand tegen vele levende organismen (insecten, schimmels, bacteriën, ongedierte, etc.) • Waterbestendig (niet op daken of afhellende vlakken in buitentoepassingen gebruiken) 317508135.doc dossier .......... - dd. ........ 4 De CARAT plaat is samengesteld uit Portland cement, minerale vulstoffen, natuurlijke organische versterkingsvezels, toeslagstoffen, transparante watergedragen acrylaatdispersie op beeldzijde en polyethyleenwas op de rugzijde. De CARAT plaat wordt geproduceerd op een Hatschek-machine en wordt dubbelgeperst en luchtgedroogd. Vervolgens wordt de plaat afgewerkt met twee transparante watergedragen acrylaatdispersies op beeldzijde en een polyethyleenwas op de rugzijde. De CARAT plaat heeft een glad oppervlak en is in de massa gekleurd in verschillende standaardkleuren. • Dikte: 8 mm • Kleur: *** De CARAT plaat in de kleur Ivoor kan niet worden bevestigd op een aluminium draagstructuur. Technische karakteristieken • Densiteit : 1.800 kg/m³ • Buigsterkte loodrecht : 23,5 N/mm² evenwijdig : 17,5 N/mm² • Elasticiteitsmodulus loodrecht : 17.000 N/mm² evenwijdig : 15.000 N/mm² • Porositeit : 18 % • Hygrische beweging (0-100%, gemiddelde langs/dwars): 1,0 mm/m • Thermische beweging : 10*10-6 m/Mk • Warmtegeleidingscoëfficiënt : 0,56 W/mK • Waterdampdiffusieweerstandsgetal : 220 • Vorstbestendigheid : vorstbestendig (-20/+20°C) • Brandreactie volgens NBN-S21-203 : A1 volgens NEN-6065/6066 : Klasse 1 • Bestand tegen vele levende organismen (insecten, schimmels, bacteriën, ongedierte, etc.) • Waterbestendig (niet op daken of afhellende vlakken in buitentoepassingen gebruiken) Voor de productgegevens en de verwerking van de platen wordt verwezen naar de ETERNIT productinformatiebladen. Zagen en boren dient te gebeuren in een droge omgeving. Voor decoratieve toepassingen moet zaag- en boorstof onmiddellijk van de plaat worden verwijderd met een droge microvezel stofdoek. Niet-verwijderd zaag- en boorstof kan blijvende vlekken veroorzaken. Enkel neutrale kit wordt aangeraden. Niet-neutrale siliconen of thiokolen kunnen vlekken veroorzaken. Tijdens de bewerking van de platen kan stof vrijkomen dat de luchtwegen en ogen kan irriteren. Het gebruik van een stofmasker en een veiligheidsbril wordt aangeraden. Afhankelijk van de ruimte waarin wordt gewerkt of de toestellen die worden gebruikt, moet een adequate stofafzuiging of goede ventilatie worden voorzien. Langdurige blootstelling aan stof kan de gezondheid schaden. De platen worden verpakt op paletten. Het transport dient te gebeuren onder een dekzeil. De platen moeten horizontaal worden gestapeld op een vlakke ondergrond. De platen moeten steeds voldoende worden ondersteund zodanig dat ze niet doorbuigen. De platen moeten worden gestapeld in een droge geventileerde ruimte. Indien de platen buiten worden opgeslagen, moeten ze steeds worden afgeschermd van regen met behulp van een dekzeil of kunststoffolie. Indien de platen toch nat worden in de verpakking, moet alle verpakking worden verwijderd en moeten de decoratieve platen eventueel worden drooggewreven en zodaning worden opgesteld dat ze kunnen drogen. Het wordt aanbevolen de platen in de ruimte van aanwending te laten acclimatiseren vooraleer ze worden bevestigd. Een plaat dient door twee personen van de stapel te worden getild (zonder dat deze over de stapel wordt gesleept) en dient vervolgens verticaal te worden gedragen. 317508135.doc dossier .......... - dd. ........ 5 Toepassing: De ETERNIT toepassingsrichtlijnen moeten worden gevolgd. Hierin worden een aantal basisprincipes aangegeven die moeten worden gevolgd. Deze richtlijnen zijn geldig voor gebouwen tot een bepaalde hoogte onderworpen aan een maximale reële windbelasting. Voor afwijkingen of bijkomend advies, kan men terecht bij de fabricant, ETERNIT. Voor het toepassingsdomein van de geventileerde en geïsoleerde aluminium draagstructuur VENTISOL-ALU moet voorbehoud worden gemaakt voor agressieve milieus waar het aluminium van de draagstructuur kan aangetast worden zoals bv. in kuststreken (min. één kilometer verwijderd van de kustlijn). Aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Meetwijze: Meeteenheid: Meetcode: m² Draagstructuur Het ontwerp en dimensionering van de draagstructuur in functie van de belasting valt onder de garantievoorwaarden van de leverancier van de draagstructuur. In dit document worden enkel een aantal algemene principes weergegeven. De ETERNIT grootformaat vezelcementgevelplaten worden op verticale aluminium profielen bevestigd, genaamd VENTISOL-ALU. De aluminium profielen worden op een bepaalde afstand (afhankelijk van de gewenste isolatiedikte en luchtspouw) op de achterconstructie bevestigd met behulp van aluminium steunwinkelhaken. De draagstruktuur moet de op het gebouw inwerkende windkrachten en de belasting van het eigengewicht kunnen opnemen. Alle onderdelen van de VENTISOL-ALU aluminium draagstructuur zijn vervaardigd in een hoogwaardige aluminiumlegering. De bevestiging van de ETERNIT grootformaat vezelcementgevelplaten moet steeds worden uitgevoerd met een geventileerde spouw. Aan de onderzijde, de bovenzijde en de details worden de noodzakelijke openingen voorzien om voldoende ventilatie te bewerkstelligen. Als isolatie wordt minerale wol met een waterwerende zwarte beschermlaag aangeraden. De isolatie wordt bevestigd met kunststof isolatiebevestigingsmiddelen. De isolatie wordt in halfsteensverband geplaatst en bevestigd volgens de richtlijnen van de producent van de isolatie, bvb. met vijf isolatiebevestigers per vierkante meter. De isolatie wordt bevestigd na het plaatsen van de winkelhaken en voor het plaatsen van de aluminium draagprofielen. Ter hoogte van de winkelhaak wordt een sleufje in de isolatie gesneden. Steunwinkelhaak De aluminium steunwinkelhaken laten toe de afstand tussen ruwbouw en achterzijde van de plaat op een continue wijze te variëren. Hierdoor kan een luchtspouw worden voorzien, eventuele isolatie worden opgenomen en de oneffenheden van de achterwand worden weggewerkt. Er zijn verschillende types steunwinkelhaken mogelijk naargelang de leverancier van de draagstructuur. De afstand tussen de winkelhaken wordt bepaald door de optredende belasting (als gevolg van de windbelasting en zwaartekracht) en de sterktekarakteristieken van de aluminium profielen (op te geven door de leverancier van de aluminium draagstructuur). 317508135.doc dossier .......... - dd. ........ 6 De bevestiging van de steunwinkelhaken op de achterconstructie wordt voor elk project afzonderlijk bepaald in functie van de natuur en de toestand van de te bekleden wand. Algemeen wordt een minimale uittrekwaarde per bevestiging van 3 kN (300kg) aangeraden. Dit dient echter geverifieerd te worden per project. Voor beton en volle baksteen wordt meestal een RVS houtschroef (min. 7 mm diameter) met een zeskantkop en een bijbehorende nylonplug gebruikt. De schroeven met zeskantkop worden evenwel niet te hard aangedraaid, zodat de ingetrokken draad in de nylonplug niet wordt vernietigd. Voor andere ondergronden (holle baksteen, gasbeton, systeemwanden, ....) moeten aangepaste bevestigingsmiddelen gebruikt worden die de optredende trekkracht, als gevolg van de windbelasting, en de afschuifkrachten, als gevolg van het eigen gewicht, kunnen opnemen. Indien nodig dient een in-situ trekproef te worden uitgevoerd. Tussen de winkelhaak en de achterconstructie kan een isolatieblokje worden geplaatst om koudebruggen te vermijden. Om een stabiele draagstruktuur te bekomen kunnen de steunwinkelhaken afwisselend links en rechts van het aluminium profiel worden aangebracht. Bij oneffen achterconstructies moet de winkelhaak recht worden gebogen zodat de aluminium profielen niet worden getordeerd. Aluminium draagprofielen Er zijn verschillende types aluminium profielen mogelijk naargelang de leverancier van de draagstructuur. In dit document worden de volgende aluminium profielen weergegeven: T-profiel: ter plaatse van de verticale voegen tussen de gevelplaten L-profiel: middensteun De verticale aluminium profielen en het vlak dat zij vormen moeten voldoende effen zijn. De aluminium profielen worden verticaal geplaatst zodat infiltratie- of condensatiewater van de rugkant van de plaat kan aflopen. Op het ontwerpplan van de gevelbekleding worden de draaglatten uitgetekend. De aluminium draagprofielen moeten voldoende breed zijn voor een voldoende waterafdichting en correcte plaatsing van de bevestigingsmiddelen. Het is aangeraden om de aluminium draagprofielen ter plaatse van een verticale voeg iets breder te nemen dan de minimale breedte om toleranties in de uitlijning te kunnen opvangen (en dus “luchtrivetten” te vermijden). Afhankelijk van het type aluminiumlegering en de overspanningen (op te geven door de leverancier van de aluminium draagstructuur) moeten de aluminium profielen voldoende dik zijn om de optredende belastingen (als gevolg van de windbelasting en zwaartekracht) te weerstaan. Het aluminium profiel moet tevens voldoende dik zijn om een voldoende sterke bevestiging van de bevestigingsmiddelen mogelijk te maken. De lengte van de alumium profielen is beperkt om te grote uitzettingen te vermijden. Bevestigingssysteem profiel - steunwinkelhaak Gezien de hoge thermische uitzettingscoëfficiënt van aluminium, moeten de aluminium profielen zodanig worden bevestigd dat vrije beweging mogelijk is. Het bevestigingssysteem van de steunwinkelhaken aan het profiel moet de uitzetting van het aluminium profiel kunnen opvangen. Dit wordt gerealizeerd door de profielen te bevestigen met één vast bevestigingspunt (F: festpunkt) en op de andere plaatsen met vrije bevestigingspunten (G: gleitpunkt). De vaste bevestigingspunten bevinden zich op dezelfde hoogte zodat spanningen in de plaat worden vermeden. De vrije bevestigingspunten moeten sterk genoeg zijn om de windlasten op te vangen. Het vaste bevestigingspunt moet zowel de windlasten als het eigengewicht van het gevelbekledingssysteem kunnen opvangen. 317508135.doc dossier .......... - dd. ........ 7 De uitvoering van vaste en vrije bevestigingspunten kan op verschillende manieren gerealizeerd worden naargelang de leverancier van de draagstructuur: - klemblokjes in aluminium vaste/vrije nieten (nietmachine met/zonder afstandshouder) in aluminium of RVS vaste/vrije bouten in RVS Het aantal bevestigingspunten wordt bepaald in functie van de optredende belastingen. Tussen de verticale aluminium profielen moeten uitzettingsvoegen worden voorzien (langs weerszijden van de voeg een steunwinkelhaak voorzien). Aandachtspunten: interactie draagstructuur en gevelbekleding Bij het uittekenen van de draagstructuur voor de gevelbekleding is het zeer belangrijk dat bewegingen van de aluminium profielen kunnen worden opgevangen door het gevelbekledingssysteem en niet tot spanningen leiden in de gevelbekledingsplaten. Een voeg tussen de aluminium profielen moet steeds samenvallen met een voeg tussen de platen. Bij voorkeur wordt de voeg op dezelfde hoogte doorgezet. Een gevelplaat moet steeds worden bevestigd op profielen waarvan de vaste bevestigingspunten op dezelfde hoogte liggen. Hieruit volgt dat men, bvb. aan ramen de profielen dient te ontkoppelen om een voeg tussen profielen onder de plaat te vermijden. Bevestigingswijze Maximale afstanden tussen aluminium draagprofielen De horizontale hart-op-hart (hoh) afstand tussen de aluminium profielen wordt bepaald door: de maximale afstand tussen de schroeven per bevestigingsvariant in middenzone of randzone in functie van de windbelasting de breedte van de plaat de randafstanden van de bevestigingsmiddelen (zie verder) de voegopening Onzichtbare bevestiging door verlijming Verlijming dient steeds te gebeuren volgens de voorschriften van de leverancier van het verlijmingssysteem en onder diens toezicht en garantievoorwaarden. Verlijmen op een metalen draagstructuur is een meer duurzame uitvoering dan verlijming op een houten draagstructuur. Volgende productspecifieke richtlijnen zijn geldig: de geäutoclaveerde dubbelgeperste vezelcementplaat met minerale email coating , GLASAL, kan worden verlijmd de geäutoclaveerde dubbelgeperste vezelcementplaat met hydrofobering, ETERFLEX, kan worden verlijmd de gëautoclaveerde dubbelgeperste vezelcementplaat met steengranulaat afwerking in een epoxylaag , GRANITEX, kan niet worden verlijmd de luchtverharde dubbelgeperste vezelcementplaat met gestructureerde acrylaat coating, PELICOLOR, kan worden verlijmd mits opruwen (schuurpapier P80) van de rugzijde van de plaat ter hoogte van de lijmverbinding de luchtverharde dubbelgeperste vezelcementplaat met semi-transparanteacrylaat coating, NATURA, kan worden verlijmd mits opruwen (schuurpapier P80) van de rugzijde van de plaat ter hoogte van de lijmverbinding de luchtverharde dubbelgeperste in de massa gekleurde vezelcementplaat met transparante acrylaat coating, CARAT, kan worden verlijmd mits opruwen (schuurpapier P80) van de rugzijde van de plaat ter hoogte van de lijmverbinding De aluminium profielen moeten worden opgeruwd en voorbehandeld met een ontvettingsmiddel en een hechtprimer. De gevelplaat moet worden gereinigd en zo nodig worden voorbehandeld met een hechtprimer. Een dubbelzijdig klevende strip wordt aangebracht als ondersteuning voor de gevelplaat tijdens de uithardingsperiode van de lijm en dient tevens om de afstand tussen de gevelplaat en de aluminium profielen te regelen. De juiste hoeveelheid lijm moet worden gedoseerd. Het aanbrengen van de gevelplaat vergt de nodige precisie. 317508135.doc dossier .......... - dd. ........ 8 Zichtbare bevestiging met blindklinknagels Bepaalde minimale en maximale randafstanden moeten worden gerespecteerd. Bij het boren van de gaten kan men gebruik maken van een sjabloon. De bekledingsplaat wordt bevestigd met een blindklinknagel met gekleurde kop. Het plaatsen van de blindklinknagels gebeurt met een electrische blindklinknagelmachine. De doorboring van het aluminium profiel moet loodrecht en centraal ten opzichte van de plaatperforaties gebeuren. De voorboring van het aluminium profiel wordt gerealiseerd met behulp van een speciale centreerboor. De blindklinknagels moeten loodrecht op het plaatoppervlak worden aangebracht. Het mondstuk van de blindklinknagelmachine mag de blindklinknagel niet beschadigen. De randafstand van het boorgat tot de rand van het aluminium profiel mag niet te klein zijn. Aluminium boorsnippers dienen te worden verwijderd door het boorgat uit te blazen, zodat ze niet tussen de plaat en het profiel geklemd geraken. Om dezelfde reden, worden de onderste blindklinknagels slechts bevestigd nadat alle boorsnippers zijn verwijderd door zachtjes op de plaat te kloppen. De bekledingsplaten worden bevestigd met vaste en vrije bevestigingspunten. Per plaat worden steeds twee naast elkaar gelegen vaste bevestigingspunten (F) voorzien. Alle andere voorgeboorde gaten zijn vrije bevestigingspunten om bewegingen van de plaat toe te laten (G). Twee vaste bevestigingspunten van één plaat mogen niet op hetzelfde profiel worden geplaatst. Twee vaste bevestigingspunten van naast elkaar gelegen platen mogen niet op hetzelfde profiel worden geplaatst om koppeling tussen de platen te vermijden. Indien dit niet mogelijk is bij smalle bekledingsplaten moet men het aluminium draagprofiel ontkoppelen. Voegafwerking De gevelplaten worden bevestigd met open voegen om vrije beweging van de plaat toe te laten. De verticale voegen kunnen worden zwart gemaakt met behulp van een zwarte zelfklevende plakband of een weersbestendige zwarte coating. De verticale voegen kunnen met decoratieve afdekprofielen in hout of aluminium worden afgewerkt. De horizontale voegen kunnen worden open gelaten. Indien gewenst kunnen de horizontale voegen afgewerkt worden met een zwart aluminium voegprofiel. Dit is vooral nuttig wanneer het achterliggende isolatiemateriaal moet worden beschermd tegen infiltratie van regen. Het gedeelte van het aluminium profiel dat achter de plaat zit, mag niet te dik zijn om spanningen te vermijden. Indien dit wel het geval is, moeten de vleugels van het profiel zo breed zijn dat de bevestiging van de plaat doorheen het voegprofiel gebeurt. Het horizontale voegprofiel is even breed als de plaat zodat de verticale voeg open blijft. Men kan tevens gebruik maken van decoratieve horizontale voegprofielen. ETERNIT nv/sa, Gevel - Façade Kuiermansstraat 1, B-1880 Kapelle-op-den-Bos Tel. 0032 15 717443 * Fax. 0032 15 717449 e-mail: [email protected] website: www.eternit.be RPR Brussel BTW BE 0466 059 066 Vanuit Nederland Tel. 0031 30 2368732 * Fax. 0031 30 2313375 e-mail: [email protected] website: www.eternit.nl 317508135.doc