AFS 201X:X 1. ------IND- 2014 0293 S-- NL- ------ 20140704 --- --- PROJET Kwarts - steenstof in de arbeidsomgeving Voorschriften en algemene aanbevelingen van de Dienst voor de arbeidsomgeving betreffende kwarts steenstof in de arbeidsomgeving 1 AFS 201X:X Inhoud Voorschriften en algemene aanbevelingen van de Dienst voor de arbeidsomgeving betreffende kwarts Inhoud ..................................................................................................................... 2 Doel .......................................................................................................................... 3 Toepassingsgebied ................................................................................................. 3 Tot wie richten de voorschriften zich.................................................................. 4 Definities ................................................................................................................. 5 Regelmatig onderzoek van de arbeidsomgeving .............................................. 6 Planning en uitvoering.......................................................................................... 7 Onderzoek en risicobeoordeling .......................................................................... 7 Metingen ................................................................................................................. 8 Typemetingen ............................................................................................... 8 Bijzondere metingen .................................................................................... 8 Maatregelen ............................................................................................................ 9 Beperking van het gebruik ............................................................................ 10 Beperking van de verspreiding van het stof ............................................... 11 Keuze van de uitrusting ............................................................................ 11 Reiniging ..................................................................................................... 12 Bescherming van werknemers ...................................................................... 13 Ademhalingsbeschermingsmiddelen...................................................... 13 Documentatie van de risicobeoordeling en maatregelen ............................... 13 Opvolging van de maatregelen.......................................................................... 14 Hanterings- en beschermingsinstructies .......................................................... 15 Kennis van de werknemer .................................................................................. 16 Geneeskundige controles .................................................................................... 16 Aanmelding van mobiele installaties ................................................................ 17 Boetebepalingen ................................................................................................... 17 2 Verzameling der wetten van de Dienst voor de arbeidsomgeving Voorschriften en algemene aanbevelingen van de Dienst voor de arbeidsomgeving betreffende kwarts steenstof in de arbeidsomgeving; AFS 201X:X In vastgesteld op XX XXXXX 201X. druk verschenen op xx xxxx 201X. De Dienst voor de arbeidsomgeving schrijft 1 uit hoofde van § 18 van de verordening (1977:1166) betreffende de arbeidsomgeving het volgende voor en stelt de volgende algemene aanbevelingen vast. Doel § 1 Het doel van deze voorschriften is het voorkomen van ongezonde omstandigheden wanneer er een risico bestaat op blootstelling van de werknemer aan kwartshoudend stof op het werk. Toepassingsgebied § 2 Deze voorschriften zijn van toepassing op alle werkzaamheden waarbij materiaal dat meer dan drie gewichtsprocent kwarts bevat wordt gehanteerd, met uitzondering van hetgeen in de derde alinea wordt voorgeschreven. Bij landbouwwerkzaamheden gelden de voorschriften uitsluitend voor werkzaamheden die de hantering binnenshuis inhouden van door grond en zand verontreinigde landbouwproducten. Met betrekking tot werkzaamheden die in huis worden uitgevoerd, gelden de voorschriften niet. Algemene aanbeveling: De in Zweden meest voorkomende gesteenten graniet en gneis bestaan tot tussen de 20 en 45 % uit ______________ 1 Zie Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 204, 21.7.1998, blz. 37, Celex 31998L0034). 3 AFS 201X:X kwarts. Blootstelling aan kwartshoudend stof komt zeer vaak voor in de arbeidsomgeving en kan voorkomen bij de hantering van kwartshoudend materiaal. Voorbeelden van sectoren waarop deze voorschriften van toepassing kunnen zijn: mineraalwinning, mijnbouwactiviteiten, waaronder groeves voor kleinschalig gebruik, bouw- en constructiewerkzaamheden, zandwinning en werkzaamheden in de beton- en betonproductenindustrie, steenindustrie, porselein- en keramiekbewerking, glas- en slijpwaarfabricage, verf-, kunststofen lijmfabricage, gieterijen en bij asfaltwerkzaamheden en in tandtechnische laboratoria. Onder een groeve voor kleinschalig gebruik wordt een groeve verstaan waarvan de grondeigenaar het materiaal binnen zijn onroerend goed gebruikt en voor zijn eigen behoefte, bijvoorbeeld voor het onderhoud van privéwegen. Tot wie richten de voorschriften zich § 3 De werkgever is verantwoordelijk voor de naleving van deze voorschriften. Een persoon die arbeidskrachten inhuurt, wordt gelijkgesteld met een werkgever. Degene die werkzaamheden uitvoert zonder werknemers overeenkomstig hoofdstuk 3, § 5, tweede alinea, van de wet op de arbeidsomgeving (1977:1160) volgt deze voorschriften, maar is niet verplicht om de bepalingen betreffende geneeskundige controles in § 26 te volgen. Uit de hoofdstukken 1 en 3 van de wet op de arbeidsomgeving vloeit voort dat deze voorschriften ook verplichtingen kunnen inhouden voor andere personen dan de werkgever. Algemene aanbeveling: Personen die gebruikmaken van ingehuurde arbeidskrachten hebben een verantwoordelijkheid die in principe gelijk is aan de arbeidsomgevingsverplichtingen van een werkgever. Met betrekking tot werkzaamheden waarbij kwartshoudend materiaal wordt gehanteerd, ligt deze in de eerste plaats bij degene die de leiding heeft over de werkplek. Degene die de leiding heeft over een werkplek heeft de verantwoordelijkheid erop toe te zien dat vaste voorzieningen en andere voorzieningen die aanwezig zijn op de werkplek geen ongezonde omstandigheden of ongelukken veroorzaken. Deze verantwoordelijkheid geldt ook voor andere werknemers dan degene die door de leidinggevende zijn 4 AFS 201X:X aangesteld. Dit houdt bijvoorbeeld in dat bij de productie van kwartshoudende betonelementen erop moet worden toegezien dat afzuiginstallaties zowel tijdens het productieproces als bij het laden van het basisproduct voldoende capaciteit hebben en bevredigend werken. Tijdens bouwwerkzaamheden hebben de opzichter, de coördinator voor de bouwarbeidsomgeving bij de planning en organisatie en de coördinator voor de bouwarbeidsomgeving bij de uitvoering de verantwoordelijkheid erop toe te zien dat de werkzaamheden met betrekking tot o.a. kwartshoudend materiaal correct worden uitgevoerd. Definities § 4 In de voorschriften worden de volgende woorden en zinsneden gebruikt met de onderstaande betekenis: blootstelling aan kwartshoudend stof de blootstelling aan kwartshoudend stof door middel van inademing. hantering bewerken, breken, vervoeren, gebruiken, bewaren en slopen. cristobaliet hogetemperatuurvorm van kwarts. kwarts een mineraal bestaande uit kristallijn siliciumdioxide of siliciumdioxide met deels geordende kristalstructuur. kwartshoudend stof stof dat vrijkomt bij de hantering van kwartshoudend materiaal. kwartshoudend materiaal materiaal dat meer dan drie gewichtsprocent kwarts bevat. mobiele installatie breekwerkzaamheden, sorteerwerkzaamheden, asfalteerwerkzaamheden en betonmengers die om bij de klanten te komen, moeten 5 AFS 201X:X worden verplaatst. inadembaar cristobalietstof de inadembare stofdeeltjes van cristobaliet in de lucht die terechtkomen in het einde van de luchtwegen en de alveolen in de longen. De grenswaarde voor inadembaar cristobalietstof is opgenomen in de voorschriften van de Dienst voor de arbeidsomgeving (AFS 2011:18) betreffende hygiënische grenswaarden. inadembaar kwartsstof de inadembare stofdeeltjes van kwarts in de lucht die terechtkomen in het einde van de luchtwegen en de alveolen in de longen. De grenswaarde voor inadembaar kwartsstof is opgenomen in de voorschriften van de Dienst voor de arbeidsomgeving (AFS 2011:18) betreffende hygiënische grenswaarden. typemeting het gemiddelde resultaat van een reeks metingen van het gehalte inadembaar kwartsstof die wordt uitgevoerd onder gedocumenteerde omstandigheden. Een typemeting kan ook worden gebruikt als basis voor de risicobeoordeling voor andere werkplekken dan die waar de metingen zijn uitgevoerd. Regelmatig onderzoek van de arbeidsomgeving § 5 In de voorschriften van de Dienst voor de arbeidsomgeving (AFS 2001:1) betreffende regelmatig onderzoek van de arbeidsomgeving zijn regels opgenomen over hoe de werkgever de arbeidsomstandigheden regelmatig moet onderzoeken en moet beoordelen welke risico's kunnen worden voorkomen bij de werkzaamheden. Daar zijn ook regels te vinden over de maatregelen die moeten worden genomen om de risico's te voorkomen. In §§ 16-27 worden de risicofactoren, methoden voor de beoordeling van risico's en maatregelen die deel kunnen uitmaken van het regelmatige 6 AFS 201X:X onderzoek van de arbeidsomgeving gespecificeerd met betrekking tot risico's die gepaard gaan met kwarts. Planning en uitvoering § 6 Alle werkzaamheden waarbij kwartshoudend stof kan vrijkomen, moeten worden gepland en uitgevoerd zodat de blootstelling aan kwartshoudend stof gedurende het gehele arbeidsproces zo klein mogelijk is. Het aantal personen dat wordt blootgesteld aan kwartshoudend stof moet zo lang mogelijk beperkt worden gehouden. Onderzoek en risicobeoordeling § 7 Voordat wordt begonnen aan werkzaamheden die de hantering van kwartshoudend materiaal inhouden, moet de werkgever de arbeidsomstandigheden onderzoeken en het risico op blootstelling aan kwartshoudend stof op de werkplek beoordelen. Daarna dient er een onderzoek en risicobeoordeling plaats te vinden wanneer de omstandigheden op de werkplek zodanig veranderen dat dit van invloed kan zijn op de blootstelling aan kwartshoudend stof. Algemene aanbeveling: De omstandigheden op de werkplek variëren per type werkzaamheden die er worden uitgevoerd, bijv. of de werkzaamheden binnen of buiten worden uitgevoerd en de mate van automatisering. Bij de beoordeling van de risico's van bouw- en constructiewerkzaamheden of de werkzaamheden met mobiele installaties, moet in het bijzonder aandacht worden besteed aan verschillende factoren van buitenaf die van invloed kunnen zijn op de planning van de werkzaamheden en de risico's. Dergelijke factoren kunnen bijvoorbeeld bij werkzaamheden in een groeve zijn: seizoen, weer en de plaatsing van de voorraad. Als basis voor de risicobeoordeling en voor de keuze van maatregelen kan bijv. dienen: 1. de eigen inschatting van de werkgever van het risico op blootstelling aan kwartshoudend stof, afhankelijk van bijv. het soort werkzaamheden en de overige arbeidsomstandigheden; 2. de ervaring binnen de branche; 7 AFS 201X:X 3. 4. 5. beschikbare informatie over risico en bescherming, zoals informatie op een blad met veiligheidsgegevens of iets dergelijks; typemetingen; bijzondere metingen. Metingen Typemetingen § 8 Typemetingen kunnen worden gebruikt als basis voor de risicobeoordeling en voor de keuze van maatregelen indien: 1. de omstandigheden tussen de eigen werkplek en de plek waar de typemetingen zijn uitgevoerd gelijkwaardig zijn; en 2. er duidelijke documentatie, waarin de gelijkwaardige omstandigheden worden opgesomd, beschikbaar is op de werkplek waar wordt verwezen naar het meetresultaat van de typemetingen. Typemetingen die worden gebruikt als basis voor de risicobeoordeling mogen niet ouder zijn dan vijf jaar. Algemene aanbeveling: Voor gelijkwaardige omstandigheden is het ook noodzakelijk dat bijv. beschermingsmaatregelen en arbeidsmethoden gelijkwaardig zijn en zodanig zijn dat deze ertoe leiden dat de hygiënische ondergrenswaarde niet wordt bereikt. Meerdere bedrijven met gelijksoortige werkzaamheden kunnen gemeenschappelijke typemetingen uitvoeren. Bijzondere metingen § 9 De werkgever moet de in § 7 bedoelde risicobeoordeling aanvullen met bijzondere metingen overeenkomstig § 10 van het gehalte aan inadembaar kwartsstof of inadembaar cristobalietstof wanneer niet op andere wijze duidelijk kan worden welke maatregelen nodig zijn. Bij meerdere metingen tijdens één meetmoment moet de hoogste gemeten meetwaarde worden gebruikt bij de beoordeling. Het meetresultaat van dergelijke metingen moet minstens om de vijf jaar worden bijgewerkt door middel van een nieuwe meting. Algemene aanbeveling: Binnen het toezichtskader heeft de Dienst voor de arbeidsomgeving de mogelijkheid om eisen te stellen aan de werkgever voor het uitvoeren van metingen. 8 AFS 201X:X De werknemer loopt het risico te worden blootgesteld aan cristobaliet bij werkzaamheden waar kwartshoudend materiaal wordt verhit tot 400 °C (amorf kwarts) of 1 470 °C (kristallijn kwarts). Deze risico's komen onder andere voor bij gieterijen. § 10 Een meting overeenkomstig § 9 moet worden uitgevoerd overeenkomstig § 6 van de voorschriften van de Dienst voor de arbeidsomgeving (AFS 2011:18) betreffende hygiënische grenswaarden. Algemene aanbeveling: Alle metingen moeten onder normale bedrijfsomstandigheden worden uitgevoerd. De metingen buitenshuis moeten worden uitgevoerd wanneer er geen sprake is van neerslag, nevel of mist. Het meetresultaat moet worden gedocumenteerd in een meetrapport overeenkomstig de voorschriften van de Dienst voor de arbeidsomgeving betreffende hygiënische grenswaarden en moet beschikbaar zijn op de werkplek. Maatregelen § 11 De risicobeoordeling van de werkgever dient als basis voor de keuze van de maatregelen die de risico's minimaliseren. De maatregelen moeten ertoe leiden dat de blootstelling zo klein mogelijk is en dat niemand op de werkplek wordt blootgesteld aan gehalten van inadembaar kwartsstof of inadembaar cristobalietstof die hoger zijn dan de hygiënische grenswaarden. De maatregelen moeten overeenkomstig de volgende volgorde van prioriteit worden gekozen: 1. wegnemen van het risico; 2. beperken van het risico; 3. beschermen van de werknemer tegen het risico. Algemene aanbeveling: Het risico kan worden weggenomen door: 1. de materiaalkeuze (zie § 12); 2. de methode (zie §§ 13 en 14). Het risico kan worden beperkt door: 1. het kiezen van passende arbeidsuitrusting (zie § 15); 2. het omsluiten van het stofgenererende proces; 3. het gebruiken van procesventilatie bij de stofbron; 9 AFS 201X:X 4. 5. 6. het nathouden van het materiaal; het uitvoeren van de werkzaamheden vanuit een cabine (zie § 16); het op regelmatige basis reinigen (zie §§ 17 en 18). Wanneer voornoemde maatregelen niet uitvoerbaar zijn of onvoldoende zijn, wordt het risico van de afzonderlijke werknemer beperkt door het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (zie §§ 19 en 20 betreffende ademhalingsbeschermingsmiddelen). Indien noodzakelijk kunnen meerdere maatregelen worden gecombineerd. Beperking van het gebruik § 12 Indien het gebruik van kwartshoudend materiaal het risico met zich meebrengt dat de werknemer wordt blootgesteld aan kwartshoudend stof, moet de werkgever indien mogelijk het kwartshoudende materiaal vervangen door ongevaarlijk of minder gevaarlijk materiaal. Algemene aanbeveling: Indien het niet mogelijk is om het kwartshoudende materiaal te vervangen, moet het worden voorbehandeld zodat de verspreiding van stof tijdens het gebruik wordt geminimaliseerd. Het materiaal kan bijvoorbeeld worden gewassen, pneumatisch worden behandeld of worden behandeld met stofbindende middelen. § 13 Kwartshoudend materiaal mag alleen worden gebruikt als straalmiddel bij handmatig stralen wanneer dit plaatsvindt in een afgesloten straalcabine met afzuiging of natstralen wanneer water wordt toegevoegd aan het straalmiddel. Algemene aanbeveling: Wanneer een kwartsvrij straalmiddel wordt gebruikt bij het stralen van kwartshoudende oppervlakken, dan kan het nodig zijn om het gebruikte straalmiddel te reinigen van het kwartshoudende stof voordat het opnieuw wordt gebruikt. § 14 Cristobaliethoudend filtermateriaal mag uitsluitend worden gebruikt voor de reiniging van water wanneer er verdere maatregelen worden genomen die de effectieve verspreiding van stof bij het opmeten van de hoeveelheid materiaal (doseren) verhinderen. 10 AFS 201X:X Algemene aanbeveling: Indien de hantering van cristobaliethoudend filtermateriaal niet kan worden uitgevoerd als gesloten proces, zijn afzuiging van het poeder onder het waterniveau en het gebruik van zakreinigers doeltreffende maatregelen om de verspreiding van stof te voorkomen. Dit moet worden uitgevoerd in combinatie met procesventilatie. Beperking van de verspreiding van het stof Keuze van de uitrusting § 15 Bij het gebruik van arbeidsuitrusting die gepaard gaat met het vrijkomen van kwartshoudend stof, moet de werkgever in de eerste plaats uitrusting kiezen die ervoor zorgt dat het kwartshoudend stof zich zo min mogelijk verspreidt. Algemene aanbeveling: De verspreiding van stof kan op doeltreffende wijze worden voorkomen door de machine te omsluiten. Deze omsluiting moet zo strak mogelijk zijn en de toegevoerde luchtstroom moet zo krachtig zijn dat er geen stof kan ontsnappen. Indien omsluiting niet mogelijk is, kan gebruik worden gemaakt van procesventilatie. § 16 Cabines die worden gebruikt bij werkzaamheden wanneer de werknemer het risico loopt dat hij wordt blootgesteld aan hoeveelheden boven de hygiënische grenswaarde, moeten zijn uitgerust met mogelijkheden voor de afgescheiden toevoer van lucht en beschikken over temperatuurregelende uitrusting. De toegevoerde lucht moet zo min mogelijk verontreinigd zijn. De toegevoerde hoeveelheid lucht moet kunnen verzekeren dat er sprake is van overdruk, zodat het stof niet in de cabine kan komen. Algemene aanbeveling: Om ervoor te zorgen de toegevoerde lucht zo min mogelijk verontreinigd is, moet het toevoerluchtaggregaat van de cabine beschikken over een fijnfilter met een filtratierendement van minimaal 90 % van deeltjes van 0,4 micrometer (µm) (filterklasse F8), gemeten overeenkomstig de Zweedse norm SSEN 779, uitgave 2. Het fijnfilter moet worden gebruikt in combinatie met een geschikt basisfilter (voorfilter). 11 AFS 201X:X Andere filtercombinaties kunnen ook worden gebruikt indien deze leiden tot een soortgelijk filtratierendement zoals vermeld in de norm SS-EN 779. Reiniging § 17 Op werkplekken waar kwartshoudend materiaal wordt gehanteerd en stof kan vrijkomen, dient reiniging plaats te vinden in de mate zoals voortvloeit uit de risicobeoordeling. Dit geldt ook voor cabines, indien die bij de werkzaamheden worden gebruikt, waar het risico bestaat dat de werknemer wordt blootgesteld aan stof boven de hygiënische grenswaarde en de personeelsruimte en andere ruimten die direct aansluiten op de werkzaamheden. Op de werkplek moeten procedures aanwezig zijn voor de regelmatige reiniging. Algemene aanbeveling: Het wordt aanbevolen om eenmaal per week te reinigen. Algemene regels voor het onderhouden, schoonmaken en reinigen van werkplekken, werkruimten en personeelsruimten met de bijbehorende inrichting en uitrusting zijn te vinden in de voorschriften van de Dienst voor de arbeidsomgeving betreffende de vormgeving van de werkplek. § 18 De reiniging wordt zo uitgevoerd dat het stof niet opwaait of zich verspreidt. Algemene aanbeveling: Voorbeelden van methoden om te voorkomen dat stof opwaait of zich verspreidt, zijn afzuiging of wegspoeling van het stof. Voor het stofzuigen kunnen grotere materialen worden afgevoerd met behulp van een rubberen zeem. Indien mogelijk moet een centrale stofzuiginstallatie of soortgelijke uitrusting worden gebruikt. De afgevoerde lucht vanuit de stofzuiger moet worden gereinigd met een filtratierendement van minstens 99,95 % van de in de lucht aanwezige stofdeeltjes. 12 AFS 201X:X Bescherming van werknemers Ademhalingsbeschermingsmiddelen § 19 Wanneer uit het resultaat van de risicobeoordeling overeenkomstig § 7 blijkt dat er ademhalingsbeschermingsmiddelen nodig zijn, moeten deze beschermingsmiddelen zijn aangepast aan blootstelling aan kwartshoudend stof. Algemene aanbeveling: De blootstelling is afhankelijk van bijv. het gehalte aan kwartshoudend stof in de lucht, de fysieke belasting en de tijd die de werkzaamheden in beslag nemen. Voorbeelden van ademhalingsbeschermingsmiddelen die normaal gezien voldoende bescherming bieden, zijn halfgelaatsmaskers met verwisselbaar filter van klasse P3 overeenkomstig de norm SSEN 140 voor halfgelaatsmaskers en SS-EN 143 voor filters. Bij werkzaamheden die fysiek belastend zijn of langer duren dan twee uur, moet een filterbescherming met ventilator of beademingsapparatuur worden gebruikt. Ditzelfde geldt voor werkzaamheden die plaatsvinden in afgesloten ruimten. Om de beoogde bescherming te benaderen, is het van belang dat de gebruiker de ademhalingsbeschermingsmiddelen probeert en controleert hoe strak deze op het gelaat aansluiten. § 20 Er moeten gedocumenteerde procedures aanwezig zijn voor de controle, het onderhoud en de opslag van ademhalingsbeschermingsmiddelen. De werknemers moeten deze procedures kunnen begrijpen. De procedures moeten beschikbaar zijn op de werkplek. Algemene aanbeveling: Regels voor de keuze, het gebruik, het onderhoud en de opslag van persoonlijke beschermingsmiddelen zijn opgenomen in de voorschriften van de Dienst voor de arbeidsomgeving betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Documentatie van de risicobeoordeling en maatregelen § 21 Het resultaat van de risicobeoordeling en het besluit voor de maatregelen moeten schriftelijk worden vastgelegd. Deze vastlegging bevat gegevens over: 13 AFS 201X:X 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. arbeidsmomenten waarop het risico op blootstelling aan kwartshoudend stof bestaat; bronnen voor het vrijkomen en verspreiden van het kwartshoudende stof; meetverslagen indien er metingen zijn genomen overeenkomstig § 9 (bijvoegen); beoordeling van het risico op blootstelling; welke maatregelen zijn gekozen; welke personen hebben deelgenomen aan de beoordeling; de datum en ondertekening van de persoon die verantwoordelijk is voor de risicobeoordeling. De documentatie moet beschikbaar zijn op de werkplek. Een werkgever die geen documentatie kan overleggen overeenkomstig de eerste alinea, moet een boete betalen (zie § 28). De laagste boete bedraagt 15 000 SEK en de hoogste bedraagt 150 000 SEK. Bij een aantal werknemers van 500 of meer bedraagt de boete 150 000 SEK. Bij minder dan 500 werknemers wordt de boete als volgt berekend: boete = 15 000 SEK + (aantal werknemers-1) x 271 SEK. De som wordt op hele honderdtallen naar beneden afgerond. Opvolging van de maatregelen § 22 De werkgever voert minstens één keer per jaar een opvolging uit van de genomen maatregelen en beoordeelt of deze het beoogde effect hebben. De opvolging omvat alle werknemers waarop de maatregelen van invloed kunnen zijn. Algemene aanbeveling: De opvolging houdt in dat wordt gecontroleerd of de gekozen maatregelen zijn ingevoerd, of deze op de juiste wijze worden toegepast en of ze voldoende zijn. § 23 De werking en prestaties van installaties die worden gebruikt voor het minimaliseren van de blootstelling van werknemers aan kwartshoudend stof wordt minimaal om de zes maanden gecontroleerd. De controle moet vaker worden uitgevoerd indien de omstandigheden op de werkplek daarom vragen. De controle moet worden vastgelegd en de documentatie moet beschikbaar zijn bij de desbetreffende installatie. Een werkgever die handelt in strijd met de eisen in de eerste en derde alinea, moet een boete betalen (zie § 28). 14 AFS 201X:X De laagste boete bedraagt 15 000 SEK en de hoogste bedraagt 150 000 SEK. Bij een aantal werknemers van 500 of meer bedraagt de boete 150 000 SEK. Bij minder dan 500 werknemers wordt de boete als volgt berekend: boete = 15 000 SEK + (aantal werknemers-1) x 271 SEK. De som wordt op hele honderdtallen naar beneden afgerond. Algemene aanbeveling: Deze bepaling ziet op afzuiginstallaties, ventilatie, inbouwapparatuur, stofbeperkende uitrusting of constructies rondom een machine of een in de hand gehouden werktuig enz. Voorbeelden van stofbeperkende maatregelen zijn nathouden met water, omsluiting van machines of de aanwezigheid van afzuiging. De regels met betrekking tot de ventilatie in mijnen zijn opgenomen in de voorschriften van de Dienst voor de arbeidsomgeving betreffende berg- en mijnwerkzaamheden. Algemene regels voor het onderhoud en de controle van arbeidsuitrusting zijn opgenomen in de voorschriften van de Dienst voor de arbeidsomgeving betreffende het gebruik van arbeidsuitrusting. Hanterings- en beschermingsinstructies § 24 Er zijn gedocumenteerde hanterings- en beschermingsmaatregelen aanwezig voor werkzaamheden die blootstelling aan kwartshoudend stof kunnen inhouden. Werknemers moeten de instructies kunnen begrijpen en ze moeten aanwezig zijn op de werkplek. Een werkgever die handelt in strijd met de eisen in de eerste alinea, moet een boete betalen (zie § 28). De laagste boete bedraagt 15 000 SEK en de hoogste bedraagt 150 000 SEK. Bij een aantal werknemers van 500 of meer bedraagt de boete 150 000 SEK. Bij minder dan 500 werknemers wordt de boete als volgt berekend: boete = 15 000 SEK + (aantal werknemers-1) x 271 SEK. De som wordt op hele honderdtallen naar beneden afgerond. Algemene aanbeveling: In de instructies wordt beschreven hoe er veilig kan worden gewerkt. Afbeeldingen of video's zijn soms eenvoudiger te begrijpen dan geschreven tekst. 15 AFS 201X:X Kennis van de werknemer § 25 De werkgever ziet erop toe dat iedereen die met kwartshoudend materiaal werkt over voldoende kennis beschikt inzake de gezondheidsrisico's die zijn verbonden aan de hantering van kwartshoudend materiaal en hoe deze risico's moeten worden voorkomen. De werkgever ziet er tevens op toe dat de desbetreffende werknemers weten welke verplichtingen deze voor hemzelf inhouden overeenkomstig hoofdstuk 3, § 4, van de wet op de arbeidsomgeving. Algemene aanbeveling: Onderliggende documentatie voor de informatie is te halen uit: 1. het resultaat van het onderzoek en de beoordeling met inbegrip van de gekozen maatregelen overeenkomstig §§ 7 en 24; 2. meetverslagen die zijn opgesteld overeenkomstig § 10; 3. hanterings- en beschermingsinstructies overeenkomstig § 24 en andere procedures; 4. toegankelijke risico- en beschermingsinformatie, bijv. het blad met veiligheidsgegevens. Geneeskundige controles § 26 De werkgever regelt de geneeskundige controles, overeenkomstig de voorschriften van de Dienst voor de arbeidsomgeving (AFS 2005:6) betreffende geneeskundige controles tijdens het beroepsleven voor werknemers die hij in dienst heeft of in dienst neemt voor werkzaamheden die de hantering van kwartshoudend materiaal inhouden met het risico op blootstelling gedurende minimaal 20 uur per week, bij de volgende werkzaamheden: 1. bouw- en constructiewerkzaamheden; 2. werkzaamheden met steenbrekers; 3. steenhouwerij; 4. gieterijwerkzaamheden; 5. werkzaamheden in groeven; 6. glasblazerij. Bepalingen over de boetes voor personen die werknemers inzetten die als ongeschikt worden beoordeeld, zijn opgenomen in §§ 6 en 68 van de voorschriften van de Dienst voor de arbeidsomgeving (AFS 2005:6) betreffende geneeskundige controles tijdens het beroepsleven. 16 AFS 201X:X Aanmelding van mobiele installaties § 27 Werkgevers die voornemens zijn een mobiele installatie voor de eerste keer in gebruik te nemen voor hun werkzaamheden, moeten dit aanmelden bij de Dienst voor de arbeidsomgeving. In de aanmelding wordt het volgende vermeld: 1. de naam en het organisatienummer van het bedrijf, evenals informatie over een contactpersoon; 2. welk soort mobiele installatie bij de werkzaamheden zal worden gebruikt; 3. wanneer de installatie in gebruik zal worden genomen; 4. waar de installatie in gebruik zal worden genomen. Een werkgever die een mobiele installatie in gebruik heeft genomen zonder deze aan te melden overeenkomstig de eerste en tweede alinea betaalt een boete van 10 000 SEK (zie § 28). Algemene aanbeveling: Indien de werkgever later dezelfde installatie gebruikt op een andere locatie, hoeft dat niet te worden gemeld. Indien een nieuwe werkgever echter het gebruik van een installatie overneemt, moet er een nieuwe aanmelding plaatsvinden. Boetebepalingen § 28 Natuurlijke en rechtspersonen anders dan Zweedse provincies die de bepalingen in § 21, eerste alinea, § 23, eerste en derde alinea, § 24, eerste alinea, en § 27, eerste en tweede alinea, overtreden, moeten een boete betalen overeenkomstig hoofdstuk 8, §§ 5-10 van de wet op de arbeidsomgeving. 1. 2. 3. Deze voorschriften treden in werking op XX XXXXX 20XX. Middels deze voorschriften worden de voorschriften van de Dienst voor de arbeidsomgeving (AFS xxxx:yyyy) betreffende zz ingetrokken. De ingetrokken voorschriften gelden nog wel voor ... NN 17 AFS 201X:X Jens Åhman 18 Anna Middelman