H1.1 De agrarische revolutie

advertisement
H6.3 DE INTERNATIONALE
HANDEL
Regenten en
vorsten
VERKLARINGEN ECONOMISCHE BLOEI
 Moedernegotie (Oostzeegebied, graanhandel)
 Technische vernieuwingen:
Fluitschip
Houtzaagmolen
Haringbuis
 Specialisatie in de landbouw (commerciële
handelsgewassen)
 Overlegcultuur
COMPAGNIEËN
 De economische bloei maakt reizen buitenEuropa mogelijk
 Kooplieden moeten wel samenwerken in
compagnieën (kapitaal via aandelen)
 1602 samenvoeging van de compagnieën op de
Oost in de VOC (WIC op de West pas in 1621)
VERSCHILLEN TUSSEN DE VOC EN DE WIC
VOC
 Oost (Azië)
 Wil monopolie op
specerijen
 Factorijen
(handelsposten)
 Succesvol
(voornamelijk de
tussenhandel en
werkgelegenheid)
WIC
 West (Afrika en
Amerika)
 Tropische gewassen
 Plantages (slaven)
 Niet succesvol (grote
concurrentie van
buitenland en
particulieren)
 Kaapvaart
De VOC had bijzondere
bevoegdheden:
- Eigen leger/oorlog voeren
- Eigen forten
- Eigen munt
- Zelf contracten sluiten
HANDELSKAPITALISME
 Handel vormde de basis voor het kapitalisme
 Investeringen in handel (groei financiële sector)
 Door handel groeit ook de nijverheid
 Ontstaan stapelmarkten (Amsterdam)
 Ontstaan wereldhandel tussen continenten
Download