De dierenarts, toen, nu en straks

advertisement
De dierenarts, toen, nu en straks
“Gezond groeien”, 9 februari 2012, Veghel
Prof.dr. Frans van Knapen, Institute for Risk Assessment
Sciences,
Divisie Veterinaire Volksgezondheid, Universiteit Utrecht
Veterinaire volksgezondheid
(veterinary public health)
Dat deel van de volksgezondheidsbescherming,
waaraan dierenartsen vanuit hun discipline en
vaardigheden een bijdrage leveren. Het betreft
alle interacties tussen dieren, dierlijke
productie, milieu en de mens die mogelijk
negatieve effecten kunnen hebben op de
gezondheid van de mens.
Diergeneeskunde = volksgezondheid
Veterinaire volksgezondheid houdt zich bezig
met:

Productie en verwerking van voedingsmiddelen van
dierlijke oorsprong (voedselveiligheid)

Gezelschapsdieren

Milieu (leefomgeving mens).
Ontwikkelingen in veterinaire
volksgezondheid:
Fase 1:
doel:
Fase 2:
doel:
Fase 3:
doel:
georganiseerde dierziektebestrijding
voedsel, trekkracht, transport
vleeskeuring en zoönosencontrole
consumentenbescherming en bijdrage aan
vermindering infectieziektenlast voor de mens.
gezondheidswetenschappen
garanties voor hoogwaardig en veilig voedsel,
welzijn mens en milieuzorg.
Ontwikkelingen in veterinaire
volksgezondheid:
Fase 1:
(georganiseerde) dierziektenbestrijding
Europa in de 19e eeuw
Ontwikkelingslanden nu
Ontwikkelde landen zonder veterinaire infrastructuur.
Dieren zijn nodig voor:
- voedsel
- trekkracht
- transport
Veterinaire Volksgezondheid fase 1
=
voedselzekerheid
=
de wortels van de diergeneeskunde.
Ontwikkelingen in de veterinaire
volksgezondheid fase 2
vleeskeuring en (beperkte) zoönosencontrole.
Toxoplasmose bij varkens in
Nederland
1960
30 – 60 %
1980
0 – 1 %
1990
0 – 1 %
2000
0 – 5 % (biologische varkens)
Veterinaire Volksgezondheid fase 2
=
voedselveiligheid
Ontwikkelingen in de veterinaire
volksgezondheid fase 3
Gezondheidswetenschappen
Een beperkt aantal landen met
geïndustrialiseerde voedselproductie.
Per definitie: welvarende landen.
Veterinaire Volksgezondheid fase 3

gezond voer - gezonde dieren - gezond voedsel

dierenwelzijn

milieubescherming

“novel food”, “fast food”, neutroceuticals

“slow food”

antibioticumresistentie.
Veterinaire Volksgezondheid fase 3

De consument bepaalt de markt !

Voedselacceptatie.
Het huidige maatschappelijke
debat:
–
waardeoordelen
–
vooronderstellingen
–
emotionele visies
(Koolmees,2007)
–
–
Kwaliteitsborging
(ISO, GFP, GVP, HACCP, kwaliteitsindex)
Algemene levensmiddelenverordening (EU,
2002)
–
Hygiëneverordeningen (EU, 2006)
EFSA 2011 (ingevolge
hygiëneverordening
854/2004):
Vleeskeuring van varkens gaat over:
Salmonella
Yersinia
Trichinella
Toxoplasma
Verplicht: keteninformatiesysteem en aantoonbaar
kwaliteitsborgingsysteem.
Consequenties voor de dierenarts:
Nederland verkeert in de overgang van fase 2 naar fase
3.
Het roer moet 180° om !
fase 2
fase 3
- individu
- populatie
- diagnose
- monitoring
- specificiteit en gevoeligheid
- voorspellende waarde
Het roer moet 180° om !
fase 2
fase 3
- “dr. Vlimmen”
- bedrijfsbegeleider
- ziektedeskundige
- gezondheidsdeskundige
- diagnosticus
- risicoanalyse
Wat staat er te gebeuren:
–
één op één relatie
–
bedrijfsgezondheidsplan
–
bedrijfsbehandelplan.
–
kennisoverdracht
–
transparantie in de keten.
–
hygiëne
–
stalklimaat
–
geen goedkoop, maar goed voer.
Dat lukt alleen in goed overleg
met
meerdere direct betrokkenen:
-
voeradviseur
-
varkenshouder
-
dierenarts.
Risicoperceptie publiek en
medische professie:
-
residuen van diergeneesmiddelen
-
antibioticumresistentie.
Gezondheidsraad 2011 over
antibioticumresistentie
door de veehouderij:
–
VRE
–
MRSA (veegerelateerde)
In Nederland géén probleem van betekenis
–
ESBL (eigenschap in gramnegatieve bacteriën zoals E.coli)
toenemend probleem in Nederlandse ziekenhuizen!
ESBL is een eigenschap, géén
bacterie
(extended spectrum beta lactam resistentie)
E. Coli ESBL probleem humaan:
-
80% mens – mens (Europees probleem)
-
10% importstammen (met name uit Middellandse Zeegebied)
-
10% veegerelateerd (vnl. pluimvee)
De “EHEC bacterie” was angstaanjagend !
– verotoxine productie
– ESBL positief
gevolg: veel ziekte en sterfte in korte tijd!
bron: Middellandse Zeegebied (Egypte)
voedingsmiddel: biologisch geteelde spruitgroenten
geen relatie met dierhouderij, en ook niet met komkommers.
Iedereen die met antibiotica werkt
draagt bij aan
resistentieontwikkeling:
-
artsen
-
dierenartsen
-
boeren
-
fruittelers
-
cosmetica-industrie.
“Als je geschoren wordt, moet je
stilzitten”
De eis tot vermindering is gerechtvaardigd zelfs als
onze sector maar 10% bijdraagt.
Mag het ietsje minder zijn?
Daar willen we toch geen discussie
over ?
Ik zeg: ‘DOEN’
Dank voor uw aandacht !
Download