Tekst: Kees Vermeer Beeld: Levien Willemse Afbreukrisico plaques Als een vetophoping in de wand van een bloedvat, een plaque, scheurt, kan dat leiden tot een plotseling hart- of herseninfarct. Nog niet bekend is bij wie dit kan gebeuren. Erasmus MC gaat dat onderzoeken bij zo’n vierduizend gezonde personen. H et denken over de oorzaak van een plotseling hartinfarct is het afgelopen decennium drastisch veranderd. Meer dan tien jaar geleden bestond het idee dat hartziekten vooral worden veroorzaakt door het langzaam dichtslibben van de kransslagaders, die het hart van bloed voorzien. In de binnenwand van de vaten hoopt zich vet op en wordt bindweefsel en kalk afgezet, dat een vat vernauwt en uiteindelijk verstopt. Dit belemmert de bloedstroom, waardoor het bijbehorende gedeelte van de hartspier geen zuurstof meer krijgt en afsterft. Maar in de jaren negentig bleek dat infarcten óók optreden bij mensen met veel minder sterk vernauwde vaten. Daar hadden wetenschappers geen goede verklaring voor. Iedereen heeft het Tegenwoordig staat de vulnerable, oftwel instabiele plaque, centraal: een plaque met een grote kern van vet (lipiden) en een dunne kap van bindweefsel. De vorming van plaques vindt bij de meerderheid van mensen plaats en voltrekt zich vanaf ongeveer het vijftiende levensjaar. Plaques groeien langzaam, maar kunnen op latere leeftijd problemen veroorzaken als zij instabiel worden en scheuren. Daarbij worden bloedstolsels gevormd die het bloedvat kunnen afsluiten. Studie: waarom breekt instabiele vetophoping in wand bloedvat plots af? 10 juni/juli 2007 MONITOR “Zo’n twee van de drie hartinfarcten worden veroorzaakt door het scheuren van een instabiele plaque in een vat dat maar weinig is vernauwd,” zegt dr. Jacqueline Witteman van de afdeling Epidemiologie & Biostatistiek. Zij kreeg eind 2006 van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) een VICI-subsidie van 1,25 miljoen euro voor haar onderzoek naar hart- en vaatziekten. Er is inmiddels heel wat bekend over de vorming van instabiele plaques. Maar ondanks deze kennis is toch één belangrijke vraag nog niet beantwoord: bij wie worden plaques instabiel? “Wat bekend is over instabiele plaques, is onderzocht in geselecteerde patiëntenpopulaties en bij overledenen bij wie autopsie is verricht,” vertelt dr. Witteman. “We gaan nu onderzoek doen bij gezónde mensen. Bij hen willen we ten eerste nagaan wat het natuurlijke beloop is van atherosclerose, oftewel aderverkalking.” “Ten tweede willen we kijken bij wie de plaques kunnen scheuren en wie dus risico loopt op een plotseling hartof herseninfarct. Dat willen we graag weten, want die mensen komen in de toekomst in aanmerking voor preventieve maatregelen.” Weer via ERGO Het onderzoek van dr. Witteman vindt plaats onder deelnemers van de ERGO-studie, het bekende Rotterdamse bevolkingsonderzoek onder inmiddels meer dan 14.000 45-plussers in de wijk Ommoord. Die studie loopt al vanaf 1990 en leent zich uitstekend voor het onderzoek naar plaques. Dr. Witteman is zelf vanaf het begin betrokken bij ERGO. “We verzamelen al zeventien jaar informatie over risicofactoren voor harten vaatziekten en hebben onder meer gegevens over de hoeveelheid plaques. We begonnen met het meten van de wanddikte van de halsslagaders, met echografie. In ‘97 waren wij de eersten die in een bevolkingsonderzoek met een snelle CT-scanner kalk gingen meten in de kransslagaders. We achterhaalden dat mensen met veel kalk in de kransslagaders een acht maal hoger risico hadden op het HART-, HERSENINFARCT EPIDEMIOLOGIE & BIOSTATISTIEK Nieuw: vetophoping met echo in beeld, via de lies Dr. Johannes Schaar is in 2005 cum laude aan de Erasmus Universiteit Rotterdam gepromoveerd op echo-onderzoek naar plaques. Met de afdeling Biomedische Technologie ontwierp hij een methode om plaques vanuit het bloedvat te bekijken. Hoe werkt die? • Bij de patiënt wordt via de lies een katheter ingebracht. De tip bevat een echoapparaatje • De katheter wordt in het lichaam opgeschoven tot in de kransslagader van het hart • De cardioloog ziet het echosignaal op het beeldscherm en kan plaques opsporen en bekijken • “We kunnen zo niet alleen zien hoe groot de plaques zijn, maar ook of ze rustig of actief zijn,” vertelt dr. Schaar. “Met rustige plaques kan iemand zonder problemen oud worden. Maar actieve plaques zijn gevaarlijk. Ze bevatten vet, zijn daardoor zacht en kunnen scheuren.” krijgen van een hartinfarct dan mensen met weinig kalk. De kalk bevindt zich in de plaques en is een maat voor de totale hoeveelheid plaque in de kransslagaders. Maar dat zegt niets over de samenstelling van de plaque. Dat gaan we nu meten.” Veel mensen scannen Deze nieuwe meting wordt gedaan met MRI. Het onderzoek gebeurt in samenwerking met de afdeling Radiologie van Erasmus MC. Met de nieuwe methode is het mogelijk om te zien hoe de plaque is opgebouwd en daarmee hoe stabiel deze is. In het Gezondheidscentrum van Ommoord staat een MRI-scanner, wat het mogelijk maakt om veel mensen te scannen. Alle deelnemers worden iedere drie jaar onderzocht, onder meer middels echografie van de halsslagaders. “We kijken eerst of we plaques in de halsslagaders zien. Als dat zo is, nodigen we de deelnemer uit voor een MRI. Daarmee kunnen we dan de samenstelling van de plaque vaststellen en in de loop van de tijd veranderingen in samenstelling en de groei van de plaques volgen. Onze ervaring is dat mensen graag willen meewerken. Ik denk dat we de komende vier jaar vierduizend mensen met MRI kunnen onderzoeken. Dat zijn dus allemaal mensen over wie we al heel veel informatie hebben. Dat is de kracht van dit onderzoek.” Risico beter voorspellen De nieuwe meting zal veel informatie opleveren. Het is mogelijk om in de loop van de tijd te bestuderen bij welke mensen de plaques instabiel worden, en om dat te relateren aan het optreden van hart- of herseninfarcten in de onderzoeksgroep. “We hopen zo mensen te kunnen identificeren die risico lopen op een infarct. Die mensen kunnen in de toekomst mogelijk preventief behandeld worden. Op dit moment worden mensen met een verhoogd risico opgespoord aan de hand van factoren als hoge bloeddruk, een hoog cholesterol of overgewicht. Dat zijn wel oorzaken van een hartinfarct, en daarmee risicofactoren, maar het zijn slechte voorspellers. We hopen dat we in de toekomst veel beter kunnen Mensen met actieve plaques kunnen preventief medicijnen krijgen, bijvoorbeeld cholesterolverlagers of aspirine. Maar dr. Schaar benadrukt: “We weten nog niet òf en welke medicatie helpt. In feite kunnen we nu nog niets doen voor deze mensen. Maar ik ben er zeker van dat we in de nabije toekomst iets vinden om hun plaques te stabiliseren. We doen zelf een studie met een farmaceutisch bedrijf om een nieuw medicijn te testen. En in de VS lopen eveneens onderzoeken hiernaar. Ik verwacht binnen vijf jaar grote vooruitgang.” Instabiele plaques zijn een boeiend onderzoeksveld, vindt dr. Schaar. Hij werkt op het Thoraxcentrum van Erasmus MC en heeft, samen met cardioloog prof. Patrick Serruys, een boek over het onderwerp geschreven, dat komend najaar wordt uitgegeven. Dit is bedoeld voor zorgverleners en geeft een samenvatting van wat tot nu toe allemaal bekend is over instabiele plaques. voorspellen wie risico loopt op een infarct. Misschien kunnen mensen met instabiele plaques worden behandeld met medicijnen die plaques stabiliseren. Zulke middelen zijn nu in ontwikkeling. Ook zou je mensen met de hoogste risico’s preventief dezelfde medicatie kunnen geven die gebruikt wordt bij mensen die al een infarct hebben gehad.” Speuren in het lab Een deel van het onderzoek zal in het laboratorium plaatsvinden. Er zal namelijk worden gezocht naar factoren in het bloed die samenhangen met activiteit van de plaque, bijvoorbeeld eiwitten die aangemaakt worden bij een ontsteking in het lichaam. Wellicht gaan instabiele plaques samen met meer ontstekingseiwitten in het bloed. De waarde daarvan kan dan bijdragen aan de bepaling van het risico op een hart- of herseninfarct. Verder wordt in het lab de ‘stollingsneiging’ van het bloed bepaald. Ook dat kan van invloed zijn op het risico op een infarct. Lawine aan gegevens De MRI’s zullen heel veel gegevens opleveren, die allemaal worden opgeslagen in de computer en verwerkt moeten worden. Dat gebeurt in samenwerking met de Biomedical Imaging Group Rotterdam (BIGR), een samenwerkingsverband tussen de afdelingen Medische Informatica en Radiologie van Erasmus MC. De BIGR werkt momenteel aan een programma voor automatische verwerking van gegevens over plaque in de vaatwand, wat eveneens onderdeel is van een VICI-subsidie van NWO. ■ Hoe vervetten bloedvaten? • Plaques ontstaan op plaatsen waar de binnenwand van het bloedvat licht is bescha• • • • • digd, bijvoorbeeld door verstoringen in de bloedstroom ter plekke, of door een schadelijke stof, zoals nicotine Plaques kunnen bestaan uit vet, bindweefsel en kalk. Het minst stevig zijn plaques met een grote kern van vetten (lipiden) en een dunne kap van bindweefsel. Deze hebben de meeste kans op scheuren Plaques ontstaan doordat vetten (van het beruchte type LDL-cholesterol) zich ophopen in het bloedvat. Daar komen witte bloedcellen op af, wat het begin is van een ontstekingsproces. Deze bloedcellen veranderen in de plaque van gedaante: ze worden zogeheten macrofagen, die vetten beginnen op te nemen. Uiteindelijk ontstaat een vetrijke kern in de plaque Intussen zijn er ook gladde spiercellen in de plaque gekomen, afkomstig uit een diepere laag in de vaatwand. Deze zorgen voor het afzetten van bindweefsel dat een stevig kapsel om de plaque vormt. Helaas produceren de macrofagen enzymen die het bindweefsel weer afbreken en het kapsel dunner maken. Het evenwicht tussen deze twee processen bepaalt de stabiliteit van de plaque Als de kap dun wordt en scheurt, komt de inhoud van de plaque in aanraking met het bloed. Die inhoud bevat stoffen die de bloedstolling stimuleren. Zo kan zich een bloedstolsel vormen. En juist dat stolsel is de grote boosdoener bij een hart- of herseninfarct Het stolsel zelf kan een bloedvat afsluiten, of er kan een stukje afbreken dat met de bloedstroom wordt meegevoerd en verderop een bloedvat verstopt Patiëntenmateriaal wordt sterk gekoeld bewaard MONITOR juni/juli 2007 11