Wat is nou precies het verschil tussen het Nusselt getal en het Biot getal. De een komt voor bij pijpstomingen en de andere bij de geldigheid van het lumped capacity model maar ze zijn wat betreft formule het zelfde? Het Biot getal komt voor in het probleem waarin we de warmteoverdracht door geleiding binnen een lichaam (met afmeting L en oppervlak A) vergelijken met warmteoverdacht door convectie aan het oppervlak van het lichaam. Het Biot getal kan het best geinterpreteerd worden als een verhouding van weerstanden L : Warmteweerstand voor geleiding: Ak hL Verhouding Bi = c k 1 Warmteweerstand voor convectie : Ahc 1. Als het Biot getal klein is dan is weerstand voor geleiding klein ten opzichte van de weerstand voor convectie en dit betekent dat we de temperatuur van het lichaam als constant mogen beschouwen. 2. Als het Biot getal groot is dan is weerstand voor convectie klein ten opzichte van de weerstand voor geleiding en dit betekent dat we voor de temperatuur aan de rand van het lichaam de temperatuur van de vloeistof kunnen nemen Het Nusselt getal geeft alleen informatie over de warmteoverdracht tengevolge van convectie aan het oppervlak van een lichaam waar een vloeistof langsstroomt Nu = hc L k waarin hc gedefinieerd wordt als q = hc Ts − T f De interpretatie is dat het Nusselt getal de verhouding beschrijft van warmteoverdracht door convectie en de warmte overdracht die zou optreden als alleen warmtegeleiding een rol zou spelen ofwel Nu = qconvectie hc ∆T = qgeleiding k ∆T L In het Biot getal bekijken dus de verhouding tussen convectie aan de rand van een lichaam en geleiding binnen het lichaam. In het Nusselt getal bekijken we dus alleen de convectie aan een oppervlak van een lichaam en vergelijken dit met de warmteoverdracht als die alleen door geleiding zou moeten plaatsvinden. Kortom in het Biot getal is de k de warmtegeleidingscoeffcient van het materiaal van het lichaam en in het Nusselt getal is de k de warmtegeleidingscoefficient van de vloeistof.