Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12 | PDF

advertisement
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
05 juli 2017
Licentie
CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie
Webadres
https://maken.wikiwijs.nl/62417
Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is
hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
Inhoudsopgave
Thema: Wat doe je bij biologie?
Intro
Planning
Werkplan
Levenskenmerken
Intro
Eindproduct-Beoordeling
Leerdoelen
Werkwijze
Stap1
Stap2
Stap3
Stap4
Stap5
Stap6
Begrippenlijst
Tekenen
Intro
Eindproduct-Beoordeling
Leerdoelen
Werkwijze
Stap1
Stap2
Stap3
Stap4
Stap5
Extra: LvoorL
Onderzoeken
Intro
Vooraf
Stap1
Stap2
Stap3
Van cel tot organisme
Intro
Eindproduct-Beoordeling
Leerdoelen
Werkwijze
Pagina 1
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Stap1
Stap2
Stap3
Stap4
Stap5
Begrippenlijst
Afsluiting
Intro
Eindproduct
Werkwijze
Stap1
Stap2
Terugkijken
Over dit lesmateriaal
Pagina 2
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Thema: Wat doe je bij biologie?
Intro
Biologie betekent leer van het leven. Biologen bestuderen
levende wezens in de omgeving waarin ze wonen.
In dit eerste thema leer je eerst wat biologen bedoelen met leven.
Je leert hoe je een (biologische) tekening maakt en je leert hoe je een onderzoek uitvoert.
Daarna leer je hoe je met een microscoop werkt.
En je leert hoe een organisme is opgebouwd.
Aan het eind van het thema (deel C) doe je samen met een klasgenoot het practicum afvalvertering.
In dat practicum onderzoek je hoelang het duurt voor verschillende afval verdwenen zijn.
Veel plezier!
Planning
In dit thema ga je aan de gang met vijf opdrachten en de afsluiting.
In de tabel staat per onderdeel hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.
Activiteit
Pagina 3
Aantal lessen
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Inleiding
0,5
Opdracht: Levend-doodlevenlooos
2
Opdracht: Tekenen
2
Opdracht: Onderzoeken
2
Opdracht: Microscoop
2
Opdracht: Van cel tot organisme
2
Afsluiting
2
Diagnotische toets
1
Totaal
13,5
Werkplan
Het thema 'Wat doe je bij biologie?' bestaat uit een aantal
opdrachten/oefeningen.
Het is belangrijk dat je goed bijhoudt welke opdrachten je gedaan hebt.
Om je hierbij te helpen is er een werkplan gemaakt.
Op dat werkplan kun je bijhouden welke onderdelen je al gedaan hebt.
Download hier het Werkplan Wat doe je bij biologie?
Pagina 4
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Levenskenmerken
Intro
Bekijk het volgende filmpje.
In het filmpje zie je twee hondjes.
Eén hond leeft, de ander leeft niet.
Wat is eigenlijk het verschil, waardoor we zeggen:
Dit leeft en dat leeft niet…. ?
Hoeveel verschillen kun je bedenken tussen het levende en het niet levende hondje?
Schrijf minimaal drie verschillen op.
Eindproduct-Beoordeling
Eindproduct
Pagina 5
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Als afronding van deze opdracht maak je een toets.
De toets bestaat uit 10 meerkeuzevragen.
Beoordeling
Je hebt een voldoende voor de toets als je minimaal 80% van de antwoorden
goed hebt. Heb je een voldoende print dan het certificaat.
Leerdoelen
Leerdoelen
Na deze opdracht:
Kun je negen levenskenmerken noemen.
Kun je beschrijven wat elk levenskenmerk inhoudt.
Kun je beschrijven wanneer iets dood, levend of levenloos is.
Kun je bij een levend wezen aangeven welke levenskenmerken aanwezig zijn.
Werkwijze
Groepsgrootte
Je doet deze opdracht alleen.
Je overlegt wel regelmatig met een klasgenoot.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.
Pagina 6
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Stap1
Levend
Gevoelsmatig weet je vast wel wat wordt bedoeld met levend, dood en levenloos.
Kijk naar de afbeelding hieronder. Je ziet een vogelverschrikker bij een maïsplant, stenen op de
grond en enkele kraaien.
Geef van deze dingen aan of ze levend, dood of levenloos zijn.
vogelverschrikker: .....
maïsplant: .....
stenen: .....
grond: .....
kraaien: .....
Heb je dezelfde antwoorden als je buurman/buurvrouw? Bespreek eventuele verschillen.
Levend, dood of levenloos?
Bekijk de acht afbeeldingen hieronder.
Je ziet een augurk, een auto, een jong eendje, stenen, een houten stoel, water, tulpen en een spin.
Is wat je ziet levend, dood of levenloos?
Stap2
Pagina 7
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Levensverschijnselen
In de biologie houden we ons met het leven bezig. Biologie betekent: leer van het leven.
Maar wanneer noem je iets nu precies levend?
Bestudeer uit de kennisbank biologie het volgende onderdeel.
KB: Levenskenmerken
Kies bij iedere zin hieronder het juiste levenskenmerk.
1. Organismen hebben stoffen nodig. Deze krijgen ze binnen door zich te ...
2. Het groter en zwaarder worden van een organisme noemen we ...
3. Afvalstoffen worden verwijderd uit het lichaam.
Dit noemen we ...
4. Als we lopen vertonen we het volgende levenskenmerk: ...
5. Door welk levenskenmerk zorgen organismen ervoor dat de soort blijft bestaan?
6. Zien, ruiken, proeven, horen en voelen zijn voorbeelden van ...
7. Als organismen andere vormen krijgen dan noemen we dat ...
8. Er gebeurt iets in de omgeving van een organisme.
Daarom doet dat organisme iets. Dat heet ...
Stap3
Groeien en ontwikkelen
Pagina 8
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Groeien en ontwikkelen zijn twee levenskenmerken die nog wel eens door elkaar gehaald worden.
Bekijk het filmpje over de erwt op SchoolTV.
Video: Kiemende erwt
Hieronder zie je zeven zinnen.
Welke zinnen vertellen iets over de groei van de erwt en welke iets over de ontwikkeling van de erwt?
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Het worteltje wordt langer.
Het worteltje krijgt zijworteltjes.
Er komen blaadjes uit de erwt tevoorschijn.
Het stengeltje wordt langer.
Er komen nieuwe blaadjes.
Er ontstaan ranken.
De blaadjes worden groter.
Vergelijk jouw antwoord met het antwoord van een klasgenoot.
Bespreek eventuele veschillen.
Stap4
Waarnemen en reageren
Reageren betekent dat een organisme iets doet of dat er in het lichaam van het organisme iets
verandert, als er in de omgeving iets verandert.
Je bent dan eerst aan het waarnemen en daarna aan het reageren.
Bekijk het filmpje.
Video: Woestijnhagedis op jacht
In het filmpje zie je een woestijnhagedis.
De hagedis reageert op een verandering in de omgeving.
Bespreek met een klasgenoot hoe de hagedis reageert op:
het heter worden van het zand.
het geritsel van dode planten.
een bewegend insect.
Stap5
Pagina 9
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Voortplanten
Alle organismen zorgen ervoor dat ze nakomelingen krijgen. Sommigen krijgen er heel veel, anderen
maar weinig. Bekijk de vier videoclips op SchoolTV en het filmpje over bacteriegroei.
Video: Vliegenzwam
Video: Kastanjes
Video: Landschildpad
Video: De bevalling
Geef bij ieder filmpje de zin die het beste bij het filmpje vindt passen.
Kies uit:
A.
B.
C.
D.
E.
Wij baren, net als alle andere zoogdieren, levende jongen.
Veel diersoorten leggen eieren om zich voort te planten.
Bacteriën planten zich voort door zichzelf te delen.
Nieuwe paddenstoelen groeien uit sporen.
Nieuwe planten ontstaan uit zaden.
Stap6
Eindtoets
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
Probeer een zo hoog mogelijke score te halen.
Klik op start om te beginnen.
Succes!
Pagina 10
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Levenskenmerken
kn.nu/t7s2v
1 van 10
Op een tafel staat een vissenkom met daarin een zwemmende vis en een potje vissenvoer.
Welke van de genoemde zaken is levenloos?
a. houten tafel
b. vis
c. water
d. visvoer
2 van 10
Op een tafel staat een vissenkom met daarin een zwemmende vis en een potje vissenvoer.
Welke van de genoemde zaken is levend?
a. vissenkom
b. vis
c. water
d. visvoer
3 van 10
Op een tafel staat een vissenkom met daarin een zwemmende vis en een potje vissenvoer.
Welke van de genoemde zaken is dood?
a. houten tafel
b. vis
c. water
4 van 10
Wat is (een voorbeeld van) waarnemen?
a. Het merken wat er in je omgeving gebeurt.
b. Het naar de klas gaan als je de bel hoort.
c. Het communiceren met ander organismen.
5 van 10
Wat is een goede omschrijving van uitscheiden?
Pagina 11
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
a. Het plassen en poepen.
b. Het in- en uitademen.
c. Het verwijderen van afvalstoffen.
6 van 10
Twee voorbeeden van organismen zijn .............
a. boterham en kamerplant
b. kamerplant en bevrucht kippenei
c. bevrucht kippenei en siersteen
d. siersteen en boterham
7 van 10
Welk levenskenmerk hoort bij het onderstaande levensverschijnsel?
Een schaatser hoort het startschot.
a. voortplanten
b. reageren
c. groeien
d. waarnemen
8 van 10
Welk levenskenmerk hoort bij de onderstaande zin?
Een meeuw legt eieren.
a. voortplanten
b. reageren
c. groeien
d. waarnemen
9 van 10
Welk levenskenmerk hoort bij de onderstaande zin?
Een vis haalt met zijn kieuwen zuurstof uit het water.
a. voortplanten
b. ontwikkelen
c. ademen
d. uitscheiden
10 van 10
Welk levenskenmerk hoort bij de onderstaande zin?
Een pup verandert in een hond.
Pagina 12
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
a. voortplanten
b. ontwikkelen
c. groeien
d. waarnemen
Begrippenlijst
Levenskenmerken/Levensverschijnselen
De kenmerken die levende organismen vertonen, zoals; bewegen,
waarnemen, reageren, voortplanten, groeien, ontwikkelen, eten/voeden,
ademhalen en uitscheiden.
Organisme
Een levend wezen: een bacterie, schimmel
Organismen vertonen levensverschijnselen
Dood
Een organisme is dood als het geen levenskenmerken meer vertoont.
Levenloos
Iets dat nooit geleefd heeft is levenloos.
Biotisch
Biotisch betekend 'levend'
Abiotisch
Abiotisch betekent 'niet levend'
Metamorfose
Ook wel volledige gedaanteverwisseling genoemd; overgang van larve
of rups via een popstadium naar volwassen stadium. De larve lijkt niet
op het volwassen dier. Bij een vlinder of kever kent deze metamorfose
de volgende fases: ei, rups/larve, pop en volwassen dier (imago).
Organische stoffen
Stoffen die voornamelijk uit koolstof- (C), zu
(H) atomen bestaan. Organismen zijn opge
stoffen.
Anorganische stoffen
Stoffen die geen koolstof- (C) atomen bevatten, bijvoorbeeld zouten en
water.
Pop
Levensfase waarbij de larve zich ontwikkel
Verpoppen is een proces bij de volledige m
insecten, zoals vlinders, vliegen en kevers.
niet, terwijl van binnen nieuwe organen ont
vleugels).
Pagina 13
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Tekenen
Intro
Natuurgetrouwe en biologische tekening
Biologen maken tekeningen voor het vastleggen van waarnemingen.
Soms is dat een natuurgetrouwe tekening, soms is dat een biologische tekening.
In deze opdracht ga je op zoek naar het verschil tussen een natuurgetrouwe tekening en biologische
tekening.
Eindproduct-Beoordeling
Eindproduct
Als afronding van deze opdracht maak je een natuurgetrouwe tekening en een biologische tekening.
Je maakt ook een lijstje met tekenregels voor een biologische tekening.
Beoordeling
Voor het beoordelen van de twee tekeningen gebruik je de ' beoordelingslijst tekenen '.
Je beoordeelt de tekeningen eerst zelf en laat ze daarna door je docent beoordelen.
Het lijstje met tekenregels bespreek je met je klasgenoten.
Pagina 14
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Leerdoelen
Leerdoelen
Na deze opdracht:
Kun je het verschil tussen een biologische tekening en natuurgetrouwe tekening beschrijven.
Kun je uitleggen waarom je bij biologie meestal biologische tekeningen maakt.
Kun je de tekenregels voor een biologische tekening opnoemen.
Werkwijze
Groepsgrootte
Deze opdracht voer je alleen uit. Soms overleg je met een klasgenoot.
Benodigdheden:
2 vel wit papier A4-formaat.
Tekenmateriaal: HB potlood met scherpe punt, puntenslijper, Liniaal en/of geodriehoek, gum.
Vrucht (of wat je docent opgeeft).
Mesje en snijplankje.
Beoordelingslijst tekenen bij biolgie.
Pagina 15
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Tijd
Voor de opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.
Stap1
Natuurgetrouwe tekening en biologische tekening
Je ziet hier een natuurgetrouwe en een biologische tekening.
De tekeningen zijn heel verschillend.
Geef van de volgende zinnen aan of ze beter passen bij een natuurgetrouwe of bij een biologische
tekening.
Je tekent het voorwerp precies zoals het is.
Je zorgt ervoor dat alle details precies kloppen.
Je tekent alleen de buitenkant van de onderdelen.
Je gebruikt kleurpotloden.
Je benoemt de onderdelen die je ziet.
Vergelijk jouw antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.
Hebben jullie dezelfde zinnen bij de soort tekeningen?
Wat vind jij mooier een biologische tekening of juist een natuurgetrouwe tekening? Leg je klasgenoot
uit waarom.
Waarom, denk je, maken biologen vaak biologische tekeningen?
Stap2
Pagina 16
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Tekenregels
Als je een biologische tekening maakt, moet je je aan de tekenregels houden.
De tekenregels hebben te maken met:
de indeling van het papier.
het benoemen van het voorwerp dat je tekent.
het soort potlood waarmee je tekent.
de dikte van de lijnen die je tekent.
het benoemen van de onderdelen.
het gebruik van een geodriehoek of liniaal.
de netheid waarmee je werkt.
Gebruik een zoekmachine op internet, bijvoorbeeld www.google.nl en ga op zoek naar de
tekenregels voor een biologische tekening.
Maak een lijstje met de belangrijkste regels.
Zorg ervoor dat in je lijstje iets staat over de bovenstaande punten.
Bespreek de tekenregels met een of enkele klasgenoten.
Stap3
Pagina 17
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Teken een vrucht natuurgetrouw
Je maakt een natuurgetrouwe tekening van een appel of een andere vrucht.
Zorg dat je een vrucht hebt die je na kunt tekenen.
Pak je tekenspullen.
Deel eerst je tekenblad goed in.
Schets eerst de omtrek van de vrucht met een potlood met scherpe punt. Schets vervolgens
de details.
Als je tevreden bent kies je de juiste kleurpotloden. Hoe meer kleuren des te beter je het kunt
laten lijken. Kleur de tekening in.
Als je klaar bent, kun je de namen erbij zetten:
Trek met een potlood horizontale lijnen langs een geodriehoek.
Laat het lijntje beginnen bij wat je wilt benoemen. Schrijf de namen van de onderdelen netjes
naast de lijntjes.
Vergeet de titel niet en zet ook je naam en klas op de tekening.
Beoordeel je tekening met de beoordelingslijst .
Stap4
Biologische tekening van een vrucht
Snijd de vrucht door vanaf het neusje tot het steeltje, zie foto.
Pak je tekenspullen.
Deel eerst je tekenblad goed in.
Teken met een strakke lijn de omtrek van de vrucht. Teken vervolgens met dunnen lijnen alle
onderdelen. Blijf zorgen voor een scherpe punt.
Als je klaar bent, kun je de namen erbij zetten:
Trek met een potlood horizontale lijnen langs een geodriehoek.
Laat het lijntje beginnen bij wat je wilt benoemen. Schrijf de namen van de onderdelen netjes
naast de lijntjes.
Vergeet de titel niet en zet ook je naam en klas op de tekening.
Beoordeel je tekening met de beoordelingslijst .
Stap5
Pagina 18
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Afronding
Heb je een lijstje gemaakt met tekenregels?
Heb je de tekenregels besproken met een of enkele klasgenoten?
Heb je een natuurgetrouwe en een biologische tekening van een vrucht gemaakt?
Heb je voor beide tekeningen de beoordelingslijst ingevuld?
Klaar?
Laat de tekeningen nu nog beoordelen door je docent.
Extra: LvoorL
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn
gemaakt.
Hieronder staat een video die goed past bij deze opdracht.
Bekijk de video's. Kun je de video's goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video's met een klasgenoot.
Video: Tekenregels
Let op:
Als je een video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg.
Pagina 19
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Onderzoeken
Intro
Bij biologie is het belangrijk dat je goed om je heen kijkt en dat je kunt omschrijven wat je ziet.
Soms zie je iets dat je niet meteen kan verklaren en stel je jezelf de vraag die bijvoorbeeld begint met:
'Waarom ......... ?' of
'Onder welke omstandigheden ......... ?' of
'Wat is het verschil tussen ......... ?'
Als je op zoek gaat naar het antwoord op zo'n vraag ben je aan het onderzoeken.
Om de resultaten en de werkwijze goed vast te leggen maak je een onderzoeksverslag.
De werkwijze kan een ander later gebruiken om het onderzoek nogmaals precies hetzelfde uit te
voeren.
In deze opdracht leer je welke stappen je zet als je iets onderzoekt en leer je hoe je een
onderzoeksverslag maakt.
Succes.
Vooraf
Pagina 20
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Eindproduct
Als afronding van deze opdracht ga je een onderzoeksverslag van een leerling uit de eerste klas
beoordelen alsof je een docent bent.
Eén van je klasgenoten beoordeelt hetzelfde onderzoeksverslag.
Natuurlijk vergelijken jullie de beide beoordelingen.
Leerdoelen
Na deze opdracht:
Kun je vier stappen opnoemen uit de onderzoekscyclus.
Kun je een onderzoeksverslag en de onderzoekscyclus vergelijken .
Kun je een onderzoeksverslag beoordelen.
De opdracht doe je samen met een klasgenoot.
Voor de opdracht heb je 2 lesuur (+ huiswerktijd) nodig.
Stap1
Pagina 21
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Onderzoekscyclus
Klik op de verschillende stappen van de cyclus voor een uitleg.
Onderzoekscyclus
Stap2
Onderzoeksvragen
Een goede onderzoeksvraag helpt je gericht te zoeken naar informatie.
Een goede onderzoeksvraag is onderzoekbaar.
Je moet waarnemingen kunnen doen om de vraag te kunnen beantwoorden.
Hieronder zie je vier onderzoeksvragen:
A.
B.
C.
D.
Groeit tuinkers sneller in het licht of in het donker?
Vinden leerlingen van 14 jaar biologische groente lekkerder dan niet-biologische groente?
Heb ik een goede conditie ten opzichte van mijn klasgenoten?
Hoeveel procent van de jongens heeft een andere kleur ogen dan zijn vader?
Kies één van de bovenstaande onderzoeksvragen uit.
Bedenk samen met een klasgenoot welk experiment/onderzoek jullie zouden kunnen uitvoeren om
Pagina 22
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
tot een antwoord op deze onderzoeksvraag te kunnen komen.
Stap3
Onderzoeksverslag
Als je een onderzoek doet, maak je meestal een onderzoeksverslag.
Tom van Dijk heeft een onderzoek gedaan naar de invloed van licht op de groei van tuinkers.
Van zijn onderzoek heeft hij een verslag gemaakt:
Onderzoeksverslag groei van tuinkers
Download het onderzoeksverslag en lees het hele verslag door.
Vergelijk de onderdelen waaruit het verslag bestaat met de stappen uit onderzoekscyclus (stap 1).
Past het verslag bij de onderzoekscycus?
Onder het verslag zie je een beoordelingstabel. Vul in de tabel de kolom 'Jij' in.
Vraag aan een klasgenoot hoe hij het verslag beoordeeld heeft.
Vul zijn of haar scores ook in de tabel in.
Vergelijk jouw score met de score van je klasgenoot.
Hebben jullie dezelfde scores? Bespreek eventuele verschillen.
Vraag aan jullie docent welk cijfer hij/zij voor dit verslag zou geven.
Pagina 23
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Van cel tot organisme
Intro
We zoomen even in op planeet Aarde.
Bekijk het volgende filmpje.
In Google maps zie je soms ook een mens.
Stel dat we nog verder kunnen inzoomen, het menselijk lichaam in.
Wat zien we dan?
In deze opdracht zoomen we in op de mens (een organisme);
we kijken naar organenstelsels, organen, weefsels en cellen.
Eindproduct-Beoordeling
Pagina 24
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Eindproduct
Je rondt deze opdracht af met de toets 'Van cel tot organisme'.
Beoordeling
De toets bestaat uit 9 vragen.
Voor een voldoende, moet je minimaal 7 vragen goed beantwoorden.
Leerdoelen
Leerdoelen
Na deze opdracht:
Kun je de opbouw bij mensen van cel tot orgaanstelsel benoemen.
Kun je zes orgaanstelsels van de mens benoemen.
Kun je de belangrijke organen van deze orgaanstelsels benoemen.
Werkwijze
Pagina 25
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Groepsgrootte
Je werkt meestal alleen.
Het bestuderen van de (mini)torso's gaat in groepjes.
Tijd
Je hebt ongeveer 2 lesuren nodig.
Stap1
Van cel naar orgaanstelsel
Bestudeer uit de kennisbank biologie het onderdeel:
KB: Van cel naar orgaanstelsel
Per orgaanstelsel enkele belangrijke organenaangegeven.
Je hoeft van de verschillende orgaanstelsels niet alle organen kennen.
Maak de sleepoefeningen hieronder.
Van cel naar organisme
kn.nu/m9gir
1
Van groot naar klein
Sleep de woorden naar de juiste plaats.
Bouwsteen van een organisme: _______
Groep cellen met dezelfde vorm en functie: _______
Samenwerkende weefsels: _______
Verschillende organen die met elkaar samenwerken: _______
Samenwerkende orgaanstelsels: _______
Pagina 26
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Beschikbare keuzes:
weefsel, cel, orgaan, organisme , organenstelsel
2
Benoem de vijf orgaanstelsels.
Pagina 27
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Pagina 28
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Pagina 29
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Pagina 30
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Pagina 31
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Pagina 32
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Pagina 33
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Pagina 34
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Pagina 35
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
1.
2.
3.
4.
5.
Pagina 36
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
a. spierstelsel
b. bloedvatenstelsel
c. zenuwstelsel
d. beenderenstelsel
e. ademhalingsstelsel
Stap2
Organen
In de kennisbank heb je van de verschillende orgaanstelsels enkele belangrijke organen gezien.
Weet je welk orgaan tot welk orgaanstelsel behoort?
Probeer alle acht vragen goed te beantwoorden.
1. Welk orgaan behoort tot het bloedvatenstelsel?
A. long
B. luchtpijp
C. aorta
D. hersenen
2. Welk orgaan behoort tot het ademhalingsstelsel?
A. luchtpijp
B. maag
C. urineblaas
D. biceps
3. Welk orgaan behoort tot het verteringsstelsel?
A. hart
B. darmen
C. urineblaas
D. vagina
4. Welk orgaan behoort tot het voortplantingsstelsel van de man?
A. dunne darm
B. ruggenmerg
Pagina 37
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
C. wervelkolom
D. eikel
5. Welk orgaan behoort tot het spierstelsel?
A. wervelkolom
B. baarmoeder
C. buikspier
D. ruggenmerg
6. Welk orgaan behoort tot het botstelsel?
A. hart
B. maag
C. eierstok
D. rib
7. Welk orgaan behoort tot het voortplantingsstelsel van de vrouw?
A. eierstok
B. balzak
C. hersenen
D. biceps
8. Welk orgaan behoort tot het zenuwstelsel?
A. maag
B. longen
C. hersenen
D. aorta
Stap3
Het grootste orgaan
Weet je wat het grootste orgaan is van je lichaam?
Kijk maar eens naar dit filmpje:
https://www.schooltv.nl/beeldbank/embedded.jsp?clip=20111117_celtotstelsel01
Iedereen is anders, toch zijn we allemaal opgebouwd uit dezelfde onderdelen.
De mens is opgebouwd uit miljarden cellen. Cellen vormen weefsel.
Organen zijn opgebouwd uit verschillende weefsels. En in orgaanstelsels werken organen
samen.
Al die dingen samen vormen een organisme.
Beantwoord nu de volgende vragen.
Pagina 38
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Uit welke onderdelen bestaat een menselijke cel?
Zijn alle cellen in je lichaam hetzelfde? Leg je antwoord uit.
Geef twee voorbeelden van weefsels die in je huid voorkomen.
Wat kun je zeggen van cellen die tot hetzelfde weefsel behoren?
Tot welk orgaanstelsel behoren de pijnzintuigen die in je huid liggen?
Bespreek de antwoorden op de vragen met een klasgenoot.
Stap4
Orgaandonatie
Je longen zijn van levensbelang voor het opnemen van zuurstof.
Maar stel nu dat één of beide longen het niet meer goed doen.
Kijk naar het verhaal van Eline en Laura, Kijk ook naar de orgaandonatie van Lisa.
https://www.schooltv.nl/beeldbank/embedded.jsp?clip=20070119_orgaandonatie01
Dokters kunnen tegenwoordig ontzettend veel.
Ze kunnen zieke mensen zelfs een nieuw hart of nieuwe longen geven!
Het nieuwe orgaan wordt dan uit het lichaam gehaald van iemand die overleden is.
Die persoon moet daar natuurlijk tijdens zijn leven wel toestemming voor geven. Dat kan door
het donorcodicil.
Wat vind jij?
Ga naar de website www.donordenkers.nl en klik op leerling. Kijk een tijdje rond op de website.
Speel in ieder geval de quiz over organen, weefsels en donatie.
Ga ook naar de stellingen. Wat is jouw mening over orgaandonatie?
Bespreek je mening met één of enkele klasgenoten.
Stap5
Pagina 39
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Eindtoets
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
Probeer een zo hoog mogelijke score te halen.
Klik op start om te beginnen.
Succes!
Van cel tot organisme
kn.nu/82gpu
1 van 9
Bekijk de afbeelding.
Wat zie je?
a. cel
b. weefsel
c. orgaan
d. orgaanstelsel
e. organisme
2 van 9
Bekijk de afbeelding.
Pagina 40
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Wat zie je?
a. cel
b. weefsel
c. orgaan
d. orgaanstelsel
e. organisme
3 van 9
Bekijk de afbeelding.
Wat zie je?
a. cel
b. weefsel
c. orgaan
d. orgaanstelsel
e. organisme
4 van 9
Bekijk de afbeelding.
Pagina 41
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Wat zie je?
a. cel
b. weefsel
c. orgaan
d. orgaanstelsel
e. organisme
5 van 9
Bij welk orgaanstelsel hoort de wervelkolom?
a. ademhalingsstelsel
b. verteringsstelsel
c. beenderenstelsel
d. bloedvatenstelsel
e. zenuwstelsel
6 van 9
Bij welk orgaanstelsel horen de hersenen?
a. ademhalingsstelsel
b. verteringsstelsel
c. beenderenstelsel
d. bloedvatenstelsel
e. zenuwstelsel
7 van 9
Bij welk orgaanstelsel hoort het hart?
Pagina 42
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
a. ademhalingsstelsel
b. verteringsstelsel
c. beenderenstelsel
d. bloedvatenstelsel
e. zenuwstelsel
8 van 9
Bij welk orgaanstelsel horen de longen?
a. ademhalingsstelsel
b. verteringsstelsel
c. beenderenstelsel
d. bloedvatenstelsel
e. zenuwstelsel
9 van 9
Bij welk orgaanstelsel hoort de dunne darm?
Pagina 43
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
a. ademhalingsstelsel
b. verteringsstelsel
c. beenderenstelsel
d. bloedvatenstelsel
e. zenuwstelsel
Begrippenlijst
Ademhalingsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die samen zorgen voor het
opnemen van zuurstof en het uitscheiden van koolstofdioxide.
Ademhalingsorganen zijn o.a. luchtpijp en longen (met longblaasjes).
Verteringsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die sa
spijsvertering. Spijsverteringsorganen zijn o
dunne darm en dikke darm.
Voortplantingsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die betrokken zijn bij de
voortplanting van dieren, mensen en planten.
Spierstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit spieren, die in
zenuwstelsel en het skelet ervoor zorgen d
Botstelsel
Orgaanstelsel dat zorgt voor stevigheid en bescherming van een
organisme en ook beweging mogelijk maakt door spieraanhechting.
Bijvoorbeeld: het geraamte bij gewervelde dieren (inwendig skelet) en
het pantser (uitwendig skelet) bij geleedpotige dieren (bijvoorbeeld
insecten)
Zenuwstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die b
waarnemen van en reageren op prikkels ui
lichaam zelf. Organen van het zenuwstelse
hersenen en ruggenmerg.
Zintuigstelsel
Orgaanstelsel dat een verandering in de omgeving kan waarnemen en
signalen doorgeeft aan delen van het zenuwstelsel (zenuwcellen).
Uitscheidingsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die sa
verwijderen van schadelijke en overbodige
Uitscheidingsorganen zijn o.a. nieren, lever
Hormoonstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen en klieren die hormonen maken en
afgeven. Hormonen worden vervoerd via het bloed en regelen allerlei
lichaamsprocessen, zoals ademhaling, bloeddruk, hartslag,
spijsvertering, slapen en voortplanting. Betrokken organen zijn o.a. de
hypofyse en schildklier.
Bloedvatenstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit alle aders, sla
Nieren
Organen die betrokken zijn bij de uitscheiding (urine).
Pagina 44
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Afsluiting
Intro
Bekijk het volgende YouTube filmpje:
In de bosjes, op straat, op het schoolplein ligt vaak afval.
Gaat dat ook vanzelf weg?
En gaat dat snel of duurt dat erg lang?
Geldt voor elk soort afval hetzelfde?
Zoek dit zelf eens uit de komende tijd.
Eindproduct
Eindproduct
Het eindproduct van deze opdracht is een onderzoeksverslag van het experiment afvalvertering.
Het onderzoeksverslag moet de volgende onderdelen bevatten:
titel
uitleg onderzoek
onderzoeksvraag
werkwijze
resultaten
Pagina 45
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
conclusie
Beoordeling
Je beoordeelt het verslag eerst zelf en laat het verslag daarna door jullie docent beoordelen.
Werkwijze
Groepsgrootte
Het uitvoeren van het onderzoek en het maken van het onderzoeksverslag doe je samen met een
klasgenoot.
Benodigdheden
Het practicum Afvalvertering + benodigdheden
Het afval dat jullie verzameld hebben in opdracht 1.
Tijd
Voor het opstarten van het practicum hebben jullie een half uur nodig.
Daarna moeten jullie wekelijks 5 minuten kijken naar het afval.
Neem voor het schrijven van het onderzoeksverslag ongeveer 30 minuten.
Stap1
Pagina 46
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Biologisch afbreekbaar
Een biologisch afbreekbare stof is een stof die door micro-organismen af te breken is.
Voorbeelden van micro-organismen zijn:
bacteriën en
schimmels.
Geef van de volgende producten aan of ze volgens jou wel of niet biologisch afbreekbaar zijn.
papier
plastic pen
houten potlood
glazen potje
ijzeren spijker
plastic zakje
katoenen mat
Bespreek de antwoorden met een klasgenoot. Zijn jullie het met elkaar eens?
Stap2
Practicum Afvalvertering
Je gaat samen met een klasgenoot het practicum Afvalvertering uitvoeren.
Van dat practicum schrijf je een onderzoeksverslag.
Weet je al hoe je een onderzoeksverslag schrijft?
Nee? Kijk dan eens naar.
Gereedschapskist
Pagina 47
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
: Hoe schrijf ik een onderzoeksverslag?
Download nu het practicum Afvalvertering
Lees het practicum een keer helemaal door.
Zoek de benodigdheden bij elkaar.
Voer het practicum uit.
Bespreek met julie docent wanneer jullie de vertering van het afval kunnen bekijken.
Maak het onderzoeksverslag.
Klaar?
Beoordeel het verslag eerst zelf en laat het dan beoordelen door jullie docent.
Terugkijken
Het thema 'Omgeving' is afgerond.
Beantwoord samen de volgende vragen.
Bespreek de antwoorden eventueel met jullie docent.
Welke opdrachten uit het thema vonden jullie het leukst?
Leg uit waarom jullie die opdrachten leuk vonden.
Welke opdracht van het thema vonden jullie het moeilijkst?
Leg uit wat er moeilijk aan was.
Zijn jullie tevreden over de samenwerking?
Leg uit waarom de samenwerking wel/niet goed liep.
Pagina 48
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Over dit lesmateriaal
Colofon
Het thema 'Wat doe je bij biologie?' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.
Fair Use
In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat
beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use
Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.
Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
05 juli 2017 om 14:39
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons
Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de
voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk
medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken
te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Leerniveau
VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO
kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO
gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2;
Leerinhoud en
Biologie;
doelen
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad gemiddeld
Studiebelasting
14 uur en 0 minuten
Trefwoorden
leerlijn, rearrangeerbare
Gebruikte Wikiwijs Arrangementen
content, VO. (2016). Levenskenmerken vmbo-kgt12.
https://maken.wikiwijs.nl/62418/Levenskenmerken__vmbo_kgt12
content, VO. (2016). Onderzoeken vmbo-kgt12.
https://maken.wikiwijs.nl/62420/Onderzoeken__vmbo_kgt12
Pagina 49
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
content, VO. (2016). Tekenen vmbo-kgt12. https://maken.wikiwijs.nl/62419/Tekenen__vmbo_kgt12
content, VO. (2016). Van cel tot organisme vmbo-kgt12.
https://maken.wikiwijs.nl/62422/Van_cel_tot_organisme__vmbo_kgt12
Pagina 50
Thema Wat doe je bij biologie? vmbo-kgt12
Download