Glaucoom Glaucoom bij uveitis Met open hoek: - oedeem trabeculum - neerslag inflam. cellen, proteinen, fibrine of cell debris in trabeculum - synechiae - corticoiden (belangrijkste oorzaak: bij 20-30%) - inflam. trabeculum - prostaglandines komen vrij bij uveitis waardoor hypersecretie - occult glaucoom (verminderde outflow met hypotonie) - permanente schade aan trabeculum door inflam. Met gesloten hoek: - inflammatoir (ant. synechiae) - voorafgaande gesloten hoek (ant. synechiae) - post-op vlakke voorkamer (ant. synechiae) - pupillair block (post. synechiae) - zwelling corpus ciliare door cyclitis - neovascularisatie (vooral bij chron. uveitis) Vaak verschillende mechanismen in combinatie met elkaar als oorzaak van glaucoom. Chron. open hoek glaucoom: normaal symmetrisch aan beide ogen. Zoniet, dan chron. inflam. of tumor opsporen. Dus een verschil tussen L en R oog is verdacht. Drukmeting bij uveitis is moeilijk wegens corneaal lijden. Diagnose door gonioscopie. Kenmerken voor inflammatie trabeculum Slechte respons op anti-glaucoom therapie. Vaak bilateraal. Glaucoom door corticoiden Verminderde outflow. Ontstaat na aantal weken tot maanden 30% van patienten onder corticotherapie krijgt glaucoom. Soms drukdaling na verminderen of stoppen corticoiden (maar dan wel risico op toename inflammatie). Als inflammatie trabeculum, dan ook corticoiden bijgeven. glaucoom bij uveitis: - cortisonen - pupillary block door post synechiae - gonio-synechiae - verhoogde secretie kamerwater - debris in trabeculum - inflammatie trabeculum retinis pigmentosa bone spicules = intra-retinale pigmentmigratie witte vlekjes = lipofuscine granules (degeneratieproduct)