Hoofdstation

advertisement
Gebruikersgids
Hoofdstation
Wireless modem CH7465LG-TN
De gegevens van je Wi-Fi-netwerk altijd bij de hand
Om je toestellen draadloos te verbinden met het netwerk van je Hoofdstation
(Wireless modem), heb je de netwerknaam en -sleutel nodig. Je vindt ze heel
gemakkelijk terug.
1
Op de 3 stickers die
mee in de doos van
het Hoofdstation
zitten
WiFi network: telenet-1234567
WiFi network: telenet-1234567
WiFi network:
telenet-1234567
WiFi password:
123456789012
WiFi password: 123456789012
WiFi password: 123456789012
1
TEL
2
2
1
Op het kaartje dat
onderaan in het
Hoofdstation zit
2
INT
3
4
WiFi network
telenet-1234567
WiFi password
123456789012
RESET
3
Op de sticker
die aan de
onderkant van het
Hoofdstation kleeft
WiFi network
telenet-1234567
WiFi password
123456789012
Instellingen van je Hoofdstation aanpassen via Mijn Telenet
In Mijn Telenet (mijn.telenet.be) kan je je Hoofdstation beheren. Meld je aan met je
Telenet-login, je Telenet-e-mailadres of je internetlogin/gebruikersnaam (bv. u123456)
en je wachtwoord. Een Telenet-login maak je zelf online aan met je klantennummer.
Je klantennummer en je internetlogin/gebruikersnaam vind je op je aanrekeningen
en op je Telenet Paspoort.
2
In deze gids
Je hebt je Hoofdstation (Wireless modem) geïnstalleerd met behulp van de
beknopte installatiegids. In deze gids vind je meer informatie over je draadloze
verbinding en over specifieke configuraties.
Je Telenet-thuisnetwerk. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Je toestellen draadloos verbinden.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Smartphone of tablet. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Windows XP, Vista en 7.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Windows 8 en 10. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Mac OS X. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
De kwaliteit van je Wi-Fi-verbinding verbeteren.. . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Specifieke configuraties in je Telenet-thuisnetwerk. . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Met een Internet Bijstation. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Met een router. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Met een switch.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 1
Met een telefooncentrale. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 1
Met een alarmsysteem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 1
Met een vaste telefoonlijn en berichtendienst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 1
Problemen met je Wi-Fi-verbinding oplossen.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Extra ondersteuning nodig?
telenet.be/thuisnetwerk
Telenet Support-app
015 66 66 66
3
Je Telenet-thuisnetwerk
Het Hoofdstation (Wireless modem) vormt de basis voor je Telenetthuisnetwerk. Zo kan je met meerdere mensen tegelijk supersnel surfen,
digitaal tv kijken en/of bellen via de vaste lijn. Naast het Hoofdstation kan je
Telenet-thuisnetwerk ook een of meerdere Internet Bijstation(s) bevatten.
HOOFDSTATION
Hoe ver de Wi-Fi-signalen reiken, is afhankelijk van de architectuur
en grootte van je huis, de gebruikte materialen en je interieur.
4
Hoofdstation (Wireless modem)
Vanuit het Hoofdstation vertrekken de kabels naar je computer(s),
je HD Digicorder of HD Digibox en je vaste telefoon. Het Hoofdstation
verspreidt ook de Wi-Fi-signalen in je huis, zodat je op de meeste
plaatsen draadloos kan surfen.
Internet Bijstation (optioneel)
Door de architectuur en grootte van je huis, de gebruikte materialen en
je interieur zou het kunnen dat je in bepaalde ruimtes niet comfortabel
kan surfen via Wi-Fi. In dat geval kan je een Internet Bijstation installeren.
Zo vergroot je het bereik van je Wi-Fi-netwerk en surf je ook vlot in de
ruimtes waar jij dat wilt. Meer info daarover vind je op pagina 8.
5
Je toestellen draadloos verbinden
Hoe je je toestel draadloos met het Hoofdstation (Wireless modem)
verbindt, hangt af van het besturingssysteem. Hier vind je een handleiding
voor smartphones, tablets en computers met Windows of Mac OS X.
Smartphone of tablet
1
Surf naar telenet.be/mobileconfigurator.
2
Selecteer de smartphone of tablet die je wilt verbinden.
Selecteer
Wi-Fi.
3
4
Volg de stappen op het scherm.
Of via de QR-code: Scan de QR-code op het kaartje dat onderaan
in de Wireless modem zit. Afhankelijk van je besturingssysteem zal
je smartphone of tablet automatisch met je thuisnetwerk verbinden
of kan je de netwerknaam en -sleutel gemakkelijk kopiëren.
WiFi network
telenet-1234567
WiFi password
123456789012
Computers met Windows XP, Vista en Windows 7
1
Klik op ‘Start’ en daarna op ‘Verbinding maken met’ of op het netwerkicoontje
rechtsonder het scherm. Het venster met de beschikbare draadloze netwerken verschijnt.
2
Klik op het netwerk van je Wireless modem. Je vindt de naam van het netwerk op de
sticker op je Wireless modem bij ‘WiFi network’: telenet-xxxxxxx. Klik daarna op
‘Verbinding maken’.
3
Vul de netwerksleutel in. Je vindt de code op de sticker op je Wireless modem bij
‘WiFi password’. Opgelet: de netwerksleutel is hoofdlettergevoelig.
Of via WPS: In plaats van de netwerksleutel handmatig in te
geven, kan je op de WPS -knop vooraan je Wireless modem
drukken. Je computer zal de netwerksleutel dan automatisch
ophalen en met je thuisnetwerk verbinden.
1
TEL
2
1
2
INT
3
4
RESET
4
6
Klik op ‘Verbinding maken’. Je bent nu verbonden met het beveiligde draadloze
netwerk van je Wireless modem.
Computers met Windows 8 en 10
1
Klik in het opstartscherm aan de rechterkant op ‘Instellingen’ en daarna op het icoontje ‘draadloos netwerk’. De lijst met de beschikbare draadloze netwerken verschijnt.
2
Klik op het netwerk van je Wireless modem. Je vindt de naam van het netwerk op de
sticker op je Wireless modem bij ‘WiFi network’: telenet-xxxxxxx. Klik daarna op
‘Verbinding maken’.
3
Vul de netwerksleutel in. Je vindt de code op de sticker op je Wireless modem bij
‘WiFi password’. Opgelet: de netwerksleutel is hoofdlettergevoelig.
Of via WPS: In plaats van de netwerksleutel handmatig in te
geven, kan je op de WPS -knop vooraan je Wireless modem
drukken. Je computer zal de netwerksleutel dan automatisch
ophalen en met je thuisnetwerk verbinden
1
TEL
2
1
2
INT
3
4
RESET
4
Klik op ‘Verbinding maken’. Je bent nu verbonden met het beveiligde draadloze
netwerk van je Wireless modem. Je krijgt nog de vraag of je informatie wilt uitwisselen
tussen toestellen op het netwerk. Kies ‘Ja’ als dit je thuisnetwerk is.
Computers met Mac OS X
1
Klik op het Airport-icoontje
rechtsboven het scherm en indien nodig op
‘Schakel Wi-Fi in’. De lijst met de beschikbare draadloze netwerken verschijnt.
2
Klik op het netwerk van je Wireless modem. Je vindt de naam van het netwerk op de
sticker op je Wireless modem bij ‘WiFi network’: telenet-xxxxxxx. Klik daarna op
‘Verbinding maken’.
3
Vul de netwerksleutel in. Je vindt de code op de sticker op je Wireless modem bij
‘WiFi password’. Opgelet: de netwerksleutel is hoofdlettergevoelig.
4
Klik op ‘OK’. Je bent nu verbonden met het beveiligde draadloze netwerk van je
Wireless modem.
7
De kwaliteit van je
Wi-Fi-verbinding verbeteren
De snelheid en kwaliteit van je Wi-Fi-verbinding hangt af van verschillende
factoren. Hier lees je wat je kan doen om je verbinding te verbeteren.
INTERNET
BIJSTATION
HOOFDSTATION
Met een Internet Bijstation kan je het bereik van je Wi-Fi-netwerk uitbreiden.
Het is een extra Wi-Fi-zender die een apart deel van je huis van Wi-Fi-dekking voorziet.
8
INTERNET
BIJSTATION
Je Wi-Fi-signaal verbeteren
Kasten, elektrische apparaten en apparaten die met radiogolven werken (draagbare
telefoons, babyfoons, …) kunnen de radiogolven van je Wireless modem hinderen.
Verplaats je Wireless modem en zorg ervoor dat hij niet ingesloten staat.
Hoe meer vrije ruimte errond, hoe beter het Wi-Fi-signaal verspreid kan worden.
Schakel de apparaten uit of zet ze (indien mogelijk) op een andere plaats
om het bereik en de snelheid van je Wireless modem te verbeteren.
Het bereik van je Wi-Fi-netwerk uitbreiden
De architectuur, de bouwmaterialen en de isolatie kunnen ervoor zorgen dat je niet
overal even comfortabel kan surfen via Wi-Fi. Heeft je huis bijvoorbeeld verschillende
verdiepingen of staat je Wireless modem in de kelder, dan is het Wi-Fi-signaal
waarschijnlijk onvoldoende sterk om heel je huis te bereiken.
Plaats een Internet Bijstation op de plaatsen in je huis waar het bereik van je
Wi-Fi-netwerk niet voldoende is. Je hebt twee opties: vast of draadloos.
• Met Powerline-adapters breng je een vaste internetverbinding tot stand via
het elektriciteitsnet. Plaats één adapter bij je Wireless modem en één adapter in
elke kamer waar je de vaste internetverbinding wilt.
• Met een Access Point plaats je een extra zender van waaruit Wi-Fi-signalen
verspreid worden. Het Access Point heeft steeds een vaste verbinding met de
Wireless modem nodig. Die kan je maken met een utp-kabel of met Powerlineadapters. Meer info vind je op telenet.be/thuisnetwerk
9
Specifieke configuraties
in je Telenet-thuisnetwerk
Afhankelijk van jouw situatie, kan je extra onderdelen in je Telenetthuisnetwerk hebben. Hieronder lees je wat je in die gevallen kan doen.
Je gebruikt een Internet Bijstation in je installatie
Je kan je Internet Bijstation gewoon blijven gebruiken, of het nu om Powerline-adapters of
een Access Point gaat. Verbind je Hoofdstation (Wireless modem) met je Internet Bijstation.
Vergeet niet je Internet Bijstation even uit en dan weer in te schakelen.
Je hebt een router in je installatie
De Wireless modem heeft een ingebouwde router. Je hebt je oude dus router niet meer
nodig. Wil je hem toch behouden (bijvoorbeeld om je draadloze bereik te vergroten of om
extra apparaten aan te sluiten), dan kan je de onderstaande stappen uitvoeren om het
gebruik van je router te wijzigen.
Raadpleeg de handleiding van je router voor meer details. Of zoek via een online zoek­
machine naar meer info door het merk en het type van je router in te geven.
De routerfunctionaliteit uitschakelen: stel je router in als switch/bridge of schakel de
DHCP-functie van je router uit. Verwijder eventuele vaste IP-adressen. Je router krijgt
automatisch een IP-adres toegewezen. Stel ook je computer in zodat hij een automatisch IP-adres krijgt. Op die manier schakel je de routerfunctie uit, maar behoud je de
mogelijkheid om andere toestellen aan te sluiten. Niet elk type router heeft deze optie.
De routerfunctionaliteit behouden: verander de IP-instellingen van je router en wijs een
vast IP-adres toe in de range 192.168.1.XXX. Daardoor behoud je de routerfunctie, maar
vermijd je conflicten met de Wireless modem. Houd er wel rekening mee dat je nu twee
verschillende netwerken hebt.
10
Je hebt een switch in je installatie
Je kan je switch blijven gebruiken. Verbind je switch en je Wireless modem met een
utp-kabel.
Je hebt een telefooncentrale in je huidige installatie
We raden je aan om de installatie over te laten aan een Telenet-installateur. Neem contact
op met de Telenet Klantendienst op het nummer 015 66 66 66 om een afspraak te maken.
Je hebt een alarmsysteem aan je huidige modem gekoppeld
Neem vóór je start contact op met het bedrijf dat je alarmsysteem installeerde en meld
hen dat je een nieuwe modem wilt plaatsen. De meeste alarmsystemen hebben een
beveiliging ingebouwd en geven een alarmsignaal wanneer ze geen contact meer hebben
met de modem. De installateur van je alarmsysteem kan je helpen om dit te vermijden.
Je hebt een vaste telefoonlijn van Telenet met berichtendienst
Zorg ervoor dat je alle berichten beluistert vóór je de nieuwe Wireless modem installeert.
Na de installatie zijn je berichten gewist en zijn de standaardinstellingen van je voicemail
opnieuw actief. Je moet na de installatie opnieuw een persoonlijke begroeting opnemen als
je dat wilt.
11
Problemen met je
Wi-Fi-verbinding oplossen
Lukt het niet om een draadloze verbinding tot stand te brengen,
volg dan de onderstaande stappen om het probleem op te lossen.
1
Controleer of je draadloze verbinding ingeschakeld staat, zowel op je computer
of smartphone als in Mijn Telenet.
2
Herstart alle apparaten in je netwerk: computer, Wireless modem, Powerlineadapters, Access Point, …
3
Vermijd conflicten met je oude router. Aangezien het Hoofdstation (Wireless
modem) een ingebouwde router heeft, heb je je oude router niet meer nodig. Twee
routers in een netwerk kunnen voor conflicten zorgen. Wil je je eigen router toch
verder gebruiken? Lees dan ‘Je hebt een router in je installatie’ op pagina 10 voor meer
informatie en om conflicten te vermijden.
4
Zet je computer dicht bij je Wireless modem en controleer of je verbinding dan wel
werkt. Is dat het geval, dan was de afstand tussen je computer en Wireless modem
wellicht te groot. Lees op de vorige pagina’s hoe je de kwaliteit van je draadloze
verbinding kan verbeteren.
5
Heb je nog steeds geen verbinding, verbind dan je Wireless modem en je computer
met de meegeleverde utp-kabel.
Kan je een verbinding maken met het internet, dan is er een probleem met je
draadloze verbinding. Ga in de buurt van de Wireless modem zitten en overloop
de stappen bij ‘Je toestellen draadloos verbinden’. Lukt het nog steeds niet,
raadpleeg dan het deel ‘De kwaliteit van je Wi-Fi-verbinding verbeteren’.
Krijg je ook via de utp-kabel geen verbinding met het internet, dan is er een
probleem met je hardware of je internetabonnement. Bel naar de Telenet
Klantendienst op het nummer 015 66 66 66 voor hulp.
V.U.: Telenet bvba, Liersesteenweg 4, 2800 Mechelen I DRK.BRNF.00031.E16 I Cypres
12
Download