Verpleegplan Frans van der Linden

advertisement
Verslag leerdoel stage
Verpleegplan opstellen
Door:
Klas:
Stage:
Stagebegeleiders:
Docentbegeleider:
Nikita van Gilst (500636371)
2a2
Rembrandthof, kliniek A
Willemiek Buitink & Harald Oole
Margriet Dijkmans van Gunst
Inhoudsopgave
*Inleiding
Blz. 3
*Verpleegplan toegewezen patiënt
Blz. 4 t/m 16
*Verpleegplan na opnamegesprek
Blz. 17,18
*Gebruikte literatuur
Blz. 19
2
Inleiding
Voor mijn stage in leerjaar 2 heb ik gekozen voor een leerdoel gerelateerd aan het
schrijven van een verpleegplan. Ik heb hierbij de verplichte stagedoelen,
competenties en stageopdrachten betrokken. Ik ben tijdens het opstellen van mijn
stagewerkplan gekomen tot het volgende leerdoel gerelateerd aan het schrijven van
een verpleegplan:
‘Ik kan na 8 weken een verpleegplan opstellen voor één van mijn patiënten op mijn
afdeling.’
Tijdens mijn stage heb ik verschillende verpleegplannen geschreven. Ik heb
allereerst besproken met één van mijn stagebegeleiders, voor welke patiënt ik het
beste een verpleegplan kon schrijven en hoe ik dit vorm zou geven. Uiteindelijk
hebben we gezamenlijk voor één van de patiënten gekozen, waar ik tevens
persoonlijk begeleider van werd. We hebben er gezamenlijk voor gekozen dat ik
allereerst een uitgebreid verpleegplan zou schrijven aan de hand van deze patiënt,
zoals geleerd op school. Deze is in dit verslag allereerst te vinden. Hierin heb ik
interventies verwerkt zoals deze op de afdeling gehanteerd zouden kunnen worden
Ik heb het verpleegplan van deze patiënt opgesteld aan de hand van een anamnese
gesprek met deze patiënt. Daarnaast heb ik wat informatie uit het dossier van de
patiënt opgezocht om een zo uitgebreid en zo duidelijk mogelijk verpleegplan op te
stellen, die tevens recent is en dus gebruikt zou kunnen worden op de afdeling.
Naast het beschreven verpleegplan bevat dit verslag ook een verpleegplan, die ik
door middel van een opnamegesprek, opgesteld heb. Dit verpleegplan is kort
beschreven zoals dit op mijn stageplek zou gebeuren.
3
Verpleegplan toegewezen patiënt
Het uitgebreide verpleegplan
Uitwerking, hoe schrijf ik een verpleegplan?
Tijdens de lessen klinisch redeneren in jaar 1 en vanuit het boek: Hesselink J. Zo
maak je een verpleegplan. Groningen/houten: Noordhoff Uitgevers: 2010. Heb ik een
bepaalde structuur aangeleerd gekregen, over hoe ik een verpleegplan maak. De
structuur houdt in het kort als volgt in dat ik de volgende stappen maak bij het
opstellen van een verpleegplan:
- Tijdens een anamnese gesprek en door middel van achtergrond informatie
win ik informatie, die ik indeel in de 11 functionele gezondheidspatronen.
- Ik haal de belangrijkste informatie uit de functionele gezondheidspatronen
en deel deze in, onder 3 clusters (deze clusters kunnen vallen onder:
psychische problemen, lichamelijke problemen of sociale problemen).
- Onder de 3 cluster formuleer ik aan de hand van de gevonden informatie, 6
verschillende hypothetische PES’en (met behulp van NANDA =carpenito).
- Ik toets de 6 verschillende PES’en en kom tot de 2 beste hypothetische
PES’en.
- Uit de PES’en kies ik de PES die het belangrijkste is voor dat moment en
kom zo tot een definitieve verpleegkundige diagnose.
- Ik bekijk de prognostische variabelen (ziekte, leefstijl/motivatie, omgeving
en hulpmiddelen)
- Ik geef aan tot welke resultaatsklasse ik mijn doel laat behoren.
- Ik formuleer een beoogd resultaat oftewel een doel, die ik stel aan de hand
van mijn PES’en. Mijn beoogd resultaat is RUMBA geformuleerd. Ook
neem ik de prognostische variabelen en de resultaatsklasse in mijn beoogd
resultaat mee.
- Aan de hand van mijn beoogde resultaat zoek ik drie hypothetische
interventies (via NIC).
- Ik kies mijn definitieve interventie en ik formuleer hierbij de activiteiten die
uitgevoerd moeten worden (NOC).
4
Casus patiënt
Dhr van der Linden is een 37-jarige man redelijk verzorgde man gediagnosticeerd
met schizofrenie, paranoïde type. Ook is er bij dhr zwakbegaafdheid vastgesteld,
waarbij dhr een IQ zou hebben tussen de 66-74. Dhr is meermalen opgenomen
geweest door een psychotisch toestandsbeeld. Dhr is bekent met middelengebruik
en het staken van zijn medicatie, hierop is dhr al een aantal keer gedecompenseerd.
Dhr woonde voor opname op zichzelf met zijn eg. Eg is ook gediagnosticeerd met
schizofrenie, dhr heeft eg ontmoet in de kliniek. Dhr werd voor opname nog wel met
enige regelmaat door zijn ambulant behandelaar gezien. Dhr werkte voor opname bij
een schoonmaak bedrijf en regelde zelf zijn financiën. Dhr is opgenomen doordat dhr
zijn CV-ketel onklaar had gemaakt en erg psychotisch was. Dhr heeft allerlei
paranoïde wanen omtrent zijn (stief)vader, die hem bijv. zou bespieden met
camera’s. Ook bestaat het vermoeden dat dhr wanen heeft omtrent de bijwerkingen
van zijn medicatie. Dhr heeft weinig contact met zijn familie, zijn opa en oma komen
heel af en toe op bezoek. Ook zijn eg bezoekt dhr dagelijks. Vrienden heeft dhr
vooral in de kliniek, dhr geeft in gesprekken aan hier veel steun aan te hebben, net
als de steun die dhr krijgt van eg. Dhr is nu twee en een halve maand opgenomen.
Er is net naar voren gekomen dat dhr veel schulden heeft. Dit komt doordat dhr zijn
financiën niet meer kon regelen tijdens opname. Een sociaal raadsvrouw van de
Rembrandthof bemoeit zich hiermee. Dhr heeft veel stress van de schulden en dit
werkt niet mee in dhr zijn herstel. Betrekt daarnaast de schulden in zijn psychose.
Wilt het liefst ook geen hulp bij het oplossen van zijn schulden, dhr heeft het gevoel
dat de sociaal raadsvrouw niet te vertrouwen is. Dhr is nauwelijks te stimuleren tot
het deelnemen aan activiteiten op de kliniek, dhr geeft hier als reden voor dat de
activiteiten niks voor hem zijn en hij weinig energie heeft. Wel neemt dhr zijn
medicatie vrijwel altijd in. Dhr geeft in gesprekken aan, de ene keer te weten dat dhr
schizofreen is en het volgende moment is er niks aan de hand, zou dhr hoogbegaafd
zijn en hoort dhr geen stemmen meer.
Ik spreek dhr aan de hand van een aantal vragen die ik hem stel, tijdens een
verpleegkundige anamnese. Ik wil een nieuw, verbeterd verpleegplan samenstellen
met de aanwezige problemen.
Informatie vanuit anamnese en achtergrond informatie ingedeeld in de
functionele gezondheidspatronen
1. Gezondheidsbeleving en instandhouding
- Dhr is zwakbegaafd, IQ 66-74.
- Dhr ziet er redelijk tot goed verzorgd uit voor dhr zijn kalenderleeftijd (37
jaar).
- Dhr is bekend met drugsgebruik en onthouding van medicatie.
- Dhr gebruikt op de kliniek medicatie en neemt deze vrijwel altijd in.
- Dhr rookt veel, zegt zo’n pakje per dag te roken, wel wanneer dhr hier geld
voor heeft.
- Dhr heeft voor opname een tijd lang redelijk kunnen functioneren. Dhr had
een baan, een eigen huis en regelde zelf zijn financiën.
5
-
Werd wel met enige regelmaat gezien door zijn sturend behandelaar en
slikte nog medicatie.
Dhr zegt geen stemmen meer te horen maar uit zich nog wel psychotisch.
Dhr heeft nauwelijks ziektebesef.
Dhr kan achterdochtig zijn richting patiënten, vpk en vrienden/familie.
2. Voeding en stofwisselingspatroon
- Dhr oogt wat aan de magere kant.
- Dhr ontbijt vaak niet maar, dhr verteld dat dhr nooit trek heeft in de
ochtend. Dhr zegt overdag wel genoeg te eten om de dag door te kunnen
komen.
3. Uitscheidingspatroon
- Dhr zegt af en toe last te hebben van obstipatie. Dhr zou per week maar
één à twee keer naar het toilet gaan.Dhr heeft hierbij af en toe last van
harde ontlasting.
4. Activiteitenpatroon
- Dhr is bekend met te kort aan zelfzorg in het huishouden.
Dhr verwaarloosde voor opname zijn huis en heeft zijn cv-ketel onklaar
gemaakt, werd na dit incident opgenomen in de rembrandthof.
- Dhr kijkt op de afdeling tv, belt veel met eg en rookt veel.
Dhr deelt vrijwel niet mee aan het dagprogramma, zegt dat dit activiteiten
zijn die niks voor hem zijn en hier geen energie voor te hebben. Dhr kan
dan vaak nauwelijks gemotiveerd worden tot activiteiten.
- Dhr heeft voor opname een baan gehad als schoonmaker, dhr wilt dit bij
thuiskomst weer oppakken.
- Dhr is veel bezig met zijn financiën, heeft veel financiële problemen.
- Dhr heeft veel contact met eg, ook het contact met vrienden in de kliniek is
redelijk aanwezig geeft dhr aan. Naast vrienden en eg, heeft dhr weinig
contact met familie. Alleen dhr zijn opa en oma komen heel af en toe op
bezoek.
5. Slaap-rustpatroon
- Dhr is bekend met een verstoord dag/nachtritme. Dhr slikt hiervoor
rustgevende/slaap medicatie en kan hier gesedeerd op reageren.
- Dhr slaapt door de medicatie ’s nachts redelijk, zegt af en toe wakker te
zijn en dan een sigaretje te roken, vertrekt daarna vaak weer naar bed.
- Dhr zegt overdag ook wel eens te rusten wanneer het dhr allemaal even te
veel wordt. Voelt zich soms erg vermoeid en kan dan neigen naar een dag
op bed liggen.
6. Cognitie en waarnemingspatroon
- Dhr is bekend met schizofrenie.
- Dhr is zwakbegaafd, IQ 66-74.
- Dhr zegt geen stemmen meer te horen.
- Dhr is onveranderd psychotisch, heeft paranoïde type wanen.
- Dhr uit zich psychotisch door aan te geven dat hij bespiedt wordt door zijn
(stief)vader met camera’s. Ziet rekeningen aan voor neprekeningen die zijn
(stief)vader zou versturen en verscheurt deze rekeningen waardoor
6
-
rekeningen niet betaald zijn en dhr nu last heeft van schulden.
Dhr denkt dat hij hoogbegaafd is.
Dhr kan achterdochtig zijn richting patiënten, vpk en vrienden/familie.
7. Zelfbelevingspatroon
- Dhr geeft aan niet psychotisch te zijn, geen stemmen meer te horen.
- Dhr heeft nauwelijks ziektebesef.
8. Rollen- en relatiepatroon
- Dhr heeft nauwelijks contact met zijn zus, vader, stiefvader en moeder.
- Dhr krijgt af en toe bezoek van zijn opa en oma, geeft aan dat de relatie
tussen hen goed is.
- Dhr is getrouwd.
- Dhr zijn eg bezoekt dhr dagelijks.
- De eg van dhr is bekend met psychoses en ook meerdere malen
opgenomen.
9. Seksualiteit en voortplantingspatroon
- Dhr is getrouwd.
- Dhr maakt zich zorgen om zijn seksleven, dit zou komen vanwege de
medicatie. Dhr geeft aan dat zijn ‘gevoel’ weg is bij het slikken van
bepaalde medicatie.
10. Stressverwerkingspatroon
- Dhr geeft aan dat dhr soms de prikkels van patiënten en vpk niet kan
hendelen. Dhr neemt dan zelf de beslissing om een rustmoment op zijn
kamer te nemen.
- Dhr vindt het lastig lang opgenomen te zijn, wil graag voor zichzelf zorgen.
Ook hiervoor heeft dhr af en toe last van stress.
- Dhr heeft veel stress omtrent schulden. Dhr heeft altijd zelf zijn financiën
geregeld en dit ging altijd goed. Dhr geeft aan hier boos over te zijn op eg,
deze zou oorzaak zijn van de schulden. Voelt zich hopeloos over de
situatie, heeft er voor zijn gevoel geen grip meer op en dit wel altijd gehad.
11. Waarde en levensovertuiging
- Dhr geeft aan niet gelovig te zijn en hier ook geen behoefte aan te hebben.
De gemarkeerde informatie in de FGP’s vind ik op dit moment de belangrijkste
informatie, deze informatie zal ik vooral meenemen in het opstellen van de rest van
mijn verpleegplan.
Informatie verwerken in zes verschillende hypothetische PES’en,
onderverdeeld in 3 clusters
Met behulp van de informatie, die ik op dit moment het belangrijkste vind voor dit
verpleegplan, ben ik tot de volgende clusters gekomen.
Cognitie (psychisch)
3 clusters:
Maatschappij (sociaal)
7
Lichamelijke gesteldheid (lichamelijk)
Cognitie
Ik heb voor dit cluster gekozen omdat ik denk dat de oorzaak van de problemen
vooral ligt bij disfunctie van de cognitie.
Dhr is bijvoorbeeld schizofreen en zit al geruime tijd in een psychose. Hiervoor is dhr
nu opgenomen op kliniek A. Ook heeft dhr af en toe het idee, hoogbegaafd te zijn en
is er nauwelijks ziektebesef.
Ik denk dat de rest van de problemen die dhr op dit moment ervaart terug te
herleiden is naar de disfunctie van de cognitie.
Maatschappij
Ik heb voor dit cluster gekozen omdat dhr problemen ervaart omtrent de
maatschappij. Dhr heeft op de kliniek weinig zin in activiteit en onderneemt daardoor
op een dag in de kliniek weinig. Ook heeft dhr schulden wat dhr veel stress oplevert.
Dhr heeft bij de schulden het gevoel dat dhr niet terug kan komen in de
maatschappij, dhr ziet het omtrent de schulden soms even niet zitten. Wel heeft dhr
goed contact met eg, opa&oma en zijn vrienden in de kliniek.
Lichamelijke gesteldheid
Ik heb voor dit cluster gekozen omdat dhr aangeeft last te hebben van een aantal
lichamelijke klachten. Dhr geeft aan last te hebben van obstipatie. Dhr heeft het idee
dat dit komt door de medicatie, die dhr op dit moment slikt. Daarnaast geeft dhr aan
zich zorgen te maken over zijn seksleven. Dhr geeft aan ‘geen gevoel’ meer te
hebben en heeft het idee dat dit te maken heeft met de medicatie die dhr slikt.
PES’en cognitie
P:
Chronische verwardheid
E:
* Schizofrenie, paranoïde type
S:
* Onvermogen tot het oplossen van de financiële problemen
* Is achterdochtig richting vpk, patiënten en familie/vrienden
* Heeft paranoïde wanen omtrent schulden en (stief)vader
* Ervaart stress omtrent opname, financiële problemen en drukte.
* Dhr geeft aan soms overprikkeld te zijn
* Praat onsamenhangend
* Heeft weinig energie voor activiteiten op de kliniek
* Dhr slikt voor verstoord dag/nachtritme medicatie, slapen ’s nachts gaat nu
beter
P:
E:
Verstoorde denkprocessen
*Schizofrenie, paranoïde type
*Onthouding medicatie gezorgd voor nieuwe psychose
S:
* Heeft paranoïde wanen omtrent schulden en (stief)vader
* Is achterdochtig richting vpk, patiënten en familie/vrienden
* Ervaart stress omtrent opname, financiële problemen en drukte
* Dhr geeft aan soms overprikkeld te zijn
PES’en maatschappij
P:
Gebrek aan afleiding
E:
*Dhr zegt dat de activiteiten op de afdeling niks voor hem zijn, en geeft aan
8
S:
P:
E:
S:
hier geen energie voor te hebben
*Mogelijk een niet stimulerende omgeving. Vooral de patiënten om dhr heen
kunnen er mogelijk voor zorgen dat dhr gedemotiveerd wordt om deel te
nemen aan het dagprogramma.
*Veranderingen omtrent: financiën, omgeving (vanwege opname) en
zelfcontrole.
*Heeft vaak geen zin om aan activiteiten deel te nemen
*Dhr is rusteloos in de stress die dhr ervaart, is veel bezig met problemen
omtrent financiën
*Dhr voelt zich hopeloos omtrent financiën
Zelfzorgtekort:huishouden
*Schizofrenie
*Dhr heeft financiële problemen, kan deze problemen niet zelf meer oplossen
*Dhr is bekent geweest met stoppen van medicatie
*Dhr is bekent geweest met verwaarlozing van eigen huis
PES’en lichamelijke gesteldheid
P:
Obstipatie
E:
*Mogelijk als bijwerking door medicatie gebruik tegen schizofrenie
*Mogelijk door stress omtrent financiële situatie
*Mogelijk door gebrek aan lichaamsbeweging
*Mogelijk geen obstipatie maar waanidee bij bijwerkingen gebruik medicatie
S:
*Dhr geeft aan één à twee keer per week naar het toilet te gaan
*Dhr geeft aan af en toe last te hebben van harde ontlasting
P:
E:
S:
Veranderd seksueel functioneren
*Mogelijk door medicatie gebruik
*Mogelijk door stress omtrent financiële situatie
*Mogelijk geen veranderd seksueel functioneren maar waanidee bij
bijwerkingen medicatie
*Dhr maakt zich zorgen om zijn seksleven, dit zou komen vanwege de
medicatie.
*Dhr geeft aan dat zijn ‘gevoel’ weg is bij het slikken van bepaalde medicatie.
De twee voorlopige hypothetische diagnoses na toetsing
Ik ben allereerst gaan kijken naar twee hypothetische diagnoses die erg op elkaar
leken. Dit waren de hypothetische diagnoses behorende tot het cluster cognitie. Door
de definitie van beide diagnoses vanuit carpenito te vergelijken, ben ik gaan kijken
welke van deze twee definities het beste past bij mijn casus.
Carpenito zegt het volgende over de diagnose chronische verwardheid:
‘Onomkeerbare, al lang bestaande en/of toenemende verstandelijke achteruitgang
en persoonlijkheidsverandering.’
Carpenito zegt het volgende over de diagnose verstoorde denkprocessen:
‘Ontregeling van mentale activiteiten zoals nadenken, realiteitsoriëntatie, probleem
oplossen, oordelen en begrijpen waardoor zelfhandhaving problematisch is.’
Beide definities kloppen ten aanzien van mijn casus. Toch heb ik uiteindelijk gekozen
voor chronische verwardheid, omdat dhr gediagnosticeerd is met schizofrenie en dit
onomkeerbare gevolgen met zich meebrengt. Daarentegen past ook meer informatie
9
tot de diagnose chronische verwardheid, wanneer je dit vergelijkt met verstoorde
denkprocessen. Omdat ik denk dat de chronische verwardheid een belangrijke
diagnose is, is dit mijn eerste hypothetische diagnose van de twee diagnoses die ik
zal gaan kiezen.
Omdat dhr zijn lichamelijke klachten voort kunnen komen door bijv. bijwerkingen van
de medicatie vind ik de lichamelijke klachten minder belangrijk. Dit is iets waar vooral
actie op ondernomen moet worden vanuit de arts. Ook denk ik dat de klachten
eventueel voort kunnen komen uit de stress en dus samengevoegd kunnen worden
met één van de andere hypothetische verpleegkundige diagnoses. Ten slotte is niet
met zekerheid vastgesteld of dhr daadwerkelijk last heeft van lichamelijke klachten,
omdat dit eventueel voort zou kunnen komen uit een waanidee. Hierdoor heb ik
ervoor gekozen dat de diagnoses obstipatie en veranderd seksueel functioneren niet
tot de twee hypothetische diagnoses behoren omdat deze samengevoegd kunnen
worden met een andere diagnose.
Nu blijven de diagnoses van het cluster maatschappij nog over. Ik ben bij de keuze
tussen deze twee diagnoses allereerst gaan kijken of de definitie volgens carpenito
overeen komt met mijn casus.
Carpenito zegt het volgende over de diagnose gebrek aan afleiding:
‘Verminderde prikkeling door of verminderde belangstelling voor vrijetijdsbesteding.’
Carpenito zegt het volgende over de diagnose zelfzorgtekort huishouden:
‘Minder goed in staat zijn om bepaalde activiteiten uit te voeren of om van bepaalde
diensten gebruik te maken die essentieel zijn voor het in goede banen leiden van de
huishouding.’
Beide beschrijvingen passen bij mijn casus. Wanneer ik ga beredeneren bedenk ik
mij dat het zou kunnen zijn dat de financiële problemen ook een oorzaak kunnen zijn
van het verminderd gemotiveerd zijn tot het deelnemen aan activiteiten. Daarom
denk ik dat de eerst het probleem zelfzorgtekort huishouden opgelost, of gedeeltelijk
opgelost moet worden, voordat je er echt voor kan zorgen dat het probleem gebrek
aan afleiding opgelost kan worden. Daarom heb ik ervoor gekozen dat het probleem
zelfzorgtekort huishouden, gaat behoren tot de twee diagnoses waarmee ik verder
wil gaan in dit verpleegplan.
De twee definitieve hypothetische diagnoses die ik gekozen heb zijn dus de volgende
twee:
P:
Chronische verwardheid
E:
* Schizofrenie, paranoïde type
S:
* Onvermogen tot het oplossen van de financiële problemen
* Is achterdochtig richting vpk, patiënten en familie/vrienden
* Heeft paranoïde wanen omtrent schulden en (stief)vader
* Ervaart stress omtrent opname, financiële problemen en drukte.
* Dhr geeft aan soms overprikkeld te zijn
* Praat onsamenhangend
* Heeft weinig energie voor activiteiten op de kliniek
* Dhr slikt voor verstoord dag/nachtritme medicatie, slapen ’s nachts gaat nu
beter
10
P:
E:
S:
Zelfzorgtekort:huishouden
*Schizofrenie
*Dhr heeft financiële problemen, kan deze problemen niet zelf meer oplossen
*Dhr is bekent geweest met stoppen van medicatie
*Dhr is bekent geweest met verwaarlozing van eigen huis
Definitieve verpleegkundige diagnose
Ik ga aan de hand van vergelijking van de twee gekozen hypothetische diagnoses
kiezen voor een definitieve verpleegkundige diagnose. Deze verpleegkundige
diagnose zal ik, wanneer mogelijk, samenvoegen met eventueel nog meer informatie
uit mijn andere diagnoses. Ik zal met deze diagnose verder gaan in dit verpleegplan.
Ik ga kijken naar welke verschijnselen er precies in carpenito staan en of deze
overeen komen met de casus. Zo kan ik mijn definitieve diagnose beter bepalen
omdat ik de diagnoses zo goed met elkaar kan vergelijken.
HD Chronische
Vaak/altijd
verwardheid
S Geheugenverlies
S Verlies van
tijdsbesef
S Onvermogen om
keuzes te maken,
beslissing
S Onvermogen tot
X
probleem oplossen,
redeneren
S Achteruitgang in
taalvaardigheid
S Slecht
beoordelingsvermogen
S Gevoelsarmoede
S Verminderde
driftremming
S Verlies van tact,
beheersing van
humeur
S Verlies van
herkenningsvermogen
S Toegenomen in
zichzelf verdiept zijn
S Psychotische
X
kenmerken
S Antisociaal gedrag
S Verlies van
energiereserves
S Verlies van algehele
vermogen te plannen
S Verminderd
vermogen om doelen
Regelmatig/vaak
Niet/onbekend
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X (soms)
X
X
X
11
te stellen, te plannen
S Doelbewust
afdwalen
S Gewelddadig,
opgewonden of
angstig gedrag
S Doelloos gedrag
S Terugtrek- of
verminderd gedrag
S Dwangmatig gedrag
HD zelfzorgtekort Vaak/altijd
huishouden
S Moeite met
telefoneren
S Moeite met
wassen,strijken
S Moeite met
maaltijden bereiden
S Moeite met geld
X
omgaan
S Moeite met
boodschappen
doen
S Moeite met
medicijngebruik
X
X
X
X
X
Regelmatig/vaak
Niet/onbekend
X
X
X
X
X (soms)
Door te kijken naar de verschijnselen beschreven in Carpenito en mijn casus, kan ik
opmaken dat er veel meer verschijnselen zijn die overheen komen met de
verpleegkundige diagnose chronische verwardheid. Mijn definitieve verpleegkundige
diagnose is dan ook chronische verwardheid. Ik denk dat dit de beste diagnose is
omdat dit het hoofd probleem is, waar veel diagnoses weer door worden veroorzaakt.
Zo zijn de financiële problemen, geschikt onder het probleem zelfzorgtekort
huishouden veroorzaakt door de chronische verwardheid. Ook kunnen de
lichamelijke klachten die dhr ervaart voort komen uit de verwardheid, omdat dhr
medicatie slikt die mogelijk zorgt voor bijwerkingen in de vorm van de lichamelijke
klachten. Ten slotte kan de diagnose gebrek aan afleiding, veroorzaakt worden door
de stress en prikkels die dhr ervaart. Ook kan het energieverlies, behorende tot de
chronische verwardheid er voor zorgen dat dhr geen motivatie kan vinden tot het
deel kunnen nemen aan de activiteiten.
Mijn definitieve diagnose voor dit verpleegplan is dus het volgende:
P:
Chronische verwardheid
E:
* Schizofrenie, paranoïde type
S:
 Mogelijk verergert door de stress die dhr ervaart omtrent financiële
problemen
* Onvermogen tot het oplossen van de financiële problemen
* Is achterdochtig richting vpk, patiënten en familie/vrienden
* Heeft paranoïde wanen omtrent schulden en (stief)vader
12
* Ervaart stress omtrent opname, financiële problemen en drukte
* Dhr geeft aan soms overprikkeld te zijn
* Praat onsamenhangend
* Heeft weinig energie voor activiteiten op de kliniek
* Dhr slikt voor verstoord dag/nachtritme medicatie, slapen ’s nachts gaat nu
beter
Prognostische variabelen
Ik ga bij de prognostische variabelen bekijken welke knelpunten er kunnen zijn bij het
behalen van een bepaald beoogd resultaat. Ik ga per variabel beschrijven wat ik aan
informatie omtrent dit onderwerp weet vanuit mijn casus. Zo kan ik mijn beoogd
resultaat beter formuleren omdat ik zo een idee heb, waar aan gewerkt moet worden
en waar dus aandacht aan besteedt moet worden
Ziekte, stoornis, beperking, participatieprobleem
Dhr is gediagnosticeerd met schizofrenie. Dhr heeft hierin nauwelijks ziekte inzicht
maar is op dit moment ten aanzien van de medicatie inname redelijk trouw. Is in het
verleden wel bekend geweest met middelengebruik en onthouding van medicatie.
Dhr woonde voor opname nog op zichzelf met zijn echtgenote. Werkte toen en
regelde zelf de financiën. Is wel al meerdere malen opgenomen geweest, door de
onthouding van medicatie en middelengebruik. Ook heeft dhr nu veel schulden en
het lukt dhr niet om dit zelf op te lossen. Heeft hier hulp bij nodig, maar vertrouwd
hierin vrijwel niemand, kan dan erg achterdochtig zijn. Ten slotte deelt dhr op dit
moment nauwelijks mee aan activiteiten, dhr lijkt hier nu geen motivatie voor te
hebben.
Gezondheidsrisico’s
Dhr is schizofreen en heeft daardoor last gehad van verschillende psychoses. Deze
psychoses zijn van een paranoïde type. Is achterdochtig naar vpk, patiënten en
familie/vrienden. Ook kan dhr wanen hebben omtrent medicatie, waardoor er een
risico is dat dhr zijn medicatie niet zal slikken. Dit doet dhr tijdens opname nu vrijwel
altijd. Paranoïde wanen kunnen van een gevaarlijk type zijn. Zo is de reden van
opname nu dat dhr zijn CV-ketel onklaar gemaakt had. Zorgt dan voor gevaar voor
zichzelf en omgeving.
Omgevingsinvloeden
Dhr heeft nauwelijks contact met familie. Dhr heeft veel contact met eg, die dagelijks
langs komt. Eg is ook gediagnosticeerd met schizofrenie, en is ook vaak opgenomen
geweest. Dhr en eg lijken elkaar soms te versterken in psychose, dit lijkt soms een
negatieve invloed te hebben op opname van dhr. Dhr heeft vooral vrienden in de
kliniek, hier heeft dhr goed contact mee. Dhr zal alleen meestal niet positief
beïnvloedt worden door de vrienden aanwezig in de kliniek.
Hulpbronnen
Dhr heeft is op dit moment opgenomen op kliniek A.
Heeft hier alle hulp van psychiater, artsen en verpleegkundigen. Dhr wordt ingesteld
op medicatie, welke hem elke dag aangeboden wordt, daarnaast zal er bij dhr
geprobeerd worden hem te stimuleren in het deelnemen aan een dagprogramma
voor afleiding. Ook is sinds kort een sociaal raadsvrouw met dhr bezig om te kijken
naar dhr zijn financiën. Dhr is bekend met het feit dat dhr niet graag hulp aanvaard.
13
De resultaatsklasse
Voor de definitieve diagnose chronische verwardheid kies ik voor de
resultaatsklasse: stabiliseren van het gezondheidsprobleem. Dit vanwege het feit dat
bij de prognostische variabelen er toch een aantal negatieve punten naar voren zijn
gekomen. Vooral de psychische stoornis schizofrenie, zal een negatieve invloed
hebben op een beoogd resultaat. Daarom lijkt het mij het beste om mijn beoogd
resultaat te formuleren aan de hand van de resultaatsklasse stabiliseren van het
gezondheidsprobleem. Dit moet haalbaar kunnen zijn.
Beoogd resultaat vaststellen
Bij het verpleegprobleem van mijn casus stel ik het volgende beoogd resultaat:
‘Dhr stabiliseert tijdens opname op kliniek A in zijn psychose.’
Het beoogde resultaat is geheel RUMBA:
R: relevant  Ja
U: begrijpelijk  Ja
M: meetbaar Ja
B: gedrag  Ja
A: haalbaar  Ja
Ik heb voor dit beoogd resultaat gekozen omdat dit zal zorgen voor het misschien
oplossen van ook andere problemen die bij dhr spelen. Ook past het beoogd
resultaat bij de verpleegkundige diagnose die ik gesteld heb. Zo zal de chronische
verwardheid stabiliseren en zullen er andere problemen omtrent bijv. stress om
financiën in remissie komen.
Ook is mijn beoogd resultaat geformuleerd aan de hand van de resultaatsklasse die
ik gesteld heb. Mijn resultaatsklasse is het stabiliseren van het
gezondheidsprobleem, zo is mijn beoogd resultaat ook geformuleerd.
Drie hypothetische interventies
Ik ben door te kijken naar de definities van de verschillende interventies gekomen tot
de volgende drie hypothetische interventies:
Interventie: Regulering van de stemming
Definitie: Zorg dragen voor de veiligheid, het stabiliseren, het herstel en het blijvend
herstel van een patiënt die in een disfunctionele, een depressieve of een eufore
stemming verkeert.
Domein: Gedrag
Klasse: R Ondersteunen bij probleemhantering
 Dit zou een passende interventie zijn bij mijn casus. Het kan ervoor zorgen dat de
stress omtrent de financiën minder worden, de stemming beter wordt en dhr meer
afleiding zoekt.
Ook kan door de regulering van de stemming een beter resultaat geboekt worden ten
aanzien van mijn beoogd resultaat.
Door de stemming te verbeteren, zul je er uiteindelijk voor zorgen dat dhr stabiliseert
in zijn psychose, omdat de rest ook stabiel is.
14
Interventie: Activiteiten begeleiding
Definitie: Voorschrijven van en helpen bij specifieke lichamelijke, cognitieve, sociale
en spirituele bezigheden om de activiteiten van de patiënt in verscheidenheid,
frequentie of duur te doen toenemen
Domein: Gedrag
Klasse: O Gedragstherapie
 Omdat dhr weinig activiteiten onderneemt, die hem kunnen afleiden, is het
misschien goed om te kijken naar de regulering van de energie. Door een mooie
dagplanning te maken, kan dhr toch activiteiten ondernemen, die hem zullen
afleiden. Hierop moet dhr wel gestimuleerd worden.
Interventie:Ondersteuning bij besluitvorming
Definitie: Informatie verstrekken aan en ondersteunen van de patiënt die een besluit
moet nemen over de zorg/behandeling
Domein: Gedrag & Gezondheidszorgstelsel
Klasse: R Ondersteunen bij probleemhantering & Y Bemiddeling in
zorgvoorzieningen
 Omdat dhr veel financiële problemen heeft, en de sociaal raadsvrouw niet
vertrouwd, kan de vpk dhr ondersteuning bieden bij besluiten omtrent de hulp bij de
financiën.
Definitieve interventie
Gezien de definities van de interventies, is de interventie regulering van de stemming
het meest passend bij mijn casus. Ik denk dat het er vooral mee te maken heeft dat
deze interventie het meest algemeen is en je dus met deze interventie, aan
verschillende activiteiten, veel kanten op kan. Mijn definitieve interventie is dus:
Interventie: Regulering van de stemming
Definitie: Zorg dragen voor de veiligheid, het stabiliseren, het herstel en het blijvend
herstel van een patiënt die in een disfunctionele, een depressieve of een eufore
stemming verkeert.
Domein: Gedrag
Klasse: R Ondersteunen bij probleemhantering
 Dit zou een passende interventie zijn bij mijn casus. Het kan ervoor zorgen dat de
stress omtrent de financiën minder worden, de stemming beter wordt en dhr meer
afleiding zoekt.
Ook voldoet deze interventie aan de volgende beoordelingscriteria:
- Past bij beoogd resultaat (In deze interventie staat het stabiliseren centraal net
als dit bij mijn beoogd resultaat centraal staat, of de patiënt herstelt is de
vraag, misschien op zijn eigen manier)
- Past bij het probleem (Het gaat hier om de stemming die door chronische
verwardheid naar voren gekomen is)
- Past bij de patiënt (Het is van belang dat dit voor patiënt, stabiliseert.
-
Dit zal patiënt rust bieden en zo zullen andere problemen ook eerder opgelost
kunnen worden)
De interventie is haalbaar (stabilisatie zeker wel, of de patiënt zal hertellen is
de vraag, wanneer patiënt herstelt is dit op eigen manier en op therapeutische
basis.)
15
Bij de interventie Regulering van de stemming, moeten de volgende activiteiten
nagestreefd worden:
- Vpk stimuleert dhr tot het deelnemen aan activiteiten
- Vpk reguleert dhr zijn wanen
- Vpk observeert en rapporteert de gedragingen van dhr
- Vpk ondersteunt dhr bij zijn financiële problemen
- Vpk bewaakt en bevordert de therapietrouw van dhr
- Vpk bewaakt de 30 min vrijheden in de binnentuin van dhr
- Vpk geeft dhr psycho-educatie over medicatie en schizofrenie
- Vpk stimuleert dhr tot sociale interactie
- Vpk controleert de bijwerkingen van de medicatie van dhr
Verpleegplan na opnamegesprek
16
Aan de hand van een opnamegesprek heb ik een verpleegplan opgesteld, die op
mijn stage ook is gehanteerd. Op mijn stage gaat het maken van een verpleegplan
op een versnelde manier, waardoor er ook punten, geleerd uit boeken en op school,
niet naar voren komen in mijn verpleegplan. Zo is er op mijn stage, in het systeem,
geen duidelijk verschil tussen interventies en activiteiten.
Situatie
Jonge patiënt komt binnen op kliniek A. Is bekend met eerdere ernstige suïcidale
pogingen. Is ernstig suïcidaal ingeschat. Dhr geeft aan dat hij op dit moment erg in
de put zit, heeft geen vaste verblijfplaats, heeft schulden en lichamelijke problemen
waardoor dhr niet kan werken. Heeft weinig sociale contacten, alleen met broers en
oma. Wilt rust in zijn hoofd en gaat akkoord met opname. Dhr is voorheen
gediagnosticeerd met een psychose, met als hoofdoorzaak middelengebruik. Dhr
zegt nu af en toe stemmen te horen, deze zouden dhr vooral de opdracht geven tot
het plegen van suïcide.
Verpleegplan
PES
P:
E:
S:
Dhr is suïcidaal.
*Mogelijk door geen huisvesting
*Mogelijk door financiële problemen
*Staken medicatie
*Staken alcoholgebruik (2 maanden geleden)
*Sociaal isolement
*Mogelijk door lichamelijke klachten
*Hoort stemmen die opdracht geven tot suïcide
*Dhr geeft aan somber te zijn.
*Dhr heeft suïcidale gedachten.
Resultaatsklasse:
Stabilisatie. Ik denk dat het niet mogelijk is om dhr geheel te genezen, vooral
vanwege verleden. Wel kunnen er door verschillende interventies toe te passen,
dingen verbeteren in het leven van de patiënt waardoor dhr zou kunnen stabiliseren.
Beoogd resultaat/doel:
Dhr tijdens opname op kliniek A stabiliseren en veiligheid bieden.
Bijbehorende Interventies/activiteiten:
- Vpk schakelt sociaal raadvrouw in, die moet gaan kijken naar financiële
situatie en kan dhr hier eventueel verder mee helpen.
- Vpk biedt dhr voorgeschreven medicatie aan en motiveert dhr tot het
innemen van de voorgeschreven medicatie
- Vpk activeert dhr tot contact opnemen met familie & vrienden.
- Vpk zoekt dhr elke dag op voor een één op één gesprekje tussen vpk en
dhr over o.a. gedachten van dhr.
- Vpk beperkt de vrijheden voorlopig van dhr. Vpk evalueert dit elke week
met arts.
- Vpk biedt dhr structuur op de afdeling.
- Vpk motiveert dhr tot het volgen van het dagprogramma.
17
Gebruikte literatuur
De literatuur die ik gebruikt heb bij het maken van een verpleegplan is:
1. Carpenito-Moyet LJ. Zakboek verpleegkundige diagnosen. Groningen/Houten:
Noordhoff Uitgevers; 2008.
2. Bulechek GM, Butcher HK, McCloskey Dochterman J. Verpleegkundige
Interventies. Amsterdam: Elzevier; 2010.
3. Hesselink J. Zo maak je een verpleegplan. Groningen/houten: Noordhoff
Uitgevers: 2010.
4. Verpleegplannenmap kliniek A
5. Draaiboek van kliniek A
6. Patiëntendossier kliniek A (EZIS)
18
Download