High-Speed Mode Draadloze G Router Deel uw breedbandinternetverbinding met een SNELLER draadloos netwerk Handleiding F5D7231-4 Inhoud 1 Inleiding ............................................................................ 1 Voordelen van een netwerk in uw woning ........................ 1 Voordelen van een draadloos netwerk ............................. 1 Plaatsing van uw Wireless G Router ................................ 2 2 Overzicht ........................................................................... 6 Productkenmerken .......................................................... 6 3 Ken uw router .................................................................... 9 Inhoud van de verpakking ............................................... 9 Systeemvereisten ............................................................ 9 Systeemvereisten voor de Easy Install Wizard software .... 9 4 Uw router aansluiten en configureren ............................. 14 5 Alternatieve installatiemethode ...................................... 22 6 Gebruik van de Web-Based Advanced User Interface (Geavanceerde web-based gebruikersinterface) ............... 40 LAN-instellingen wijzigen .............................................. 41 De pagina met de DHCP-cliëntenlijst bekijken ............... 43 Instellingen van het wireless netwerk configureren ......... 44 Uw WiFi-netwerk beveiligen .......................................... 49 WEP-setup ................................................................ 54 WPA-setup ................................................................ 56 Gebruik van de Access Point Mode ............................... 64 Uitbreiding van het bereik en het maken van koppelingen ................................................. 65 De Firewall configureren ................................................ 69 MAC-adressenfilter instellen .......................................... 72 De DMZ activeren ......................................................... 73 Tabblad Utilities ............................................................ 75 Router herstarten ...................................................... 76 Firmware bijwerken .................................................... 81 7 Handmatig configureren van de computernetwerkinstellingen ......................................... 89 8 Aanbevolen instellingen van de webbrowser .................... 95 9 Gebruik van uw router met AOL-breedband ..................... 97 10 Problemen oplossen .................................................... 108 11 Informatie .................................................................. 128 Inleiding 1 2 3 4 • Uw hi-speed internetverbinding met alle computers in uw woning delen • Uw bronnen, zoals bestanden en harde schijven, delen met alle computers in uw woning 5 • Een printer met het hele gezin delen • Documenten, muziek, videomateriaal en digitale foto’s delen 6 • Bestanden opslaan, ophalen en kopiëren van de ene naar de andere computer 7 • Tegelijkertijd online spelletjes spelen, via het internet uw e-mail bekijken en chatten Dit zijn enkele voordelen van een draadloos netwerk van Belkin: Mobiliteit – u heeft niet langer een speciale computerkamer nodig – 8 9 vanaf nu kunt u binnen het bereik van uw draadloze netwerk overal gebruik maken van een laptop of desktopcomputer die is aangesloten op dat netwerk 10 Eenvoudige installatie – de Belkin Easy Installation Wizard maakt 11 installatie heel eenvoudig Flexibiliteit – installatie van en toegang tot printers, computers en andere netwerkapparatuur vanaf elke plek in uw woning Eenvoudige uitbreiding – Belkin biedt u een uitgebreide reeks netwerkproducten waarmee u uw netwerk uit kunt breiden met apparaten als printers en gameconsoles Bekabeling is niet nodig – u bespaart uzelf de kosten en de moeite die gemoeid zijn met het aanleggen van Ethernet-bekabeling in uw woning of kantoor Algemeen aanvaard binnen de markt – keuze uit een groot aanbod van interoperabele netwerkproducten 1 Hoofdstuk Dank u voor het aanschaffen van deze snelle draadloze G router van Belkin. De twee volgende paragrafen noemen de voordelen van thuisnetwerken en behandelen de te volgen procedures om het bereik en de prestaties van uw draadloze netwerk te optimaliseren. Wij raden u aan deze handleiding volledig door te lezen en extra aandacht te besteden aan het hoofdstuk “Plaatsing van hardware voor optimale prestaties van uw draadloze netwerk” (volgende bladzijde). Als u de volgende eenvoudige setup-instructies volgt, kunt u met uw Belkin thuisnetwerk het volgende doen: Inleiding Plaatsing van uw Wireless G Router Belangrijke factoren bij plaatsing en installatie Uw draadloze verbinding is sterker naarmate uw computer zich dichter bij uw router of accesspoint bevindt. Het bereik van draadloze apparatuur ligt binnenshuis doorgaans tussen de 30 en 60 meter. De prestaties van uw draadloze verbinding zullen iets achteruit gaan naarmate de afstand tot uw draadloze router / accesspoint groter is. U hoeft hier niet noodzakelijkerwijs iets van te merken. Als de afstand tot uw router / accesspoint groter wordt, kan de snelheid van de verbinding afnemen. Factoren die signalen kunnen verzwakken, doordat ze de radiogolven van uw netwerk hinderen, zijn metalen apparaten of voorwerpen en muren. Door de computer naar een andere positie op een afstand van 1,5 tot 3 meter van de router te verplaatsen, kunt u nagaan of de mindere prestaties te maken hebben met de afstand of een obstakel. Wij adviseren u contact op te nemen met de afdeling Technische Ondersteuning van Belkin, indien u problemen blijft houden. Opmerking: Ondanks dat onderstaande factoren de prestaties van uw netwerk nadelig kunnen beïnvloeden, zullen zij er niet voor zorgen dat uw draadloze netwerk niet meer functioneert. Als u vermoedt dat uw netwerk niet maximaal presteert, kan deze checklist uitkomst bieden. 1. Plaatsing van draadloze router / accesspoint Plaats uw draadloze router / accesspoint, het centrale verbindingspunt binnen uw netwerk, op een plek zo centraal mogelijk tussen uw draadloze netwerkapparatuur. Om een verbinding van een zo hoog mogelijke kwaliteit te waarborgen voor uw ‘draadloze cliënten’ (bijv. computers die zijn uitgerust met draadloze desktop- of notebooknetwerkkaarten en draadloze USB-adapters), raden wij u aan het volgende te doen: • Zorg dat de netwerkantennes van uw draadloze router parallel aan elkaar en in verticale stand staan (naar het plafond wijzen). Als de router zelf al verticaal is geplaatst, laat de antennes dan zo recht mogelijk naar het plafond wijzen. • In woningen met meer verdiepingen plaatst u de router op de verdieping die zich het dichtst bij het midden van de woning bevindt. Dit kan betekenen dat u de router op een hogere verdieping moet plaatsen. • Plaats de router niet in de buurt van een draadloze 2,4GHz-telefoon. 2 Inleiding Vermijd obstakels en radiostoring Plaats uw draadloze router / accesspoint bij voorkeur niet in de buurt van apparaten die radiogolven uitzenden, zoals magnetrons. De volgende ondoordringbare objecten kunnen draadloze communicatie hinderen: • Koelkasten • Wasmachines en/of drogers • Metalen kasten • Grote aquariums • Metaalhoudend UV-werend getint glas Indien het signaal van uw draadloze netwerk op sommige plaatsen zwakker lijkt te zijn, zorg er dan voor dat dit soort objecten het signaal niet kunnen hinderen, dat wil zeggen dat ze niet tussen uw computers en uw router in staan. 3. Draadloze telefoon Indien de prestaties van uw draadloze netwerk nog steeds niet optimaal zijn nadat u voldaan heeft aan bovenstaande suggesties en u een draadloze telefoon hebt, raden wij u aan het volgende te doen: • Kijk wat er gebeurt als u uw draadloze telefoon uit de buurt houdt van uw router en uw computers die geschikt zijn voor draadloze communicatie. • Verwijder de batterij uit alle draadloze telefoons die gebruik maken van de 2,4GHZ-band (zie informatie van de fabrikant). Als het probleem nu is opgelost, veroorzaakt uw telefoon waarschijnlijk de storing van uw draadloze apparatuur. • Als u voor uw telefoon ook andere kanalen kunt kiezen, kies dan voor het kanaal dat het verst verwijderd is van het kanaal dat door uw draadloze netwerk gebruikt wordt. Verander bijvoorbeeld het kanaal van uw telefoon in kanaal 1 en stel het kanaal van uw draadloze router in op kanaal 11. Raadpleeg de handleiding van uw telefoon voor gedetailleerde instructies. • Stap indien nodig over op een 900MHz of 5GHz draadloze telefoon. 4. Op plaatsen waar meerdere woningen of kantoren dicht bij elkaar liggen , zoals appartementen- of kantoorgebouwen, kunnen draadloze netwerken in de omgeving problemen veroorzaken voor uw netwerk. Maak gebruik van de Site Survey-mogelijkheid (site-overzicht) van de Wireless LAN Utility (hulpprogramma voor draadloos LAN) om andere draadloze netwerken te lokaliseren en verplaats uw router en computers naar een kanaal dat zo ver mogelijk verwijderd is van andere netwerken. 3 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Hoofdstuk 2. Inleiding Experimenteer met verschillende van de beschikbare kanalen om de beste verbinding te vinden en storing door draadloze telefoons of andere draadloze apparatuur te vermijden. Gebruik de uitgebreide informatie over Site Survey en kanalen voor draadloze netwerken in de gebruikershandleiding van uw Belkin product. Bovenstaande suggesties en richtlijnen helpen u bij het optimaliseren van het bereik van uw router. Indien u een nog groter bereik nodig hebt, raden wij u aan een range extender/ accesspoint van Belkin aan te schaffen. 5. Veilige verbindingen zijn verbindingen waarvoor een gebruikersnaam en een wachtwoord vereist zijn. Hiervan wordt gebruik gemaakt in situaties waar beveiliging van belang is. Veilige verbindingen zijn o.a.: • Virtual Private Network (VPN)-verbindingen: worden vaak gebruikt om van afstand verbinding te maken met een kantoornetwerk • Het programma “Bring Your Own Access” van America Online (AOL). Met dit programma kunt u AOL gebruiken via breedband die ter beschikking wordt gesteld door een andere kabel- of DSL-service. • De meeste websites voor internetbankieren • Veel commerciële websites waarbij toegang uitsluitend verleend wordt nadat er een gebruikersnaam en een wachtwoord zijn ingevuld Veilige verbindingen kunnen worden onderbroken als de instellingen voor energiebeheer van de computer ervoor zorgen dat de computer overgaat op de slaapstand. U kunt opnieuw verbinding maken door eenvoudigweg de VPN of AOL-software te draaien, of door opnieuw op de beveiligde website in te loggen. Een tweede alternatief is het veranderen van de instellingen voor energiebeheer van de computer, zodat deze niet overgaat op de slaapstand. Dit is geldt niet noodzakelijkerwijs voor draagbare computers. Om de instellingen voor energiebeheer te wijzigingen in Windows, gaat u naar “Power Options” (Energiebeheer) in het “Control Panel” (Configuratiescherm). Als u moeilijkheden blijft houden met de beveiligde verbinding, VPN’s en AOL, raden wij u aan de bovenstaande stappen te doorlopen om te zien of u hiermee rekening gehouden hebt. 4 Inleiding Europa: 00 800 223 55 460 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 5 Hoofdstuk Ga voor meer informatie over de netwerkproducten van Belkin naar www.belkin.nl/networking , of neem contact op met de afdeling Technische Ondersteuning. Samenvatting Productkenmerken Binnen een paar minuten kunt u uw internetaansluiting delen en vormen uw computers een netwerk. Hier volgen alle voordelen waardoor uw nieuwe Belkin G router de ideale oplossing is voor uw privé- of kleinzakelijke netwerk. Werkt met voor pc’s als Mac® computers De router ondersteunt een breed scala aan netwerkomgevingen waaronder Mac® OS 8.x, 9.x, X v10.x, AppleTalk®, Linux®, Windows® 95, 98, Me, NT®, 2000, XP en andere. U hebt niet meer nodig dan een internetbrowser en een netwerkadapter die TCP/IP (de standaard internettaal) ondersteunt. LED-indicatielampjes aan de voorzijde van de router geven aan welke functies in bedrijf zijn. U kunt in één oogopslag zien of uw router is verbonden met internet. Deze functie maakt geavanceerde software en statuscontroleprocedures overbodig. Geavanceerde web-based gebruikersinterface U kunt de geavanceerde functies van de router gemakkelijk via uw webbrowser installeren zonder extra software op de computer(s) te hoeven installeren. U hoeft geen disks te installeren of te controleren. U kunt zelfs met elke computer in het netwerk snel veranderingen aanbrengen en setup-functies uitvoeren. NAT IP-adresdeling Uw router maakt gebruik van NAT (Network Address Translation ofwel het vertalen van netwerkadressen) om het door uw provider aan u toegewezen IP-adres te kunnen delen zonder dat u tegen betaling extra IP-adressen aan uw internetaccount hoeft toe te voegen. 6 Samenvatting 1 Uw router is voorzien van een firewall die uw netwerk beschermt tegen een groot aantal veel voorkomende hackeraanvallen zoals IP Spoofing, Land Attack, Ping of Death (PoD), Denial of Service (DoS), IP met lengte nul, Smurf Attack, TCP Null Scan, SYN flood, UDP flooding, Tear Drop Attack, ICMP defect, RIP defect en Fragment Flooding. Geïntegreerde 10/100 vierpoorts switch 2 3 4 De router heeft een ingebouwde vierpoorts netwerkswitch waarmee uw bekabelde computers onder meer printers, data, mp3-bestanden en digitale foto’s kunnen delen. De switch stelt zich met behulp van auto-sensing automatisch in op de snelheid van de aangesloten apparaten. De switch kan gelijktijdig - zonder onderbrekingen of beslag op bronnen - data overzenden tussen computers en het internet. 5 Compatibel met Universal Plug-and-Play (UPnP 8 UPnP (Universal Plug-and-Play) is een technologie die naadloze voice messaging, video messaging, games en andere applicaties mogelijk maakt die voldoen aan UPnP. 6 7 9 Ondersteuning voor VPN Pass-Through 10 Als u een VPN-verbinding heeft tussen uw woonhuis en uw bedrijfsnetwerk, kan uw met VPN-uitgeruste computer via de router uw bedrijfsnetwerk bereiken. 11 Ingebouwd Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) Het ingebouwde Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) zorgt voor absoluut probleemloze netwerkverbindingen. De DHCP server wijst automatisch aan elke computer IP-adressen toe waardoor een gecompliceerde netwerk-setup overbodig is. Easy Install Wizard De Easy Install Wizard zorgt voor probleemloze installatie van uw router. Deze software bepaalt automatisch de juiste instelling van uw netwerk en maakt de router klaar voor de verbinding met uw internetserviceprovider (ISP). Binnen een paar minuten is uw draadloze router bedrijfsklaar voor het internet. 7 Hoofdstuk SPI firewall Samenvatting LET OP: Easy Install Wizard software is compatibel met Windows 98SE, Me, 2000, XP en Mac OS 9.X en Mac OS X. Als u een ander besturingssysteem gebruikt, kunt u uw draadloze router installeren met behulp van de alternatieve installatiemethode (zie pagina 22). Geïntegreerd 802.11g draadloos accesspoint 802.11g is een nieuwe technologie voor draadloze communicatie die overdrachtsnelheden tot 54Mbps mogelijk maakt. Dat is bijna vijf keer sneller dan 802.11b. 125 High-Speed Mode High-Speed Mode (HSM)*, een product van 54g™, zorgt voor de hoogste overdrachtsnelheden binnen netwerkomgevingen geschikt voor 802.11g-apparatuur. Dit product werd ontwikkeld voor thuisnetwerken die extra bandbreedte vereisen voor toepassingen als het delen van digitale foto’s. 125HSM verhoogt de efficiency van 802.11g WLAN’s zonder nadelige gevolgen voor aangrenzende netwerken, en is compatibel met toonaangevende merken. Geïntegreerde “Parental Control” (webfilter) Belkin is een samenwerkingsverband aangegaan met Cerberian, een in elektronische filtering gespecialiseerde onderneming, om deze unieke functie mogelijk te maken. Uw Belkin G router is de eerste thuisnetwerkoplossing met een geïntegreerd webfilter. Hiermee kunt u de inhoud van ongewenste of kwetsende webpagina’s blokkeren voordat die uw netwerk bereikt. Anders dan bij vergelijkbare oplossingen is deze webfilter in de router van Belkin ingebouwd, dus u hoeft op geen enkele computer extra software te installeren en u krijgt nooit achteraf een rekening voor het gebruik. Bij aflevering van uw router krijgt u deze functie zes maanden gratis op proef en kunt u direct van de mogelijkheden profiteren. Voor deze proef hoeft u evenmin uw creditcard of pinpas te trekken. U bent degene die beslist: Het Belkin webfilter kan perfect aan uw wensen worden aangepast. U kunt zelf bepalen wat u binnenlaat en elke website blokkeren die u wilt. U kunt ook (tegen vergoeding) periodiek een overzicht ontvangen van alle websites die men via uw netwerk heeft bezocht (zie voor verdere gegevens de handleiding van het webfilter). MAC adressenfilter Als extra beveiliging kunt u een lijst aanleggen van Media Access Control (MAC)-adressen, (unieke cliënten-ID’s), die toegang hebben tot uw netwerk. Elke computer heeft een eigen MAC-adres. U stelt eenvoudig - met behulp van de webgebruikersinterface - een lijst op van deze MAC-adressen waarmee u de toegang tot uw netwerk kunt beheren. *Als u gebruik maakt van de hi-speed mode, kunnen met dit WiFi-apparaat overdrachtsnelheden tot wel 34.1 Mbps of hoger gehaald worden. Dit is het equivalent van de overdrachtssnelheid van systemen die werken volgens het 802.11g-protocol en met een signaalsnelheid van 125Mbps. De werkelijke overdrachtsnelheid hangt af van omgevings-, operationele en andere factoren. 8 Ken uw router 1 Inhoud van de verpakking Belkin Hi-Speed Mode draadloze G router • Beknopte installatiehandleiding • Software-cd voor de Easy Install Wizard van Belkin • Belkin RJ45 Ethernet-netwerkkabel • Netvoedingeenheid • Gebruikershandleiding 2 3 4 5 Systeemvereisten • Breedband internetverbinding zoals een kabel- of DSL-modem met RJ45 (Ethernet) aansluiting • Minstens één computer met een ingebouwde netwerkinterfaceadapter • TCP/IP-netwerkprotocol op elke computer geïnstalleerd • RJ45 Ethernet-netwerkkabel • Internetbrowser 6 7 8 Systeemvereisten voor Easy Install Wizard software • Een pc met Windows 98 SE, Me, 2000 of XP of een Maccomputer met Mac OS 9.x of OS X • Minstens 64MB RAM • Internetbrowser 9 10 11 9 Hoofdstuk • Ken uw router De router is ontworpen voor plaatsing op een bureau of werktafel. Met het oog op praktische bruikbaarheid komen alle kabels de router aan de achterzijde binnen. De LED-signaallampjes aan de voorzijde van de router zijn goed zichtbaar en geven u informatie over de netwerkactiviteit en de status. (1) (2) (3) (4) (5) 2.4GHz • High-Speed Wireless G 1. LED voor Voeding / Gereed Als u de stroom naar de router (opnieuw) inschakelt, heeft de router enige tijd nodig om op te starten. Intussen knippert de LED “Power/Ready”. Wanneer de router volledig is opgestart, brandt de LED “Power / Ready” continu. De router is nu gebruiksklaar. UIT De router is uitgeschakeld Groen knipperlicht De router is bezig met opstarten Groen brandt continu De router is klaar voor gebruik 2. WLAN: LED draadloos netwerk UIT Draadloos netwerk is uitgeschakeld Groen Draadloos netwerk is gereed Knippert Draadloos netwerk is gereed 3. LED’s voor LAN-poortstatus Deze LED’s zijn genummerd 1 t/m 4 en corresponderen met de genummerde poorten aan de achterkant van de router. 10 Ken uw router UIT Geen apparaat op de poort aangesloten Groen 10Base-T apparaat aangesloten Oranje 100Base-Tx apparaat aangesloten Oranje of groen knipperlicht Poortactiviteit 4. 2 3 4 5 6 LED WAN-status Deze LED licht GROEN op wanneer uw modem correct op de router is aangesloten. De LED knippert snel achtereen wanneer via de poort tussen de router en de modem informatie wordt verstuurd. UIT Geen WAN-verbinding Groen brandt continu Goede WAN-verbinding Groen knipperlicht WAN-activiteit 5. 1 LED voor “Verbinding gemaakt” Deze unieke LED geeft aan wanneer de router is verbonden met het internet. Wanneer de LED niet brandt, is de router NIET verbonden met het internet. Wanneer de LED knippert, probeert de router verbinding te maken met het internet. Wanneer de LED continu groen licht geeft, is de router verbonden met het internet. Wanneer u gebruik maakt van de functie “Disconnect after x minutes” (Verbinding na x minuten verbreken) is deze LED erg handig om toezicht te houden op de verbinding van uw router. UIT Router heeft geen verbinding met het internet Groen knipperlicht Router probeert verbinding te maken met het internet Groen brandt continu Router heeft verbinding met het internet 11 7 8 9 10 11 Hoofdstuk Wanneer een computer correct op een LAN-poort op de router is aangesloten, licht de betreffende LED op. GROEN geeft aan dat er een 10Base-T-apparaat is aangesloten, ORANJE geeft aan dat er een 100Base-T-apparaat is aangesloten. Wanneer via de poort informatie wordt verzonden, knippert de LED snel achtereen. Ken uw router (6) 6. (7) (8) (9) Voedingsingang – GRIJS Sluit de bijgeleverde 5 V-netvoedingsadapter op deze ingang aan. 7. Computeringangen (LAN-poorten) – BLAUW Sluit uw bekabelde (niet-draadloze) computers op deze poorten aan. De LAN-poorten zijn RJ45, 10/100 auto-negotiation, autouplinking poorten voor standaard UTP categorie 5 of 6 Ethernetkabel. De poorten zijn aangegeven met de cijfers 1 t/m 4 en corresponderen met de genummerde LED’s aan de voorkant van de router. 8. Modemingang (WAN-poort) – GROEN Deze poort is bestemd voor uw kabel- of DSL-modem. Sluit uw modem met de daarbij geleverde kabel op deze poort aan. Het gebruik van een andere kabel dan de kabel die bij uw kabelmodem is geleverd, kan problemen geven. 9. Resetknop U gebruikt de resetknop in de zeldzame gevallen dat de router niet goed functioneert. Als u de router reset, herstelt u de normale werking van de router en blijven de geprogrammeerde instellingen behouden. Met de resetknop kunt u ook de fabrieksinstellingen terugroepen. U kunt de optie “Restore” (Herstellen) gebruiken wanneer u uw persoonlijke wachtwoord bent vergeten. 12 Ken uw router a. 1 De Router resetten b. De fabrieksinstellingen herstellen Druk de resetknop minstens tien seconden in en laat hem dan weer los. De lampjes op de router knipperen even. De LED “Power / Ready” begint te knipperen. Wanneer de LED “Power / Ready” weer continu brandt, is de herstelprocedure voltooid. 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 13 Hoofdstuk Druk de resetknop in en laat hem weer los. De lampjes op de router knipperen even. De LED “Power / Ready” begint te knipperen. Wanneer de LED “Power / Ready” weer continu brandt, is de resetprocedure voltooid. Uw router aansluiten en configureren Controleer de inhoud van de doos. U moet het volgende hebben ontvangen: • Belkin Hi-Speed Mode draadloze G router • Beknopte installatiehandleiding • Software-cd voor de Easy Install Wizard van Belkin • RJ45 Ethernet-netwerkkabel (voor het aansluiten van de router op de computer) • Netvoedingeenheid • Gebruikershandleiding Modemspecificatie Uw kabel- of DSL-modem moet voorzien zijn van een RJ45 Ethernetpoort. Veel modems hebben zowel een RJ45 Ethernet-poort als een USB-aansluiting. Als u een modem hebt met zowel Ethernet als USB en u momenteel de USB-aansluiting gebruikt, wordt u tijdens de installatieprocedure verzocht de RJ45 Ethernet-poort te gebruiken. Als uw modem alleen een USB-poort heeft, kunt u uw internetserviceprovider om een ander type modem vragen of zelf een modem aanschaffen met een RJ45 Ethernet-poort. Ethernet USB INSTALLEER ALTIJD UW ROUTER ALS EERSTE! ALS U VERSCHILLENDE NETWERKAPPARATEN VOOR HET EERST INSTALLEERT, IS HET VAN BELANG DAT U UW ROUTER EERST AANSLUIT EN IN BEDRIJF STELT VOORDAT U ANDERE NETWERKAPPARATEN INSTALLEERT ZOALS NOTEBOOK- EN DESKTOPKAARTEN. Easy Install Wizard Met de bijgeleverde Belkin Easy Install Wizard software is het installeren van de router erg eenvoudig. Hiermee hebt u uw router binnen een paar minuten aan het werk. De Easy Install Wizard vereist dat uw Windows® 98, Me, 2000 of XP, of Mac OS 9.2x, X.1.x-computer rechtstreeks met uw kabel- of DSLmodem is verbonden én dat de internetverbinding op het moment van installatie actief is. Als dit niet het geval is, volg dan de instructies 14 Uw router aansluiten en configureren 1 in de paragraaf “Alternatieve installatiemethode” in deze handleiding om uw router te configureren. Ook als u een ander besturingssysteem gebruikt dan Windows 98SE, Me, 2000 of XP moet u de router volgens de alternatieve installatiemethode installeren. 2 3 computer die rechtstreeks met de kabel- of DSL-modem is verbonden. SLUIT DE ROUTER NU NOG NIET AAN. 4 5 6 Stap 1 Software van de Easy Install Wizard starten 7 1. Sluit alle programma’s af die momenteel op uw computer geopend zijn. 8 2. Zorg dat u over het volgende beschikt bij de computer die nu rechtstreeks is verbonden met de kabel- of DSL-modem. SLUIT DE ROUTER NU NOG NIET AAN. 9 • Beknopte installatiehandleiding • CD-ROM met Easy Install Wizard • De Router • De netvoedingeenheid van de Router • RJ45 Ethernet-netwerkkabel • Deze gebruikershandleiding 3. Schakel op uw computer ook alle software voor firewalls of het delen van internetaansluitingen uit. 4. Plaats de installatie-cd met de Easy Install Wizard in het cdromstation. Binnen vijftien seconden verschijnt de Easy Install Wizard automatisch op uw beeldscherm. Is dat niet het geval, ga dan naar “My Computer” (Deze computer), selecteer uw cd-romstation en dubbelklik op het bestand met de naam “EasyInstall.exe”. 15 10 11 Hoofdstuk BELANGRIJK: Start de Easy Install Wizard software op de Uw router aansluiten en configureren Welkomstscherm Nadat u de CD in het cd-romstation heeft geplaatst, verschijnt het welkomstscherm van de Wizard. De router mag nog niet aangesloten zijn. Als u de router toch hebt aangesloten, sluit dan uw computer eerst weer rechtstreeks op de modem aan. Klik op “Next” (volgende) als u klaar bent om verder te gaan. Progress screen (voortgangsscherm) Telkens wanneer u een stap van de installatieprocedure heeft voltooid, toont Easy Install een voortgangsscherm. Om naar de volgende stap te gaan, klikt u op “Next” (Volgende) telkens wanneer u het voortgangsscherm ziet. Instellingen controleren De wizard beoordeelt nu de instellingen van uw computer en verzamelt de informatie die nodig is om de aansluiting van de router op het internet te voltooien. Zodra de Wizard hiermee klaar is, klikt u op “Next” (Volgende). 16 Uw router aansluiten en configureren 1 Multi-NICs Scherm 2 3 4 5 6 7 8 Stap 2 9 Hardware installeren De Wizard begeleidt u bij het aansluiten van uw router op uw computer en modem. Volg de aanwijzingen op het scherm en gebruik de afbeeldingen in deze handleiding ter referentie. 2.1 Bij deze stap dient u de kabel tussen uw modem en de netwerkpoort op uw computer te lokaliseren. Koppel deze kabel los van de computer en steek hem in de GROENE poort van de router. Klik op “Next” (Volgende) om door te gaan. 17 10 11 Hoofdstuk Als er meer dan één netwerkadapters in uw computer is geïnstalleerd, verschijnt een Multi-NIC scherm. De wizard moet weten welke adapter op uw modem is aangesloten. Selecteer in de lijst de netwerkkaart die is aangesloten op uw modem en klik op “Next” (Volgende). Als u niet zeker weet welke adapter u moet kiezen, selecteer dan de adapter boven aan de lijst. Als u nu per abuis de verkeerde adapter kiest, kunt u later een andere kiezen. Uw router aansluiten en configureren 2.2 Bij deze stap dient u de BLAUWE kabel die is meegeleverd met uw router te lokaliseren. Steek het ene uiteinde van deze kabel in een willekeurige BLAUWE poort van uw router. Steek het andere uiteinde van de kabel in de netwerkpoort op uw computer. Klik op “Next” (Volgende) om door te gaan. 2.3 Bij deze stap dient u de voeding die is meegeleverd met uw router te lokaliseren. Steek de kleine stekker van de voeding in de GRIJZE poort van de router. Sluit de voeding aan op een vrij stopcontact. Klik op “Next” (Volgende) om door te gaan. 2.4 Bij deze stap dient u de lampjes aan de voorzijde van uw router te controleren. Controleer of de lampjes daadwerkelijk branden. Raadpleeg voor meer gegevens de Easy Install software op uw computerscherm. Klik op “Next” (Volgende) om door te gaan. 18 Uw router aansluiten en configureren 1 Stap 3 De verbinding controleren 3.1 Wanneer u klaar bent met 3 4 5 6 3.2 Als u een type verbinding hebt dat een gebruikersnaam en een wachtwoord vereist, zal de wizard u vragen uw gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren. Als uw type verbinding geen gebruikersnaam en wachtwoord vereist, krijgt u dit scherm niet te zien. Uw gebruikersnaam en wachtwoord krijgt u van uw internetserviceprovider. Voer uw gebruikersnaam en uw wachtwoord hier in als dat vereist is om verbinding te krijgen met het internet. Uw gebruikersnaam kan er bijv. als volgt uitzien: ‘[email protected]’ of eenvoudig ‘mijnnaam’. Een servicenaam is facultatief en wordt niet vaak door providers gevraagd. Als u uw servicenaam niet weet, laat deze dan open. Wanneer u uw persoonlijke informatie hebt ingevoerd, klik dan op “Next” (Volgende) om door te gaan. 19 7 8 9 10 11 Hoofdstuk het aansluiten van de router, zal de Wizard de verbinding naar de router controleren en vervolgens vaststellen welk type internetverbinding u heeft. 2 Uw router aansluiten en configureren 3.3 Wireless Setup (instellingen draadloos netwerk wijzigen) Deze stap is optioneel. Klik op “Next” (Volgende) als u deze stap wilt overslaan. Via deze stap kunt u, indien gewenst, de instellingen van uw draadloze netwerk wijzigen. Volg de aanwijzingen op het scherm om deze stap te voltooien. Klik op “Next” (Volgende) om door te gaan. Stap 4 Router configureren De wizard verstuurt nu alle configuratiegegevens naar de router. Dit duurt ongeveer een minuut. Schakel de router of computer tijdens deze gegevensoverdracht niet uit. De router zal automatisch herstarten aan het einde van deze stap. 4.1 Het controleren van de internetverbinding. De wizard gaat nu zoeken naar een internetverbinding. Dit kan een paar minuten duren. Misschien kan de wizard niet meteen een verbinding vinden. Dan probeert de wizard het een paar keer opnieuw. Tijdens het zoeken knippert de LED “Connected” (Verbonden) aan de voorzijde van de router. Wacht de afloop van deze procedure geduldig af. 20 Uw router aansluiten en configureren 1 4.2 Gereed Uw router is nu aangesloten op het internet. U kunt nu op het internet gaan surfen door uw browser te openen en uw favoriete webpagina op te zoeken. Gefeliciteerd! De installatie van uw nieuwe Belkin router is gereed. U kunt nu de andere computers in uw woning gaan installeren. U kunt ook op elk gewenst moment computers aan uw router toevoegen. 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 21 Hoofdstuk Wanneer de internetverbinding is gemaakt, meldt de wizard dat u klaar bent. De LED “Connected” (Verbonden) aan de voorzijde van de router brandt continu ter indicatie dat de router nu met het internet is verbonden. Alternatieve installatiemethode De “Advanced User Interface” (Geavanceerde gebruikersinterface) is een web-based hulpprogramma waarmee u de router kunt installeren als u de Easy Install Wizard niet gebruikt. Met dit hulpprogramma kunt u ook de geavanceerde functies van de router beheren. De volgende taken kunt u met de Advanced User Interface uitvoeren. • De huidige instellingen en status van de router bekijken. • De router configureren voor het opbouwen van de verbinding met uw internetserviceprovider met de instellingen die deze u heeft verschaft. • Het wijzigen van de huidige netwerkinstellingen zoals het interne IP-adres, de IP-adrespool en de DHCP-instellingen. • De firewall van de router zo instellen dat hij werkt met specifieke toepassingen (port forwarding). • Beveiligingsfuncties zoals cliëntbeperking, MAC-adresfiltering, WEP en WPA instellen. • De DMZ-functie inschakelen voor een enkele computer op uw netwerk. • Het interne wachtwoord van de router wijzigen. • UPnP (Universal Plug-and-Play) in/uitschakelen. • De Router resetten. • Een back-up maken van uw configuratie-instellingen. • De standaardinstellingen van de Router resetten. • De firmware van de router bijwerken. Stap 1 Uw router aansluiten 1.1 Schakel de netvoeding naar uw modem uit door de stekker uit het stopcontact te halen. 1.2 Maak de netwerkkabel tussen uw modem en uw computer los aan de zijde van uw computer maar laat de andere zijde aangesloten op uw modem. 1.3 Bevestig het kabeleinde dat u zojuist hebt losgemaakt aan de achterkant van de router in de poort met de aanduiding ‘Internet/WAN’. 1.4 Verbind een nieuwe netwerkkabel (niet meegeleverd) vanaf de achterkant van de computer met een van de poorten met de aanduiding ‘1-4’. Opmerking: U kunt elke genummerde poort kiezen die u wilt. 22 Alternatieve installatiemethode 1 1.5 Schakel uw kabel- of DSL-modem in door de voeding weer op de modem aan te sluiten. Oorspronkelijk op de kabel- of DSL-modem aangesloten pc- of Mac-computer 2 3 Naar netvoedingsadapter 4 6 Bestaande netwerkkabel (bij modem geleverd) Nieuwe netwerkkabel (naar computer) Opmerking: De poorten van uw router kunnen zich op een andere plaats bevinden dan aangegeven in bovenstaande afbeelding. 7 8 9 1.6 Sluit de netvoedingskabel eerst aan op een stopcontact en pas 10 1.7 U kunt zien of uw modem op de router is aangesloten door de 11 daarna op de netvoedingsingang van de router. LED’s aan de voorkant van de router te controleren. Het groene lampje met de aanduiding ‘WAN’ licht op als uw modem correct op de router is aangesloten. Als het lampje niet brandt, loop dan alle verbindingen nog eens na. 1.8 Kijk of uw computer correct op de router is aangesloten door de lampjes met de aanduiding ‘LAN 1, 2, 3 en 4’ te controleren. De LED die correspondeert met de genummerde poort waarop u de computer hebt aangesloten, moet branden als uw computer inderdaad correct is aangesloten. Als het lampje niet brandt, loop dan alle verbindingen nog eens na. 23 Hoofdstuk 5 Alternatieve installatiemethode Stap 2 De netwerkinstellingen van uw computer configureren voor samenwerking met een DHCP-server Zie het hoofdstuk “Netwerkinstellingen handmatig configureren” elders in deze handleiding voor instructies. Stap 3 De router configureren met behulp van de webbased ‘Advanced User Interface’ (geavanceerde gebruikersinterface) Via uw internetbrowser heeft u toegang tot de web-based ‘Advanced User Interface’ (Geavanceerde gebruikersinterface). Typ in uw browser alleen het getal 192.168.2.1 zonder ‘http://’ of ‘www’ of iets anders. Druk vervolgens op de entertoets. LET OP: Ga bij problemen met het verkrijgen van toegang tot de web-based interface naar hoofdstuk 7 van deze handleiding, “Handmatig configureren van de netwerkinstellingen op de pc”. Inloggen op de router In uw browservenster verschijnt nu de homepage van de router. Deze homepage kan desgewenst door elke gebruiker worden bekeken. U moet zich aanmelden om de instellingen van de router te kunnen wijzigen. Door te klikken op de knop “Login” (Aanmelden) of op een van de koppelingen op de homepage bereikt u het inlogscherm. De router wordt geleverd zonder vooraf geprogrammeerd wachtwoord. Laat het wachtwoord in het inlogscherm blanco en klik om in te loggen op de knop “Submit” (Indienen). 24 Alternatieve installatiemethode 1 Router uitloggen De werking van de web-based Advanced User Interface. De eerste pagina die u ziet als u de Advanced User Interface (UI) ofwel geavanceerde gebruikersinterface opent, is de homepage. Deze homepage geeft u een beknopt overzicht van de status en de instellingen van de router. Alle pagina’s voor geavanceerde installatie zijn vanaf deze pagina bereikbaar. (10) (2) 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 (1) (8) (9) 1. Snelnavigatiekoppelingen U kunt rechtstreeks naar elke pagina van de geavanceerde gebruikersinterface van de router gaan door rechtstreeks op deze koppelingen te klikken. Om het opzoeken van een bepaalde instelling te vergemakkelijken zijn de koppelingen onderverdeeld in logische categorieën en gebundeld op tabbladen. Door een klik op de paarse kopregel van een tabblad krijgt u een beknopte beschrijving van de functie van het tabblad. 25 Hoofdstuk Per keer kan slechts één computer op de router inloggen om de instellingen van de router te veranderen. Nadat een gebruiker heeft ingelogd voor het aanbrengen van wijzigingen, zijn er twee manieren om de computer uit te loggen. Door een klik op de knop “Logout” (Afmelden) wordt de computer afgemeld. De tweede methode werkt automatisch. Na een vooraf ingegeven tijdsduur eindigt de inlogtijd. De standaard inlogtijd is 10 minuten. Deze kan worden gewijzigd van 1 tot 99 minuten. Ga voor meer informatie naar het hoofdstuk “Tijdinstelling inloggen wijzigen” in deze handleiding. Alternatieve installatiemethode (10) (2) (5) (4) (3) (6) (1) (7) (8) (9) 2. Homeknop De homeknop is beschikbaar op elke pagina van de gebruikersinterface. Met een druk op deze knop gaat u terug naar de homepage. 3. Indicator internetstatus Deze indicator geeft de status aan van de routerverbindingen en is zichtbaar op alle pagina’s van de router. Wanneer de indicator in groen “Connection OK” (Verbinding in orde) aangeeft, is de router verbonden met het internet. Wanneer de indicator in rood “No Connection” (Geen verbinding) aangeeft, heeft de router geen verbinding met het internet. De indicator wordt automatisch aangepast wanneer u wijzigingen aanbrengt in de instellingen van de router. 4. Login/Logout-knop Met één druk op deze knop kunt u op de router in- en uitloggen. Wanneer u bij de router bent aangemeld, verandert de tekst op de knop in “Logout”. Door op de router in te loggen, gaat u naar een afzonderlijke inlogpagina waar u een wachtwoord moet invoeren. Wanneer u op de router bent ingelogd, kunt u de instellingen ervan wijzigen. Wanneer u klaar bent met het aanbrengen van wijzigingen, kunt u op de router uitloggen door een klik op de knop “Logout” (Afmelden). Meer informatie over inloggen op de router vindt u in het hoofdstuk “Inloggen op de router”. 26 Alternatieve installatiemethode 5. 1 Helptoets Door middel van de helptoets kunt u de hulppagina’s van de router openen. Op veel pagina’s kunt u ook om hulp vragen met een klik op “More Info” (Meer informatie) naast bepaalde paragrafen op de pagina. 6. LAN-instellingen 7. Eigenschappen Toont de status van de NAT, firewall en draadloze functies van de router. U kunt deze instellingen wijzigen door te klikken op een van de koppelingen of door te klikken op de LANsnelnavigatiekoppelingen aan de linkerzijde van het scherm. 8. Internetinstellingen Toont de instellingen van de internet/WAN-kant van de router die verbinding maakt met het internet. U kunt deze instellingen wijzigen door te klikken op de koppelingen of door te klikken op de “Internet/WAN” snelnavigatiekoppeling aan de linkerzijde van het scherm. 9. Versie-informatie Toont de versies van de firmware, bootcode, en hardware en het serienummer van de router. 10. Paginanaam De pagina waarop u zich bevindt, is herkenbaar aan deze naam. Deze handleiding verwijst soms naar de naam van de pagina’s. “LAN > LAN Settings” verwijst bijvoorbeeld naar de pagina “LAN Settings” (LAN-instellingen). 27 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Hoofdstuk Toont u de instellingen van de LAN (Local Area Network) -kant van de router. U kunt deze instellingen wijzigen door te klikken op een van de koppelingen (IP Address, Subnet Mask, DHCP Server) of door te klikken op de LAN-snelnavigatiekoppeling aan de linkerzijde van het scherm. 2 Alternatieve installatiemethode Stap 4 Uw router configureren voor aansluiting op uw ISP (Internetserviceprovider). Via het tabblad “Internet/WAN” stelt u uw router zo af dat deze verbinding kan maken met uw internetserviceprovider. De router kan met vrijwel elke internetserver verbinding maken mits u de instellingen van de router hebt afgestemd op het type verbinding dat uw provider gebruikt. Uw provider verstrekt u de benodigde gegevens. Om de router te configureren volgens de gegevens die uw provider heeft verstrekt, klikt u op “Connection Type” (Type verbinding), (A) , links op het scherm. Selecteer het type verbinding dat u gebruikt. Als uw provider u DNS-gegevens heeft geleverd, kunt u door op “DNS” (B) te klikken DNS-adresinformatie invoeren. Indien vereist door uw provider, kunt u door te klikken op “MAC Address” (MAC-adres), (C) , het MACadres van uw computer klonen of een specifiek WAN MAC-adres invoeren. Als u klaar bent met het aanbrengen van instellingen, toont de internetstatusindicator “Connection OK” (Verbinding in orde) als uw router correct is geïnstalleerd. (A) (B) (C) 28 Alternatieve installatiemethode 1 Uw type verbinding instellen Op de pagina voor verbindingstypen kunt u het door u gebruikte type verbinding selecteren. Selecteer het type verbinding dat u gebruikt door op het keuzerondje (1) naast uw type verbinding te klikken en dan te klikken op “Next” (Volgende) (2) . 2 3 4 6 7 8 9 10 11 29 Hoofdstuk 5 (1) Alternatieve installatiemethode Internetverbinding instellen op “Dynamic IP” Bij kabelmodems wordt meestal een dynamisch verbindingstype gebruikt. Meestal is het voldoende om het type verbinding in te stellen op “Dynamic” om de verbinding met uw provider tot stand te brengen. Sommige typen dynamische verbindingen vereisen bovendien een hostnaam. U kunt uw hostnaam, mits aan u toegekend, invoeren in de daarvoor bestemde ruimte. Deze hostnaam wordt u toegekend door uw provider. Sommige dynamische verbindingen eisen dat u het MAC-adres kloont van de pc die oorspronkelijk op de modem was aangesloten. (1) (2) (3) 1. Hostnaam Deze ruimte is bestemd voor het invoeren van een hostnaam die voor uw provider zichtbaar moet zijn. Voer uw hostnaam hier in en klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) (3) . Laat deze ruimte blanco als uw provider u geen hostnaam heeft toegekend of als u het niet zeker weet. 2. WAN MAC adres wijzigen Als uw provider voor aansluiting op de service een specifiek MAC-adres eist, kunt u via deze koppeling een specifiek MAC-adres invoeren of het MAC-adres van de huidige computer klonen. 30 Alternatieve installatiemethode 1 Internetverbinding instellen op “Static IP” 2 3 4 5 6 (1) 7 (2) (3) 8 (4) 9 (5) 10 11 1. IP-adres 2. Subnetmasker 3. ISP gatewayadres 4. Mijn provider kent meer dan één statisch IP-adres toe. toegewezen door uw provider Voer uw IP-adres hier in. verstrekt door uw provider. Voer uw subnetmasker hier in. toegewezen door uw provider Voer het gatewayadres hier in. Als uw provider u meer dan één statisch IP-adres toekent, kan uw router totaal vijf statische WAN IP-adressen verwerken. Selecteer “My ISP provides more than one static IP address” (Mijn provider verstrekt meer dan één statisch IP-adres) en voer de extra adressen in. 31 Hoofdstuk Het type verbinding dat werkt met statische IP-adressen is minder algemeen dan andere typen verbindingen. Als uw provider statische IP-adressering gebruikt, hebt u uw IP-adres, subnetmasker en het gateway-adres van uw provider nodig. Deze informatie is verkrijgbaar bij uw provider of staat vermeld op de documenten die uw ISP bij u heeft achtergelaten. Vul de gevraagde informatie in en klik vervolgens op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) (5). Na bevestiging van de noodzakelijke wijzigingen toont de internetstatusindicator “Connection OK” (Verbinding in orde) als uw router correct is geïnstalleerd. Alternatieve installatiemethode Uw internetverbinding instellen op PPPoE De meeste DSL-providers maken gebruik van PPPoE als type verbinding. Als u gebruik maakt van een DSL-modem gebruikt uw provider mogelijk PPPoE om u bij de dienst aan te melden. Als u een internetaansluiting hebt die geen modem nodig heeft, maakt u waarschijnlijk gebruik van PPPoE. (1) (2) (3) (6) (4) (5) Uw type verbinding is PPPoE als: 1) Uw provider u een gebruikersnaam en een wachtwoord heeft toegekend die nodig zijn om de internetverbinding tot stand te brengen 2) Uw provider u software als WinPOET of Enternet 300 heeft verstrekt om de internetverbinding tot stand te brengen 3) U moet op een ander desktoppictogram dan uw browser dubbelklikken om internetverbinding te krijgen 32 Alternatieve installatiemethode 1. 2. 1 Gebruikersnaam Deze ruimte is bestemd voor het invullen van de gebruikersnaam die uw provider aan u heeft toegekend. 2 Password (Wachtwoord) 3 Vul hier uw wachtwoord in en typ het als bevestiging nogmaals in het vak ‘Retype Password’ (Wachtwoord opnieuw typen). 3. Service Name 4. MTU De MTU (Maximum Transmission Unit) -waarde mag nooit worden gewijzigd tenzij uw provider u een specifieke MTU-waarde geeft. Door wijziging van de MTU-waarde kunnen problemen met uw internetverbinding ontstaan zoals het verbreken van de verbinding, trage toegang en een gebrekkige werking van internettoepassingen. 5. Verbreken na X... De functie “Disconnect” (Verbinding verbreken) wordt gebruikt om de verbinding van uw router met het internet automatisch te verbreken als er gedurende een bepaalde periode geen activiteit is. Als u deze optie aanvinkt en “5” invult in het minutenveld, dan zal de router de verbinding met het internet verbreken als er gedurende vijf minuten geen internetactiviteit is geweest. Gebruik deze optie als u voor gebruik van het internet per minuut moet betalen. 33 4 5 6 7 8 9 10 11 Hoofdstuk Een provider eist slechts zelden een servicenaam. Als u niet zeker weet of uw provider een servicenaam eist, laat u deze ruimte open. Alternatieve installatiemethode Uw type internetverbinding instellen op PPTP (Point-to-Point Tunneling Protocol) [Alleen voor Europa]. Sommige internetserviceproviders eisen een verbinding gebaseerd op het PPTP-protocol, een type verbinding dat in Europa veel wordt toegepast. Dit protocol brengt een rechtstreekse verbinding tot stand tussen de internetabonnee en het systeem van de provider. De door uw provider verstrekte informatie dient u in te vullen in de daarvoor bestemde ruimte. Wanneer u hiermee klaar bent, klikt u op “Apply Changes”, (9) , (Wijzigingen toepassen). Na bevestiging van de noodzakelijke wijzigingen toont de internetstatusindicator “Connection OK” (Verbinding in orde) als uw router correct is geïnstalleerd. (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (9) 1. PPTP-adres toegewezen door uw provider. Vul hier de naam van uw PPTPaccount. 2. PPTP-wachtwoord Vul hier uw wachtwoord in en typ het ter bevestiging nogmaals in het vak “Retype Password” (Wachtwoord opnieuw typen). 3. Hostnaam Verstrekt door uw provider. Voer uw hostnaam hier in. 34 Alternatieve installatiemethode 4. 5. 1 Service IP-adres Verstrekt door uw provider. Vul uw service IP-adres hier in, bijv. 10.0.0.138 en 10.0.0.140. 2 Mijn IP-adres 3 Verstrekt door uw provider. Vul uw IP-adres hier in. 6. Mijn subnetmasker Verstrekt door uw provider. Vul uw IP-adres hier in. Connection ID (Aansluitingsidentificatie) (optie) Verstrekt door uw provider. Als uw provider u geen aansluitingsid entificatie heeft verstrekt, laat u deze ruimte blanco. 8. Verbreken na X... De functie “Disconnect” (Verbreken) verbreekt automatisch de verbinding van uw router met het internet als er gedurende bepaalde tijd geen activiteit is. Als u bijvoorbeeld het selectievakje naast deze optie aankruist en het cijfer 5 in het minutenveld invult, wordt de verbinding van de router met het internet automatisch verbroken als er gedurende vijf minuten geen internetactiviteit is geweest. Gebruik deze optie als u voor gebruik van het internet per minuut moet betalen. 4 5 6 7 8 9 10 11 35 Hoofdstuk 7. Alternatieve installatiemethode Uw type verbinding instellen als u gebruiker bent van Telstra® Big Pond [Alleen in Australië] U krijgt een gebruikersnaam en wachtwoord van Telstra BigPond. Vul deze informatie hieronder in. Door in het vervolgmenu (6) uw staat te kiezen, wordt het IP-adres van uw inlogserver automatisch ingevuld. Als het adres van uw inlogserver verschilt van een hier verstrekt adres, kunt u handmatig het IPadres van de inlogserver invullen door een kruisje te zetten in het vakje naast “User decide login server manually”, (4), (IP-adres server handmatig invoeren) en het adres naast “Login Server” (5) in te vullen. Nadat u alle noodzakelijke informatie hebt ingevuld, klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassingen) (7). Na bevestiging van de noodzakelijke wijzigingen toont de internetstatusindicator “Connection OK” (Verbinding in orde) als uw router correct is geïnstalleerd. (1) (2) (3) (6) (4) (5) (7) 1. Selecteer uw Staat Selecteer uw staat in het vervolgmenu (6). In het vak “Login Server” (Inlogserver) wordt automatisch een IP-adres ingevuld. Als dit adres niet correspondeert met het adres dat Telstra aan u heeft gegeven, kunt u het adres van de inlogserver met de hand invullen. Zie “User Decide Login Server Manually” (IP-adres server handmatig invoeren) (4). 2. User Name Verstrekt door uw provider. Vul hier uw gebruikersnaam in. 36 Alternatieve installatiemethode 3. 4. 1 Password (Wachtwoord) Vul hier uw wachtwoord in en typ het ter bevestiging nogmaals in het vak “Retype Password” (Wachtwoord opnieuw typen). 2 User Decide Login Server Manually (IP-adres server handmatig invoeren) 3 Aangepaste DNS (Domain Name Server) instellingen aanbrengen Een Domain Name Server is een server in het internet die URL’s (Universal Resource Links) als ‘www.belkin.com’ vertaalt in IPadressen. De meeste providers verlangen niet van u dat u deze informatie in de router invoert. U moet het vakje “Automatic from ISP” (1) aankruisen als uw provider u geen specifiek DNS-adres heeft gegeven. Als u een statisch type IP-verbinding gebruikt, moet u waarschijnlijk een specifiek DNS-adres en een secundair DNS-adres invullen om ervoor te zorgen dat uw verbinding correct functioneert. Als u een dynamisch type verbinding of PPPoE gebruikt, hoeft u waarschijnlijk geen DNS-adres in te vullen. Laat het vakje “Automatic from ISP” aangekruist. Om de gegevens van het DNS-adres in te voeren, verwijdert u het kruisje uit het vakje bij “Automatic from ISP” en vult u uw DNS-gegevens in de betreffende vakken in. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) (2) om de instellingen op te slaan. (1) (2) 37 4 5 6 7 8 9 10 11 Hoofdstuk Als het adres van uw inlogserver niet voorkomt in het vervolgmenu “Select Your State” (Selecteer uw staat) (6), kunt u het IP-adres van de inlogserver handmatig invullen door een kruisje te zetten in het vakje naast “Manually Enter Server IP Address” (IP-adres server handmatig invoeren) en het adres naast “Login Server” (5) in te vullen. Alternatieve installatiemethode Het adres van uw WAN Media Access Controller (MAC) configureren Alle netwerkcomponenten waaronder kaarten, adapters en routers hebben een uniek “serienummer”, MAC-adres genoemd. Uw provider slaat het MAC-adres van de adapter van uw computer doorgaans op en laat alleen die computer verbinding maken met de internetservice. Wanneer u nu de router installeert, wordt diens eigen MAC-adres door de internetserviceprovider gedetecteerd en komt er mogelijk geen verbinding tot stand. Belkin omzeilt dat probleem door het bieden van de mogelijkheid het MAC-adres van de computer in de router te klonen (kopiëren). Dit MAC-adres wordt nu door het systeem van de provider aangezien voor het originele MAC-adres waardoor de verbinding tot stand kan komen. Als u niet zeker weet of uw provider het originele MAC-adres wil zien, kunt u nu voor de zekerheid eenvoudig het MAC-adres klonen van de computer die oorspronkelijk op de modem was aangesloten. Het klonen van dit adres levert voor uw netwerk geen enkel probleem op. 38 Alternatieve installatiemethode 1 Uw MAC-adres klonen Bij het klonen van uw MAC-adres moet u ervoor zorgen dat u de computer gebruikt die OORSPRONKELIJK WAS AANGESLOTEN op uw moden voordat de router werd geïnstalleerd. Klik op de knop “Clone” (Klonen) (1) . Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) (3) . Uw MAC-adres is nu naar de router gekloond. Specifieke MAC-adressen invoeren 3 4 5 6 7 (2) 8 (1) 9 (3) 10 11 39 Hoofdstuk Onder bepaalde omstandigheden kunt u behoefte hebben aan een specifiek WAN MAC-adres. U kunt zo’n adres met de hand invoeren op de pagina “MAC Address”. Vul in de daarvoor bestemde vakken (2) een MAC-adres in en klik op “Apply Changes” (3) , (Wijzigingen toepassen) om de wijzigingen op te slaan. Het WAN MAC-adres van de Router wordt nu gewijzigd in het door u gespecificeerde MAC-adres. 2 Gebruik van de web-based Advanced User Interface Via uw internetbrowser heeft u toegang tot de Web-Based Advanced User Interface (Geavanceerde gebruikersinterface). Typ in uw browser het getal ‘192.168.2.1’ (zonder aanhalingstekens) en niet iets anders zoals “http://” of “www” en druk vervolgens op de entertoets. In uw browservenster verschijnt nu de homepage van de router. De LAN-instellingen bekijken Door te klikken op de kopregel van het LAN-tabblad (1) gaat u naar de koppagina van het LAN-tabblad. Hier vindt u een beknopte beschrijving van de functies. Om de instellingen te bekijken of één of meer LAN-instellingen te wijzigingen, klikt u op “LAN Settings” (LAN-instellingen) (2) ; om de lijst van aangesloten computers te bekijken, klikt u op “DHCP client list” (3) . (1) (2) (3) 40 Gebruik van de web-based Advanced User Interface 1 LAN-instellingen wijzigen Hier kunt u alle instellingen van de interne LAN-setup van de router bekijken en aanpassen. 2 3 4 (2) 5 (3) 6 (4) 7 (5) 8 (6) 9 10 1. IP-adres Het “IP Address” is het interne IP-adres van de router. Het standaard IP-adres is ‘192.168.2.1’. Om de geavanceerde installatie-interface te openen, typt u dit adres in de adresbalk van uw browser. U kunt dit adres indien nodig wijzigen. Om het IP-adres te wijzigen, typt u het nieuwe IP-adres in en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen). Het IP-adres dat u kiest, moet een niet-routeerbaar IP zijn. Voorbeelden van een nietrouteerbaar IP-adres zijn:192.168.x.x (waarbij x een willekeurig getal is tussen 0 en 255) 10.x.x.x (waarbij x een willekeurig getal is tussen 0 en 255) 2. Subnetmasker Het subnetmasker hoeft niet te worden veranderd. Dit is een unieke geavanceerde eigenschap van uw Belkin router. Weliswaar kunt u het subnetmasker indien nodig wijzigen maar u kunt beter niets aan het masker veranderen tenzij u daarvoor een goede reden hebt. De standaardinstelling is ‘255.255.255.0’. 41 11 Hoofdstuk (1) Gebruik van de web-based Advanced User Interface 3. DHCP server De DHCP-serverfunctie maakt het installeren van een netwerk bijzonder gemakkelijk omdat aan elke computer in het netwerk automatisch een IP-adres wordt toegekend. De standaardinstelling is “On” (Ingeschakeld). U kunt de DHCPserver indien nodig uitschakelen maar dan moet u wel met de hand een statisch IP-adres instellen voor elke computer in uw netwerk. Om de DHCP-server uit te schakelen, selecteert u “Off” (Uitgeschakeld) en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen). 4. IP-pool Dit is een voorraad IP-adressen die u in reserve houdt voor dynamische toewijzing aan de computers in uw netwerk. De standaardwaarde is 2-100 (99 computers). Als u dit aantal wilt veranderen, voert u een nieuw start- en eind-IP-adres in en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen). De DHCP-server kan honderd IP-adressen automatisch toewijzen. Dit betekent wel dat u geen IP-adressenpool kunt specificeren die groter is dan honderd computers. Als u bijvoorbeeld bij 50 begint, moet u bij 150 of lager eindigen om de limiet van 100 niet te overschrijden. Het start-IP-adres moet altijd een lagere waarde hebben dan het eind-IP-adres. 5. Leasetijd De tijd dat de DHCP-server het IP-adres voor elke computer bewaart. Het is beter dat de leasetijd ingesteld blijft op “Forever” (Altijd). De standaardinstelling is “Forever” (Altijd). Dit betekent dat het door de DHCP-server aan een computer toegewezen IPadres voor een specifieke computer nooit verandert. Door het instellen van kortere leasetijden zoals een dag of een uur komen IP-adressen na de gespecificeerde tijdsduur vrij. Dit betekent ook dat het IP-adres van een bepaalde computer na verloop van tijd zou kunnen veranderen. De andere door u ingestelde geavanceerde functies van de router zoals DMZ of cliënt IP-filters zijn echter wel afhankelijk van het IP-adres. Daarom is het niet waarschijnlijk dat u het IP-adres wilt wijzigen. 6. Lokale domeinnaam De standaardinstelling is “Belkin”. U kunt een lokale domeinnaam (netwerknaam) voor uw netwerk instellen. Het is niet nodig deze instelling te wijzigen tenzij daar een goede reden voor is. U kunt het netwerk elke naam geven die u wilt zoals “MIJN NETWERK”. 42 Gebruik van de web-based Advanced User Interface 1 De pagina met de DHCP-cliëntenlijst bekijken U kunt een lijst bekijken met de computers (cliënten genoemd) die op uw netwerk zijn aangesloten. U krijgt een overzicht met het IPadres (1) van de computer, de hostnaam (2) (mits deze aan computer is toegewezen) en het MAC-adres (3) van de netwerkinterfacekaart (NIC) van de computer. Wanneer u de knop “Refresh” (Vernieuwen) (4) indrukt, wordt de lijst bijgewerkt. Dit geldt voor alle veranderingen die zijn aangebracht sinds u deze knop het laatst hebt gebruikt. (1) (2) (3) 2 3 4 5 7 8 9 10 (4) 43 11 Hoofdstuk 6 Gebruik van de web-based Advanced User Interface Instellingen van het draadloze netwerk configureren Op het tabblad “Wireless” (Draadloos) kunt u veranderingen aanbrengen in de instellingen van het draadloze netwerk. Op dit tabblad kunt u de naam van het draadloze netwerk (SSID), het gebruikte kanaal en de encryptie-instelling veranderen. U kunt de router hier ook configureren voor het gebruik als accesspoint. Naam van het draadloze netwerk (SSID) wijzigen Om uw draadloze netwerk te identificeren gebruikt men een naam ofwel SSID (Service Set Identifier). De standaard SSID van de Router is “belkin54g”. U kunt deze naam veranderen in elke gewenste naam of u kunt hem onveranderd laten. Als er andere draadloze netwerken in uw omgeving actief zijn, stelt u het waarschijnlijk op prijs dat uw SSID uniek is (dus niet hetzelfde als die van een ander draadloos netwerk in uw omgeving). Als u de SSID wil veranderen, typ dan de SSID die u wilt gebruiken in het SSID-veld (1) in en klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) (2). De verandering gaat onmiddellijk in. Als u de SSID verandert, moeten ook uw draadloze computers opnieuw worden geconfigureerd om verbinding te maken met uw nieuwe netwerknaam. Zie de handleiding van uw draadloze netwerkadapter voor aanwijzingen hoe u deze verandering moet aanbrengen. (1) (2) 44 Gebruik van de web-based Advanced User Interface 1 Schakelaar voor draadloze modus gebruiken Uw router kan in drie verschillende draadloze modi werken: “802.11g-Auto”, “802.11g-Only” en “802.11g-LRS”. De verschillende modi worden hieronder toegelicht. 802.11g-Auto Mode 802.11g-Only Mode “802.11g-Only”-modus werkt alleen met 802.11g-cliënten. Gebruik van deze modus wordt aangeraden als u wilt voorkomen dat 802.11b-cliënten zich toegang verschaffen tot uw netwerk. Als u van modus wilt wisselen, selecteert u de gewenste modus uit het vervolgmenu “Wireless Mode” (Draadloze modus). Vervolgens klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen). 802.11g-LRS Mode Wij raden u aan om deze modus NIET te gebruiken als u daar geen specifieke reden voor heeft. Deze modus is uitsluitend bedoeld om unieke problemen op te lossen die zouden kunnen voorkomen bij het gebruik van 802.11b-cliëntadapters, en hoeft niet gebruikt te worden voor interoperabiliteit van de 802.11g-standaard met 802.11b. Wanneer de 802.11g-LRS te gebruiken In sommige gevallen zijn oudere 802.11b-cliënten niet compatibel met 802.11g draadloze apparaten. Deze adapters maken meestal gebruik van oudere stuurprogramma’s en technologie. 802.11gLRS (Limited Rate Support) maakt compatibiliteit met de nieuwere 802.11g-technologie voor deze cliënten mogelijk. Overschakelen naar deze modus kan problemen oplossen die zich soms bij deze cliënten voordoen. Als u vermoedt dat u een cliëntadapter gebruikt die tot deze categorie behoort, neem dan eerst contact op met de leverancier van de adapter om te zien of er een update voor het stuurprogramma is. Als er geen update beschikbaar is, kan het overschakelen op de “802.11g-LRS”-modus de oplossing zijn voor uw probleem. Overschakelen naar de 802.11g-LRS-modus kan mindere prestaties van 802.11g-apparaten veroorzaken. 45 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Hoofdstuk In deze modus is de router zowel compatibel met 802.11b als met 802.11g draadloze cliënten. Deze modus is tevens de fabrieksinstelling en zorgt dat u volledige compatibiliteit geniet met alle met WiFi compatibele apparaten. Als zowel 802.11b- als 802.11g-cliënten in uw netwerk zijn opgenomen, raden wij u aan de router in de “802.11g-Auto”-modus te zetten. Deze instelling mag alleen gewijzigd worden als u daarvoor een specifieke reden heeft. 2 Gebruik van de web-based Advanced User Interface High-Speed Mode gebruiken De router ondersteunt twee High-Speed modi, “125HSM”-modus* en “Frame Bursting”-modus. Als u 125HSM-modus selecteert, zullen alle apparaten met deze modus werken, mits ze geschikt zijn voor transmissiesnelheden van 125Mbps. Als er zich binnen het netwerk een apparaat bevindt dat niet met 125HSM kan werken, schakelt de router automatisch het gehele netwerk naar Frame Bursting-modus. Als u Frame Bursting selecteert, werken alle apparaten in Frame Bursting-modus, mits ze daartoe in staat zijn, en werken de apparaten die daartoe niet in staat zijn in normale 802.11g-modus. De Frame Bursting-modus ondersteunt zowel apparatuur geschikt voort Frame Bursting als apparatuur niet geschikt voor Frame Bursting. De Frame Bursting-modus is gebaseerd op de nog niet vrijgegeven 802.11e specificatie. Als u “Off” (uitgeschakeld) selecteert, schakelt u ook de Turbo-modus uit. *Als u gebruik maakt van de hi-speed mode, kunnen met dit WiFi-apparaat overdrachtssnelheden tot wel 34.1 Mbps of hoger gehaald worden. Dit is het equivalent van de overdrachtsnelheid van systemen die werken volgens het 802.11g-protocol en met een signaalsnelheid van 125Mbps. De werkelijke overdrachtsnelheid hangt af van omgevings-, operationele en andere factoren. 46 Gebruik van de web-based Advanced User Interface 1 Draadloos kanaal veranderen 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 47 Hoofdstuk U kunt kiezen uit verschillende kanalen. In de Verenigde Staten en Australië zijn 11 kanalen beschikbaar. In het grootste deel van Europa waaronder het Verenigd Koninkrijk zijn 13 kanalen beschikbaar. Een klein aantal andere landen stelt andere eisen aan het kanaalgebruik. Uw router is zo ingesteld dat hij actief kan zijn op de juiste kanalen voor het land waarin u zich bevindt. Het standaard kanaal is 11 (behalve als u zich in een land bevindt waarin kanaal 11 niet gebruikt mag worden). Dit adres kan indien nodig worden gewijzigd. Als er meer draadloze netwerken in uw gebied actief zijn, moet uw netwerk op een ander kanaal worden ingesteld dan dat van de andere draadloze netwerken. U bereikt het beste resultaat door een kanaal te kiezen dat minstens vijf kanalen verwijderd is van het andere draadloze netwerk. Als een ander netwerk bijvoorbeeld kanaal 11 gebruikt, stel uw netwerk dan in op kanaal 6 of lager. Om het kanaal te veranderen, kiest u een kanaal uit de vervolgkeuzelijst. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen). De verandering gaat onmiddellijk in. Gebruik van de web-based Advanced User Interface Broadcast SSID-functie gebruiken Opmerking: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren gebruikers worden toegepast. Uit het oogpunt van veiligheid kunt u ervoor kiezen de SSID van uw netwerk niet uit te zenden. Daardoor blijft de naam van uw netwerk verborgen voor computers die de ether aftasten op de aanwezigheid van draadloze netwerken. Om de uitzending van uw SSID stil te leggen, maakt u het vakje naast “Broadcast SSID” (SSID uitzenden) leeg en klikt u vervolgens op “Apply changes” (Wijzigingen toepassen). De verandering gaat onmiddellijk in. Elke computer moet nu worden ingesteld op het maken van verbinding met uw specifieke SSID; een SSID in de vorm van “ANY” (Elke) wordt niet langer geaccepteerd. Zie de handleiding van uw draadloze netwerkadapter voor aanwijzingen hoe u deze verandering moet aanbrengen. Protected Mode-schakelaar Als onderdeel van de 802.11g-specificatie zorgt de Protected-modus voor een goede werking van de 802.11g-cliënten en accesspoints als er veel 802.11b-verkeer is in de bedrijfsomgeving. Als de Protectedmodus is ingeschakeld, scant 802.11g naar ander draadloos netwerkverkeer voordat hij gegevens verzendt. Daarom levert deze modus de beste prestaties in omgevingen met veel 802.11b-verkeer of radiostoring. Als u zich in een omgeving bevindt met zeer weinig of geen ander draadloos netwerkverkeer, bereikt u de beste prestaties met Protected-modus uitgeschakeld. 48 Gebruik van de web-based Advanced User Interface 1 Beveiliging van uw WiFi®-netwerk Hier volgt een overzicht van verschillende manieren waarop u de beveiliging van uw draadloze netwerk kunt optimaliseren. Dit onderdeel is van toepassing voor de privé- of kleinzakelijke gebruiker. Op het moment van publicatie van deze handleiding, zijn er drie encryptiemethoden beschikbaar. Naam WPA-TKIP WPA-AES 5 Beste Beste Wi-Fi Protected Access-TKIP Afkorting 64-bit WEP 128-bit WEP Beveiliging Goed Beter Eigenschappen Statische sleutels Statische sleutels Dynamische encryptiesleutels en tweezijdige authenticatie Dynamische encryptiesleutels en tweezijdige authenticatie TKIP (temporal key integrity protocol); ter verbetering van de veiligheid wordt de WEP-sleutel continu gewijzigd AES (Advanced Encryption Standard) voor optimale verwerkingssnelheid zonder verlies. 6 7 8 9 10 11 WEP (Wired Equivalent Privacy) WEP (Wired Equivalent Privacy) is een protocol dat draadloze producten die compatibel zijn met WiFi beveiligt. WEP-beveiliging biedt draadloze netwerken dezelfde privacybescherming als vergelijkbare kabelnetwerken. 64-bits WEP 64-bits WEP is oorspronkelijk geïntroduceerd met 64-bits encryptie, met een sleutellengte van 40 bits plus 24 extra bits van door het systeem gegenereerde data (64 bits in totaal). Er zijn hardwarefabrikanten die 64-bits 40-bits encryptie noemen. Kort na de introductie van deze technologie ontdekten onderzoekers dat 64-bits encryptie te eenvoudig te decoderen was. 49 Hoofdstuk 4 128-bits Wired Equivalent Privacy Betere beveiliging dan via 64-bits WEP, met een sleutellengte van 104 bits, plus 24 extra bits van door het systeem gegenereerde data 3 With Protected Access 64-bits Wired Equivalent Privacy Encryptiesleutels gebaseerd op het RC4algoritme (doorgaans 40-bits sleutels) 2 Gebruik van de web-based Advanced User Interface 128-bits WEP Aangezien beveiliging via 64-bits WEP mogelijkerwijs niet toereikend zou zijn, werd een veiligere methode ontwikkeld, 128-bits encryptie. 128-bits encryptie heeft een sleutellengte van 104 bits plus 24 extra bits van door het systeem gegenereerde data (128 bits in totaal). Er zijn hardwarefabrikanten die 128-bits 104-bits encryptie noemen. De meeste nieuwe draadloze producten op markt ondersteunen zowel 64-bits als 128-bits WEP-encryptie, maar het kan zijn dat u nog beschikt over oudere apparaten die uitsluitend 64-bits WEP ondersteunen. Alle draadloze producten van Belkin ondersteunen zowel 64-bits als 128-bits WEP. Encryptiesleutels Nadat u of de 64-bits of de 128-bits WEP-encryptiemodus hebt geselecteerd, dient u een encryptiesleutel te maken. Als de encryptiesleutel niet consequent in uw gehele draadloze netwerk gebruikt wordt, kunnen de op het netwerk aangesloten apparaten niet goed met elkaar communiceren. U kunt de sleutel invoeren door de hexadecimale sleutel handmatig in te typen of u kunt een “Passphrase” (Meervoudig wachtwoord) intypen in het daarvoor bestemde veld en klikken op “Generate” (Genereren) om een sleutel te maken. Een hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A tot F en 0 tot 9. Voor 64-bits WEP dient u 10 hexadecimale sleutels in te voeren. Voor 128-bits WEP dient u 26 hexadecimale sleutels in te voeren. Bijvoorbeeld: AF 0F 4B C3 D4 = 64-bits sleutel C3 03 0F AF 0F 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 = 128-bits sleutel De WEP-passphrase is NIET gelijk aan de WEP-sleutel. Uw netwerkkaart gebruikt deze passphrase om uw WEP-sleutels aan te maken, maar de methode voor het aanmaken van sleutels is per hardwarefabrikant verschillend. Indien u binnen uw netwerk apparatuur van verschillende leveranciers gebruikt, raden wij u aan de hexadecimale WEP-sleutel van uw draadloze router / accesspoint op te schrijven en deze handmatig in de tabel met hex WEP-sleutels in het configuratiescherm van uw kaart in te voeren. 50 Gebruik van de web-based Advanced User Interface 1 WPA (Wi-Fi Protected Access) WPA (Wi-Fi Protected Access) is een nieuwe WiFi-standaard die een betere beveiliging biedt dan WEP-beveiliging. De stuurprogramma’s en software van uw draadloze apparatuur ondersteunen WPA slechts na een upgrade. Updates kunt u vinden op de website van de leverancier van uw draadloze product. Er zijn twee typen WPAbeveiliging: WPA-PSK (zonder server) en WPA (met server). WPA-PSK (zonder server) maakt gebruik van een Pre-Shared Key WPA (met radiusserver) is een configuratie waarin een radiusserver automatisch de netwerksleutel aan de cliënten toekent. Van deze modus wordt doorgaans op kantoren gebruik gemaakt. Ga naar onze website voor een overzicht van de draadloze producten van Belkin die WPA ondersteunen: www.belkin.nl/networking. 3 4 5 6 7 8 9 10 11 51 Hoofdstuk als netwerksleutel. Een netwerksleutel is een wachtwoord dat tussen de 8 en 63 tekens lang is. Dit wachtwoord kan zijn opgebouwd uit een combinatie van letters, cijfers en andere tekens. Elke cliënt maakt gebruik van dezelfde sleutel om toegang te krijgen tot het netwerk. Dit is de modus die doorgaans gebruikt wordt in woningen. 2 Gebruik van de web-based Advanced User Interface Netwerksleutels delen Bij levering van de meeste WiFi-producten is de beveiliging uitgeschakeld. Dus zodra u uw netwerk hebt geïnstalleerd, dient u WEP of WPA te activeren en te zorgen dat al uw draadloze apparatuur dezelfde netwerksleutel delen. Netwerksleutel= Mijn Wachtwoord Wireless G Desktop Network Card Netwerksleutel= Mijn Wachtwoord Netwerksleutel= Mijn Wachtwoord Wireless G Router Wireless G Notebook Network Card Netwerksleutel= Wachtwoord INCORRECT Wireless G Desktop Network Card De netwerkkaart van de Wireless G Desktop biedt geen toegang tot het netwerk omdat deze een andere netwerksleutel gebruikt dan de netwerksleutel die is geconfigureerd in de Wireless G Router. 52 Gebruik van de web-based Advanced User Interface Gebruik maken van een hexadecimale sleutel Een hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A t/m F en van 0 t/m 9. 64-bits sleutels bestaan uit vijf tweecijferige getallen. 128-bits sleutels bestaan uit dertien tweecijferige getallen. Bijvoorbeeld: AF 0F 4B C3 D4 = 64-bits sleutel C3 03 0F AF 0F 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 = 128-bits sleutel 2 3 4 5 6 7 8 Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple AirPort®-apparaten ondersteunen uitsluitend 64-bit encryptie. Apple AirPort 2-apparaten kunnen 64-bit of 128-bit encryptie ondersteunen. Controleer dus eerst welk type apparaat u gebruikt. Als het u niet lukt uw netwerk met 128-bits encryptie te configureren, probeer dan 64-bits encryptie. 53 9 10 11 Hoofdstuk Stel in de onderstaande vakken uw sleutel samen door in elk vakje twee letters van A t/m F en twee cijfers van 0 t/m 9 in te vullen. U gebruikt deze sleutel om de encryptie-instellingen op uw draadloze router / accesspoint en de computers aangesloten op uw draadloze netwerk, te programmeren. 1 Gebruik van de web-based Advanced User Interface WEP-setup 64-bits WEP-encryptie 1 Selecteer “64-bit WEP” in het vervolgmenu. 2. Nadat u de door u gewenste WEP-encryptiemodus hebt geselecteerd, kunt u de sleutel opgeven door de hexadecimale sleutel handmatig in te typen of u kunt een “Passphrase” (Meervoudig wachtwoord) intypen in het daarvoor bestemde veld en klikken op “Generate” (Genereren) om een sleutel te creëren. Een hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A tot F en 0 tot 9. Voor 64-bits WEP dient u 10 hexadecimale sleutels in te voeren. Bijvoorbeeld: AF 0F 4B C3 D4 = 64-bits WEP-sleutel 3. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) om te eindigen. De encryptie in de router is nu ingesteld. Iedere computer binnen uw draadloze netwerk moet nu worden geconfigureerd met dezelfde beveiligingsinstellingen. WAARSCHUWING: Als u de draadloze router / accesspoint vanaf een computer met een draadloze cliënt configureert, dient u te zorgen dat de beveiliging voor die draadloze cliënt is ingeschakeld. Als dat niet gebeurt, krijgt u geen draadloze verbinding. 54 Gebruik van de web-based Advanced User Interface 1 128-bits WEP-encryptie Opmerking voor Mac®-gebruikers: De optie van een samengesteld wachtwoord is niet geschikt voor Apple® AirPort®. Om encryptie voor uw Mac-computer te configureren, moet u gebruik maken van handmatige encryptie zoals beschreven in het volgende hoofdstuk. Selecteer “128-bit WEP” in het vervolgmenu. 2. Nadat u de door u gewenste WEP-encryptiemodus hebt geselecteerd, kunt u de sleutel opgeven door de hexadecimale sleutel handmatig in te typen of u kunt een “Passphrase” (Meervoudig wachtwoord) intypen in het daarvoor bestemde veld en klikken op “Generate” (Genereren) om een sleutel te creëren. A tot F en 0 tot 9. Voor 128-bits WEP dient u 26 hexadecimale sleutels in te voeren. Bijvoorbeeld: C3 03 0F AF 0F 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 = 128-bits sleutel 3 4 5 6 7 8 9 10 11 3. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) om te eindigen. De encryptie in de router is nu ingesteld. Iedere computer binnen uw draadloze netwerk moet nu worden geconfigureerd met dezelfde beveiligingsinstellingen. WAARSCHUWING: Als u de draadloze router / accesspoint vanaf een computer met een draadloze cliënt configureert, dient u te zorgen dat de beveiliging voor die draadloze cliënt is ingeschakeld. Als dat niet gebeurt, krijgt u geen draadloze verbinding. 55 Hoofdstuk 1. 2 Gebruik van de web-based Advanced User Interface Instellingen voor encryptie van uw draadloze netwerk wijzigen Uw router is uitgerust met WPA (Wireless Protected Access), de nieuwste beveiligingsstandaard voor draadloos netwerkverkeer. Tevens wordt WEP-beveiliging (Wired Equivalent Privacy) ondersteund. Beveiliging van uw draadloze netwerk is standaard uitgeschakeld. Om beveiliging mogelijk te maken, dient u eerst te bepalen welke standaard u wilt gebruiken. Om de beveilingingsins tellingen te wijzigen, klik op “Security” (Beveiliging) op het tabblad “Wireless” (Draadloos). WPA Setup Opmerking: Om WPA-beveiliging te kunnen gebruiken moeten al uw cliënten opgewaardeerd zijn naar stuurprogramma’s en software die WPA ondersteunen. Op moment van publicatie van deze handleiding, kan er ook gratis een beveiligingspatch van Microsoft gedownload worden. Deze patch werkt alleen onder het Windows XP-besturingssysteem. U dient tevens van de Belkin support site het nieuwste stuurprogramma te downloaden voor uw draadloze G Desktop of Notebook netwerkkaart. Andere besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund. De patch van Microsoft ondersteunt uitsluitend apparaten met WPA-stuurprogramma’s, zoals Belkin 802.11g-producten. Er zijn twee typen WPA-beveiliging: WPA-PSK (zonder server), en WPA (met radiusserver). WPA-PSK gebruikt een zogenaamde Pre-shared key als beveiligingssleutel. Een pre-shared key is een wachtwoord dat tussen de 8 en 63 tekens lang is. Dit wachtwoord kan zijn opgebouwd uit een combinatie van letters, cijfers en andere tekens. Elke cliënt maakt gebruik van dezelfde sleutel om toegang te krijgen tot het netwerk. Deze modus wordt doorgaans in een woonomgeving gebruikt. WPA (met server) is een configuratie waarin een radiusserver automatisch de sleutels aan de cliënten toekent. Van deze modus wordt doorgaans op kantoren gebruik gemaakt. WPA-PSK (zonder server) instellen 1. Selecteer “WPA-PSK (no server)” (WPA-PSK zonder server) in het vervolgmenu “Security Mode” (Beveiligingsmodus). 2. Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique (Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn. 3. Voer uw pre-shared sleutel in. Deze kan bestaan uit 8 tot 63 karakters en wordt opgebouwd uit letters, cijfers en symbolen. U dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. Uw PSK ziet er bijvoorbeeld als volgt uit: “Netwerksleutel familie Jansen”. 56 Gebruik van de web-based Advanced User Interface 4. 1 Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) om te eindigen. Zorg er nu voor dat al uw cliënten op deze manier zijn ingesteld. 2 3 4 5 Gebruik deze instelling als uw netwerk een radiusserver gebruikt om de sleutels aan de cliënten toe te wijzen. 1. Selecteer “WPA—Radius Server” (WPA met radiusserver) in het vervolgmenu “Security Mode” (Beveiligingsmodus). 2. Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique (Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn. 3. Voer het IP-adres van de radiusserver in de daarvoor bestemde velden in. 4. Voer de radiussleutel in het veld “Radius Key” in. 5. Voer het sleutelinterval in. Het sleutelinterval geeft aan hoe vaak de sleutels worden verdeeld (in pakketten). 6. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) om te eindigen. Stel nu al uw cliënten op deze manier in. 57 7 8 9 10 11 Hoofdstuk 6 WPA (met radiusserver) instellen Gebruik van de web-based Advanced User Interface Uw Belkin Wireless G netwerkkaarten configureren voor gebruik met beveiliging Let op: Deze paragraaf informeert u over hoe u uw Belkin Wireless G netwerkkaarten kunt configureren voor gebruik met beveiliging. Op dit moment zou u uw draadloze router / accesspoint al zo moeten hebben ingesteld dat deze gebruik maakt van WPA of WEP. Om een draadloze verbinding tot stand te kunnen brengen dient u uw draadloze notebook- en desktopnetwerkkaart te configureren met dezelfde beveiligingsinstellingen. Uw computer aansluiten op een draadloos netwerk dat een 64bits of 128-bits WEP-sleutel vereist. 1. Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het scherm 2. 3. 4. 5. 6. “Wireless Network” (Draadloos netwerk) op te roepen. Met de knop “Advanced” (Geavanceerd) kunt u meer opties van de kaart bekijken en configureren. Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op “Configure” (Configureren).” Selecteer “WEP” onder “Data Encryption” (Dataencryptie) Zorg ervoor dat het selectievakje voor “Network key is provided for me automatically” (Netwerksleutel wordt automatisch toegekend), onderaan, niet is aangevinkt. Als u deze computer gebruikt om in te loggen op een bedrijfsnetwerk, vraag dan aan uw netwerkbeheerder of dit vakje aangevinkt moet zijn of niet. Typ de WEP-sleutel in het daarvoor bestemde vakje voor “Network Key” (Netwerksleutel) in. Belangrijk: Een WEPsleutel is een combinatie van cijfers en letters van A tot F en 0 tot 9. Voor 128-bits WEP dient u 26 hexadecimale sleutels in te voeren. Voor 64-bits WEP dient u 10 hexadecimale sleutels in te voeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de sleutel die u toekent aan uw draadloze router / accesspoint. Klik op “OK” om de instellingen op te slaan. 58 Gebruik van de web-based Advanced User Interface Uw computer aansluiten op een draadloos netwerk dat WPA-PSK vereist (geen server) 1. Dubbelklik op dit pictogram om het scherm “Wireless Network” (Draadloos netwerk) op te roepen. Met de knop “Advanced” (Geavanceerd) kunt u meer opties van de kaart bekijken en configureren. Op het tabblad “Wireless Networks” (Draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op “Configure” (Configureren).” 3. Selecteer “WPA-PSK (No Server)” onder “Network Authentication” (Netwerkauthenticatie). 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 4. Typ de WPA-sleutel in het daarvoor bestemde vakje voor “Network Key” (Netwerksleutel) in. Belangrijk: WPA-PSK is opgebouwd uit een combinatie van cijfers en letters van A tot Z en 0 tot 9. Voor WPA-PSK kunt u 8 tot 63 hexadecimale sleutels invoeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de sleutel die u toekent aan uw draadloze router / accesspoint. 5. Klik op “OK” om de instellingen op te slaan. 59 Hoofdstuk 2. 1 Gebruik van de web-based Advanced User Interface Uw computer aansluiten op een draadloos netwerk dat WPA (met radiusserver) vereist 1. Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het scherm “Wireless Network” (Draadloos netwerk) op te roepen. Met de knop “Advanced” (Geavanceerd) kunt u meer opties van de kaart bekijken en configureren. 2. Op het tabblad “Wireless Networks” (Draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op “Configure” (Configureren).” 3. Selecteer “WPA” onder “Network Authentication” (Netwerkauthenticatie). 4. Selecteer op het tabblad “Authentication” (Authenticatie) de door uw netwerkbeheerder bepaalde instellingen. 5. Klik op “OK” om de instellingen op te slaan. 60 Gebruik van de web-based Advanced User Interface 1 WPA instellen voor niet-Belkin draadloze desktop- en notebookkaarten Voor niet-Belkin WPA draadloze desktop- en notebookkaarten die niet zijn voorzien van WPA-software, kunt u gratis van de website van Microsoft een bestand downloaden met de naam “Windows XP Support Patch for Wireless Protected Access”. 2 3 Let op: Dit Microsoftbestand werkt alleen met Windows XP. Andere 4 Belangrijk: U dient ook te controleren of de kaartfabrikant 5 besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund. Ondersteunde besturingssystemen: 6 7 • Windows XP Professional • Windows XP Home Edition 8 9 10 11 61 Hoofdstuk WPA ondersteunt en of u het nieuwste stuurprogramma van hun ondersteuningssite heeft gedownload. Gebruik van de web-based Advanced User Interface Instellen van Windows XP Wireless Network Utility voor gebruik met WPA-PSK Om WPA-PSK te kunnen gebruiken, dient u te zorgen dat u Windows Wireless Network Utility gebruikt. Dit doet u als volgt: 1. Klik in Windows XP op “Start”, daarna op “Control Panel” (Configuratiescherm) en vervolgens op “Network Connections” (Netwerkverbindingen). 2. Klik met de rechter muisknop op “Wireless Network Connection” (Verbinding met draadloos netwerk) en selecteer “Properties” (Eigenschappen). 3. Na te klikken op de tab “Wireless Networks” verschijnt het volgende scherm. Zorg dat het vakje “Use Windows to configure my wireless network settings” (Gebruik Windows om de instellingen van mijn draadloze netwerk te configureren) is aangevinkt. 62 Gebruik van de web-based Advanced User Interface 4. 1 Klik onder het tabblad “Wireless Networks” (Draadloze netwerken) op de knop “Configure” (Configureren) en u ziet het volgende scherm. 2 3 4 5 7 8 5. 9 Voor een netwerk voor thuis- of klein zakelijk gebruik selecteert u onder “Network Authentication” (Netwerk authenticatie) op “WPA-PSK”. Opmerking: Selecteer “WPA” als u deze computer gebruikt om verbinding te maken met een bedrijfsnetwerk dat een authenticatieserver ondersteunt, bijv. een radiusserver. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor verdere informatie. 6. Selecteer onder “Data Encryption” (Data-encryptie) “TKIP” of “AES”. Deze instelling moet gelijk zijn aan die van de router. 7. Typ de encryptiesleutel in het vakje voor “Network Key” (Netwerksleutel) in. Belangrijk: Voer uw pre-shared sleutel in. Deze kan bestaan uit 8 tot 63 karakters en wordt opgebouwd uit letters, cijfers en symbolen. U dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. 8. Klik op “OK” om de instelling te voltooien. 63 10 11 Hoofdstuk 6 Gebruik van de web-based Advanced User Interface Gebruik van de Access Point Mode Opmerking: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren gebruikers worden toegepast. De router kan ook zodanig worden geconfigureerd dat hij als draadloos accesspoint fungeert. In deze modus is het gebruik van de functie NAT IP-sharing en van de DHCP-server niet mogelijk. In Access Point Mode moet de router worden geconfigureerd met een IP-adres dat zich in hetzelfde subnet bevindt als het overige netwerk waarmee u een koppeling tot stand wilt brengen. Het standaard IP-adres is 192.168.2.254 en het subnetmasker is 255.255.255.0. Deze kunnen naar behoefte worden aangepast. 1. Zet de AP-modus aan door het selecteren van “Enable” (Aanzetten) op de pagina “Use as Access Point only” (Alleen gebruiken als accesspoint). Door de keus van deze optie bent u in staat de IP-instellingen te veranderen. 2. Stel uw IP-instellingen in overeenstemming met uw netwerk in. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen). 3. Sluit een kabel aan vanaf de WAN-poort op de router naar uw bestaande netwerk. De router fungeert nu als accesspoint. Om de geavanceerde gebruikersinterface van de router opnieuw te openen, typt u het door u gespecificeerde IP-adres in de navigatiebalk van uw browser. De encryptie-instellingen, MAC-adresfiltering, SSID en het kanaal kunt u normaal instellen. 64 Gebruik van de web-based Advanced User Interface Het netwerkbereik uitbreiden en koppelingen maken Uitbreiding van het netwerkbereik en het maken van koppelingen werkt slechts bij de volgende modellen: 1 2 F5D7231-4 Hi-speed draadloze G router F5D7230-4 Draadloze router F5D7130 Draadloze Range Extender/Accesspoint Zorg dat u de meest recente firmware voor de router of accesspoint downloadt voor optimale prestaties: http://web.belkin.com/support 3 Wat is een Wireless Bridge? (draadloze brug) 5 Bereikuitbreiding “Range extension” (uitbreiding van het bereik) zorgt voor een groter dekkingsgebied in uw huis of kantoor. Het voorbeeld op de volgende pagina illustreert het gebruik van overbrugging als manier om het bereik van uw draadloze netwerk te vergroten. In dit voorbeeld wordt de router geconfigureerd voor het maken van verbinding met een accesspoint dat zich in een ander gebied bevindt. Laptops kunnen roamen, of zich verplaatsen tussen de twee dekkingsgebieden. * Wireless Range Extension en bridging werken niet in 125 HSM-modus. 65 6 7 8 9 10 11 Hoofdstuk Een Wireless Bridge is eigenlijk een “modus” waarin uw draadloze router rechtstreeks verbinding kan maken met een secundair draadloos accesspoint. Let op: u kunt alleen uw draadloze G router (model F5D7230-4, F5D7231-4) aan een draadloze G Range Extender/ Access Point (model F5D7131, F5D7130) van Belkin koppelen. Overbrugging met een accesspoint van een andere fabrikant wordt op dit moment nog niet ondersteund. U kunt de overbruggingsmodus gebruiken om het bereik van uw draadloze netwerk uit te breiden of om uw netwerk uit te breiden naar een ander deel van uw kantoor of huis zonder dat u kabels hoeft aan te leggen. 4 Gebruik van de web-based Advanced User Interface Een nieuw draadloos netwerksegment toevoegen Een overbrugging tussen een accesspoint en uw draadloze router stelt u in staat een nieuw netwerksegment op een andere plaats in uw huis of kantoor toe te voegen aan uw netwerk zonder dat u kabels hoeft te gebruiken. Het aansluiten van een switch of een hub op de RJ45-aansluiting van het accesspoint geeft een aantal computers dat aangesloten is op de switch toegang tot de rest van het netwerk. 66 Gebruik van de web-based Advanced User Interface 1 Een brug maken tussen uw draadloze router en een secundair accesspoint Voor een overbrugging tussen uw router en een secundair accesspoint dient u het geavanceerde setup-hulpprogramma van de router te starten en het MAC-adres van het accesspoint in het desbetreffende vakje in te vullen. Er zijn ook een paar aanvullende vereisten. VOLG NAUWGEZET DE VOLGENDE STAPPEN 1. Lees het MAC-adres van het accesspoint af van het label aan de onderzijde van het apparaat. Er staan twee MAC-adressen op het label aan de onderzijde. Het MAC-adres dat u nodig heeft is “WLAN MAC Address”. Het MAC-adres begint met 0030BD, gevolgd door zes andere getallen of letters (0030BD-XXXXXX). Vul het MAC-adres hieronder in. Ga door met de volgende stap. Complies with Canada RSS-210 IC: 3623A-F5D7130A F5D7131 WLAN MAC Address Serial # FCC ID: K7SF5D7130A Wireless Range Extender/ Access Point 0030BD-XXXXXX LAN MAC Address model # F5D7131 P81807 3. Plaats uw secundaire accesspoint binnen het bereik van uw draadloze router en dichtbij het gebied waarnaar u uw bereik wilt uitbreiden of waar het netwerksegment dat u wil toevoegen zich bevindt. Binnenshuis ligt het bereik doorgaans tussen de 30 en 60 meter. 4. Sluit uw accesspoint op het lichtnet aan. Zorg ervoor dat het accesspoint is ingeschakeld en ga verder met de volgende stap. 67 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Hoofdstuk 2. Stel uw accesspoint in op hetzelfde kanaal als de router. De router en het accesspoint worden in de fabriek standaard ingesteld op kanaal 11. Als u nog nooit het kanaal heeft gewijzigd, hoeft u niets te doen (zie pagina 47 van deze handleiding voor meer informatie over het wijzigen van het kanaal). 2 Gebruik van de web-based Advanced User Interface 5. Start het geavanceerde setup-hulpprogramma door uw browser te openen vanaf een computer die al op uw router is aangesloten. Typ “192.168.2.1” in de adresbalk in. Typ niet “www” of “http://” voor dit nummer. Opmerking: Als u het IP-adres van uw router hebt gewijzigd, gebruikt u dat IP-adres. 6. In uw browservenster verschijnt nu de gebruikersinterface van de router. Klik links in het scherm op “Wireless Bridge” (2) . U krijgt nu het volgende venster te zien. (1) (2) (3) 7. Vink het vakje aan waarin staat “Enable ONLY specific Access Points to connect” (ALLEEN verbinding voor specifieke accesspoints) (1) . 8. Voer in het veld API (3) het MAC-adres van uw secundaire accesspoint in. Als u dat gedaan heeft, klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen). 9. De brug is nu voltooid. 68 Gebruik van de web-based Advanced User Interface 1 Firewall configureren Uw router is voorzien van een firewall die uw netwerk beschermt tegen uiteenlopende hackeraanvallen zoals: 2 3 • IP Spoofing • SYN flood • Land Attack 4 • UDP flooding • Ping of Death (PoD) 5 • Tear Drop Attack 6 • ICMP defect • IP met lengte nul 7 • RIP defect • Smurf Attack 8 • Fragment flooding • TCP Null Scan De firewall schermt ook gewone poorten af die vaak gebruikt worden om netwerken aan te vallen. Deze poorten lijken onzichtbaar waardoor zij voor hackers eenvoudig niet bestaan. U kunt de firewallfunctie eventueel uitschakelen maar we adviseren u de firewall ingeschakeld te laten. Door uitschakeling van de beschermende brandmuur ligt uw netwerk weliswaar niet volledig open voor hackeraanvallen maar nogmaals, de firewall kan beter ingeschakeld blijven. 69 9 10 11 Hoofdstuk • Denial of Service (DoS) Gebruik van de web-based Advanced User Interface Interne forwarding-instellingen configureren Met de functie “Virtual Servers” kunt u externe oproepen (internet) voor diensten via een webserver (poort 80), FTP-server (poort 21) of andere toepassingen via uw router naar uw interne netwerk leiden. Omdat uw interne computers door een firewall worden beveiligd, kunnen computers buiten uw netwerk (via het internet) hen niet bereiken omdat zij ‘onzichtbaar’ zijn. Er is een lijst van veel voorkomende toepassingen beschikbaar voor het geval dat u de functie van de virtuele server voor een specifieke applicatie moet configureren. Als u de gezochte toepassing hierin niet kunt vinden, vraag dan de applicatieleverancier welke poortinstellingen u nodig hebt. Toepassingen kiezen Selecteer de gezochte toepassing in de vervolgkeuzelijst. Klik op “Add” (Toevoegen). De instellingen worden overgebracht naar de volgende beschikbare ruimte in het scherm. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) om de instelling voor deze applicatie op te slaan. Om een toepassing te verwijderen, selecteert u het nummer van de regel die u wilt verwijderen en vervolgens klikt u op “Clear” (Leegmaken). Instellingen handmatig in de virtuele server invoeren Om instellingen handmatig in te voeren, typt u het IP-adres in het vak voor de interne (server) computer, geeft u de poort(en) op die gepasseerd moeten worden, selecteert u het poorttype (TCP of UDP) en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen). Voor elke binnenkomende poort zijn er twee velden in elk waarvan u maximaal 5 karakters kunt invoeren waarmee u begin en eind van het poortbereik kunt aangeven, aldus: [xxxxx]-[xxxxx]. Voor elke invoerpoort kunt u een enkele waarde invoeren door in de twee velden dezelfde waarde te typen (bijv. [7500]-[7500] of kiezen voor een breed poortbereik (bijv. [7500]-[9000]). Als u meerdere enkelvoudige poortwaarden nodig heeft of een combinatie van bereiken en een enkelvoudige waarde, dient u meervoudige invoeren tot het maximum of 20 te gebruiken (bijv. 1. [7500]-[7500], 2. [8023]-[8023], 3. [9000]-[9000]). U kunt per intern IP-adres slechts één poort passeren. U neemt een zeker risico door poorten in uw firewall te openen. U kunt instellingen zeer snel in- en uitschakelen. Het verdient aanbeveling de instellingen uit te schakelen wanneer u een bepaalde toepassing niet gebruikt. 70 Gebruik van de web-based Advanced User Interface 1 Cliënt IP-filters instellen U kunt de router zo configureren dat de toegang tot internet, e-mail en andere netwerkdiensten op bepaalde dagen en uren gesloten is. Deze beperking kan worden ingesteld voor één enkele computer, een reeks computers of alle computers. 2 3 4 5 7 8 Om bijvoorbeeld de toegang tot het internet voor één enkele computer af te sluiten, moet u het IP-adres van de beoogde computer invoeren in de IP-velden (1) . Vervolgens vult u in de beide poortvelden het getal ‘80’ in (2) . Selecteer “Both” (Beide) (3) . Selecteer “Block” (Blokkeren) (4) . U kunt ook “Always” (Altijd) kiezen om de toegang permanent af te sluiten. Selecteer bovenaan de startdatum (5) , bovenaan de starttijd (6) , onderaan de einddatum (7) en onderaan de stoptijd (8) . Selecteer “Enable” (Inschakelen) (9) . Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen). De computer op het door u opgegeven IP-adres heeft nu binnen de door u aangegeven periode geen toegang tot het internet. Opmerking: Zorg dat u de juiste tijdzone selecteert onder “Utilities> System Settings> Time Zone” (1) (2) (3) (4) 71 (5) (6) (7) (8) (9) 9 10 11 Hoofdstuk 6 Gebruik van de web-based Advanced User Interface MAC-adressenfilter instellen Het MAC-adressenfilter is een krachtig beveiligingsinstrument waarmee u kunt aangeven welke computers toegang hebben tot het netwerk. Elke computer die probeert het netwerk binnen te komen maar die niet in de filterlijst voorkomt, wordt de toegang geweigerd. Wanneer u deze functie inschakelt, moet u van elke cliënt (computer) van uw netwerk het MAC-adres invoeren om deze toe te laten tot uw netwerk. Met de functie “Block” (Blokkeren) kunt u de toegang tot het netwerk voor elke computer eenvoudig in- en uitschakelen zonder dat u verplicht bent het MAC-adres van deze computer aan de lijst toe te voegen of daaruit te verwijderen. (1) (2) (3) Om deze functie in te schakelen, selecteert u “Enable MAC Address Filtering” (MAC-adresfilter activeren (1) . Voer vervolgens het MAC-adres in van elke computer van uw netwerk door in de betreffende ruimte te klikken (2) en het MAC-adres in te voeren van de computer die u aan de lijst wilt toevoegen. Klik op “Add” (Toevoegen) (3) en daarna op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) om de instellingen op te slaan. Om een MAC-adres uit de lijst te verwijderen, klikt u eenvoudig op “Delete” (Wissen) naast het MAC-adres dat u wilt verwijderen. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) om de instellingen op te slaan. Opmerking: Het MAC-adres van de computer waarmee u toegang hebt tot de beheerfuncties van de router (dus de computer die u nu gebruikt) kunt u niet verwijderen. 72 Gebruik van de web-based Advanced User Interface 1 De gedemilitariseerde zone (DMZ) activeren Met de DMZ-functie kunt u één van de computers van uw netwerk buiten de firewall plaatsen. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn als de firewall bij een bepaalde toepassing als een game of video-vergaderen problemen veroorzaakt. Het is raadzaam deze functie alleen tijdelijk in te schakelen. De computer in de gedemilitariseerde zone wordt namelijk NIET beschermd tegen hackeraanvallen. 2 3 4 5 7 8 9 Om een computer in de DMZ te plaatsen, voert u de laatste twee cijfers van zijn IP-adres in het IP-veld in en selecteert u “Enable” (Activeren). Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) waardoor de wijziging van kracht wordt. Als u meerdere statische WAN IP-adressen gebruikt, kunt u aangeven aan welk WAN IP-adres de DMZ-host wordt gericht. Vul het WAN IP-adres in waaraan de DMZ-host moet worden gericht, voer de laatste twee cijfers in van het IP-adres van de DMZ-hostcomputer, selecteer “Enable” (Activeren) en klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen). 73 10 11 Hoofdstuk 6 Gebruik van de web-based Advanced User Interface ICMP-pings blokkeren Computerhackers maken gebruik van een techniek die bekend is onder de naam ‘pingen’ om potentiële slachtoffers op het internet te vinden. Door een bepaald IP-adres te pingen en vervolgens een antwoordbericht van dat IP-adres af te wachten, kan een hacker bepalen of er op dat adres wellicht iets van zijn gading is. De router kan zo worden ingesteld dat hij niet op ICMP-pings van buiten reageert. Dit verhoogt de veiligheidsmarge van uw router. (1) Om het ping-antwoordbericht uit te schakelen, selecteert u “Block ICMP Ping” (ICMP-ping blokkeren) (1) en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen). De router reageert nu niet op ICMP-pings. 74 Gebruik van de web-based Advanced User Interface 1 Tabblad Utilities In dit scherm kunt u verschillende parameters van de router beheren en bepaalde beheerfuncties uitvoeren. 2 3 4 5 7 8 9 10 11 Kinderslot Zie de afzonderlijke gebruikershandleiding van Belkin die het kinderslot behandelt. 75 Hoofdstuk 6 Gebruik van de web-based Advanced User Interface De router herstarten Als de werking van de router niet meer optimaal is, kan het soms nodig zijn de router opnieuw te starten. De configuratie-instellingen van de router worden door opnieuw starten NIET gewist. De router opnieuw starten om de normale werking te herstellen 1. Klik op de knop “Restart Router” (router herstarten) 2. Nu verschijnt het volgende bericht. Klik op “OK”. 3. Nu verschijnt het volgende bericht. Het herstarten van de router kan tot 60 seconden duren. Tijdens het herstarten mag u de netvoeding van de router niet uitschakelen. 4. Op uw beeldscherm verschijnt een aftelklok van 60 seconden. Wanneer het aftellen bij nul stopt, is de router opnieuw gestart. De homepage van de router moet automatisch verschijnen. Is dat niet het geval, vul dan het adres van de router in (standaard = 192.168.2.1) op de navigatiebalk van uw browser. 76 Gebruik van de web-based Advanced User Interface 1 De fabrieksinstellingen herstellen Wanneer u deze optie gebruikt, keren alle instellingen van de router terug naar de fabrieksinstellingen. Het is verstandig eerst van uw eigen instellingen een reservekopie te maken voordat u de standaardinstellingen herstelt. 1. 3 4 5 6 Nu verschijnt het volgende bericht. Klik op “OK”. 7 8 9 3. 4. Nu verschijnt het volgende bericht. Tot het herstellen van de standaardinstellingen behoort ook dat de router opnieuw wordt opgestart. Deze procedure kan tot 60 seconden duren. Tijdens herstarten mag u de stroomvoorziening van de router niet uitschakelen. 10 11 Op uw beeldscherm verschijnt een aftelklok van 60 seconden. Wanneer het aftellen bij nul stopt, zijn de standaardinstellingen van de router hersteld. De homepage van de router moet automatisch verschijnen. Is dat niet het geval, vul dan het adres van de router in (standaard = 192.168.2.1) op de navigatiebalk van uw browser. 77 Hoofdstuk 2. Klik op de knop “Restore Defaults” (standaardinstellingen herstellen). 2 Gebruik van de web-based Advanced User Interface Huidige configuratie opslaan Van deze functie kunt u de huidige configuratie opslaan. Door een reservekopie te maken van uw huidige configuratie kunt u deze in het geval van verlies of beschadiging herstellen. Het is raadzaam een reservekopie te maken van uw huidige configuratie voordat u uw firmware bijwerkt. 1. Klik op “Save” (Opslaan). Er gaat een venster open met de naam “File Download” (bestand downloaden). Klik op “Save” (Opslaan). 2. Er gaat een venster open waarin u de locatie kunt aangeven waar u het configuratiebestand wilt opslaan. Selecteer een locatie. U kunt het bestand elke naam geven die u wilt of de standaardbenaming “Config” gebruiken. Zorg dat u het bestand een naam geeft die u later gemakkelijk kunt terugvinden. Wanneer u de locatie en de naam van het bestand hebt gekozen, klikt u op “Save” (Opslaan). 78 Gebruik van de web-based Advanced User Interface 1 3. Wanneer het bestand is opgeslagen, ziet u het volgende venster. Klik op “Close” (Sluiten). 2 3 De configuratie is nu opgeslagen. 4 5 6 7 8 9 1. Klik op “Browse” (Bladeren). Er gaat een venster open waarin u de locatie van het configuratiebestand kunt selecteren. Alle configuratiebestanden hebben de extensie “.bin”. Zoek het configuratiebestand op dat u wilt herstellen en dubbelklik erop. 79 10 11 Hoofdstuk Met deze optie kunt u een configuratie herstellen die u eerder hebt opgeslagen. Gebruik van de web-based Advanced User Interface 2. U krijgt de vraag of u wilt doorgaan. Klik op “OK”. 3. Er verschijnt een herinneringsvenster. De herstelprocedure van uw configuratiebestand kan tot 60 seconden in beslag nemen. Klik op “OK”. 4. Op uw beeldscherm verschijnt een aftelklok van 60 seconden. Wanneer het aftellen bij nul stopt, is de oorspronkelijke configuratie van de router hersteld. De homepage van de router moet automatisch verschijnen. Is dat niet het geval, vul dan het adres van de router (standaard = 192.168.2.1) op de navigatiebalk van uw browser in. 80 Gebruik van de web-based Advanced User Interface 1 Firmware bijwerken Belkin kan in de loop van de tijd nieuwe versies van de firmware van de router publiceren. Nieuwe firmwareversies bevatten verbeteringen van functies en oplossingen voor eventuele problemen. Wanneer Belkin nieuwe firmware publiceert, kunt u die downloaden van de Belkin update-website. 2 3 4 5 6 7 8 Nieuwe firmwareversies ophalen Met de knop “Check Firmware” (Firmware controleren) (1) kunt u onmiddellijk nagaan of er eventueel een nieuwe firmwareversie beschikbaar is. Wanneer u op deze knop klikt, verschijnt een nieuw browservenster met de mededeling dat er wel of geen nieuwe firmware beschikbaar is. Als een nieuwe versie beschikbaar is, kunt u deze downloaden. 81 9 10 11 Hoofdstuk (1) Gebruik van de web-based Advanced User Interface Nieuwe firmwareversies downloaden Als u op de knop “Check Firmware” (Firmware controleren) klikt en er inderdaad een nieuwe firmwareversie beschikbaar is, ziet u dit scherm. 1. Om de nieuwe firmwareversie te downloden, klikt u op “Download”. 2. Er gaat een venster open waarin u de locatie kunt aangeven waar u het firmwarebestand wilt opslaan. Selecteer een locatie. U kunt het bestand elke naam geven die u wilt of de standaardbenaming gebruiken. Zorg dat u het bestand ergens opslaat waar u het later gemakkelijk kunt terugvinden. Opmerking: We adviseren u het bestand op de desktop op te slaan zodat u het makkelijk kunt terugvinden. Wanneer u deze locatie hebt gekozen, klikt u op “Save” (Opslaan). 82 Gebruik van de web-based Advanced User Interface 3. 1 Wanneer het bestand is opgeslagen, ziet u het volgende venster. Klik op “Close” (Sluiten). 2 3 4 5 Firmware van de router bijwerken 1. 2. 6 7 8 Op de pagina “Firmware Update” (Firmware bijwerken) klikt u op “Browse” (Bladeren). Er gaat een venster open waarin u de locatie van het bijgewerkte firmwarebestand kunt selecteren. Alle firmwarebestanden hebben de extensie “.dlf”. 9 10 11 Blader naar het firmwarebestand dat u hebt gedownload. Selecteer het bestand door dubbel te klikken op de bestandsnaam. 83 Hoofdstuk Het downloaden van de firmware is voltooid. Om de firmware bij te werken, gaat u te werk als aangegeven in het volgende hoofdstuk “Firmware van de router bijwerken”. Gebruik van de web-based Advanced User Interface 3. Het venster “Update Firmware” (Firmware bijwerken) toont nu de locatie en de naam van het firmwarebestand dat u zojuist hebt geselecteerd. Klik op “Update” (Bijwerken). 4. U krijgt de vraag of u zeker weet dat u wilt doorgaan. Klik op “OK”. 5. U krijgt nu nog een bericht te zien. Dit bericht laat u weten dat de router mogelijk pas na één minuut reageert tijdens het laden van de firmware en dat de router opnieuw wordt opgestart. Klik op “OK”. 6. Op uw beeldscherm verschijnt een aftelklok van 60 seconden. Wanneer het aftellen bij nul stopt, is het bijwerken van de firmware van de router voltooid. De homepage van de router moet automatisch verschijnen. Is dat niet het geval, vul dan het adres van de router (standaard = 192.168.2.1) op de navigatiebalk van uw browser in. Het bijwerken van de firmware is voltooid. 84 Gebruik van de web-based Advanced User Interface 1 Systeeminstellingen wijzigen Op de pagina “Systems Settings” (Systeeminstellingen) kunt u een nieuw beheerderswachtwoord invoeren, de tijdzone instellen, extern beheer inschakelen en de NAT-functie van de router aan en uit zetten. Beheerderswachtwoord instellen of wijzigen 3 4 5 6 7 8 9 Tijdinstelling inloggen wijzigen Met de optie inlog-timeout kunt u de maximale tijdsduur instellen waarbinnen u ingelogd kunt blijven op de Advanced Setup Interface (Geavanceerde installatie-interface) van de router. De timer start als er geen activiteit is geweest. U hebt bijvoorbeeld een aantal wijzigingen in de Advanced Setup Interface aangebracht en daarna uw computer alleen gelaten zonder op “Logout” (Afmelden) te klikken. Aangenomen dat de timeout is ingesteld op 10 minuten, dan loopt de inlogsessie af 10 minuten nadat u de router alleen hebt gelaten. Als u nu meer veranderingen wilt aanbrengen, bent u verplicht opnieuw op de router in te loggen. Deze inlog-timeoutoptie is bedoeld als extra beveiliging en staat standaard ingesteld op 10 minuten. Opmerking: Er kan slechts één computer tegelijk ingelogd zijn op de Advanced Setup-Interface. 85 10 11 Hoofdstuk De router wordt geleverd zonder vooraf geprogrammeerd wachtwoord. Als u om veiligheidsredenen een wachtwoord wilt gebruiken, kunt u dat hier invoeren. Schrijf uw wachtwoord op en bewaar het op een veilige plaats omdat u het later nodig hebt als u op de router moet inloggen. Het is ook verstandig een wachtwoord in te stellen als u van plan bent de mogelijkheid van extern beheer van uw router te gebruiken. 2 Gebruik van de web-based Advanced User Interface Tijd en tijdzone instellen De tijdklok van de router wordt geregeld via de aansluiting op een SNTP (Simple Network Time Protocol) server. Hierdoor loopt de systeemklok van de router synchroon met de tijd van het wereldwijde internet. De gesynchroniseerde klok in de router wordt gebruikt voor de registratie van de beveiligingslog en de aansturing van het cliëntfilter. Selecteer de tijdzone waarin u gevestigd bent. Als u in een land woont dat de zomer- en wintertijd volgt, zet dan een kruisje in het selectievakje naast “Enable Daylight Saving” (Zomer/wintertijd inschakelen). De systeemklok geeft niet onmiddellijk na inschakeling de juiste tijd aan. De router heeft ten minste 15 minuten nodig om een verbinding op te bouwen met de tijdservers op het internet en voor het ontvangen van een antwoordsignaal. U kunt de klok niet zelf instellen. Extern beheer inschakelen ZORG DAT U HET BEHEERDERSWACHTWOORD HEBT INGESTELD voordat u deze geavanceerde functie van uw Belkin router inschakelt. De functie “Remote Management” (Extern beheer) biedt u de mogelijkheid vanaf elke internetlocatie ter wereld de instellingen van uw router te wijzigen. Er zijn twee methoden voor het op afstand beheren van de router. Met de eerste kunt u de router vanaf elke internetlocatie openen door het selecteren van “Any IP address can remotely manage the Router” (Elk IP-adres kan de router op afstand beheren). Door uw WAN IP-adres in te voeren op ongeacht welke computer op het internet, krijgt u een inlogscherm te zien waarop u het wachtwoord van uw router moet invullen. De tweede methode is een specifiek IP-adres uitsluitend te bestemmen voor extern beheer van de router. Dit is veiliger maar minder praktisch. Bij deze methode vult in het daarvoor bestemde vakje het IP-adres in van de locatie waar vandaan u de router wilt openen en selecteert u “Only this IP address can remotely manage the Router” (Uitsluitend dit IP-adres kan de router op afstand beheren). STEL UW BEHEERDERSWACHTWOORD IN voordat u van deze mogelijkheid gebruik maakt! Als u geen wachtwoord invult, loopt uw router het risico van indringers. 86 Gebruik van de web-based Advanced User Interface NAT (Network Address Translation) inschakelen/uitschakelen Opmerking: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren 1 gebruikers worden toegepast. 2 ZORG DAT U HET BEHEERDERSWACHTWOORD HEBT INGESTELD voordat u deze functie inschakelt. Door middel van 3 4 5 6 7 8 UPnP inschakelen/uitschakelen UPnP (Universal Plug-and-Play) is weer een andere geavanceerde mogelijkheid van uw Belkin router. Deze technologie maakt naadloze voice messaging, video messaging, games en andere UPnPtoepassingen mogelijk. Sommige toepassingen vereisen dat de firewall van de router op een bepaalde manier is geconfigureerd om correct te functioneren. Hiervoor moeten meestal de TCP- en UDP-poorten worden geopend en in sommige gevallen triggerpoorten worden ingesteld. Toepassingen die voldoen aan UpnP kunnen met de router communiceren, in principe om de router te ‘zeggen’ op welke wijze de firewall moet worden geconfigureerd. De router wordt geleverd met uitgeschakelde UPnP-functie. Als u toepassingen gebruikt die voldoen aan UpnP en van hun mogelijkheden wilt profiteren, dan heeft het zin de UPnP-functie in te schakelen. U selecteert eenvoudig “Enable” (Inschakelen) in de sectie “UPnP Enabling” (UPnP inschakelen) van de pagina “Utilities” (Hulpprogramma’s). Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) om de wijziging op te slaan. 87 9 10 11 Hoofdstuk Network Address Translation (NAT) kan uw router het enkele IPadres dat door uw provider aan u is toegekend, delen met de andere computers van uw netwerk. Deze functie dient uitsluitend te worden gebruikt als uw provider u meerder IP-adressen toekent of als u NAT moet uitschakelen in verband met een geavanceerde systeemconfiguratie. Als u over slechts één IP-adres beschikt en u schakelt NAT uit, kunnen de computers van uw netwerk geen toegang krijgen tot het internet. Ook andere problemen zijn niet uitgesloten. Door het uitschakelen van NAT worden uw firewallfuncties uitgeschakeld. Gebruik van de web-based Advanced User Interface Automatische firmware-update inschakelen/uitschakelen Deze innovatie voorziet de router van de ingebouwde mogelijkheid om automatisch naar nieuwe firmwareversies te speuren en u te waarschuwen zodra een nieuwe firmwareversie beschikbaar is. Wanneer u inlogt op de geavanceerde interface van de router voert deze een controleprocedure uit om te kijken of er nieuwe firmware beschikbaar is. Is dat inderdaad het geval, dan wordt u gewaarschuwd. U bepaalt zelf of u de nieuwe firmwareversie wilt downloaden of niet. Bij aflevering is deze functie op de router ingeschakeld. Als u deze mogelijkheid wilt uitschakelen, selecteert u “Disable” (Uitschakelen) en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen). 88 Netwerkinstellingen handmatig configureren 1 Om te zorgen dat uw computer correct met uw router kan communiceren, dient u de TCP/IP-instellingen van uw computer in te stellen op DHCP. Netwerkadapters onder Windows 2000, NT en XP handmatig configureren 1. 2. 3. 4. Klik op “Start”, “Settings” (Instellingen) en vervolgens “Control Panel” (Configuratiescherm). Dubbelklik op het pictogram “Network and dial-up connections” (Netwerk- en inbelverbindingen) (Windows 2000) of het pictogram “Network” (Netwerk) (Windows XP). Klik met uw rechter muisknop op de “Local Area Connection” (Lokale verbinding) die is gekoppeld aan uw netwerkadapter en selecteer “Properties” (Eigenschappen) in het vervolgmenu. In het venster “Local Area Connection Properties” klikt u op “Internet Protocol (TCP/IP)” en klik u op de knop ‘”Properties” (Eigenschappen). Nu verschijnt het volgende scherm: 2 3 4 5 6 (1) 8 (2) 9 (3) 10 11 5. 6. Als “Use the following IP address” (Gebruik het volgende IP-adres) (2) is geselecteerd, moet uw router worden geconfigureerd voor een statisch type IP-verbinding. Schrijf de adresinformatie in de onderstaande tabel. U moet deze informatie in de router invoeren. Als dit niet al is geselecteerd, selecteert u “Obtain an IP address automatically” (1) en “Obtain DNS server address automatically” (3) . Klik op “OK”. Uw netwerkadapter(s) is/zijn nu geconfigureerd voor gebruik met de router. 89 Hoofdstuk 7 Netwerkinstellingen handmatig configureren Handmatig configureren van de netwerkadapters in Windows 98SE of Me 1. Klik in het vervolgmenu met uw rechter muisknop op “My Network Neighborhood” (Mijn netwerkomgeving). 2. Selecteer “TCP/IP -> instellingen” voor uw geïnstalleerde netwerkadapter. U krijgt nu het volgende venster te zien. (1) (3) (2) 3. Als “Specify an IP address” (IP-adres specificeren) is geselecteerd, moet uw router worden geconfigureerd voor een statisch type IP-verbinding. Schrijf de adresinformatie in de onderstaande tabel. U moet deze informatie in de router invoeren. 4. Schrijf het IP-adres en subnetmasker over van het tabblad “IP Address” (IP-adres) (3). 5. Klik op het tabblad “Gateway” (2). Schrijf het gatewayadres in het diagram. 6. Klik op het tabblad “DNS Configuration” (DNS-configuratie) (1). Schrijf het DNS-adres/de DNS-adressen in het diagram. 7. Als dit niet al is geselecteerd, selecteert u op het tabblad voor IPadressen “Obtain IP address automatically” (IP-adres automatisch ophalen). Klik op “OK”. Start de computer opnieuw. Wanneer de computer opnieuw is opgestart, zijn uw netwerkadapters nu geconfigureerd voor gebruik met de router. 90 Netwerkinstellingen handmatig configureren 1 Installeer de computer die aangesloten is op de kabel- of DSL-modem EERST aan de hand van deze stappen. U kunt deze stappen ook gebruiken om computers aan uw router toe te voegen nadat de router geconfigureerd is voor aansluiting op het internet. Netwerkadapters onder Mac OS® (tot 9.x) handmatig configureren Om te zorgen dat uw computer correct met uw router kan communiceren, dient u de TCP/IP-instellingen van uw Mac in te stellen op DHCP. 2 3 4 1. Open het Apple menu. Selecteer “Control Panels” (Configuratieschermen) en dan “TCP/IP”. 2. 5 U ziet nu het TCP/IP-configuratiescherm. Selecteer “Ethernet Built-In” (Ethernet ingebouwd) of “Ethernet” in het keuzemenu “Connect via:” (1). 6 7 (2) 8 3. Behalve “Configure” (2) , als “Manually” (Handmatig) is geselecteerd, moet uw router ook worden geconfigureerd voor een statisch type IP-verbinding. Schrijf de adresinformatie in de onderstaande tabel. U moet deze informatie in de router invoeren. 9 10 11 4. Als dit niet al bij “Configure” is ingesteld, kiest u “Using DHCP Server” (Gebruikt DHCP-server). Hierdoor geeft u de computer de opdracht bij de router een IP-adres op te halen. 91 Hoofdstuk (1) Netwerkinstellingen handmatig configureren 5. Sluit het venster. Als u veranderingen hebt aangebracht, verschijnt het volgende venster. Klik op “Save” (Opslaan). Start de computer opnieuw. Wanneer de computer opnieuw is opgestart, zijn uw netwerkinstellingen nu geconfigureerd voor gebruik met de router. 92 Netwerkinstellingen handmatig configureren Netwerkadapters onder Mac OS X handmatig configureren 1. Klik op het pictogram “System Preferences” (Systeemvoorkeuren). 1 2 3 2. Selecteer “Network” (Netwerk) (1) in het menu “System Preferences” (Systeemvoorkeuren). 4 5 6 8 9 3. Selecteer “Built-in Ethernet” (Ingebouwd Ethernet) (2) naast “Show” (Tonen) in het netwerkmenu. (2) (3) (4) 93 10 11 Hoofdstuk 7 (1) Netwerkinstellingen handmatig configureren 4. Selecteer het tabblad “TCP/IP” (3) . Behalve “Configure” (Configureren) (4) moet nu “Manually” (Handmatig) of “Using DHCP” (Gebruikt DHCP) te zien zijn. Is dat niet het geval, ga dan naar het tabblad PPPoE (5) en zorg dat “Connect using PPPoE” (Met behulp van PPPoE aansluiten) NIET is geselecteerd. Is dat wel het geval, dan moet u uw router configureren voor een PPPoE-verbindingstype met gebruikmaking van uw gebruikersnaam en wachtwoord. 5. Als “Manually” (Handmatig) is geselecteerd, moet uw router worden geconfigureerd voor een statisch type IP-verbinding. Schrijf de adresinformatie in de onderstaande tabel. U moet deze informatie in de router invoeren. 6. Als dit niet al is geselecteerd, selecteert u behalve “Configure” (Configureren) ook “Using DHCP” (Gebruikt DHCP) (4) en klikt u vervolgens op “Apply Now” (Nu toepassen). Uw netwerkadapter(s) is/zijn nu geconfigureerd voor gebruik met de router. 94 Aanbevolen instellingen van de webbrowser Meestal hoeft u aan de instellingen van uw webbrowser niets te veranderen. Als u problemen hebt met het openen van het internet of de geavanceerde web-based gebruikersinterface, wijzig dan de huidige instellingen van uw browser volgens de aanbevelingen in dit hoofdstuk. Internet Explorer 4.0 of hoger. 1. Start uw webbrowser. Selecteer “Tools” en vervolgens “Internet Options” (Internet-opties). 1 2 3 4 5 6 7 3. In het scherm “Internet Options” (Internetopties) vindt u drie keuzemogelijkheden. “Never dial a connection” (Nooit een aansluiting bellen), “Dial whenever a network connection is not present” (Alleen bellen wanneer geen netwerkaansluiting beschikbaar is) en “Always dial my default connection” (Altijd mijn standaard-aansluiting bellen). Als u een keus kunt maken, selecteer dan “Never dial a connection” (Nooit een aansluiting bellen). Als u geen keus kunt maken, ga dan naar de volgende stap. Klik onder het scherm “Internet Options” (Internet-opties) op “Connections” (Aansluitingen) en selecteer “LAN Settings…” (LAN-instellingen...). 95 8 9 10 11 Hoofdstuk 2. Aanbevolen instellingen van de webbrowser 4. Zorg dat er geen selectievakjes aangekruist zijn naast de geboden opties: “Automatically detect settings” (Instellingen automatisch detecteren), “Use automatic configuration script” (Automatische configuratiescript gebruiken) en “Use a proxy server” (Proxyserver gebruiken). Klik op “OK”. Klik vervolgens op de pagina “Internet Options” (Internet-opties) opnieuw op “OK”. Netscape Navigator 4.0 of hoger. 1. Start Netscape. Klik op “Edit” (Bewerken) en vervolgens op “Preferences” (Voorkeurinstellingen). 2. Klik in het venster “Preferences” (Voorkeurinstellingen) op “Advanced” (Geavanceerd) en selecteer vervolgens “Proxies”. In het venster “Proxies” selecteert u “Direct connection to the Internet” (Rechtstreekse verbinding met internet). 96 Gebruik van uw router met AOL-breedband Uw netwerk instellen voor gebruik met AOL® breedband in combinatie met uw nieuwe Belkin router Er bestaan twee type AOL-verbinding—AOL DSL of AOL kabel. Een derde mogelijkheid is AOL BYOA (Bring Your Own Access). Deze wordt gebruikt in combinatie met een bestaande breedbandaansluiting, geleverd door uw internetprovider. Als u beschikt over AOL DSL raadpleeg dan “Directions for AOL DSL Users” (Aanwijzingen voor gebruikers van AOL-DSL) voor installatieinstructies. Als u beschikt over AOL Cable (kabel) of AOL BYOA, raadpleeg dan “Directions for AOL Cable Users” (Aanwijzingen voor gebruikers van AOL kabel) op pagina 104 van deze handleiding. Aanwijzingen voor gebruikers van AOL-DSL STAP 1: Maak AOL schermnamen voor de router en elk van de computers aan die van de AOL-dienst gebruik zullen maken. STAP 2: Configureer de router voor AOL breedband. STAP 3: Configureer uw computers met de nieuwe AOL schermnamen die u zojuist hebt aangemaakt. 1 2 3 4 5 6 7 8 10 Stap 1 Nieuwe AOL schermnamen aanmaken Opmerking: Uw AOL-aansluitingen moeten zijn ingesteld op de TCP/ IP-standaard. Als u een ander protocol gebruikt, dient u die eerst te wijzingen in TCP/IP voordat u verder gaat. 1. Als uw router momenteel op het netwerk is aangesloten, koppelt u de router los van het netwerk en sluit u hem rechtstreeks op uw breedbandmodem aan. Log vervolgens op de normale wijze op AOL in. 2. Log in op uw AOL hoofdaccount. 97 11 Hoofdstuk 9 Gebruik van uw router met AOL-breedband 3. Voer een zoekopdracht uit op “names” (namen) door op “Keyword” (sleutelwoord) te klikken en daarna naar “Go to Keyword” (ga naar sleutelwoord) te gaan. 4. Klik in het venster “Keyword” op “names” en vervolgens op “Go”. 5. Het venster “AOL Screen Names” verschijnt. Klik op “CREATE a Screen Name” (creëer een schermnaam). 6. Er verschijnt een venster met de vraag of de schermnaam voor een kind bestemd is. Als u een schermnaam voor de router aanmaakt, klikt u op “Yes” (ja) of “No” (nee), het maakt niet uit welke mogelijkheid u kiest. Als u een schermnaam voor een additionele computer aanmaakt, kiest u het passende antwoord. 98 Gebruik van uw router met AOL-breedband 1 7. Het venster “Choose a Screen Name” (kies een schermnaam) verschijnt. Typ een naam en klik op “Continue” (Doorgaan). Als deze naam bestemd is voor de router, dan kunt u het beste een naam kiezen die bestaat uit de naam van het hoofdvenster gevolgd door het woord Router. Bijvoorbeeld “PetraAkkermansRouter”. Is de schermnaam bestemd voor een computer, type dan de naam van de computer in waarvoor u deze schermnaam aanmaakt. Klik op “Continue” (Doorgaan). 2 3 4 5 6 7 8 password” (kies een wachtwoord) verschijnt. Voor het wachtwoord voor de schermnaam tweemaal in en klik op “Continue” (Doorgaan). 10 11 99 Hoofdstuk 9 8. Het venster “Choose a Gebruik van uw router met AOL-breedband 9. Het venster “Select a Parental Controls setting” (kies een kinderslotinstelling) verschijnt. Is deze schermnaam bestemd voor de router, kies dan een willekeurige instelling (maakt niet uit welke). Is deze schermnaam bestemd voor een computer, kies dan de gewenste instelling en klik op “Continue” (Doorgaan). 10. Het venster “Confirm your Settings” (Bevestig uw instellingen) verschijnt. Selecteer “Accept Controls” (Beperkingen accepteren). 11. Het venster “AOL Screen Names” (Schermnamen AOL) verschijnt. In dit venster staan alle schermnamen die u tot op dit moment heeft aangemaakt. 12. Herhaal stappen 1-11 om een additionele schermnaam toe te voegen voor elke computer die gebruik zal maken van AOL en die op de router aangesloten zal worden. Ga naar stap 2 als u klaar bent met het aanmaken van schermnamen. 100 Gebruik van uw router met AOL-breedband 1 Stap 2 2 De router configureren Volg deze stap alleen als u AOL DSL gebruikt. Deze procedure geldt voor Belkin Router modellen F5D5231-4, F5D6231-4, F5D7230-4, en F5D7231-4. 1. Sluit uw router op uw netwerk aan zoals beschreven in de gebruikershandleiding. 2. Start uw webbrowser. 3. Type http://192.168.2.1 in de adresbalk van uw browser en klik “Go”. U komt terecht op de homepage van de router. Klik in de linkerkolom onder “Internet WAN” op “Connection Type” (Type verbinding). 3 4 5 6 7 8 10 11 4. U krijgt de inlogpagina van de router te zien. Laat het veld voor het wachtwoord leeg en klik op “Submit” (indienen). 5. U ziet nu de pagina “Connection Type” (Type verbinding). Selecteer “PPPoE” en klik op “Next” (Volgende). U ziet nu de installatiepagina voor PPPoE. 6. In het veld “User Name” (gebruikersnaam) typt u de schermnaam in die u voor de router heeft aangemaakt (1) . 101 Hoofdstuk 9 Gebruik van uw router met AOL-breedband 7. In de velden voor het wachtwoord typt u het wachtwoord in dat u voor de schermnaam van de router heeft aangemaakt (2) . (1) (2) (5) (3) (4) 8. Laat het veld “Service Name” (servicenaam) leeg (3) . De MTU-instelling mag u niet veranderen. 9. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) (4) . 10. Klik op de koppeling “Home” bovenaan het scherm. De internetstatusindicator moet nu “Connected” (Verbonden) aangeven (5) . 11. Ga naar stap 3. 102 Gebruik van uw router met AOL-breedband 1 Stap 3 Configureer uw computers met de AOL schermnamen die u zojuist hebt aangemaakt. Deze stap bestaat uit het installeren van de AOL software op elke computer en het configureren van de software voor gebruik van de schermnamen die u bij stap 1 heeft aangemaakt. Denk eraan dat elke computer een verschillende schermnaam MOET gebruiken. Neem voor hulp bij installatie en configuratie van de AOL software contact op met de technische ondersteuningsdienst van AOL. 2 3 4 5 Netwerkconfiguratie 6 7 8 10 11 103 Hoofdstuk 9 Gebruik van uw router met AOL-breedband AOL kabel of AOL BYOA (Bring Your Own Access) Aanwijzingen voor de gebruiker Kabelgebruikers dienen de volgende aanwijzingen te volgen. Als u AOL DSL heeft, ga dan naar de paragraaf “Directions for AOL DSL” (Aanwijzingen voor AOL DSL) op pagina 97. AOL kabelgebruikers STAP 1: Maak AOL schermnamen aan voor elke computer die van de AOLdienst gebruik zal maken. AOL DSL-gebruikers STAP2: Configureer uw computers met de nieuwe AOL schermnamen die u zojuist hebt aangemaakt. AOL kabel- of AOL BYOA gebruikers Stap 1 Nieuwe AOL schermnamen aanmaken Opmerking: Uw AOL-aansluitingen moeten zijn ingesteld op de TCP/ IP-standaard. Als u een ander protocol gebruikt, dient u die eerst te wijzingen in TCP/IP voordat u verder gaat. 1. Sluit uw router op uw netwerk aan zoals beschreven in de gebruikershandleiding. Ga naar de volgende stap zodra de router met succes geïnstalleerd is. 2. Log in op uw AOL hoofdaccount. 3. Voer een zoekopdracht uit op “names” (namen) door op “Keyword” (sleutelwoord) te klikken en daarna naar “Go to Keyword” (ga naar sleutelwoord) te gaan. 4. Klik in het venster “Keyword” op “names” en vervolgens op “Go”. 104 Gebruik van uw router met AOL-breedband 1 5. Het venster “AOL Screen Names” verschijnt. Klik op “CREATE a Screen Name” (creëer een schermnaam). 2 3 4 5 6. 6 Er verschijnt een venster met de vraag of de schermnaam voor een kind bestemd is. Klik op “Yes” (Ja) of “No” (Nee). 7 8 10 7. 11 Het venster “Choose a Screen Name” (kies een schermnaam) verschijnt. Typ de schermnaam in van de computer waarvoor u deze schermnaam aanmaakt. Klik op “Continue” (Doorgaan). 105 Hoofdstuk 9 Gebruik van uw router met AOL-breedband 8. Het venster “Choose a password” (kies een wachtwoord) verschijnt. Voor het wachtwoord voor de schermnaam tweemaal in en klik op “Continue” (Doorgaan). 9. Het venster “Select a Parental Controls setting” (kies een kinderslotinstelling) verschijnt. Kies de gewenste instelling voor deze schermnaam. Klik op “Continue” (Doorgaan). 10. Het venster “Confirm your Settings” (Bevestig uw instellingen) verschijnt. Selecteer “Accept Controls” (Beperkingen accepteren). 106 Gebruik van uw router met AOL-breedband 1 11. Het venster “AOL 2 Screen Names” (Schermnamen AOL) verschijnt. In dit venster staan alle accounts die u tot op dit moment heeft aangemaakt. 3 4 12. Herhaal stappen 1-11 voor elke computer die gebruik zal maken van AOL en die op de router aangesloten zal worden. Ga naar stap 2 als u klaar bent met het aanmaken van schermnamen. 6 7 Configureer uw computers met de nieuwe AOL schermnamen die u zojuist hebt aangemaakt. Deze stap bestaat uit het installeren van de AOL software op elke computer en het configureren van de software voor gebruik van één van de schermnamen die u bij stap 1 heeft aangemaakt. Denk eraan dat elke computer een verschillende schermnaam MOET gebruiken. Neem voor hulp bij installatie en configuratie van de AOL software contact op met de technische ondersteuningsdienst van AOL. Netwerkconfiguratie 107 8 9 10 11 Hoofdstuk Stap 2 5 Problemen oplossen Probleem: De installatie-cd start niet automatisch Oplossing: Indien de cd-rom de Easy Install Wizard niet automatisch start, kan het zijn dat er andere applicaties op de computer draaien die de werking van het cd-romstation nadelig beïnvloeden. 1. Als het scherm van de Easy Install Wizard niet binnen 15-20 seconden verschijnt, opent u het cd-romstation door te dubbelklikken op het pictogram “My Computer” (Deze computer) op uw desktop. 2. Dubbelklik vervolgens op het cd-romstation waarin de installatie-cd is geplaatst om de installatie te starten. 3. Easy Install dient binnen enkele seconden te starten: als in plaats daarvan een venster verschijnt met daarin de bestanden op de cd, dubbelklik dan op het pictogram “EasyInstall.exe”. 4. Als de Easy Install Wizard nog steeds niet start, raadpleeg dan de paragraaf “Manually Configuring Network Settings” (Netwerkinstellingen handmatig configureren) (pagina 89 van deze handleiding voor alternatieve installtiemethode). 108 Problemen oplossen 1 Probleem: Easy Install kan de router niet vinden Oplossing: Controleer de volgende punten als de Easy Install Wizard de router niet kan vinden tijdens installeren: 1. Het kan zijn dat op de computer geïnstalleerde firewall- software van derden probeert toegang tot internet te krijgen. Voorbeelden van firewall-software van derden: ZoneAlarm, BlackICE PC Protection, McAfee Personal Firewall, en Norton Personal Firewall. 2 3 4 5 Als u dergelijke software op uw computer heeft geïnstalleerd, zorg dan dat die software op de juiste wijze is geconfigureerd. U kunt controleren of de firewall-software de toegang tot internet blokkeert door de software tijdelijk uit te schakelen. Als de internetverbinding goed werkt bij uitgeschakelde firewall dient u de instellingen van de firewall aan te passen. 6 Raadpleeg de instructies van de fabrikant van uw firewallsoftware voor instructies over het configureren van de firewall op een manier die internettoegang mogelijk maakt. 8 2. Neem de stekker van de router gedurende 10 seconden uit 3. Zorg dat er een kabelverbinding bestaat (gebruik de bij de router meegeleverde kabel) tussen (1) de netwerkpoort (Ethernet) aan de achterkant van de computer en (2) één van de LAN-poorten gemerkt met 1 t/m 4 aan de achterzijde van de router. Opmerking: de computer mag NIET worden aangesloten op de poort “Internet/WAN” op de achterzijde van de router. 4. Probeer het probleem te verhelpen door de router achtereenvolgens uit te schakelen en te herstarten en draai nogmaals Easy Install. Als de Easy Install Wizard de router nog steeds niet kan vinden, raadpleeg dan de paragraaf “Manually Configuring Network Settings” (Netwerkinstellingen handmatig configureren) voor de afzonderlijke installatiestappen. 109 9 10 11 Hoofdstuk het stopcontact en steek die daarna terug. Controleer of het indicatielampje voor de voeding permanent brandt (groen). Is dit niet het geval, controleer dan of de netvoedingsadapter goed op de router en het stopcontact is aangesloten. 7 Problemen oplossen Probleem: Easy Install kan mijn router niet met internet verbinden Oplossing: Controleer de volgende punten als de Easy Install Wizard de router niet met internet kan verbinden: 1. Gebruik de voorgestelde remedies binnen de Easy Install Wizard. Als het scherm voor het oplossen van problemen niet automatisch opent, klikt u op de knop “Troubleshoot” (problemen oplossen) rechtsonder in het venster van de Easy Install Wizard. 2. Als uw provider een gebruikersnaam en een wachtwoord eist, controleer dan of u de gebruikersnaam en het wachtwoord correct hebt ingevuld. Bij sommige gebruikersnamen moet de domeinnaam van de provider aan het einde van de naam staan. Voorbeeld: Bijvoorbeeld: “[email protected]”. Het gedeelte “@myisp.com” van de gebruikersnaam moet wellicht net zo goed worden getypt als uw gebruikersnaam. Als u nog steeds geen verbinding met internet krijgt, raadpleeg dan de paragraaf “Manually Configuring Network Settings” (Netwerkinstellingen handmatig configureren) (pagina 89 van deze handleiding voor alternatieve installatiemethode). Probleem: • De Easy Install Wizard heeft installatie voltooid, maar mijn web browser werkt niet • Ik kan geen verbinding met internet maken. Het indicatielampje “WAN” op de router brandt niet, en het lampje “Connected” knippert Oplossing: Als u geen verbinding met internet kunt maken, het “WAN”indicatielampje niet brandt en het indicatielampje “Connected” knippert, zijn uw router en modem waarschijnlijk niet goed op elkaar aangesloten. 1. Zorg dat de netwerkkabel tussen de modem en de router correct is aangesloten. We adviseren u nadrukkelijk om de kabel te gebruiken die bij uw kabel- of DSL-modem werd meegeleverd. Het ene uiteinde van de kabel moet zijn aangesloten op de poort aangeduid met “Internet/WAN”, en het andere uiteinde op de netwerkpoort van uw modem. 110 Problemen oplossen 1 2. Neem de stekker van de kabel- of DSL-modem gedurende 3 minuten uit het stopcontact. Steek de stekker daarna terug. Dit zorgt er misschien voor dat de modem de router herkent. 3. Neem de stekker van de router uit het stopcontact, wacht 10 seconden en steek de stekker terug. De router wordt zo geactiveerd opnieuw contact te zoeken met de modem. Neem contact op met de technische hulpdienst van Belkin als het “WAN”-indicatielampje op de router na deze stappen nog niet brandt. 4. Kijk wat er gebeurt als u uw computer afsluit en opstart. Probleem: • De Easy Install Wizard heeft installatie voltooid, maar mijn webbrowser werkt niet • Ik kan geen verbinding met internet maken. Het indicatielampje “WAN” op de router brandt, en het indicatielampje “Connected” knippert Oplossing: • Als uw verbindingstype “statisch IP-adres” is, moet u het IPadres, subnet mask, en gateway-adres krijgen van uw provider. Raadpleeg de paragraaf “Alternate Setup Method” (Alternatieve installatiemethode) voor informatie over het wijzigen van deze instelling. • Als u een PPPoE-verbinding hebt, kent uw provider u een gebruikersnaam toe, een wachtwoord en soms een servicenaam. Zorg ervoor dat het type verbinding van uw router is geconfigureerd als “PPPoE” en controleer of de instellingen correct zijn. Raadpleeg de paragraaf “Alternate Setup Method” (Alternatieve installatiemethode) voor informatie over het wijzigen van deze instelling. 111 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Hoofdstuk Als u geen verbinding met internet kunt maken, het “WAN”indicatielampje brandt en het indicatielampje “Connected” knippert, komt uw verbindingstype mogelijk niet overeen met die van uw provider. 2 Problemen oplossen • U moet wellicht uw router configureren om te kunnen voldoen aan de specifieke vereisten van uw provider. Om in onze Knowledge Base te zoeken naar onderwerpen betreffende provider-gerelateerde zaken, gaat u naar: http://web.belkin.com/ support en typt u “ISP” Als u nog steeds geen toegang tot internet kunt krijgen nadat u al deze instellingen hebt gecontroleerd, neem dan contact op met de afdeling Technische Ondersteuning van Belkin. Probleem: • De Easy Install Wizard heeft installatie voltooid, maar mijn webbrowser werkt niet • Ik kan geen verbinding met internet maken. Het indicatielampje “WAN” op de router knippert, en het indicatielampje “Connected” brandt Oplossing: Als het “WAN”-indicatielampje knippert en het “Connected”indicatielampje brandt maar u geen verbinding met internet krijgt, probeert mogelijk op de computer geïnstalleerde firewall software toegang tot internet te krijgen. Voorbeelden van firewallsoftware van derden: ZoneAlarm, BlackICE PC Protection, McAfee Personal Firewall, en Norton Personal Firewall. Als u dergelijke software op uw computer heeft geïnstalleerd, zorg dan dat die software op de juiste wijze is geconfigureerd. U kunt controleren of de firewall-software de toegang tot internet blokkeert door de software tijdelijk uit te schakelen. Als de internetverbinding goed werkt bij uitgeschakelde firewall dient u de instellingen van de firewall aan te passen. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van uw firewallsoftware voor instructies over het configureren van de firewall op een manier die internettoegang mogelijk maakt. Als u nog steeds geen toegang tot internet kunt krijgen nadat u alle firewall software heeft uitgeschakeld, neem dan contact op met de afdeling Technische Ondersteuning van Belkin. 112 Problemen oplossen 1 Probleem: Ik kan geen draadloze verbinding met internet tot stand brengen Oplossing: Indien u geen verbinding met internet tot stand kunt brengen vanaf een draadloze computer, ga dan als volgt te werk: 1. Kijk naar de lampjes op uw router. Als u een draadloze router van Belkin gebruikt zou u het volgende moeten zien: • Het voedingslampje (Power) zou moeten branden. • Het indicatielampje “Connected” (verbonden) zou moeten branden, niet knipperen. 2 3 4 5 • Het indicatielampje “WAN” zou moeten branden of knipperen. 6 2. Open de wireless utility software door te klikken op het 7 pictogram rechts onderin het scherm. Indien u een draadloze kaart van Belkin gebruikt, zou het pictogram in de taakbalk er als volgt uit moeten zien (het pictogram kan rood of groen zijn): 8 9 het type draadloze kaart dat u hebt. Elke utility zou echter een overzicht van “Available Networks” (Beschikbare netwerken) moeten tonen. Komt de naam van uw draadloze netwerk in dit overzicht voor? Ja, de naam van mijn netwerk wordt genoemd. Ga naar de paragraaf “Ik kan geen draadloze verbinding met internet tot stand brengen terwijl de naam van mijn netwerk bekend is”. Nee, de naam van mijn netwerk wordt niet genoemd. Ga naar de paragraaf “Ik kan geen draadloze verbinding met internet tot stand brengen en de naam van mijn netwerk is niet bekend” 113 10 11 Hoofdstuk 3. De weergave in het scherm dat geopend wordt, hangt af van Problemen oplossen Probleem: Ik kan geen draadloze verbinding met internet tot stand brengen, maar de naam van mijn netwerk is bekend Oplossing: Indien de juiste netwerknaam is opgenomen in het overzicht van “Available Networks” (Beschikbare netwerken), volg dan de onderstaande stappen om een draadloze verbinding tot stand te brengen. 1. Klik op de juiste netwerknaam in “Available Networks” (Beschikbare netwerken). 2. Indien voor het netwerk beveiligingsinstellingen (encryptie) zijn geactiveerd, dient u de netwerksleutel in te voeren. Meer informatie over beveiliging vindt u op pagina: beveiliging draadloze systemen installeren 3. Binnen enkele seconden wordt het pictogram in de taakbalk, links onderin uw scherm groen, om aan te geven dat u verbinding heeft met het netwerk. Probleem: Ik kan geen draadloze verbinding met internet tot stand brengen, en de naam van mijn netwerk is niet bekend Oplossing Doorloop onderstaande stappen als de naam van uw netwerk niet is opgenomen in het overzicht “Available Networks” (Beschikbare netwerken) in het hulpprogramma: 1. Verplaats, indien mogelijk, de computer tijdelijk tussen anderhalve en drie meter van de router vandaan. Sluit het hulpprogramma en heropen het. Als de naam van uw netwerk nu wel verschijnt in het overzicht “Available Networks” (beschikbare netwerken), heeft u wellicht een probleem met het bereik of last van storing. Mogelijke oplossingen hiervoor vindt u in de paragraaf “Placement of your Wireless Networking Hardware” (Plaatsing van hardware voor uw draadloze netwerk). 114 Problemen oplossen 1 2. Gebruik een computer die via een netwerkkabel op de router is aangesloten (in plaats van een draadloze verbinding) en zorg dat “Broadcast SSID” is ingeschakeld. Deze instelling vindt u op de pagina voor het configureren van “Channel and SSID” (Kanaal en SSID). Als u nog steeds geen toegang tot internet kunt krijgen nadat u deze stappen heeft doorlopen, neem dan contact op met de afdeling Technische Ondersteuning van Belkin. Probleem: De prestaties van mijn draadloze netwerk zijn wisselvallig De gegevensoverdracht is soms traag. De signaalsterkte laat te wensen over Moeite om een verbinding met een Virtual Private Network (VPN) tot stand te brengen of onderhouden Oplossing: Om vast te stellen of problemen met draadloze gegevensoverdracht te maken hebben met afstand, adviseren we u uw computer tijdelijk te verplaatsen, indien mogelijk, op een afstand van 1,5 tot 3 meter van de router of het accesspoint. Wijziging van het kanaal – Afhankelijk van de mate van naburig draadloos verkeer en radiostoring kan het wijzigen van het kanaal een positief effect hebben op de prestaties en betrouwbaarheid van uw draadloze netwerk. Het standaard ingestelde kanaal van de router is 11. Afhankelijk van uw regio kunt u voor verschillende andere kanalen kiezen. Raadpleeg pagina 47, “changing the wireless channel” (Kanaal wijzigen) voor meer informatie over het kiezen van een kanaal. De overdrachtssnelheid verlagen - Het verlagen van de overdrachtssnelheid kan het bereik en de stabiliteit van de draadloze verbinding verhogen. Bij de meeste kaarten voor draadloos netwerkverkeer kan de overdrachtssnelheid aangepast worden. Als u deze eigenschap wilt wijzigen, gaat u naar “Control 115 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Hoofdstuk Draadloze technologie is gebaseerd op radiogolven, wat betekent dat de connectiviteit en de overdrachtsprestaties tussen apparaten afnemen naarmate de afstand tussen die apparaten groter wordt. Andere factoren die afname van de signaalkwaliteit veroorzaken (metaal is een van de voornaamste oorzaken) zijn muren en metalen apparaten. Als gevolg hiervan ligt het bereik van uw draadloze apparatuur binnenshuis doorgaans tussen de 30 en 60 meter. Hou er verder rekening mee dat de snelheid van de verbinding af zal nemen naarmate de afstand tot de draadloze router of accesspoint groter wordt. 2 Problemen oplossen Panel” (Configuratiescherm) in Windows, klikt u op het pictogram “Network connections” (Netwerkverbindingen) en dubbelklikt u op de verbinding van uw draadloze kaart. In het venster “Properties” (Eigenschappen), selecteert u de configuratieknop op het tabblad “General” (Algemeen). Gebruikers van Windows 98 dienen de draadloze kaart te selecteren, op “Properties” (Eigenschappen) te klikken en vervolgens in het tabblad “Advanced” (Geavanceerd) de “Rate Property” (Overdrachtsnelheid) te selecteren. Draadlozecliëntkaarten passen doorgaans automatisch de draadloze overdrachtsnelheid aan, maar dit kan periodiek onderbreking van de verbinding veroorzaken als het draadloze signaal te zwak is; in de regel zijn langzamere overdrachtsnelheden betrouwbaarder. Experimenteer met verschillende overdrachtsnelheden totdat u de beste verbinding voor uw netwerkomgeving gevonden hebt; de beschikbare overdrachtsnelheden zouden allemaal geschikt moeten zijn voor internetgebruik. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding van de kaart. Probleem: Ik wil het bereik van mijn draadloze netwerk vergroten Oplossing: Belkin adviseert gebruik van één van onderstaande producten om het bereik van uw draadloze netwerk te vergroten: • Draadloos accesspoint: Een draadloos accesspoint kan het dekkingsgebied van uw draadloze netwerk verdubbelen. Een accesspoint wordt meestal geplaatst in het gebied dat niet door uw draadloze router wordt bestreken en wordt middels een ethernetkabel of via de elektriciteitskabels in het pand met twee ethernetadapters met de router verbonden. • Voor 802.11g (54g) draadloze netwerken biedt Belkin een range extender / accesspoint die draadloos op een Belkin 802.11g router wordt aangesloten, zonder gebruik van een ethernetkabel of netvoedingskabel-ethernetadapters. Deze producten zijn verkrijgbaar bij uw plaatselijke Belkin dealer of zijn rechtstreeks bij Belkin te bestellen. Ga voor meer informatie over uitbreiden van draadloze netwerken naar: www.belkin.com/networking en lees meer over: 802.11g range extender/accesspoint (F5D7130) Powerline Ethernet Adapter (netvoedingskabels-ethernetadapters) (F5D4070) Powerline USB Adapter (F5D4050) 116 Problemen oplossen 1 Probleem: Ik heb problemen met het installeren van Wired Equivalent Privacy (WEP) beveiliging op een Belkin router of Belkin accesspoint Oplossing 1. Log in op uw draadloze router of accesspoint. Open uw webbrowser en typ het IP-adres van uw router of accesspoint in. (standaardinstelling router is 192.168.2.1, het 802.11g accesspoint heeft 192.168.2.254 ). Log in op uw router door op de knop “Login” in de rechter bovenhoek van uw scherm te drukken. U wordt gevraagd uw wachtwoord in te voeren. Als u geen wachtwoord hebt ingesteld dan vult u dit veld niet in en klikt u op “Submit” (indienen). Klik op het tabblad “Wireless” links op uw scherm. Selecteer het “Encryption” (Encryptie) of “Security” (Beveiliging) tabblad om naar de instellingenpagina voor beveiliging te gaan. 2. Selecteer “128-bit WEP” in het vervolgmenu. 3. Nadat u een WEP-encryptiemodus heeft geselecteerd, kunt Bijvoorbeeld: C3030FAF0F4BB2C3D44BC3D4E7 = 128-bits sleutel 4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) om te eindigen. De encryptie in de router is nu ingesteld. Iedere computer binnen uw draadloze netwerk moet nu worden geconfigureerd met dezelfde beveiligingsinstellingen. 117 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Hoofdstuk u uw HEX WEP-sleutel handmatig intypen of een passphrase in het “Passphrase”-veld invoeren en klikken op “Generate” (Genereren) om uit de passphrase een WEP-sleutel te genereren. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) om te eindigen. Zorg er nu voor dat al uw cliënten op deze manier zijn ingesteld. Een hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A tot F en 0 tot 9. Voor 128-bits WEP dient u 26 hexadecimale sleutels in te voeren. 2 Problemen oplossen WAARSCHUWING: Als u de draadloze router of accesspoint vanaf een computer met een draadloze cliënt configureert, dient u te zorgen dat de beveiliging voor die draadloze cliënt is ingeschakeld. Als dat niet gebeurt, krijgt u geen draadloze verbinding. Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple AirPort®-apparaten ondersteunen uitsluitend 64-bit encryptie. Apple AirPort 2-apparaten kunnen 64-bit of 128-bit encryptie ondersteunen. Controleer dus eerst welk type apparaat u gebruikt. Als het u niet lukt uw netwerk met 128-bits encryptie te configureren, probeer dan 64-bits encryptie. Probleem: Ik heb problemen met het installeren van Wired Equivalent Privacy (WEP) beveiliging op een Belkin cliëntkaart Oplossing: De cliëntkaart moet dezelfde sleutel gebruiken als de draadloze router / aansluitpunt. Als uw router of toegangspoort sleutel 001 12233445566778899AABBCC gebruikt, dan moet de cliëntkaart exact dezelfde sleutel hebben. 1. Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het scherm “Wireless Network” (Draadloos netwerk) op te roepen. Met de knop “Advanced” (Geavanceerd) kunt u meer opties van de kaart bekijken en configureren. 2. Met de knop “Advanced” (Geavanceerd) kunt u meer opties van de kaart bekijken en configureren. 3. Na drukken op “Advanced” verschijnt de Belkin Wireless LAN Utility (hulpprogramma). Met dit hulpprogramma kunt u alle geavanceerde functies van de Belkin draadloze kaart beheren. 4. Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op “Properties” (Eigenschappen). 5. Selecteer “WEP” onder “Data Encryption” (Dataencryptie) 6. Zorg ervoor dat het selectievakje voor “The key is provided for me automatically” (Netwerksleutel wordt automatisch toegekend), onderaan, niet is aangevinkt. Als u deze computer gebruikt om in te loggen op een bedrijfsnetwerk, vraag dan aan uw netwerkbeheerder of dit vakje aangevinkt moet zijn of niet. 7. Typ de WEP-sleutel in het vakje voor “Network Key” (Netwerksleutel) in. 118 Problemen oplossen 1 Belangrijk: Een WEP-sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A tot F en 0 tot 9. Voor 128-bits WEP dient u 26 hexadecimale sleutels in te voeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de sleutel die u toekent aan uw draadloze router / accesspoint. Bijvoorbeeld: C3030FAF0F4BB2C3D44BC3D4E7 = 128-bits sleutel 8. Klik op “OK” en dan op “Apply” (toepassen) om de instellingen op te slaan. Neem voor cliëntkaarten van andere fabrikaat dan Belkin contact op met de betreffende fabrikant of raadpleeg de bijbehorende handleiding Probleem: Bieden Belkin-producten ondersteuning aan WPA? Oplossing U kunt deze patch hier downloaden: http://www.microsoft.com/downloads/details. aspx?FamilyID=009d8425-ce2b-47a4-abec-274845dc9e91&displa ylang=en U dient tevens van de Belkin support site het nieuwste stuurprogramma te downloaden voor uw draadloze desktop of notebook netwerkkaart van Belkin. Andere besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund. De patch van Microsoft ondersteunt uitsluitend apparaten met WPAstuurprogramma’s, zoals Belkin 802.11g-producten. Download de nieuwste stuurprogramma’s op http://web. belkin.com/support voor de volgende producten: F5D7000, F5D7001, F5D7010, F5D7011, F5D7230-4, F5D7231-4, F5D7130 119 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Hoofdstuk Opmerking: Om WPA-beveiliging te kunnen gebruiken moeten al uw cliënten opgewaardeerd zijn naar stuurprogramma’s en software die WPA ondersteunen. Op moment van publicatie van deze handleiding, kan er gratis een beveiligingspatch van Microsoft gedownload worden. Deze patch werkt alleen onder het Windows XP-besturingssysteem. 2 Problemen oplossen Probleem: Ik heb problemen met het installeren van Wi-Fi Protected Access (WPA) beveiliging op een Belkin router / accesspoint voor een thuisnetwerk. Oplossing: 1. Selecteer “WPA-PSK (no server)” (WPA-PSK zonder server) in het vervolgmenu “Security Mode” (Beveiligingsmodus). 2. Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique (Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn. 3. Voer uw pre-shared sleutel in. Deze kan bestaan uit 8 tot 63 karakters en wordt opgebouwd uit letters, cijfers, symbolen en spaties. U dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. Uw PSK ziet er bijvoorbeeld als volgt uit: “Netwerksleutel familie Jansen”. 4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) om te eindigen. Stel nu al uw cliënten op deze manier in. 120 Problemen oplossen 1 Probleem: Ik heb problemen met het installeren van Wi-Fi Protected Access (WPA) beveiliging op een Belkin router / accesspoint voor een zakelijk netwerk. Oplossing: Gebruik deze instelling als uw netwerk een radiusserver gebruikt om de sleutels aan de cliënten toe te wijzen. Van deze modus wordt doorgaans op kantoren gebruik gemaakt. 2 3 4 5 1. Selecteer “WPA (with server) (WPA met server) in het 6 2. Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique 7 vervolgmenu “Security Mode” (Beveiligingsmodus). (Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn. 3. Voer het IP-adres van de radiusserver in de daarvoor bestemde velden in. 5. Voer het sleutelinterval in. Het sleutelinterval geeft aan hoe vaak de sleutels worden verdeeld (in pakketten). 6. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) om te eindigen. Stel nu al uw cliënten op deze manier in. 121 9 10 11 Hoofdstuk 4. Voer de radiussleutel in het veld “Radius Key” in. 8 Problemen oplossen Probleem: Ik heb problemen met het installeren van Wi-Fi Protected Access (WPA) beveiliging op een draadloze Belkin cliëntkaart voor een thuisnetwerk. Oplossing: Cliënten moeten dezelfde sleutel gebruiken als de draadloze router / aansluitpunt. Als bijvoorbeeld de sleutel “Netwerksleutel familie Jansen” door de router / accesspoint wordt gebruikt, moeten de cliënten diezelfde sleutel hebben. Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het scherm “Wireless Network” (Draadloos netwerk) op te roepen. Met de knop “Advanced” (Geavanceerd) kunt u meer opties van de kaart bekijken en configureren. Met de knop “Advanced” (Geavanceerd) kunt u meer opties van de kaart bekijken en configureren. Na drukken op “Advanced” verschijnt de Belkin Wireless LAN Utility (hulpprogramma). Met dit hulpprogramma kunt u alle geavanceerde functies van de Belkin draadloze kaart beheren. Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op “Properties” (Eigenschappen). Selecteer “WPA-PSK (No Server)” (WPA-PSK zonder server) onder “Network Authentication” (Netwerkauthenticatie). Typ de WPA-sleutel in het daarvoor bestemde vakje voor “Network Key” (Netwerksleutel) in. Belangrijk: WPA-PSK is opgebouwd uit een combinatie van cijfers en letters van A tot Z en 0 tot 9. Voor WPA-PSK kunt u 8 tot 63 sleutels invoeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de sleutel die u toekent aan uw draadloze router / accesspoint. Klik op “OK” en dan op “Apply” (toepassen) om de instellingen op te slaan. 122 Problemen oplossen 1 Probleem: Ik heb problemen met het installeren van Wi-Fi Protected Access (WPA) beveiliging op een draadloze Belkin cliëntkaart voor een zakelijk netwerk. Oplossing: Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het scherm “Wireless Network” (Draadloos netwerk) op te roepen. Met de knop “Advanced” (Geavanceerd) kunt u meer opties van de kaart bekijken en configureren. 2 3 4 5 Met de knop “Advanced” (Geavanceerd) kunt u meer opties van de kaart bekijken en configureren. 6 Na drukken op “Advanced” verschijnt de Belkin Wireless LAN Utility (hulpprogramma). Met dit hulpprogramma kunt u alle geavanceerde functies van de Belkin draadloze kaart beheren. 7 Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op “Properties” (Eigenschappen). 8 9 10 Selecteer op het tabblad “Authentication” (Authenticatie) de door uw netwerkbeheerder bepaalde instellingen. 11 Klik op “OK” en dan op “Apply” (toepassen) om de instellingen op te slaan. 123 Hoofdstuk Selecteer “WPA” onder “Network Authentication” (Netwerkauthenticatie). Problemen oplossen Probleem: Ik heb problemen met het installeren van Wi-Fi Protected Access (WPA) beveiliging op een draadloze cliëntkaart van een andere fabrikant dan Belkin voor een thuisnetwerk. Oplossing: Voor niet-Belkin WPA draadloze desktop- en notebookkaarten die niet zijn voorzien van WPA-software, kunt u gratis van de website van Microsoft een bestand downloaden met de naam “Windows XP Support Patch for Wireless Protected Access”. Ga naar: www.microsoft.com/downloads/details. aspx?FamilyID=009d8425-ce2b-47a4-abec-274845dc9e91&displa ylang=en Opmerking: Dit Microsoftbestand werkt alleen met Windows XP. Andere besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund. U dient ook te controleren of de kaartfabrikant WPA ondersteunt en of u het nieuwste stuurprogramma van hun ondersteuningssite heeft gedownload. Ondersteunde besturingssystemen: • Windows XP Professional • Windows XP Home Edition Inschakelen WPA-PSK (zonder server) 1. Klik in Windows XP op “Start”, daarna op “Control Panel” (Configuratiescherm) en vervolgens op “Network Connections” (Netwerkverbindingen). 2. Na te klikken op de tab “Wireless Networks” verschijnt het volgende scherm. Zorg dat het vakje “Use Windows to configure my wireless network settings” (Gebruik Windows om de instellingen van mijn draadloze netwerk te configureren) is aangevinkt. 3. Klik onder het tabblad “Wireless Networks” (Draadloze netwerken) op de knop “Configure” (Configureren) en u ziet het volgende scherm. 4. Voor een netwerk voor thuis- of klein zakelijk gebruik selecteert u onder “Network Authentication” (netwerk authenticatie) “WPA-PSK”. Opmerking: Selecteer “WPA (with radius server)” (WPA met radiussever) als u deze computer gebruikt om verbinding te maken met een bedrijfsnetwerk dat een authenticatieserver ondersteunt, bijv. een radiusserver. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor verdere informatie. 124 Problemen oplossen 1 5. Selecteer onder “Data Encryption” (Data-encryptie) “TKIP” of “AES”. Deze instelling moet gelijk zijn aan die van de draadloze router / aansluitpunt. 6. Typ de encryptiesleutel in het vakje voor “Network Key” (Netwerksleutel) in. Belangrijk: Voer uw pre-shared sleutel in. Deze kan bestaan uit 8 tot 63 karakters en wordt opgebouwd uit letters, cijfers en symbolen. U dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. 9. Klik op “OK” om de instelling te voltooien. 2 3 4 5 6 7 8 9 11 125 Hoofdstuk 10 Problemen oplossen Wat is het verschil tussen 802.11b, 802.11g en 802.11a? Op dit moment zijn er drie standaarden voor draadloze netwerken, waartussen grote verschillen in overdrachtssnelheid bestaan. De benaming van elk van deze standaarden is door de IEEE gebaseerd op de naam 802.11(x). De IEEE is de raad die verantwoordelijk is voor de certificering van netwerkstandaarden. De meest gebruikte standaard voor draadloze netwerken, 802.11b, heeft een overdrachtsnelheid van 11Mbps: 802.11a en 802.11g werken met 54Mbps. Zie onderstaand overzicht voor meer gedetailleerde informatie. Vergelijking van draadloze technologieën Draadloze technologie 802.11b 802.11g 802.11a Snelheid 11Mbps 54Mbps 54Mbps Frequentie Huishoudelijke apparaten als draadloze telefoons en magnetrons. Kunnen storen op de 2,4Ghz vrije golflengte Huishoudelijke apparaten als draadloze telefoons en magnetrons. Kunnen storen op de 2,4Ghz vrije golflengte 5GHz - minder zwaar belaste golflengte Compatibiliteit Compatibel met 802.11g Compatibel met 802.11b Niet compatibel met 802.11b en 802.11g Bereik Afhankelijk van interferentie — doorgaans 15 tot 60 m binnenshuis Afhankelijk van interferentie — doorgaans 15 tot 60 m binnenshuis Minder interferentie — bereik is doorgaans 15–30 m Aanvaarding Volledig algemeen aanvaard Zal nog populairder worden Wordt langzaamaan aanvaard door consumenten – populairder in bedrijfsomgevingen Prijs Goedkoop Duurder Duurst 126 Problemen oplossen 1 Technische ondersteuning Op http://www.belkin.com/networking of www.belkin.com vindt u informatie over technische ondersteuning. Als u telefonisch contact wilt opnemen met de afdeling Technische Ondersteuning, bel dan: Europa: 00 800 223 55 460 2 3 4 5 6 7 8 9 11 127 Hoofdstuk 10 Informatie FCC-verklaring VERKLARING VAN CONFORMITEIT MET DE FCC-VOORSCHRIFTEN VOOR ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT Wij, Belkin Corporation, gevestigd 501 West Walnut Street, Compton, CA 90220, Verenigde Staten van Amerika, verklaren hierbij dat wij de volledige verantwoordelijkheid aanvaarden dat het product met het artikelnummernummer: F5D7231-4 waarop deze verklaring betrekking heeft, voldoet aan paragraaf 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik ervan is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken en (2) dit apparaat moet ongevoelig zijn voor storingen van buitenaf, waaronder storingen die de werking van het apparaat nadelig kunnen beïnvloeden. Voorzichtig: Blootstelling aan radiofrequente straling. Het door dit apparaat uitgestraalde vermogen ligt ver beneden de hiervoor in de FCC-voorschriften vastgelegde grenswaarden. Het apparaat dient desondanks te worden gebruikt op een zodanige manier dat de mogelijkheid van menselijk contact tijdens normaal gebruik tot een minimum wordt beperkt. Wanneer een externe antenne wordt verbonden met het apparaat, dient de antenne zodanig te worden geplaatst dat de mogelijkheid van menselijk contact tijdens normaal gebruik tot een minimum wordt beperkt. Om overschrijding van de FCC-normen voor blootstelling aan radiofrequentieenergie te voorkomen, dient de afstand tussen mens en antenne ten minste 20 cm te zijn tijdens normaal gebruik. Kennisgeving van de Federal Communications Commission Deze apparatuur is getest en voldoet aan de normen voor digitale apparaten uit Klasse B, zoals vastgelegd in Deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze normen zorgen voor een aanvaardbare bescherming tegen schadelijke interferentie bij installatie in een woning. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan deze uitstralen. Als deze apparatuur niet is geïnstalleerd en wordt gebruikt overeenkomstig de instructies, kan er sprake zijn van schadelijke interferentie van radio- of televisieontvangst, hetgeen kan worden vastgesteld door de apparatuur uit en aan te zetten. De gebruiker kan proberen de interferentie te beëindigen door op een van de volgende wijzen te werk te gaan: 128 Informatie 1 • Draai de ontvangende antenne in een andere richting of zet deze op een andere plaats • Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger • Sluit de apparatuur aan op een stopcontact dat niet tot dezelfde groep behoort als het stopcontact waarop de ontvanger is aangesloten. • Neem contact op met de leverancier of een ervaren radio- of televisiemonteur. Modificaties De Federal Communications Commission eist dat de gebruiker ervoor wordt gewaarschuwd dat elke verandering aan het apparaat die niet uitdrukkelijk door Belkin Corporation is goedgekeurd de bevoegdheid van de gebruiker om het apparaat te bedienen teniet kan doen. Canada - Industry Canada (IC) De draadloze radio van dit apparaat voldoet aan RSS 139 & RSS 210 van Industry Canada. Dit apparaat van Klasse B voldoet aan de voorschriften van de Canadese ICES-003. Cet appareil numérique de la classe B conforme á la norme NMB-003 du Canada. 129 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Hoofdstuk Europa - Kennisgeving betreffende de Europese Unie Radioproducten die voorzien zijn van de aanduiding CE 0682 of de CE voldoen aan de R&TTE-richtlijn (1995/5/EC) van de Commissie van de Europese Gemeenschap. Het voldoen aan deze richtlijn houdt in dat de betreffende apparatuur beantwoordt aan de volgende Europese normen (tussen haakjes zijn de overeenkomstige internationale normen vermeld). • EN 60950 (IEC60950) – Productveiligheid • EN 300 328 Technische vereisten voor radioapparatuur • ETS 300 826 Algemene EMC-vereisten voor radioapparatuur Om het type zender vast te stellen, kunt u het identificatielabel op uw product van Belkin controleren. Producten met het CE-merk voldoen aan de Richtlijn voor Elektromagnetische Compatibiliteit (89/336/EEC) en aan de Richtlijn voor Laagspanningsapparatuur (72/23/EEC) van de Commissie van de Europese Economische Gemeenschap. Het voldoen aan deze richtlijn houdt in dat de betreffende apparatuur beantwoordt aan de volgende Europese normen (tussen haakjes zijn de overeenkomstige internationale normen vermeld). • EN 55022 (CISPR 22) – Elektromagnetische interferentie • EN 55024 (IEC61000-4-2,3,4,5,6,8,11) – Elektromagnetische immuniteit • EN 61000-3-2 (IEC610000-3-2) – Harmonischen in elektrische bekabeling • EN 61000-3-3 (IEC610000) – Spanningsfluctuaties in elektrische bekabeling • EN 60950 (IEC60950) – Productveiligheid Producten die een radiozender bevatten zijn voorzien van de CE 0682- of CE-aanduiding en kunnen tevens zijn voorzien van het CE-logo. 2 Informatie Beperkte levenslange productgarantie van Belkin Corporation Belkin Corporation garandeert gedurende de levensduur van dit product dat het vrij is van materiaal- en fabricagefouten. In geval van defecten heeft Belkin de keuze tussen een gratis reparatie of vervanging, op voorwaarde dat het product binnen de garantieperiode wordt teruggebracht naar de leverancier en dat de transportkosten vooraf worden betaald. Houdt u er rekening mee dat u op verzoek het aankoopbewijs moet kunnen vertonen. Deze garantie geldt niet voor beschadigingen als gevolg van ongelukken, misbruik, verkeerd gebruik of verkeerde toepassing; en evenmin wanneer het product zonder schriftelijke toestemming van Belkin is gewijzigd; of als het serienummer van Belkin is verwijderd of veranderd. ER KAN ALLEEN EEN BEROEP WORDEN GEDAAN OP DE BOVENSTAANDE GARANTIES EN TOEZEGGINGEN, ONGEACHT ENIGE ANDERE UITDRUKKELIJKE OF IMPLICIETE, VERBALE OF SCHRIFTELIJKE TOEZEGGINGEN. BELKIN DOET GEEN ENKELE TOEZEGGING MET BETREKKING TOT DE VERKOOPBAARHEID VAN DIT PRODUCT OF DE GESCHIKTHEID ERVAN VOOR EEN BEPAALDE TOEPASSING. Leveranciers, vertegenwoordigers en werknemers van Belkin zijn niet gemachtigd deze garantie op enigerlei wijze te wijzigen, te verlengen of uit te breiden. BELKIN IS NIET AANSPRAKELIJK VOOR SPECIFIEKE SCHADE, INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE TEN GEVOLGE VAN HET NIET NAKOMEN VAN DE GARANTIE, OF TEN GEVOLGE VAN ENIG ANDER JURIDISCH CONFLICT, WAARONDER INBEGREPEN WINSTDERVING, PRODUCTIETIJDVERLIES, GOODWILL, BESCHADIGING VAN PROGRAMMA’S OF GEGEVENS DIE ZIJN OPGESLAGEN IN OF WORDEN GEBRUIKT DOOR BELKIN-PRODUCTEN, EN HET OPNIEUW PROGRAMMEREN OF REPRODUCEREN ERVAN. In sommige staten of landen is het niet toegestaan om incidentele schade, gevolgschade en impliciete garanties uit te sluiten, in dat geval gelden de bovenstaande garantiebeperkingen niet voor u. Deze garantie verleent u specifieke rechten. Maar afhankelijk van waar u zich bevindt, beschikt u mogelijk ook over andere rechten. This product incorporates open source software, copies of this software are available for download at http://www.belkin.co.uk/support/tech/gnugpl.html. Such software is licensed under the terms of the GNU GPL. 130 High-Speed Mode Draadloze G Router Belkin Ltd. Express Business Park • Shipton Way Rushden • NN10 6GL • Verenigd Koninkrijk Tel: +44 (0) 1933 35 2000 Fax: +44 (0) 1933 31 2000 Belkin B.V. Starparc Building • Boeing Avenue 333 1119 PH Schiphol-Rijk • Nederland Tel: +31 (0) 20 654 7300 Fax: +31 (0) 20 654 7349 Belkin GmbH Hanebergstrasse 2 80637 München • Duitsland Tel: +49 (0) 89 143405 0 Fax: +49 (0) 89 143405 100 Belkin SAS 5 Rue du Petit Robinson • 3ème étage 78350 Jouy en Josas • Frankrijk Tel: +33 (0) 1 34 58 14 00 Fax: +33 (0) 1 39 46 62 89 Technische ondersteuning Europa: 00 800 223 55 460 © 2004 Belkin Corporation. Alle rechten voorbehouden. Alle handelsnamen zijn gedeponeerde handelsmerken van de betreffende rechthebbenden. Het 125 HSM-logo, 54g-logo en 54g zijn in de Verenigde Staten en/of andere landen gedeponeerde handelsmerken van Broadcom Corporation. Apple, AirPort, Mac, Mac OS en AppleTalk zijn in de Verenigde Staten en/of andere landen gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.. P74490ea