De binnenplaneten De zon en de planeten ¾ Planeten en exoplaneten Relatief klein ¾ ¾ ¾ Hoge dichtheid ¾ ¾ Paul van der Werf ¾ ¾ Sterrewacht Leiden Lage massa Kleine straal Voornamelijk rotsachig materiaal Veel zware elementen Vast oppervlak Weinig satellieten +HWOHYHQGKHHODO IHEUXDUL Planeten en exoplaneten De buitenplaneten ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ Hoge massa Grote straal ¾ ¾ vloeibaar water (71% van het oppervlak) vast oppervlak zuurstofrijke atmosfeer ¾ ¾ Voornamelijk gasvormig Voornamelijk H2 en He Geen vast oppervlak 3 Vloeibaar water in het zonnestelsel ¾ Lage dichtheid ¾ Planeten en exoplaneten Waarom is er leven op aarde? Relatief groot ¾ 2 ¾ ¾ schermt UV af beschermt tegen meteorieten thermostaat (broeikaseffect) gelijkmatige verwarming Veel manen ¾ ¾ ¾ Planeten en exoplaneten 4 Planeten en exoplaneten 5 Mercurius en Venus te heet voor vloeibaar water Mars en reuzenplaneten te koud voor vloeibaar water Aarde precies goed Planeten en exoplaneten 6 1 Atmosfeer en zwaartekracht De aardatmosfeer De ontsnappingssnelheid is de snelheid die een object moet hebben om aan de zwaartekracht te ontsnappen. Dus: ∆E = 0 tot ⇒ 12 mve2 = ¾ Waarom geen H2 en He atmosfeer? ¾ Waar komt het water vandaan? ¾ Hoe kan de aarde een atmosfeer vasthouden? Planeten en exoplaneten ⇒ ve = 7 ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ vulkanisme: H2O, CO2, N2, (H2 ontsnapt) kometen: H2O H2O vormt oceanen, lost meeste CO2 op CO2 opgesloten in kalksteen O2 vrij recent: ~ 2 miljard jaar geleden, fotosynthese (dus gevolg van leven!) O2 geioniseerd door UV in hoge atmosfeer, vormt ozon O3 O3 beschermt leven op land Planeten en exoplaneten kT vrms = te heet om atmosfeer vast te houden ¾ Venus, Aarde, Mars: kunnen zware moleculen vasthouden, lichte moleculen ontsnappen 2 v dv met als typische snelheid ¾ Maan: te licht om atmosfeer vast te houden, zelfs zware moleculen ontsnappen 3kT m dus om een molecuul vast te houden Planeten en exoplaneten oorspronkelijke atmosfeer (H2 + He) verloren! Tweede atmosfeer: "outgassing" ¾ F (v)dv ∝ e − 12 mv 2 ¾ Mercurius: GmM ⊕ 150kr⊕ 8 Broeikaseffect T ≈ 300 K dus vrms>ve voor H2 en He ¾ 2GM ⊕ r⊕ Wat is de snelheid van moleculen in de atmosfeer? De snelheidsverdeling is de Maxwellverdeling: bv. ve > 10vrms ⇒ T < Evolutie van de aardatmosfeer ¾ GmM ⊕ r⊕ Atmosferen van binnenplaneten Planeten en exoplaneten 9 Broeikasgassen en temperatuur Zon verwarmt aarde tot ~300 K dus aarde straalt vooral bij ~10–20µm (wet van Wien). Broeikasgassen (CO2, CH4) absorberen bij 10–20µm dus atmosfeer warmt op. ¾ ⇒broeikaseffect! ¾ Delicate balans! CO2 in de atmosfeer meer broeikasgassen ⇒ hogere temperatuur, klimaatveranderingen temperatuur 10 Planeten en exoplaneten 11 Planeten en exoplaneten 12 2 Voorbeeld synchrone rotatie: aarde-maan Klimaat en getijden ¾ ¾ Synchrone rotatie: omlooptijd = rotatieperiode (jaar = dag) ¾ Bij synchrone rotatie geen gelijkmatige verwarming ¾ ¾ Getijden remmen de rotatie van een planeet af totdat die in synchrone rotatie komt: "tidal lock" ¾ ¾ ¾ 13 Mars ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ Getijden zijn sterker dichter bij een ster: tidal lock van belang voor binnenste planeten Planeten en exoplaneten Maan veroorzaakt getijden op aarde ¾ ¾ Venus ¾ ¾ vloedpieken worden door wrijving met aarde meegenomen: lopen iets voor gravitationele krachten op de vloed-pieken remmen de rotatie van de aarde af gravitationele kracht van vloedpieken trekken de maan vooruit in zijn baan behoud van impulsmoment en energie ⇒ afstand aarde-maan neemt toe (~3 cm/jaar) ¾ Getijden ⇒ langzamere rotatie + grotere afstand Lang geleden: maan veel dichterbij, getijden veel sterker en vaker Verre toekomst: maan veel verder weg, getijden zwakker en minder vaak Eindpunt: synchrone rotatie aarde (dag = maand) Planeten en exoplaneten ¾ ¾ Venus heeft ongeveer dezelfde massa als de aarde. De atmosfeer van Venus is rijk aan CO2. Anders dan op aarde wordt die niet door oceanen geabsorbeerd ⇒ extreem broeikas effect met temperatuur van 750K (warmer dan Mercurius overdag!) Oppervlak niet zichtbaar door wolken ⇒ radarkartering Retrograde rotatie 14 Planeten en exoplaneten Erosie op Mars: vroeger vloeibaar water 15 Leven op Mars? ¾ Mars heeft ongeveer half de straal en 10% van de massa van de aarde. Vrij sterk bekraterd maar ook vulkanisme (dood) en erosie door water (vroeger) en wind (vroeger en nu) Actieve atmosfeer (stormen) Seizoenen Vroeger water ⇒ leven? ¾ ¾ ¾ 1877: Schiaparelli: “canali” ¾ door sommigen voor planetair irrigatie systeem gehouden 1898: H. G. Wells “War of the Worlds” 1938: Orson Welles radio uitzending 1976: Viking 1 opname: het gezicht op Mars Viking 1 Mars Explorer Planeten en exoplaneten 16 Planeten en exoplaneten 17 Planeten en exoplaneten 18 3 Fossiel bacterieel leven? Europa ¾ 1997: mogelijke fossiele bacteriën in Mars-meteoriet gevonden in Antarctica ¾ ¾ Planeten en exoplaneten 19 maan van Jupiter gebarsten ijsoppervlak met waarschijnlijk daaronder vloeibaar water Planeten en exoplaneten 100 x 140 km 20 IJsschotsen op Europa Planeten en exoplaneten 21 Titan DWPRVIHHU ¾ koolmonoxide, methaan, ethaan, waterstof cyanide en andere verbindingen aangetoond op Titan (maan van Saturnus) ¾ methaan is vloeibaar en speelt de rol van water op aarde 1.7 x 4 km ¾ rijke chemie onder invloed van invallend zonlicht YDQDFKWHUHQYHUOLFKW 32 x 42 km Planeten en exoplaneten 22 Planeten en exoplaneten 23 Planeten en exoplaneten ¾ waterstof cyanide (HCN) is een cruciale bouwsteen voor sommige aminozuren, de basisstoffen van eiwitten en DNA ⇒ prebiotische chemie ? 24 4 Vorming van het zonnestelsel ¾ ¾ ¾ ¾ GRRU WHPSHUDWXXU YHUVFKLOOHQ Newton: vorming zonnestelsel valt buiten de fysica en is het gevolg van een scheppingsdaad. Begin van moderne discussie: nevelhypothese van Immanuel Kant (1724–1804) en Pierre-Simon de Laplace (1749–1827) LMV &++ 21+ Pas sinds enkele tientallen jaren onderwerp van actief sterrenkundig onderzoek 25 ¾ ¾ ¾ ¾ 26 ¾ ¾ valt samen met toename van zuurstof in atmosfeer oudste meercellige organismen: ~550 miljoen jaar oud eerste mensen: ~5 miljoen jaar geleden ¾ ¾ ¾ Ondanks aartsbisschop Ussher beweerden geologen al in de 18de en 19de eeuw op grond van rotslagen en fossielen dat de aarde tientallen miljoenen jaar oud was, maar absolute datering was moeilijk. Absolute datering werd mogelijk met ontdekking van radioactief verval in 1896 door Becquerel en de Curies. Radioactieve datering toont aan dat de oudste rotsen op aarde 3.8 miljard jaar oud zijn, maanrotsen 4.2 miljard jaar en meteorieten 4.5–4.7 miljard jaar. Het zonnestelsel is dus ongeveer 4.6 miljard jaar oud Planeten en exoplaneten ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ meercelligheid is “moeilijk”? ¾ Menselijke intelligentie verschijnt pas in de laatste 0.001% van de geschiedenis van het leven ¾ ¾ ¾ “gemakkelijk” proces? zie Miller-Urey experiment maar: >80% van de geschiedenis van het leven tot nu toe bestaat uit eencellige organismen ¾ ¾ 27 Extreme aardse levensvormen (extremofielen) Leven ontstaat bijna onmiddellijk ¾ bacteriën oudste eukaryoten (cellen met kernen): ~2 miljard jaar oud ¾ YRUVWOLMQ ¾ zon vormt na ~107 jaar temperatuur neemt af met straal binnenplaneten: zon blaast gas weg en alleen materialen met hoog smeltpunt condenseren: rotsachtige planeten met dunne atmosfeer buitenplaneten: gas ingevangen in dikke atmosferen, vorming van ijslichamen Leven op aarde: implicaties oudste rotsen: ~3.8 miljard jaar oud oudste fossielen: ~3.5 miljard jaar oud ¾ ¾ Planeten en exoplaneten Ontstaan van leven op aarde ¾ ¾ ¾ Aartsbisschop James Ussher stelde in 1664 dat de aarde was ontstaan in 4004 v.Chr., op 26 oktober, om 9 uur 's ochtends, en dus ongeveer 6000 jaar oud was. Planeten en exoplaneten ¾ Leeftijd van het zonnestelsel Differentiatie Anaeroben – geen vrije zuurstof Thermofiel – hoge temperaturen (>70º C) Psychrofiel – lage temperaturen (~0° C) Acidofiel – hoge zuurgraad (pH ~ 0) Alkalofiel – sterk basisch (pH ~ 10) Halofiel – hoge zoutconcentratie Barofiel – hoge druk Xerofiel – extreme droogte Anaerobe schimmel Er bestaan ook levensvormen die bestand zijn tegen straling of in rotsen leven (endolithisch, zelfs kilometers onder aardoppervlak). intelligentie is “moeilijk”? NB: redenering op grond van slechts 1 voorbeeld is riskant Planeten en exoplaneten 28 Planeten en exoplaneten 29 Planeten en exoplaneten 30 5 Leven bij andere sterren IJswormen! ¾ In 1997 werd een bizarre duizendpootachtige worm op 700 m diepte ontdekt in de Golf van Mexico. Ze leven van methaan hydraat, methaan-water ijs dat vormt onder extreme druk en koude. ¾ ¾ ¾ ¾ onwaarschijnlijk dat leven zich ontwikkelt in de korte evolutieperiode van een zware ster matig lichte sterren (types FGKM) leven lang genoeg 31 Planeten en exoplaneten 32 ¾ stabiele sterren, stabiele banen ¾ 400 geen dubbelsterren geen zeer lichte sterren (vaak onstabiel) M 200 K G F 0 I conclusie: zeer veel geschikte sterren A II III IV B V WD Planeten en exoplaneten beweging van de ster 1 2 3 4 4 Doppler-effect ∆λ v = λ c beweging van de planeet Hoe zwaarder de planeet, hoe groter het snelheidsverschil. ⇒ alleen zware (~Jupiter) planeten kunnen op deze manier aangetoond worden Oplossing: meet de verschillen in radiële snelheid van een ster, veroorzaakt door de aantrekkingskracht van de rond de ster draaiende planeet: Doppler-spectroscopie Planeten en exoplaneten 1 3 1 naar aarde 34 2 2 Probleem: bij een aarde-achtige planeet rond een zon-achtige ster is de ster 109× zo helder als de planeet ⇒ exoplaneet kan niet direct worden waargenomen >50% van de jonge sterren heeft een protoplanetaire schijf afmetingen schijven vergelijkbaar met zonnestelsel massa's schijven ongeveer 1% van massa van de ster: genoeg voor vorming van een zonnestelsel 33 4 3 Giordano Bruno (16de eeuw): "Er zijn ontelbare zonnen en ontelbare aardes die rondom hun zonnen draaien, precies zoals onze zeven [sic] planeten hun baan rond de zon volgen." Planeten en exoplaneten 800 600 bouwstof voor planeten Doppler-spectroscopie Teng Mu (13de eeuw): "Hoe onredelijk zou het zijn, te veronderstellen dat behalve de aarde en de hemel die we zien, er geen andere hemelen zouden zijn, noch andere aardes." ¾ 1000 genoeg zware elementen ¾ Exoplaneten Protoplanetaire schijven ¾ 1200 … en de kokerwormen die er leven Planeten en exoplaneten ¾ Stars within 25 pc leeftijd lang genoeg ¾ ¾ vulkanische pijpen … geschikte sterren: 35 Planeten en exoplaneten 36 6 Zware exoplaneten 51 Pegasi ¾ ¾ We weten: ¾ vp en P (uit Doppler metingen) ¾ Mster (uit spectrum) Resultaat voor planeet rond 51 Peg: ¾ massa 0.47 Mjupiter ⇒ zware planeet ¾ baanstraal 0.05 AU! ⇒ heel dichtbij ster (vgl. Mercurius: 0.6 AU) ⇒ Bizar! Wat is dit voor planeet? We kunnen dan berekenen: ¾ Mp (massa planeet) ¾ Rp (afstand planeet-ster) Afstand tot ster suggereert een rotsachtige planeet, want gasreuzen kunnen niet zo dicht bij ster vormen. Maar: rotsachtige planeten rond de zon zijn veel kleiner. Resultaten: vp = 53 m s–1 P = 4.15 dagen! Planeten en exoplaneten Straal uit eclips fotometrie ⇒ kunnen we de straal van deze planeet bepalen? 37 Hete Jupiters Resultaat: Rp = 1.4 Rjup: gasreus Planeten en exoplaneten 39 Epistellaire reuzenplaneten Alle zware exoplaneten op korte afstand van hun ster waarvan we de straal hebben kunnen meten blijken gasreuzen te zijn: ⇒ "hete Jupiters" Er zijn nu >100 van deze zg. "epistellaire reuzenplaneten" bekend. Ze zijn waarschijnlijk op grotere afstand gevormd, en naar binnen gemigreerd (door wrijving van gas/stofschijf en interacties met andere planeten). Er worden ook sterk elliptische banen gevonden. Vanwege deze migratie is het onwaarschijnlijk dat deze sterren aard-achtige planeten hebben, maar de reuzen-binnenplaneten kunnen wel bewoonbare manen hebben. Planeten en exoplaneten 40 De bewoonbare zone ¾ NB: waarom alleen zware planeten gevonden? Vloeibaar water waarschijnlijk essentieel voor leven ¾ ¾ Planeten moeten de juiste temperatuur hebben Temperatuur hangt af van afstand tot en lichtkracht van ster ¾ bewoonbare ¾ Omdat dit de enige planeten zijn die zo gevonden kunnen worden ("selectie-effect"). ¾ ¾ ¾ zone Probleem bij kleine baanstraal: tidal locking Probleem bij grote baanstraal: gasreuzen Probleem bij zware sterren: leven te kort Probleem bij lichte sterren: te onstabiel Waarschijnlijk hebben de meeste enkelvoudige sterren planeten. Planeten en exoplaneten 41 Planeten en exoplaneten 42 Planeten en exoplaneten 43 7 ¾ Sommige exoplaneten bevinden zich in bewoonbare zones ¾ ¾ Zoeken naar exo-leven Hoe vinden we een atmosfeer? Planeten in bewoonbare zones NB: dit zijn voornamelijk gasreuzen Deze kunnen rotsachtige manen hebben die geschikt zijn voor leven (Titan is net zo groot als Mercurius) ¾ Bv. broeikasgassen (CO2) ¾ Bv. natte atmosfeer (H2O) ¾ Zoek een H2O/O2 atmosfeer 1. O2 wordt voortgebracht door leven (fotosynthese) CO2 + 2 H2O + hν → (H–CHO) + O2 + H2O 2. O2 : zeer reactief, verdwijnt in ~ 107 jaar, tenzij continu aangevuld Bv. zuurstof atmosfeer: niet in chemisch evenwicht, dus aanwijzing voor leven Extrasolar planets ¾ Planeten en exoplaneten 44 Aanwezigheid van O2 = teken van leven MITS geen abiotische productie Mid-infrarood spectroscopie kan ons dit vertellen Planeten en exoplaneten 45 Planeten en exoplaneten 46 Het probleem ¾ Licht detecteren van exoplaneten is moeilijk: ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ Planeet zendt slechts enkele fotonen/sec/m2 uit bij 10 µm Ster zendt 106× zo veel uit Planeet dicht bij ster (bewoonbare zone) Stof rond de ster 300× helderder dan planeet Zoeken van een vuurvliegje naast een zoeklicht op een mistige nacht Kontrast ster-planeet gunstigst in infrarood Ruimte-interferometrie moet dit mogelijk maken Planeten en exoplaneten 47 8