Cardiothoracale chirurgie Bacteriële endocarditis www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: [email protected] CTC012 / Bacteriële endocarditis / 10-04-2014 2 Bacteriële endocarditis U heeft bacteriële endocarditis. In deze folder vindt u informatie over bacteriële endocarditis en de behandeling daarvan. Het is goed om u te realiseren dat de situatie in uw geval anders kan zijn dan hier is beschreven. Het hart Het hart is de motor van ons lichaam en werkt als een pomp om het bloed rond te stuwen. Gemiddeld gebeurt dit in rust 70 tot 80 keer per minuut. Op deze wijze pompt het hart gemiddeld vier tot vijf liter bloed per minuut door het lichaam. Het bloed brengt zuurstofrijk bloed bij de organen en voert afvalstoffen af. Om dit te kunnen doen heeft het hart zelf ook zuurstof nodig. Deze zuurstofvoorziening vindt plaats via de kransslagaders. Dit is een bloedvatstelsel dat als een krans om het hart ligt. In het hart bevinden zich vier kleppen die er voor zorgen dat het bloed in een richting wordt gepompt. Het hart is een spier die is opgebouwd uit vier lagen: • pericard: dit vormt het hartzakje; • epicard: een dunne elastische buitenlaag, die met het hart vergroeid is; • myocard: de dikste middenlaag, bestaande uit spierweefsel; • endocard: de gladde binnenwand van het hart. De hartkleppen maken onderdeel uit van deze laag. Het hart heeft vier hartkleppen (zie afbeelding 1). • In de linkerharthelft: - de aortaklep: de klep tussen de linkerkamer en de aorta; - de mitralisklep: de klep tussen de linkerboezem en -kamer. • In de rechterharthelft: - de tricuspidalisklep: de klep tussen de rechterboezem en -kamer; - de pulmonalisklep: de klep tussen de rechterkamer en de longader. 3 Afbeelding 1 Wat is bacteriële endocarditis? Endocarditis is een ontsteking van de binnenwand van het hart, endocard, en de hartkleppen die gevormd zijn uit de plooien van het endocard. De hartklep wordt door de infectie beschadigd waardoor deze kan gaan lekken. De infectie wordt veroorzaakt door een bacterie die in de bloedsomloop terecht is gekomen. Deze bacterie kan afkomstig zijn uit een infectiehaard elders in het lichaam, bijvoorbeeld in de mond (gebit) of door ontstoken tandvlees, maar ook door een verwonding van de huid of door een andere medische ingreep. Normaal komen er in de bloedbaan geen bacteriën voor. De witte bloedlichaampjes vernietigen de binnengedrongen bacteriën. Maar wanneer de natuurlijke afweer verzwakt is, kan de bacterie zich innestelen op het endocard. Ook wanneer het endocard al beschadigd is, bijvoorbeeld bij een verworven of aangeboren hartafwijking, is hier kans op. De bacteriën nestelen zich op het beschadigde endocard en er ontstaan zogenaamde vegetaties (zie afbeelding 1). Een vegetatie is een ophoping van bloedplaatjes, stolsels, witte bloedlichaampjes en bacteriën. Als deze ophoping loslaat en door de bloedbaan gaat circuleren, spreken we van een embolie. De embolie kan een afsluiting veroorzaken in een ader/slagader waardoor u een herseninfarct kunt krijgen. Bij endocarditis wordt een onderverdeling gemaakt in • Acute endocarditis. Deze kenmerkt zich door hoge koorts, bloedvergiftiging (sepsis) met binnen enkele dagen tot weken 4 een ernstige klepbeschadiging. Vaak is er dan sprake van een Staphylococcus aureus ontsteking. • Subacute endocarditis. Deze kenmerkt zich door: temperatuurverhoging, zich algeheel ziek voelen of malaise, vermagering, nachtelijk zweten en kleplekkage. Deze periode duurt weken tot maanden. Meestal is er dan sprake van een Streptococcen ontsteking. Endocarditis is niet leeftijdgebonden. De kans op het krijgen van een endocarditis is verhoogd bij: • Al aanwezige klepafwijkingen of aangeboren klepafwijkingen: - mitralisklep prolaps (verzakking); - reumatische hartziekten (voornamelijk endocarditis van de mitralisen aortaklep). Dit komt de laatste jaren minder vaak voor; - aangeboren hartziekten. • Het hebben van een klepprothese. Klepprotheses zijn in 10 tot 30% van de gevallen verantwoordelijk voor het krijgen van een endocarditis. • Intraveneus drugsgebruik. Symptomen De infectie begint meestal met algemene klachten zoals koorts, algeheel ziek voelen en gewichtsverlies. Andere mogelijke verschijnselen zijn: • Koorts • Hartgeruis (80-85%) • Afwijkingen aan handen en voeten • Gewrichts- en spierpijn • Nachtelijk zweten • Kortademigheid • Embolieën: afsluiting van (slag)ader in de hersenen of nieren • Splinterbloedingen van het nagelbed • Onderhuidse bloedinkjes • Kleine, pijnlijke onderhuidse zwellinkjes in de vingers • Kleine rode niet-pijnlijke afwijkingen op de handpalmen en voetzolen 5 Gevolgen • Door de ontsteking van de hartklep(pen) kan de hartklep kapot gaan of vervormen, waardoor deze moeilijk sluit. Dit heet klepinsufficiëntie. Als dit gebeurd kan het hart het bloed niet meer goed rondpompen en ontstaat hartfalen. • De bacterie kan zich via het bloed verspreiden naar andere organen, zoals de hersenen, de longen of de nieren, met bloedvergiftiging (sepsis) als gevolg. • Ook kan de hartspier ontstoken raken en hartritmegeleidingsstoornissen veroorzaken. Om uw hartritme te bewaken kan het dan nodig zijn om u aan te sluiten op telemetrie. Telemetrie is een middel om uw hartritme te bekijken en te bewaken. Dit gebeurt door een draagbaar kastje dat met vijf zelfklevende elektrodes aan uw lichaam zit. Met dit kastje wordt uw hartritme doorlopend geregistreerd. Diagnostiek Aan de hand van de symptomen is de diagnose niet altijd gemakkelijk te stellen. De diagnose wordt ondersteund door afwijkingen in het bloedbeeld (door de aanwezigheid van bacterien in het bloed) en door afwijkingen bij echo-onderzoek van het hart. De volgende onderzoeken vinden plaats. Laboratoriumonderzoek • Om te onderzoeken welke bacterie endocarditis veroorzaakt, wordt er minimaal drie keer bloed bij u afgenomen op verschillende tijdstippen. Uw bloed wordt op kweek gezet. • Gedurende de behandeling wordt er wekelijks bloed geprikt om het verloop van de infectie te volgen. • Afhankelijk van de soort antibiotica zullen ook uw bloedspiegels gecontroleerd worden om de nierfunctie te volgen en de dosering zonodig aan te passen. Dit gebeurt altijd in overleg met de apotheker en de microbioloog. Echocardiografie Voor het stellen van de diagnose endocarditis kan een echo van het hart gemaakt worden. Dit kan op twee manieren: 6 • Met een echocardiogram via de slokdarm (Trans Oesophagaalechocardiogram, ofwel TEE). Met dit onderzoek kan de cardioloog de werking van de (kunst)klep controleren. De cardioloog kijkt via een buigzame slang vanuit uw slokdarm naar uw hart. Hiervoor wordt uw keel verdoofd. U moet voor het onderzoek nuchter zijn. Meer informatie over dit onderzoek vindt u in de folder 'Echocardiogram via de slokdarm'. • Met een trans-thoracale echo (TTE). Deze echo vindt plaats terwijl u op uw linkerzij ligt. De cardioloog wrijft met een echo-kop over uw ontblote bovenlichaam. Hierbij gebruikt de cardioloog een gel die zorgt voor een betere geleiding, waardoor de beelden beter zichtbaar worden. Het onderzoek duurt ongeveer 30 minuten. ECG (hartfilm) Voor het vaststellen van een elektrische geleidingsblok bij abcesvorming rondom de klep wordt een ECG (hartfilm) gemaakt. Bovenstaande onderzoeken worden tijdens uw opname regelmatig herhaald om te kijken of uw hart zich hersteld. Behandeling Antibiotica Het is noodzakelijk om deze infectie met antibiotica te behandelen. Behandeling met antibiotica heeft als doel om de bacteriën in de vegetaties te doden en andere complicaties in en buiten het hart op te lossen. Antibiotica worden via een infuusnaald in de bloedbaan (intraveneus) toegediend gedurende zes weken afhankelijk van de bloedkweken en laboratoriumuitslagen. Soms is het noodzakelijk u nog langer antibiotica in de vorm van tabletten te geven. De antibiotica die u krijgt is afhankelijk van de veroorzaker van de endocarditis. U krijgt een ‘lange lijn’, ook wel PICC-lijn genoemd, ingebracht (afbeelding 2). Hierbij heeft u minder kans op het ontstaan van een ontsteking van de ader (flebitis). 7 Afbeelding 2. Lange lijn (PICC-lijn) Operatie Bij bacteriële endocarditis kunnen complicaties ontstaan, zoals ernstige aantasting van de hartklep(pen) en hartfalen. Ook kan de behandeling met antibiotica niet aanslaan zodat het nodig is om u te opereren. Bij deze hartoperaties wordt de beschadigde klep hersteld of vervangen door een kunst- of biologische klep. Een operatie is noodzakelijk: • Bij een afwijkende klepfunctie door hartfalen. • Bij een loszittende klepprothese. • Bij een ongecontroleerde infectie ondanks optimale behandeling met antibiotica. • Wanneer er geen mogelijkheid voor effectieve therapie met antibiotica bestaat. • Bij een stafylokokken klepinfectie met complicaties in het hart. • Bij terugkerende infectie van de eigen hartklep of klepprothese. • Bij uitbreiding van de infectie door fistel- of abcesvorming. • Bij aanhoudende koorts bij negatieve kweken. • Bij grote mobiele vegetaties op de klep. • Bij endocarditis door resisterende enterokokken. Psychosociale begeleiding Het is een ingrijpende gebeurtenis om te horen dat u bacteriële endocarditis heeft. U kunt zich flink ziek voelen en uw familie voelt zich vaak machteloos. De laboratoriumwaarden en de uitslagen van de diagnostische onderzoeksresultaten tonen aan hoe het staat met de behandeling. 8 Naarmate de antibiotica meer aanslaan, gaat u zich beter voelen. Tijdens de wekenlange antibioticakuur kunt u zich het ene moment goed en het andere moment minder goed voelen. Ondersteuning De arts en een vaste verpleegkundig specialist ondersteunen u en uw familie/naasten zoveel mogelijk. Het is belangrijk dat u zelf aangeeft waar u behoefte aan heeft. Wekelijks zal de verpleegkundig specialist een afspraak maken om de voortgang met u en uw familie te bespreken. U krijgt ook een verantwoordelijke verpleegkundige toegewezen, ook wel EVV' er genoemd. Deze verpleegkundige houdt uw gehele zorgproces in de gaten. Zij/hij is het aanspreekpunt voor u en uw familie. Verpleegafdeling Cardiothoracale chirurgie Met bacteriële endocarditis wordt u voor lange tijd opgenomen op de verpleegafdeling Cardiothoracale chirurgie. Wanneer het verantwoord is krijgt u toestemming om met uw familie naar het bezoekersrestaurant te gaan of naar buiten om wat te wandelen in de buurt van het ziekenhuis. Dit gaat altijd in overleg met de arts of de verpleegkundig specialist. Vragen, zorgen of onduidelijkheden van u of van uw familie kunt u altijd voorleggen aan de artsen of de verpleegkundigen. Ontslag Als de behandeling voorspoedig verloopt, is het mogelijk om de laatste weken thuis uw antibiotica via een infuus te krijgen. Uw huisarts wordt door de behandelend arts op de hoogte gebracht van uw behandeling. Bij ontslag, schakelen we de transferverpleegkundige in. Zij regelt en coördineert alle zorg rondom het ontslag. Als u naar huis mag, is het belangrijk dat de volgende zaken geregeld worden: • De financiering van toedieningsmaterialen en de infuuspomp via uw zorgverzekeraar. • Het maken van afspraken met uw huisarts, de wijkverpleegkundige van het Verpleegkundig Thuiszorg Technologie team (V.T.T.team) en de apotheek. 9 • Het maken van afspraken met uw behandelend cardioloog en de verpleegkundige van de verpleegafdeling. • Het maken van afspraken met betrekking tot bloedafnames thuis. De verpleegkundige zorg wordt thuis gegeven door een verpleegkundige van het V.T.T.team. Deze verpleegkundige heeft een aanvullende intensieve training gevolgd over de technische handelingen in de thuissituatie. De verpleegkundige komt iedere dag bij u thuis om de antibiotica te verwisselen. Bij ontslag krijgt u informatie over de thuiszorg, wie er bij u langskomt en bij wie u terecht kunt met eventuele vragen en/of problemen. Het kan zijn dat u een eigen financiële bijdrage moet betalen. De transferverpleegkundige vraagt dit voor u na. Wanneer neemt u direct contact op? • Koorts hoger dan 38,5 °C. • Als de wonden rood, dik en pijnlijk worden of als er helder of troebel vocht uitkomt. • Toename van wondpijn. • Snelle of onregelmatige hartslag. • Toename van kortademigheid bij inspanning of in rust. • Toenemende hoest en het opgeven van geel of groen slijm. Neem in bovenstaande situaties binnen kantoortijden contact op met de huisarts of de polikliniek Cardiothoracale chirurgie. Buiten kantoortijden kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp. 10 Preventief antibiotica nemen U heeft een verhoogd risico om in de toekomst opnieuw endocarditis te krijgen. U kunt dit voorkomen door voor bepaalde ingrepen preventief antibiotica te nemen. Deze neemt u afhankelijk van het medicijn 30 tot 120 minuten voor de ingreep in. Ingrepen waarbij u preventief antibiotica krijgt voorgeschreven zijn: • Ingrepen in de mondholte waarbij een bloeding van het tandvlees kan ontstaan. • Ingrepen in de bovenste luchtwegen zoals bij de keel- en neusamandelen. • Operatieve ingrepen en het inbrengen van instrumenten in de urinewegen, geslachtsorganen en het spijsverteringskanaal. • Ingrepen in geïnfecteerd weefsel, zoals het opensnijden van een huidabces en het ontlasten van een steenpuist. Gebitsverzorging Het is belangrijk dat u probeert te voorkomen dat u een tandvleesontsteking of gaatjes krijgt. Dit kunt u doen door uw gebit goed te verzorgen en regelmatig naar de tandarts te gaan voor controle. Als u een kunstgebit heeft moet u erop letten dat het gebit geen wondjes of zweertjes veroorzaakt. Meer informatie De Nederlandse Hartstichting: Informatielijn: 0900 3000 300 (lokaal tarief), bereikbaar op ma t/m vrij van 09.00 tot 13.00 uur. www.hartstichting.nl 11 Vragen Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met een van onze (gespecialiseerde) verpleegkundigen of artsen. Contactgegevens Catharina Ziekenhuis 040 - 239 91 11 www.catharinaziekenhuis.nl Polikliniek Cardiothoracale chirurgie 040 - 239 86 80 Spoedeisende Hulp (SEH) 040 - 239 96 00 Routenummer(s) en overige informatie over de polikliniek Cardiothoracale chirurgie vindt u op www.catharinaziekenhuis.nl/ catharinahartenvaatcentrum 12 13 14 15 Altijd als eerste op de hoogte? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief: www.catharinaziekenhuis.nl/nieuwsbrief Michelangelolaan 2 – 5623 EJ Eindhoven Postbus 1350 – 5602 ZA Eindhoven