Tegen terreur, voor een veilig Israel Israel bestrijdt momenteel de terreurorganisaties Hamas in de Gazastrook en Hezbollah in Zuid-Libanon. Beide gebieden waren gedurende lange periodes door Israel bezet, de Gazastrook van 1967 tot 2005, Zuid-Libanon van 1982 tot 2000. In beide gevallen was de Israelische bezetting het gevolg van Arabische agressie vanuit die gebieden tegen de Joodse staat. Met de terugtrekking van Israel uit de Gazastrook, vorig jaar zomer, en uit ZuidLibanon, in de zomer van 2000, werden alle argumenten verwijderd voor het vanuit die gebieden plegen van anti-Israelisch geweld. Zo gauw de Israeli’s waren vertrokken, werd in die gebieden echter nieuw anti-Israelisch geweld gepleegd of voorbereid. Zuid-Libanon werd met behulp van Iran en Syrië door de sji’itische Hezbollahbeweging omgebouwd tot een reusachtige militaire basis. Het doel daarvan werd steeds openlijk door Hezbollahleiders duidelijk gemaakt: bijdragen aan de vernietiging van de Joodse staat. De Gazastrook werd, eveneens met steun van Iran en Syrië, door Hamas en andere terreurorganisaties omgebouwd tot een bruggenhoofd voor terrorisme en raketaanvallen op Israelische burgerdoelen in de omgeving van de Strook. Het doel daarvan werd steeds openlijk door Hamasleiders duidelijk gemaakt: bijdragen aan de vernietiging van de Joodse staat. Hezbollah en Hamas hadden al lang moeten zijn ontwapend: Hamas op grond van de tussen de PLO en Israel gesloten Oslo-akkoorden van 1993-1995, Hezbollah op grond van het beginsel dat een soevereine staat, zoals Libanon, het monopolie dient te hebben op wapengeweld en buurlanden dient te vrijwaren van agressie vanaf zijn grondgebied. De ontmanteling van Hezbollah is bovendien door de VNVeiligheidsraad geëist, in resolutie 1559 van 2 september 2004. De Israelische acties van de afgelopen periode, zowel die in de Gazastrook als die in Libanon, werden ontketend na openlijke agressie tegen Israelische burgers en militairen. Maandenlang werden Israelische burgerdoelen vanuit de Gazastrook met Palestijnse raketten bestookt. Vervolgens pleegde Hamas een aanval op een legerpost op Israelisch grondgebied, waarbij niet alleen doden vielen, maar ook een Israelische militair werd ontvoerd. Sinds de Israelische terugtrekking uit Zuid-Libanon, in 2000, heeft Hezbollah met regelmaat raketaanvallen gepleegd op Israelische burgerdoelen in het grensgebied met Libanon en heeft de organisatie aanvallen uitgevoerd op Israelische militairen op Israelisch grondgebied. Op 12 juli voerde Hezbollah raket- en mortierbeschietingen uit op Israelische dorpen aan de grens met Libanon. Vrijwel tegelijkertijd drongen Hezbollahterroristen Israel binnen en vielen een militaire patrouille aan. Drie Israeli’s werden gedood en twee ontvoerd. Kort daarop kwamen nog eens vier Israeli’s om toen hun tank op een Hezbollahmijn reed. De Israelische tegenaanval in Libanon heeft niet alleen tot doel de ontvoerde Israeli’s te bevrijden, maar ook de terroristische infrastructuur van Hezbollah te vernietigen. Het bombarderen van havens, luchthavens, bruggen en wegverbindingen heeft tot doel de aanvoer van nieuw oorlogsmaterieel naar frontposities van Hezbollah onmogelijk te maken. Burgerdoelen worden ontzien, maar waar Hezbollah de burgerbevolking als menselijk schild gebruikt kan Israel niet verantwoordelijk worden gesteld voor burgerslachtoffers. Uiteraard dienen alle partijen burgers zoveel mogelijk te ontzien. Van Hamas en Hezbollah is bekend dat zij hun aanslagen en beschietingen zoveel mogelijk op Israelische burgers richten. Terrorisme leidt tot oorlog. Van Israel kan niet worden verlangd dat het blijft leven onder de effecten van terrorisme en de dreiging van totale vernietiging, zoals door Hezbollah en andere terreurorganisaties wordt aangekondigd. In dat verband vragen de organisaties van deze bijeenkomst de Nederlandse regering al het mogelijke te doen om de ontvoerde Israelische militairen vrij te krijgen en het terrorisme tegen Israel te helpen bestrijden. Op het Libanese front dient daartoe het gezag van de Libanese regering tot aan de grenzen van die staat te worden hersteld en dient het geweldsmonopolie in handen van diezelfde regering te komen. Gezien het klaarblijkelijke onvermogen aan de kant van de Libanese strijdkrachten om het eigen grondgebied te kunnen controleren, en het gebleken onvermogen van UNIFIL om Hezbollah-aanvallen op Israel te voorkomen, moet tot de mogelijkheden behoren om uit de huidige impasse te komen, dat de inzet van een buitenlandse troepenmacht met werkelijk overwicht, er voor zorgt dat de Libanese regering Hezbollah ontwapent en de grensbewaking ter hand neemt. Daarnaast moeten ook gegijzelde Israelische militairen worden vrijgelaten.