“Galatasaray, göt, göt, göt!” NIJMEGEN- De zaal in Partycentrum Matchroom in Nijmegen ziet helemaal zwart-wit, met een vleugje rood ertussendoor. De kelen van de supporters worden nooit schor, voor de wedstrijd zongen ze al luidkeels en er komt maar geen einde aan, zelfs niet tijdens de reclameblokken van zender ATV, die de wedstrijd uitzendt. Iedereen zit klaar, er wordt nog een extra rondje bier besteld, de zoveelste sigaret wordt opgestoken, op de tafel rechts voor het scherm staat zelfs een fles Jack Daniels. Ze zijn er helemaal klaar voor, de supporters van Besiktas…. Sinds een jaar ben ik geobsedeerd met de Turkse voetbalclub. En dat is best bijzonder aangezien voetbal me vroeger volledig koud liet. Maar de sfeer bij elke wedstrijd en de enorme sociale betrokkenheid van de supportersgroep Çarşı (spreek uit ‘tsjarsjuh’) heeft mij helemaal wild gemaakt. In Turkije protesteren zij tegen racisme, kerncentrales en de verloedering van Gezi Park in 2013. Ik ben een van de weinige blanke supporters van Besiktas, of althans, ik heb er nog maar weinig gezien. Rond kwart voor vijf kom ik aan bij het partycentrum. Op dat moment is het nog niet zichtbaar druk. Er zijn hoogstens een stuk of zes, zeven mensen. “Melle? Oh ja, jij stond ook op de lijst”, zegt een man die Aytac blijkt te heten. “Je mag gaan zitten waar je wil”, zegt hij, maar aangezien alle stoelen nog leeg zijn en bijna iedereen die er wel is buiten staat, lijkt me dat nog even overbodig. Ik schud de hand met Abdullah en Sergen. Abdullah en zijn pakje Marlboro zijn onafscheidelijk en Sergen is druk bezig met de barbecue op de parkeerplaats van het partycentrum, dus ik besluit hem niet van zijn werk af te houden. Vanaf een uur of vijf, half zes komen de meeste supporters binnen stromen. Ik schud ze allemaal de hand, hoewel ik veel mensen nog niet eerder heb gezien en ik niet van iedereen de naam kan onthouden. Tot mijn grote vreugde is Atilla erbij, een grote brede gespierde vent die zijn voornaam eer aan doet. Ik noem hem dan ook voor de grap de bodyguard. Ik herkende hem nog van de kampioenswedstrijd in Rotterdam en hij herkent mij ook. “Waar is je vrouw?”, vraag ik. “Oh, dit is een mannenuitje”, zegt Atilla lachend. Ook twee andere jongens die erbij zijn herkende ik nog van de kampioenswedstrijd in Rotterdam. De een wijst mij aan en vraagt aan z’n vriend: “Ken je hem nog?”, waarop zijn maat antwoord: “Natuurlijk ken ik hem nog”. Ik raak aan de praat met Turgut, een veertiger uit Waalre, die ik recent op Facebook heb leren kennen. Veel aanwezigen zijn nieuwsgierig naar mijn liefde voor Besiktas, waaronder ook Turgut. Ik leg hen uit dat de sfeer en de sociale betrokkenheid van de supporters mij het meeste aanspreekt, waarop bijna iedereen een bevestigend antwoord geeft. “Wij zijn echt een community, Galatasaray - en Fenerbahce-supporters (de twee aartsrivalen van Besiktas uit Istanbul) in Nederland organiseren dit soort evenementen niet”, hoor ik. Hoewel er zoals altijd voornamelijk Turks wordt gesproken en ik daar nog steeds niet echt in mee kan gaan, voel ik me een buitenstaander maar zeker niet buitengesloten. Dan is het tijd voor de barbecue. De köftes (gehaktrolletjes) en kipspiesjes gaan erin als koek. De köftes stop je tussen een flink stuk brood met wat gegrilde paprika en die combinatie bevalt goed. Wat me al eerder is opgevallen is dat Besiktas-supporters nooit ophouden met zingen. Het duurt nog ruim twee uur voordat de wedstrijd begonnen is en er wordt nu al gehost en gezongen op alle clubliedjes die er zijn. Veel voorkomend zijn anti-Galatasaray liedjes. Een nummer zegt dat Galatasaray kut is, zowel het management als de spelers als de supporters. Daarbij worden allerlei Turkse scheldwoorden zoals yavsaklar (klootzakken) en göt (kont) niet geschuwd. Toevallig besprak ik met Atilla dat er in Turkije een colonne van bussen met Besiktas-supporters was bekogeld door Galatasaray-supporters, maar dat die laatsten zich snel uit de voeten maakten toen hun rivalen woedend de bus uit stormden. De tijd tikt voorbij, maar dan is het om kwart voor acht eindelijk tijd voor de wedstrijd. Ik neem een plaatsje op de tweede rij. De eerste helft blijft het 0-0. Beide ploegen lijken aan elkaar gewaagd en krijgen kansen. Er wordt voldoende gezongen en gevloekt. Bij elke bijna-treffer veert de hele voorste rij van hun stoelen. Tijdens de rust zeg ik dat niet hoop op verlenging, omdat ik nog met het openbaar vervoer naar huis moet. Helaas wordt het toch verlenging, maar besluit ik toch te blijven omdat ik al van meerdere mensen een lift naar het station dan wel naar huis krijg aangeboden. Maar ook in de tweede helft blijft het 0-0, dus verlenging. De spelers van Besiktas lijken een beetje zenuwachtig te worden. In de 100ste minuut scoort Hakan Balta de 1-0 voor Galatasaray. Even lijkt het afgelopen te zijn, totdat de Portugees Ricardo Quaresma in de 107 ste minuut de gelijkmaker scoort. Iedereen springt omhoog, de stoelen worden haast omver geschopt en iedereen springt elkaar in de armen. “Quaresma, Quaresma, olé, olé, olé!!! ”, klinkt het door het hele partycentrum. Helaas krijgt Besiktas het niet voor elkaar de 2-1 de scoren en dus krijgen we penalty’s. Die verlopen rampzalig voor Besiktas. Nou was de penaltyreeks van Italië-Duitsland afgelopen EK al niet echt om over naar huis te schrijven, maar dit is helemaal erg. Cenk Tosun, Atiba Hutchinson en de in Nederland geboren Özyakup Oguzhan schieten alle drie naast of worden tegengehouden, terwijl Galatasaray drie keer raak schiet en keeper Tolga Zengin de bal niet op kan vangen. Het is voorbij. Uit frustratie wordt er op tafels geslagen, zowel met de vuisten als met een lege Coca-Cola fles. Ineens is zingen dan toch afgelopen. Een van de weinige vrouwelijke supporters die er waren heeft tranen in haar ogen en ook ik moet toegeven dat ik het verlies een beetje moeilijk te slikken vind, aangezien mijn andere favoriete club Sevilla FC deze week al de UEFA Super Cup aan zich voorbij liet gaan. Een aantal broederlijke omhelzingen met de aanwezigen maken het een bitterzoet moment. Maar de strijdlust is niet gezakt. Het voelt eigenlijk niet eens echt als verlies, want we hebben er voor gevochten. Hoewel ik de vraag “Wat vinden jullie ervan dat ik als autochtone Nederlander Besiktassupporter ben?” aan niemand gesteld heb, heb ik het idee dat dat niet nodig is. De supporters toonden interesse in plaats van argwaan. Waarschijnlijk moet ik nog wennen aan een nieuwe omgeving en nieuwe mensen. Maar dat ik niet buitengesloten word, is zeker. Verantwoording In de eerste instantie zou ik een verhaal schrijven over mediwiet. Dat kreeg ik bij beide assessments niet in een duidelijke vorm gegoten en dat was niet slim. Bovendien bevatte het verhaal nog steeds te veel moeilijke wetenschappelijke termen. Even zat ik er aan te denken om het alsnog in een longread vorm te gieten, maar toen ik het verhaal nog eens teruglas, stond er veel lastige medische informatie in waar ik zelf eigenlijk ook niet zo veel van snapte toen ik het las. Tijdens mijn stageperiode bij RollingStoned had ik ook vaak het meeste moeite met artikelen over medicinale wiet. Op een gegeven moment wist ik niet meer hoe ik dit nog interessant kon maken voor lezers van mijn leeftijd, dus heb ik toch voor een andere optie gekozen. Besiktas werd afgelopen seizoen voor de veertiende keer landskampioen en komende Champions League gaan we ze terugzien. Zoals ik mijn verhaal al aangeef ging het mij bij Besiktas eigenlijk niet per se om voetbal. Ik was eerdere gefascineerd door de gedrevenheid van hun supportersgroep Çarşı (spreek uit ‘tsjarsjuh’) wat ‘bazaar’ of ‘marktplaats’ in het Turks betekent. Deze naam is afkomstig van jonge Besiktas-supporters die begin jaren 80 rondhingen rond de bazaar in het district Besiktas, aan de Europese kant van Istanbul. Deze groep is in Turkije en daarbuiten berucht vanwege hun sociale betrokkenheid, zowel wat betreft Turkse onderwerpen als buitenlandse. Zij profileren zichzelf als antiracistisch, antifascistisch, antiseksistisch en milieubewust. Een aantal voorbeelden hiervan is de moord op de Armeens-Turkse journalist Hrant Dink in 2007 vanwege opmerkingen die hij over de Armeense Genocide zou hebben gemaakt. Nu hebben Turken en Armeniërs niet bepaald de beste verhoudingen met elkaar, maar dat weerhield de leden van Çarşı er niet van om een spandoek te maken met de tekst “wij zijn allemaal Armeniërs”. Bovendien is de leider van Çarşı, Alen Markaryan, van Armeense afkomst. De Kameroense Samuel Eto’o en de Braziliaan Dani Alves werden tijdens hun tijd bij FC Barcelona beiden het slachtoffer van racisme door supporters van de tegenpartij, waarop Çarşı reageerde met de leus ‘Wij zijn allemaal Eto’o en Dani Alves, Çarşı is tegen racisme’. Verder hebben de leden geprotesteerd tegen de komst van kerncentrales en waren veel leden van de groep actief tijdens de Gezi park-protesten in 2013. De leden van Çarşı zijn van verschillende etnische, politieke en religieuze achtergronden wat kennelijk geen probleem lijkt te zijn. Turk, Koerd, Armeniër, Arabier, soenniet, aleviet, atheïst, nationalistisch, socialistisch, het zit er allemaal bij. De slogan van Çarşı is dan ook: “Çarşı, her şeye karşı!” (Çarşı is tegen alles) waarmee ze hun democratische structuur willen benadrukken. Volgens een aantal door VICE geïnterviewde leden is de groep ‘ook tegen zichzelf’. Ik had zo het gevoel dat ik een prachtig verhaal kon schrijven over Besiktas dus ging ik op zoek naar Besiktas-supporters in Nederland en ben ik met grote groepen van hen naar wedstrijden wezen kijken. Ik was daar en probeerde de sfeer goed in mij op te nemen. In de eerste instantie dacht ik dat dit moeilijk zou zijn, omdat de Turkse gemeenschap in Nederland bekend staat als gesloten. Met die insteek ging ik ook naar feestjes en wedstrijden toe. Maar de Besiktas-supporters in Nijmegen waren niet wantrouwend naar mij. Ze waren eerder nieuwsgierig naar de reden waarom ik als blanke Nederlanders voor Besiktas was. Ik legde hen uit dat dat vooral te maken had met de sociale betrokkenheid, waarop zij bevestigend antwoord gaven. Door onderzoek ben ik wijzer geworden dat Galatasaray en Fenerbahce-supporters ook niet van één bepaalde achtergrond zijn, maar het lijkt bij Besiktas vanuit mijn observaties meer op een echte community. Dat van die verschillende politieke en etnische afkomsten leek ook te kloppen. Sergen is namelijk Koerdisch en stemt volgens zijn Facebook-pagina op de pro-Koerdische partij HDP, terwijl er ook een nogal stevige jongen was die, enigszins onder invloed van alcohol, toegaf dat hij een aanhanger was van de Turkse extreemrechtse partij MHP. En de HDP en MHP zijn niet bepaald goede vrienden. Een soort erecode van de Besiktassupporters is dat zij in de stadions of andere plekken waar ze naar de wedstrijd kijken niet over politiek praten. Het is jammer dat ik niet van alle aanwezigen hun voornaam heb kunnen onthouden. Een voornaam staat natuurlijk wel beter in een verhaal dan ‘een jongen’ en dat ik me minder heb verdiept in of er nog andere autochtone supporters zijn. Maar toch denk ik dat ik een goede, boeiende weergave heb gegeven van deze wedstrijd, hoewel een thuiswedstrijd in Turkije volgens de meeste supporters niet te overtreffen is. Ik heb gekozen voor een sfeerverslag in plaats van een nieuwsverslag omdat ik mijn mening en emoties ook wel in het verhaal wilde verwerken. Vóór de Super Cup was ik ook al naar de kampioenswedstrijd wezen kijken in Rotterdam en was ik in Nuland naar een gala geweest ter ere van het kampioenschap. Ook daar heb ik verslagen van gemaakt, maar die vond ik niet zo mooi als deze, omdat ik bij dit verslag veel meer mensen echt aangesproken heb en bij naam kende. Oorspronkelijk zou dit mijn onderwerp zijn voor de Vrije Ruimte van het derde jaar, maar ik heb besloten dit verslag toch in te leveren voor jaar 2. Desnoods maak ik mijn producties over Besiktas van het derde jaar meer multimediaal of kies ik toch een ander onderwerp daarvoor, omdat ik daar ook niet drie sfeerverslagen voor kan aanleveren.