LEERSTOEL: COPS Controle over het ontstaan van licht KARIN OVERGAAG, PETER LODAHL EN WILLEM VOS Elementaire quantummechanica voorspelt dat een aangeslagen atoom na een gemiddelde tijd - de levensduur - spontaan een lichtdeeltje uitzendt in een willekeurige richting. Niet alleen het atoom zelf maar ook zijn omgeving bepaalt het tijdstip en de richting van lichtemissie. In 1987 voorspelde de Amerikaanse onderzoeker Eli Yablonovitch theoretisch dat emissie zelfs geheel kan worden gecontroleerd in speciale nanostructuren, bekend als fotonische kristallen. Deze voorspelling vormde het startschot voor wereldwijd onderzoek naar dergelijke structuren waarvan onderzoekers verwachten dat ze bouwstenen zullen vormen van optische 'chips' waarmee men informatie in de vorm van licht manipuleert. Fysici en chemici van Complex Photonic Systems (COPS) en de Universiteit Utrecht zijn er als eerste in geslaagd om de emissie van licht in zowel tijd als richting te controleren door gebruik te maken van speciaal gemaakte 'kunstmatige atomen' als lichtbronnen in fotonische kristallen. Wij verwachten dat de resultaten belangrijke toepassingen kunnen hebben in efficiënte miniatuurlasers en LEDs, zonnecellen en quantumcomputers. Spontane emissie Figuur 1: Detail van een fotonisch kristal gemaakt met een elektronen microscoop. De luchtbolletjes zijn holtes in een vaste stof, die zichtbaar is als de regelmatige witte structuur. Luchtbollen zijn klein, maar nog steeds 1000x groter dan atomen. De schaalstreep is 0.001 mm lang. 10 De wisselwerking tussen licht en materie is een belangrijk proces in de natuur en speelt een grote rol in bijvoorbeeld de levenscyclus van planten. Een atoom (of molecuul) kan een lichtdeeltje, foton geheten, met een specifieke energie opnemen. Het atoom in kwestie heet dan 'aangeslagen'; het is in een hogere energietoestand gekomen. Door spontaan en in willekeurige richting een foton uit te zenden keert het atoom terug naar de grondtoestand. Dit wordt spon-tane emissie genoemd. Het uitzenden van het foton is een quantummechanisch kansproces, dat evenredig is aan de dichtheid van zogenaamde vacuümfluctuaties. Deze alomtegenwoordige vacuümfluctuaties zijn een quantummechanische ruis die de aandrijving vormen voor allerlei fundamentele processen, zoals het spontaan uitzenden van licht door atomen. Vacuümfluctuaties zijn storend voor de werking van lasers, omdat je in een laser niet wilt dat atomen energie spontaan in willekeurige richtingen uitzenden. Ook verstoren deze fluctuaties het bewerken van quantuminformatie voor bijvoorbeeld de toekomstige quantumcomputer. Deze processen kun je manipuleren zodra je de vacuümfluctuaties in bedwang hebt. Wereldwijd onderzoeken wetenschappers het 'temmen' van vacuümfluctuaties. Dit onderzoek leidt al tot de ontwikkeling van steeds kleinere laserbronnen. In 1987 voorspelde de Amerikaanse onderzoeker Eli Yablonovitch dat spontane emissie geheel kan worden gecontroleerd door de atomen te plaatsen in zogenaamde fotonische kristallen met een fotonische bandkloof. Fotonische kristallen Fotonische kristallen bestaan uit twee materialen met een verschillende brekingsindex, regelmatig geordend. Deze brekingsindex bepaalt hoe snel licht zich door het materiaal voortbeweegt, en veroorzaakt de buiging van licht in lenzen en prisma's. De brekingsindex in fotonische kristallen varieert op een lengteschaal ongeveer gelijk aan de golflengte van licht. De gewenste lengteschaal is ongeveer 500 nm voor zichtbaar licht. Dat is minder dan een duizendste millimeter, maar ook tienduizend keer groter dan de afmetingen van atomen. Des te groter het verschil in brekingsindex in het fotonische kristal, S.V. ARAGO des te extremer licht zich gedraagt in zo'n kristal. Licht van bepaalde golflengten kan zich in bepaalde richtingen helemaal niet voortbewegen. Wanneer licht in geen enkele richting meer kan bewegen, dan is er sprake van een 'fotonische bandkloof'. In zo'n bandkloof zijn de vacuümfluctuaties onderdrukt. Voor sommige andere golflengtes die niet in de bandkloof vallen, stimuleert het fotonische kristal de vacuümfluctuaties juist. Als het dus lukt om een bandkloof in een kristal te verwezenlijken, kan het licht op ultieme worden wijze gemanipuleerd. Kunstmatige atomen als lichtbronnen Om licht te manipuleren hebben we fotonische kristallen gemaakt van titania (het materiaal dat witte verf zijn kleur geeft), waarin we een periodieke structuur van luchtbollen hebben aangebracht (figuur 1). Deze kristallen hebben afmetingen van 2 bij 2 bij 0,3 millimeter en bestaan uit duizenden luchtbollen in drie dimensies. De roosterafstanden van de verschillende kristallen gevarieerd tussen de 240 en 650 nanometer. In de kristallen zijn vervolgens doelbewust colloïdale deeltjes gebracht. Deze colloïdale deeltjes zijn gemaakt van de halfgeleider cadmiumselenide en zijn gemiddeld 4,5 nanometer groot. Ze nestelen zich op de oppervlakken van titania in de luchtbollen in een concentratie van minder dan tien per luchtbol. De deeltjes gedragen zich als atomen en worden daarom quantum dots of 'kunstmatige atomen' genoemd. In optische experimenten slaan we de kunstmatige atomen met een korte optische puls van een laser aan. Vervolgens meten we hoe lang het duurt voordat de kunstmatige atomen spontaan fotonen uitzenden en in welke richting deze bewegen. FOCUS 35 - 2 Figuur 2: De grafiek laat zien wanneer de lichtbronnen in verschillende fotonische kristallen licht uitzenden na het aanslaan met een korte laserpuls. Emissie van titania zelf beïnvloedt het eerste deel van de curven. Na 5 ns domineren de kunstmatige atomen de emissie van licht. De kunstmatige atomen werken dus als miniatuur lichtbronnen in de fotonische kristallen en stellen ons in staat om heel precies te meten hoe de fotonische kristallen de levensduur van spontane emissie beïnvloeden. Voorspelling voor het eerst bevestigd Uit de metingen (figuur 2) blijkt nu dat bij fotonische kristallen met een roosterafstand van 420 nanometer de levensduur van de spontane emissie van de kunstmatige atomen 9,6 nanoseconde is en bij 500 nanometer 19,3 nanoseconde. Ter vergelijking, de levensduur van kunstmatige atomen in een niet-fotonisch referentiekristal is 12,4 nanoseconde. Deze resultaten, gepubliceerd in Nature 430, 654 - 657 (2004), laten zien dat het mogelijk is de levensduur van spontane emissie te verkorten of te verlengen door middel van een fotonisch kristal, in overeenstemming met theoretische voorspellingen. Het verschil tussen de langste en de kortste tijd is zelfs een factor twee. Het is opmerkelijk dat we zo het ontstaan van licht kunnen controleren voor veel verschillende golflengtes tegelijk. Bestaande technieken verlengen of verkorten de levensduur van spontane emissie slechts voor een zeer beperkt aantal golflengtes. De levensduur heeft gevolgen voor de efficiëntie van de lichtbronnen in het kristal, die verminderd is als een aangeslagen lichtbron zijn energie afstaat in de vorm van warmte in plaats van licht. De maat voor de efficiëntie is het aantal fotonen dat de lichtbron uitzendt gedeeld door het aantal keren dat deze wordt aangeslagen. Een verhoogde emissie veroorzaakt de waargenomen korte levensduur. Dit betekent dat de efficiëntie van een lichtbron in het kristal is verhoogd: elke laserpuls die de lichtbronnen aanslaat, levert dus meer fotonen op dan wanneer de levensduur langer is. Ook blijkt uit de experimenten dat de emissie van de lichtbronnen sterk gericht is. Dit betekent dat een lichtbron niet alleen efficiënt is, maar ook directioneel, waardoor de lichtopbrengst nog verder toeneemt. Daarmee zijn lichtbronnen in fotonische kristallen interessant voor diverse toepassingen als microlasers en LEDs (bijvoorbeeld in displays) en bronnen die fotonen één voor één uitzenden (bijvoorbeeld in de bewerking van quantuminformatie). De metingen laten ook zien dat kunstmatige atomen overal in het volume van de fotonische kristallen de gewenste werking leveren, terwijl eerdere experimenten met trilholtes zo'n werking slechts in een veel kleiner volume vertonen. Dit is gunstig voor mogelijke bulktoepassingen van fotonische kristallen in zonnecellen. Ik heb erg veel plezier gehad met mijn afstudeeronderzoek bij COPS. Het gebeurt ten slotte niet vaak dat je het NOS nieuws haalt met je afstudeeronderzoek! 11