Telers in het Midden-Oosten k

advertisement
HANDEL EN AFZET
Telers in het Midden-
De Arabische lente treft alle landen in het
Midden-Oosten. Het ene land weliswaar
meer dan het andere, maar de gevolgen zijn
overal merkbaar. Ook in Libanon en
Jordanië, waarnaar we, samen met de vijf
pootgoedtelers uit de Commissie van Advies
van het handelshuis Stet Holland, onlangs
zijn afgereisd. Onrust en onzekerheid raken
hier mens, natuur en economie. Toch kijkt
de bevolking van beide landen ook vooruit.
Ze zijn de druk gewend en hebben al veel
meegemaakt. Wat in het geweld staande
blijft, moet echter blijven doordraaien, is
het motto. Zo ook de aardappelteelt.
Bijzonder is te ervaren dat het hiermee juist
heel goed gaat. Het areaal groeit en telers
werken naarstig aan de verbetering en uitbreiding van hun rassenpakket. Alle ogen
zijn daarbij gericht op Hollandse waar.
4
Aardappelwereld magazine • augustus
Catalogus
2011 /• Catalogue
nummer 8
HANDEL EN AFZET
-Oosten kijken vooruit
AardappelwereldCatalogus
magazine /• Catalogue
augustus 2011 • nummer 8
5
HANDEL EN AFZET
Telers in het Midden-Oosten kijken vooruit
I
n het Midden-Oosten is werkelijk van alles aan de hand. Je
kunt hier met recht spreken van aardverschuivingen op allerlei
terreinen. Politiek en economie schudden hier op hun grondvesten, getuige de binnenlandse situatie in landen als Egypte,
Tunesië, Libië, Syrië en Jemen. Alleenheerschappij, jarenlange
onderdrukking, hoge voedselprijzen, olie en water zijn factoren die hierbij een belangrijke rol spelen. Ook de handelspartners van de Arabische landen ondervinden hiervan de gevolgen, de aardappelsector incluis. Een van de grote veranderingen die een behoorlijke impact heeft, is het besluit van SaoediArabië om vanaf 2013 alleen nog maar tafelaardappelen naar
Gulf County Council (GCC)-landen te exporteren. De verwachting is dat door dit besluit de helft van de telers in het
Golfland dan zal stoppen met de aardappelteelt. Gevolg daarvan is dat de productie zal gaan verschuiven naar andere landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Dat alles betekent
dat de markt in het Midden-Oosten flink opgeschud zal worden. Enkele landen die de teelt over zullen nemen zijn
Libanon, Jordanië en Syrië. Het laatst genoemde land heeft
zelfs de grootste potentie.
Gestage groei
Ondanks de politieke onrust gaan teelt en areaalgroei gestaag
door. Vanwege de snelle opgang van de teelt in dit land lag het
in de bedoeling Syrië mee te nemen in de reis. De situatie in het
land en het negatieve reisadvies van het ministerie van
Buitenlandse Zaken noopten hiervan af te zien. Dat is jammer,
aangezien dit land afgelopen seizoen een recordimport pootaardappelen heeft gerealiseerd van meer dan 17.000 ton. Dit
komt omdat vanaf dit seizoen privé-import is toegestaan in het
land. Import die op slinkse wijze via Libanon liep, is niet meer
van toegevoegde waarde voor de Syrische telers. Om smokkel
tegen te gaan, zijn de kwaliteitseisen in de richting gebracht van
die in Libanon. Dat maakt het voor de Libanese handel vrijwel
onmogelijk nog pootaardappelen over de grens te brengen.
Stijgende teeltkosten
Libanon heeft nog een ander probleem en dat is de afnemende
beschikbaarheid van water. Landbouwers halen het al van 250
meter diep weg, maar het zakt ieder jaar nog dieper. Daarmee
Ondanks de politieke onrust gaan teelt en areaalgroei in het Midden Oosten gestaag door.
6
Catalogus
Aardappelwereld magazine • augustus
2011 /• Catalogue
nummer 8
HANDEL EN AFZET
Telers in het Midden-Oosten kijken vooruit
Om het maximale uit het ras Bellini te halen, moeten de telers tijdens het groeiseizoen zorgen voor een extra stikstofbemesting, legt Henk Holtslag
(tweede van links) uit.
stijgen de kosten van beregening. De totale kostprijs van een
teelt bedraagt nu 4.950 euro per hectare. Hiervan gaat 20 tot 25
procent op aan pootaardappelkosten (Spunta pootgoed kost
ongeveer 1.000 euro per ton) en 30 procent aan beregeningskosten. Opbrengst van de consumptieaardappelen is ongeveer
40 ton per hectare. Daarbij leveren de aardappelen een gemiddelde prijs op van 20 euro per 1.000 kilogram. Dit geeft een
gemiddeld saldo van ruim 1.000 euro per hectare voor de
telers. Daarin is nog een belangrijke kostenpost niet meegenomen: land is heel erg duur. Hier wonen net als in Nederland
veel mensen op een klein oppervlak. Door de politieke onrust
en de onstabiele valuta investeren veel mensen in land. Dit
werkt prijsopdrijvend. Dat krijgt nog eens versterking door de
mogelijkheid om overal vrij te mogen bouwen. In de Bekaa
vallei kost een hectare land met water al snel ruim 21.000 euro.
Ligt het land echter dicht langs een hoofdweg of bij vlak bij de
stad, dan kan de prijs zomaar oplopen naar 141.000 euro per
hectare. Dit jaar was de aardappelprijs iets boven gemiddeld.
Tafelaardappelen leverden hier in doorsnee 21 euro per 100
kilogram op.
Extra stikstof nodig
De Spunta is nog steeds het belangrijkste ras voor de Libanese
en Jordaanse telers. Net als de Bintje en de Agria in Nederland
zijn telers in Libanon gewend om met de Spunta te werken.
Alleen door de komst van nieuwe markten, als export en frites,
zijn ook nieuwe rassen nodig. Voor groei in deze regio zijn
sterke rassen nodig. Combineren ze dit met een mooie knol-
Aardappelwereld magazine • augustus 2011 • nummer 8
vorm, dan hebben ze grote kans zich te profileren. Stet Holland
heeft in Libanon al een paar jaar ervaring met het ras Bellini.
Dit ras geeft volgens exportmanager Henk Holtslag een partij
mooie, egale knollen. “Bellini kan in potentie een zeer hoge
netto-opbrengst geven. Om het maximale uit het ras te halen,
moeten de telers tijdens het groeiseizoen zorgen voor een extra
stikstofbemesting. De hoge opbrengst en grofte verkrijgt het
ras in zijn laatste groeiweken en dus zal de teler het gewas tot
het einde vitaal moeten houden. Bellini kan dan beter presteren dan Spunta. Dit vraagt om extra begeleiding en uitleg om
zo’n ras te laten slagen”, legt Holtslag uit.
Nauwe vruchtwisseling
Het land kent twee aardappelteelten per jaar. Van december tot
februari worden aardappelen gepoot in het noorden, dit gebied
heet Akkar. Het grootste teeltgebied betreft de Bekaa vallei,
waar ze vanaf eind januari tot begin juli aardappelen uitpoten.
In de Bekaa vallei werken de telers met geïmporteerd en lokaal
pootgoed uit de Akkar. In de praktijk betekent dit dat er op de
maanden december en januari na altijd verse aardappelen in
het land zijn. Dit vullen ze deels aan met aardappelen uit de
mechanische koeling en geïmporteerd product uit andere
nabije landen, waarbij Egypte een belangrijke speler is. De
aardappelteelt is vrij intensief en de vruchtwisseling nauw.
Hierdoor komen er diverse grondgebonden ziekten voor als
nematoden, Rhizoctonia, enzovoorts. De bemesting gebeurt
deels bij het poten in de vorm van kunstmest. Tijdens de groei
krijgen de planten via de wekelijkse irrigatie bladmeststoffen.
7
HANDEL EN AFZET
Telers in het Midden-Oosten kijken vooruit
900 meter boven zeeniveau
De beschreven werkwijze is ook te zien bij teler Wajih Amoury.
Hij heeft in de Bekaa vallei 95 hectare aardappelvelden. Die
liggen 900 meter boven zeeniveau. Dat maakt het mogelijk om
ook in de zomer aardappelen te telen. Zijn collega Nicolas
Kehdy uit Ratkay teelt eveneens aardappelen en is daarnaast
ook actief in onroerend goed. Hij vertelt dat Libanon momenteel al zo’n 60 tot 70 procent van de totale aardappelproductie
exporteert. De onrust in de regio baart hem daarom grote zorgen. Dit gevoel wordt nog versterkt, omdat de overheid een
aanbod van de Europese Unie, om een contingent van 50.000
ton te exporteren, niet heeft opgepakt. Libanon maakt daardoor hogere kosten voor het transport van de aardappelen.
Chauffeurs kunnen niet via Israël rijden en ze durven niet of
nauwelijks door Syrië te gaan. Dan blijft dus alleen de haven
in Beiroet over om aardappelen te kunnen exporteren. Via
schepen verladen is echter een duurdere manier van transport.
Daarnaast is deze manier van exporteren niet goed te plannen.
Dat betekent dat er vaak grotere hoeveelheden aardappelen
tegelijk op de markt in de afzetlanden komen. Dat heeft een
sterk prijsdrukkend effect.
Rooien is handwerk
Rooien is in Libanon vaak nog handwerk. Voordeel is dat er
weinig beschadiging optreedt.
Hoe groter de knollen zijn, hoe beter is het motto. In Libanon
houden ze daarom van rassen als Spunta en Fabula. De binnenlandse consumptie bedraagt 120.000 ton per jaar. De
Libanees leeft vaak in grote families die graag aardappelen
eten. Omdat Libanezen vooral een volk van handelaren zijn,
signaleert handelsagent Hady Dagher dat telers niet snel genegen zijn om op nieuwe rassen over te stappen. Hij weet dat in
Libanon HZPC met bijna 40 procent van de totale exportmarkt
van 27.000 ton de markleider is. Wat verder opvalt in dit handelsland is dat de prijzen transparant zijn er een groot aantal
handelsbedrijven actief is uit verschillende Europese landen.
Dagher merkt op dat telers in het buurland Syrië veel meer
genegen zijn nieuwe rassen op te pakken. Stet Holland zet in
de regio, naast de Bellini, in met de nieuwe rassen Safari en
Triplo. De exportpositie van Syrië is sterk in de Arabische landen. Grond is er goedkoop en door de aanwezigheid van olie
ligt de prijs van brandstof op een derde van de prijs in
Libanon. Daarnaast is de arbeid veel goedkoper. Al met al ligt
de kostprijs van de aardappelteelt in Syrië veel lager.
De Libanees leeft vaak in grote families die graag aardappelen eten. De binnenlandse consumptie bedraagt 120.000 ton per jaar. Naast de groothandelsmarkt die de lokale markten belevert, groeit het aandeel van de supermarkt.
Aardappelwereld magazine • augustus 2011 • nummer 8
9
HANDEL EN AFZET
Telers in het Midden-Oosten kijken vooruit
Het vergeten land
In het centrum van het Midden-Oosten ligt het land Jordanië. Hier trekken we op met Rami Hassasneh, een jonge
enthousiaste handelsagent van Stet Holland. Jordanië is volgens Stet Holland een door Nederland vergeten land, waar
momenteel veel Franse handelshuizen actief zijn. Nederland doet inmiddels ook weer aardig mee en heeft sinds vorig
jaar een derde van de pootgoedmarkt in handen. Stet Holland is de belangrijkste speler in de pootaardappelmarkt.
H
assasneh vertelt dat het groeiseizoen dit jaar betrekkelijk
koud is verlopen. Veel nadeel heeft dit niet opgeleverd, de
knolzetting was heel goed. Fanatiek haalt een grote groep
arbeiders de aardappelen uit de pure zandgrond. Het is ongelofelijk om te zien hoeveel aardappelen er in een rug groeien.
Toch is ook te zien dat er na de oogst nogal wat knollen achterblijven op het veld. Dit is nu net de winst, luidt de algehele mening van de telersgroep van Stet Holland. De arbeiders
zijn werkzaam voor de Al Waffa boerderij te Meolaware, dat
in het zuiden van Jordanië ligt. Het vraagt een rit van meer
dan vier uur om van het vliegveld van Amman hier naartoe
te rijden. In totaal teelt Al Waffa 1.400 hectare akkerbouwgewassen, waaronder graan en 500 hectare aardappelen. Het
bedrijf verpakt de aardappelen in doosjes van 6,5 kilogram en
levert ze zelf aan de groothandel via de lokale markten. De
arbeiders krijgen per 100 doosjes een salaris van 6 euro. Als
ze lekker doorwerken, kunnen ze per persoon per dag 300
doosjes inpakken. Daarmee komt het salaris op een 18 euro
per dag uit. Daarnaast wordt het transport van huis naar de
boerderij verzorgd. De opbrengst van de consumptieaardap-
Aardappelwereld magazine • augustus 2011 • nummer 8
pelen in deze regio ligt rond de 45 tot 50 ton per hectare. Op
de traditionele markt in Amman zagen we aardappelen van
Al Waffa liggen voor 0,5 dinar per kilogram, oftewel 50 eurocent per kilogram.
Werken aan waterleiding
De Al Waffa boerderij ligt helemaal in het zuiden, waar zand
en stenen het landschap bepalen. Dit heet Wadi Rum. Jaarlijks
trekt deze Wadi Rum duizenden bezoekers die de ongekend
schone ruigheid van het landschap komen bewonderen. In
deze streek is water onontbeerlijk om aardappelen te kunnen
telen. Aangezien water hier een hot issue is – waar niet in de
wereld – wil de regering de watervoorziening voor de hoofdstad en de regio Amman verbeteren. Hiervoor werken ze
momenteel hard aan de aanleg van een waterleiding vanuit het
zuiden, waar de boerderij van Al Waffa ligt, naar Amman. Het
is namelijk zo dat het opgepompte water in het zuiden van uitzonderlijk goede kwaliteit is. Deze uitvoering kan betekenen
dat bedrijven als Al Waffa uit de streek moeten vertrekken,
omdat ze dan zelf niet meer voldoende water hebben.
11
HANDEL EN AFZET
Telers in het Midden-Oosten kijken vooruit
Focus op ver en vers
Sinds 2004 richt Stet Holland zich niet
meer op de totale aardappelsector zoals in
de 25 voorafgaande jaren wel het geval
was, maar is het bedrijf zich volgens directeur Peter Ton meer gaan focussen. “Dit
betekent dat we als dochter van de HZPC
groep ons richten op onze sterke punten.
Daarom opereren we in gebieden waar we
het verschil kunnen maken. Dat blijken
vooral landen rondom de Middellandse Zee
en in het Midden-Oosten te zijn. Hier willen we sterke tafelaardappelrassen aan
leveren. We hebben nu een scope van
veertig landen waarnaar we onze rassen
exporteren. Dertien van deze landen behoren tot onze focus. Hier creëren we met
extra aandacht een toegevoegde waarde
voor onze klanten. Deze landen zijn
Libanon, Syrië, Saoedi-Arabië, Israël,
Portugal, Spanje, Italië, Griekenland,
Marokko, Algerije, Tunesië, Egypte en
Soedan. Deze landen bewerken we intensiever, waarbij wij ons meer verdiepen in
de markt, de gebruiken en de cultuur. Op
deze manier willen we een goede
gesprekspartner worden voor de grotere
klanten in een gebied. Door dicht op deze
klanten te kruipen, willen we dat ze devoted clients worden. Dat wil zeggen dat ze
een commitment uitspreken om zich extra
in te spannen voor ons bedrijf, maar ook
dat ze inzicht geven in hun balanspositie,
waarbij we strenge eisen stellen aan de
solvabiliteit. Hiervoor krijgen ze teelttechnische ondersteuning.”
No cure no pay
Kweekwerk is een belangrijke tak van
sport binnen Stet Holland. Het kweekwerk
is uitbesteed aan moederorganisatie HZPC,
aangevuld met vrije kwekers. “Hierbij hebben we aan de hand van vijf rasprofielen
duidelijk aangegeven wat we zoeken. Met
HZPC hebben we zelfs een no cure no pay
afspraak. We hoeven alleen licentie af te
dragen als een ras succesvol is. Dat
scheelt ons jaarlijks veel geld in vergelijking tot bedrijven die een eigen kweekbedrijf in de benen houden. Onze focus zorgt
ervoor dat we voor pootgoedtelers die al
vanaf september kwalitatief hoogwaardig E
pootgoed met schurftschaal 1 tot 1,5 en
praktisch vrij van grond kunnen leveren bij
ons aan het juiste adres zijn”, vervolgt Ton.
“Aangezien wij tot voor half januari het
leeuwendeel van onze omzet afronden,
kunnen telers bij een ander handelshuis
nog aardappelen leveren voor de voorjaarsleveringen. Dat houdt in dat we hen
een aantrekkelijk arbeidsplaatje bieden.
Dat is in mijn visie belangrijk, omdat ik
verwacht dat de komende jaren een
gevecht om de goede telers gaat plaatsvinden. Dat betekent dat als je alleen zakken
schuift, je geen toegevoegde waarde kunt
krijgen. Of je moet ervoor kiezen in een
commodity handel als de Spunta-markt
actief te zijn, waar je met een kleine marge
en grote omzetten geld verdient. Om deze
doelstelling te realiseren, willen we meer
eigen rassen in ons pakket en onze omzet
laten groeien naar minimaal 50.000 ton
export van pootaardappelen.”
Geen egalisatie
Verder doen we niet aan egalisatie van de
rassen zoals je bij coöperaties vaak ziet,
laat Ton weten. “Onze pool rekent per ras
af, waarbij we duidelijke en transparante
afspraken maken over de kosten van het
handelshuis en de opbrengst voor de teler.
Hiervoor hebben we de Commissie van
Advies die namens de telers hier toezicht
op houdt. Ook houden we ze tijdens maandelijkse bijeenkomsten op de hoogte van
de ontwikkelingen in de markt. Niet egaliseren zorgt er in onze visie voor dat de
kneusjes in het pakket snel uit de markt
verdwijnen. Kunnen we het verschil niet
maken met een ras, dan moeten we er
afscheid van durven nemen.”
Peter Ton (ro), geeft de telers Werner van der Bijl, Eddy de Laat, Herman Steeghs en Leen van Es van de Commissie van Advies extra inzicht in de
nieuwe rassen van Stet Holland.
12
Aardappelwereld magazine • augustus 2011 • nummer 8
HANDEL EN AFZET
Telers in het Midden-Oosten kijken vooruit
Eyad Thaler (r) vertelt dat van het totale areaal bij Rum Farm nu al 30
procent is ingeruimd voor de pootaardappelteelt.
Rechtszaak om water
Dat weet ook Eyad Thaler, de technisch manager van Rum
Farm, een boerderij die midden in het beroemde toeristische
gebied ligt. De eigenaar van deze 5.000 hectare tellende boerderij is Sabeeh Al-Masri, een man met veel aanzien en invloed
in de regio. Hij heeft een dertigjarig contract met de overheid
om water op te mogen pompen. De overheid wil hem via een
rechtszaak dwingen te stoppen met het jaarlijks oppompen van
zijn 15 miljoen kubieke meter grondwater. Dit zou voor de
aardappelteelt grote gevolgen hebben, omdat de telers in dit
gebied ook de pootaardappelen telen voor de tweede oogst in
Jordanië. “Maar zover is het nog lang niet,” laat Thaler weten.
Veel virusziek
In de 25 jaar dat hij hier nu aardappelen teelt, is het water nog
niet gezakt. Dat komt omdat er onder het gebied een grote
voorraad aanwezig is. Deze loopt door tot in Saoedi-Arabië.
Aangezien het richting Jordanië ‘afloopt’, is er qua watervoorziening hier (nog) niets aan de hand.
Aardappelwereld magazine • augustus 2011 • nummer 8
Op de traditionele markt in Amman zagen we aardappelen van Al Waffa
liggen voor 50 eurocent per kilogram.
13
HANDEL EN AFZET
Telers in het Midden-Oosten kijken vooruit
Aardappelstatistiek Midden-Oosten (Bron: FAO)
2007
2005
Libanonopbrengst in ton per ha
25,1
25,6
25,6
Syrië
19,8
19,9
18,3
Jordanië
31,2
23,9
27,5
Saoedi-Arabië
27,5
25,0
23,5
Irak
11,3
10,6
18,0
Kuwait
30,4
27,6
27,6
Oman
28,4
28,5
28,4
Libanon Areaal (in Ha)
20500 20100 20100
Syrië
35751 36172 31082
Jordanië
3800 5843 3543
Saoedi-Arabië
17462 17900 19700
Irak
19700 33000 33300
Koeweit
829
850
850
Oman
400
390
319
LibanonProductie in tonnen
515000 514600 514600
Syrië
709601 720492 570128
Jordanië
118705 139787 97400
Irak
223147 348773 598000
Koeweit
25229 23500 23500
Oman
11350 11100 9067
2009
2008
26,0
20,6
35,5
24,4
15,8
27,3
28,5
19700
29500
4848
18105
51000
760
208
511400
608400
172077
808000
20740
5940
Voorlopig teelt Rum Farm dan ook naast 1.500 hectare aardappelen, druiven en veevoedergewassen als alfalfa en een scala
aan groentegewassen als sla en boontjes. Het ras Spunta is
hierbij nog favoriet, omdat dit ras het goed doet in de tweede
teeltcyclus. Andere rassen laten vaak de ziekte ‘cracking’ zien.
Dit is volgens kenners te wijten aan de vele viruszieke planten
in het perceel. Vooral de vele opslagplanten zijn een belangrijke bron van infectie. Het advies zou zijn om een complete
pivot van 50 hectare in te richten, enkel voor de teelt van pootaardappelen. Deze zouden ze dan ook met systemisch werkende insecticiden en pyrethroïden dienen te behandelen ter voorkoming van virusaantasting. Van het totale areaal is bij Rum
Farm nu al 30 procent ingeruimd voor de pootaardappelteelt.
Het grootste deel is voor eigen gebruik, de rest zetten ze af via
lokale handelaren. Voor de toekomst is Rum Farm op zoek
naar rassen voor de chipsindustrie. Deze tak van sport laat
namelijk een goede groei zien. Ook zijn er aanwijzingen dat er
een nieuwe chipsfabriek gebouwd gaat worden in Jordanië, zo
laat Thaler enthousiast weten. Voor de Franse rassen Safraan
en Alaska is Rum Farm marktleider in pootgoedleveringen van
de tweede oogst. Thaler kan deze rassen voor een prijs van 450
tot 500 dinars afzetten (45 tot 50 euro per 100 kilogram), terwijl
de Spunta’s op een prijs van 370 dinar blijven steken. ●
Jaap Delleman
Export
2010 2009 2008 2007 2005
Libanon
18.719 24.460 17.145 17.186 17.604
Syrië
17.497 2.583 2.894 9.079 5.108
Jordanië
3.172 5.516
350
212
150
Saoedi-Arabië
24.509 22.897 18.907 14.255 9.495
Irak
10.287 5.953 4.084 5.776 2.024
Koeweit
383
774
950
825
977
Oman
147
0
125
45
123
De opbrengst van de consumptieaardappelen in deze regio ligt rond de 45 tot 50 ton per hectare.
AardappelwereldCatalogus
magazine /• Catalogue
augustus 2011 • nummer 8
15
Download