Practicum: Massa steen Nodig: 2 statieven, 2 kruisklemmen, vaste katrol, haak, massa 50 g, steen, touw, geodriehoek, weegschaal, ruitjespapier. Doel: met behulp van vectoren de massa van de steen G bepalen. Theorie: Stevin vwo p. 62 Proef 3 Opstelling en werkwijze: Bouw de opstelling na en noteer het nummer van je steen. Maak bovenin het linker statief een knoopje. Het blokje aan het touw dat daar hangt, is een zogenaamd schietlood en gebruiken we alleen om nauwkeurig hoek te kunnen meten. De vaste katrol rechts verandert de richting van de kracht. Opdrachten: 1. horizontaal opzij trekken a b c d e Zorg ervoor dat = 90° en meet hoek op. Omdat er een rechte hoek in de figuur zit, kunnen we de massa van steen G berekenen. In K werken drie krachten die evenwicht maken: Fz (de zwaartekracht op de steen), Fs1 (de horizontale spankracht) en Fs2 (de spankracht schuin links omhoog). Bereken Fs1. Teken op ruitjespapier achtereenvolgens punt K, Fs1 = 5,0 cm lang en met een parallellogram in de juiste verhouding Fz en Fs2. Bereken met behulp van sin(x), cos(x) of tan(x) eerst Fz en daarna msteen. Controleer met een weegschaal msteen en bereken het verschil in %. 2. Schuin omhoog trekken f g Maak > 90° en meet hoek op. Teken alle drie de krachten op K en bepaal met behulp van een parallellogram eerst Fz en daarna msteen. Bereken de afwijking in %. EINDE STEVIN Hoofdstuk 3 Vectoren pagina 1 van 1