Leerlijn : Muziek vastleggen

advertisement
DOMEIN MUZIEK: MUZIEK VASTLEGGEN
III-35
Leerlijn : Muziek vastleggen
Vastgelegde muziek kan later gereproduceerd en geïnterpreteerd worden door jezelf of door
anderen. Het is een zeer waardevolle werkvorm om met heel eenvoudige, zelfbedachte symbolen
en grafische tekens het eigen werkstuk vast te leggen. Kinderen zijn blij verrast om achteraf hun
eigen werk te kunnen uitvoeren.
Bij het vastleggen van muziek kan men twee verschillende zaken noteren:
de klankbron en het verloop van de klank .
De klankbron wordt weergegeven met een tekening, symbool of woord.
Om het klankverloop vast te leggen gebruiken we in de eerste plaats een grafische notatie om in
een later stadium kennis te maken met het traditionele notenschrift. Met dit schrift worden klank 
en ritme zo vastgelegd dat deze exact kunnen gereproduceerd worden zoals de maker ze heeft
bedoeld.
Men zal, naast dit schrift, blijven gebruikmaken van de grafische notatie, omdat deze zeer veel
ruimte laat om op een creatieve wijze om te gaan met vastgelegde muziek en geluid.
Men kan ook muziek auditief vastleggen door een klankopname.
III-36
OVSG-LEERPLAN MUZISCHE VORMING
DOELSTELLINGEN/LEERLIJNEN
OD/ET
DIDACTISCHE SUGGESTIES
MUZIEK VASTLEGGEN
1
Zelf muziek vastleggen
1.1
De klankbron vastleggen
De kinderen kunnen bij een geluid een
passende afbeelding plaatsen.
De kinderen kunnen bij een geluid (klank)
een passend symbool plaatsen.
OD 2.3
OD 6.3
OD 6.4
ET 2.2
ET 2.5
ET *6.4
ET *6.5
De kinderen kunnen met woorden
(schriftelijk) weergeven welk geluid wordt
verklankt.
1.2
De klankeigenschappen vastleggen
De kinderen kunnen de muzikale
tegenstelling geluid  stilte herkennen,
grafisch weergeven en verwoorden.
De kinderen kunnen de muzikale
tegenstelling hoog  laag herkennen,
grafisch weergeven en verwoorden.
De kinderen kunnen de muzikale
tegenstelling hard  zacht herkennen,
grafisch weergeven en verwoorden.
De kinderen kunnen de muzikale
tegenstelling lang  kort herkennen,
grafisch weergeven en verwoorden.
Een voorbijrijdende auto, fietsbel, vliegtuig, deurbel,
stofzuiger.
Laat de kinderen de symbolen die ze willen gebruiken
ook zelf bedenken.
Het gaat hier niet om de naam van de geluidsbron,
maar we hanteren woorden om het geluid aan te
duiden.
Bv. Jan speelt op de trommel. Telkens de trommel
klinkt noteren we de naam Jan.
OD 2.1
OD 6.1
OD 6.5
ET 2.1
ET *6.1
ET *6.2
DOMEIN MUZIEK: MUZIEK VASTLEGGEN
DOELSTELLINGEN/LEERLIJNEN
OD/ET
III-37
DIDACTISCHE SUGGESTIES
De kinderen kunnen de muzikale
tegenstelling langzaam  snel herkennen,
grafisch weergeven en verwoorden.
De kinderen kunnen de muzikale
tegenstelling solo  tutti herkennen,
grafisch weergeven en verwoorden.
De kinderen kunnen de muzikale tegenstelling majeur   mineur  herkennen,
grafisch weergeven en verwoorden
(stemmingen, gevoelens en sfeer).
1.3
Klankverloop vastleggen
De kinderen kunnen herhalingen in waargenomen geluiden (klanken) herkennen en
grafisch weergeven met dezelfde
tekeningen, tekens (symbolen), lijnen,
kleuren, woorden.
De kinderen kunnen thema’s en motieven
vastleggen in eenvoudige vormschema’s
(musicogram).
ET 2.1
ET *2.3
ET *6.1
ET *6.2
Bv. Rondo: a a b a c a
De kinderen kunnen eenvoudige ritmische
patronen voorstellen door gebruik te maken
van ritmekaarten.
De traditionele voorstelling met noten is louter
illustratief bedoeld.
De kinderen kunnen de structuur van een
muziekstuk herkennen en grafisch
weergeven.
III-38
OVSG-LEERPLAN MUZISCHE VORMING
DOELSTELLINGEN/LEERLIJNEN
2
Omgaan met vastgelegde muziek
2.1
Omgaan met klankbronnen
De kinderen kunnen een klankbron, voorgesteld door een tekening, lezen en naar
eigen inzicht vocaal of instrumentaal
reproduceren.
OD/ET
OD 2.1
OD 6.1
OD 6.5
ET 2.1
ET *6.1
ET *6.2
DIDACTISCHE SUGGESTIES
Een auto, fietsbel, vliegtuig, deurbel, ... dieren,
klankkaarten (regen, bliksem, ...).
De kinderen kunnen een klankbron, voorgesteld door een symbool, lezen en naar
eigen inzicht vocaal of instrumentaal
reproduceren.
2.2
Omgaan met klankeigenschappen
De kinderen kunnen een klankeigenschap,
voorgesteld door een tekening, lezen en naar
eigen inzicht vocaal of instrumentaal
reproduceren.
OD 2.1
OD 6.1
OD 6.5
ET 2.1
ET *6.1
ET *6.2
De kinderen kunnen een klankeigenschap,
voorgesteld door een symbool, lezen en naar
eigen inzicht vocaal of instrumentaal
reproduceren.
2.3
Omgaan met klankverloop
De kinderen kunnen een klanktafereel,
voorgesteld met tekeningen en/of woorden,
lezen en naar eigen inzicht vocaal of
instrumentaal reproduceren.
De kinderen kunnen een klanktafereel,
voorgesteld met afgesproken symbolen,
lezen en naar eigen inzicht vocaal of
instrumentaal reproduceren.
De kinderen kunnen een gekende melodie,
voorgesteld met symbolen, lezen en vocaal
of instrumentaal reproduceren.
OD 2.1
OD 6.1
OD 6.5
ET 2.1
ET *6.1
ET *6.2
Luid/zacht, kort/lang, hoog/laag.
Download