ASPERGES

advertisement
ASPERGES
Asparagus officinalis
De wilde asperges groeit
op zandige grazige grond,
vooral in de duinen.
In het voorjaar krijgt de
plant geurige bloemetjes
en later felrode bessen.
Officinalis betekent dat
het vroeger een geneeskruid is geweest.
De uitlopers van de wilde plant zijn
gezond.
Volksgeneeskunde
Traditioneel worden aan de asperge
geneeskrachtige werking toegekend als
medicijn tegen bijensteken, hartproblemen, duizeligheid en tandpijn. Ook
werd het toegepast als urineafdrijvend
middel of laxeermiddel, en het is nu
bekend dat het in asperges voorkomende aminozuur asparagine inderdaad de nierfunctie stimuleert. Ten
slotte worden asperges (vanwege het
fallische uiterlijk) ook aangeprezen als
afrodisiacum. Tegenwoordig worden
asperges vaak gewaardeerd door
patiënten met een zoutarm dieet, daar
de asperge zonder verdere toevoegin-
gen een duidelijke eigen
smaak heeft.
Enige uren na het nuttigen
van verse asperges heeft
de urine een merkwaardige
geur. Dat komt doordat de
zwavelhoudende stoffen in
de asperge in het lichaam
na consumptie snel worden omgezet in vluchtige zwavelhoudende verbindingen. Bij iedere asperge-eter vindt die omzetting plaats,
maar niet iedereen kan de zwavellucht
evengoed ruiken.
Gebruik
Wilde asperges zijn groen en heel dun.
Je trekt ze uit de grond en eet alleen
het gedeelte dat eenvoudig met de
vingers afgebroken kan worden, aan de
top. De harde steel die overblijft kan
eventueel voor bouillon gebruikt worden. De eenvoudigste bereidingswijze
is om de asperge stukjes in wat olijfolie te bakken, een ei los te kloppen en
over de asperges te gieten zodat het
een omelet wordt. Dit heet een 'frittata'. Verder zijn de asperges heerlijk
over de pasta en kun je er risotto mee
maken.
BITTERZOET GIFTIG!
Solanum dulcamara
Heesterachtige plant met windende of
rechtopstaande stengels, tot 2 m.
lang.Grondbladeren hartvormig, hoger
op de stengel lancetvormig-eirond.
Bloemen in trosachtige bloeiwijzen, 5tallig, paars, aan de voet ven de slippen groen gevlekt. Ruikt onaangenaam.
Kinderen kauwden vroeger op de stengel, waarvan het sap eerst
bitter(amara) en daarna, onder invloed
van het speeksel (dulcis) smaakte.
Daar komen de soortnaam en de
Nederlandse naam vandaan. Solanum
(in het Nederlands nachtschade) komt
van het Latijnse werkwoord solarie,
dat pijnstillen betekent.
De plant bevat onder anderen de giftige stoffen solaceïne, solaeïne en
solasonine, die bij een te grote dosis
de tong kunnen verlammen en het
spraakvermogen kunnen aantasten.
Volksnamen: dolbessen-hout, elf-rank,
hoe-langer-hoe-liever, klimmende
nachtschade en qualster.
Gebruik
De oude Egyptenaren gebruikten de
plant al. Voor hen had bitterzoet
waarschijnlijk ook een rituele betekenis. Om de nek van de mummie van
Toetanchamon werd namelijk een ketting van bitterzoetbessen aangetroffen. In Duitsland hingen de boeren
wel eens bitterzoet om de nek van
hun vee om het te beschermen tegen
kwade geesten. Bitterzoet behoort tot
de Heksenkruiden.
Medisch wordt de plant gebruikt tegen
huidaandoeningen, alcoholvergiftiging
en bloedstoornissen.
RIMPELROOS
Rosa Rugosa
Dichte zeer stekelige struik met stijve takken, 1-2 m hoog.
Oogsttijd september-oktober.
Rauw eetbaar.
Toepassing :thee (Vitamine C).
De Rimpelroos (Rosa rugosa) is een roos die
van oorsprong afkomstig is uit NoordoostChina, Japan, Korea en Zuidoost-Siberië,
waar het langs de kusten
groeit, veelal in de duinen.
neteldoek.
Doe de geleisuiker bij je rozenblaadjes
aftreksel. Volg daarbij de instructies op de
verpakking. De keuken ruikt ondertussen
heerlijk naar rozenblaadjes.
Gebruik liever kleine potjes om je jam in te
doen. Zeker voor de rozenblaadjessiroop is
dat handig. Eens het bokaaltje open houdt
de siroop nog maar 14
dagen, hooguit 3 weken.
Rozebottelthee
Gedroogde hele bottels,
eventueel de pitten verwijderen.
Bij verkoudheid en koorts,
bij slecht genezende wonden.
2 eetlepels, fijngesneden
bottels, met 1 liter water aan de kook brengen en 10 minuten koken.
De thee bevat zo de meeste vit.C.
Rozenbottelchutney
Was je rozenbottels
(liefst hondsroos of egelantierbottels, die zijn
steviger).
Doe de kroontjes en de
steeltjes eraf.
Snij de rozenbottels in
twee en haal de pitjes eruit.
Was je pittenvrije stukjes goed af.
Zet ze net onder water en laat ze 10
minuutjes op een zacht vuurtje koken.
Giet het water af, maar kieper het niet weg.
Neem nu twee kopjes van dat vocht en doe
er één kop witte wijnazijn bij.
Overgiet hiermee de wachtende rozenbottels
en weeg alles.
Doe er dezelfde hoeveelheid suiker bij.
Laat het geheel weer aan de kook komen en
laat zachtjes verdampen tot je de gewenste
sapdikte krijgt. 15 minuutjes kan al voldoende zijn.
Rozenblaadjesjam
Doe de blormblaadjes in een pot, boordevol.
Als je een donkere kleur aan je siroop of
jam wil geven, doe er dan klaproosblaadjes
bij.
Doe er, per liter water, een geschilde
citroen, in schijfjes gesneden, bij. Dan komt
de rozensmaak nog beter tot zijn recht.
Giet er kokend water over tot alle blaadjes
kopje onder zitten.
Laat 24 uur staan en doe dan alles door een
DAUWBRAAM
Rubus caesius
De Dauwbraam is een kruipende overblijvende plant in de
Rozenfamilie. In de volksmond
wordt de braam ook wel duinbraam genoemd. De soortnaam
caesius is Latijn voor licht
blauw. De kelkbladen zijn lang
gespitst. De bloemen zijn wit
of roze. De vruchten zijn vaak
iets kleiner dan die van de
bosbraam, hebben een lager suikergehalte
en zijn iets sappiger. De doffe, berijpte
kleur is verantwoordelijk voor zowel de
Nederlandse naam als de Texelse naam
Blaauwe braame en de Engelse naam dewberry
Gebruik
Braambladthee - of tinctuur is een uitstekend middel bij alle kwalen die voortkomen
uit een lage weerstand, zoals griep, verkoudheid, keelpijn, angina, ontstoken tandvlees, aften, verharde lymfeknopen. Maar
ook na een periode van ernstige ziekte om
het herstel te bevorderen. Braamblad vult
tekorten aan, is zweetafdrijvend en ontstekingsremmend.
Bramenjam
Voor 2 â 3 potten
1250 gram bramen
1 pakje (500 gram) Geleisuiker speciaal
Bereiding
1. Maak jampotten en eventuele deksels schoon met heet
sodawater. Gebruik 1 eetlepel
soda op 1 liter water. Spoel
alles na met schoon, heet
water. Laat de potten en deksels omgekeerd op een schone
theedoek uitlekken.
2. Maak de bramen schoon en
doe ze in een pan. Breng de bramen op
klein vuur aan de kook. Voeg de Geleisuiker
speciaal toe en breng dit al roerend aan de
kook. Laat de massa 1 minuut borrelend
koken. Schenk de hete massa direct in de
schoongemaakte jampotten en sluit ze af.
3. De jam is een half jaar houdbaar op een
koele, donkere plaats of vries de jam in.
4. Geleisuiker Speciaal bestaat uit suiker,
conserveermiddel E202, voedingszuur en
zuurteregelaar.
Ecologie
De soort wordt veel in de duinen aangetroffen tot Bergen (Noord-Holland). Ze houdt
van kalk en open plaatsen met veel zon. Ze
houdt ook van humus, maar nodig is dit
niet, ook op vrijwel puur zand groeit ze en
brengt bloemen en vruchten voort. De kruipende takken zowel als de wortels helpen
om stuivend zand vast te houden. De dauwbraam schijnt het oprukken van de
Duindoorn te belemmeren.
AMERIKAANSE VOGELKERS
Prunus serotina
Amerikaanse vogelkers of bospest is in
Nederland en België geïmporteerd en vanaf
de jaren twintig van de
twintigste eeuw als vulhout in de bossen aangeplant.
De struik treedt vaak
plaagvormend op in storingssituaties, zoals op
kapvlaktes, waar door
mineralisatie van het
strooisel en de humus,
gevormd door afgevallen
bladeren en dode takken,
stikstof in de bodem vrijkomt. Daarnaast komt jaarlijks een hoeveelheid stikstof afkomstig van het verkeer en
de landbouw in de meer natuurlijke systemen, zoals natuurbossen en duinen, terecht,
waardoor ook de Amerikaanse vogelkers zich
hier vestigt en zelfs tot een boom van 20 m
hoog kan uitgroeien.
De Amerikaanse vogelkers bloeit van eind
mei tot juni met witte bloemen. De bloemen zitten in trossen. De bessen hebben
aan de voet een vastzittend kroontje, dat
gevormd wordt door de achtergebleven kelkbuis.
Gebruik
De kleine bessen zijn eetbaar. Dit zijn dus
Amerikaanse kersen. Ze zijn alleen lekker als
ze rijp zijn, dan is de kleur zeer donkerrood,
bijna zwart. Amerikaanse kersen zijn uit de
hand eetbaar, weliswaar met een beetje bit-
tere smaak, maar zeer dorstlessend. Je kunt
er jam, sap e.d. van maken. Ook hier: licht
bittere smaak. Is erg lekker
in combinatie met andere
vruchten, bv. pruimen, blauwe bessen.
Er wordt wel eens vermeld
dat Amerikaanse vogelkers
giftig is. Wat hier bedoeld
wordt is dat het blad en de
pit inderdaad giftig zijn.
Dat is zo, maar dit geldt
ook voor gewone kersen.
Dus geen pitten doorslikken.
Bestrijding
Bosbouwers en natuurbeheerders doen al
vele decennia pogingen de Amerikaanse
vogelkers te bestrijden. Doordat de 'prunusbestrijding' (zoals het ook wel genoemd
wordt) vaak niet consequent wordt volgehouden keert de soort steeds terug.
Geprobeerd is de struiken te bestrijden door
ze te besmetten met Loodglansschimmel;
deze bestrijdingswijze is echter moeilijk
toepasbaar. Tegenwoordig wordt
Amerikaanse vogelkers wel bestreden door
de groeiplaatsen te laten begrazen door geiten. Vooral van de Nederlandse landgeit is
bekend dat deze de Amerikaanse vogelkers
effectief kan bestrijden als de percelen over
een aantal jaren onafgebroken door geiten
worden begraasd.
GELDERSE ROOS GIFTIG
Viburnum opulus
De groeiwijze is opgaand tot drie meter
hoog. De Gelderse roos bloeit in mei– juni
met witte bloemetjes die in platte tuilen
voorkomen. De randbloemen zijn steriel, de
overige bloemen fertiel (vruchtbaar). De
randbloemen hebben de functie om insecten
te lokken. Na de bloei komen er trosjes met
hangende bessen, die lang aan de struik
blijven zitten.
De Gelderse roos is in Nederland vooral te
vinden in het rivierengebied langs kreken of
strangen. De bloem wordt door insecten
bezocht vanwege de honing.
Naamgeving
De Gelderse roos is helemaal geen roos,
maar een heester met witte bloemschermen
in mei en, zoals de Latijnse naam al zegt,
familie van de gecultiveerde sneeuwbal. Hoe
is hij dan aan zijn Nederlandse naam gekomen? Waarschijnlijk door een verkeerde
vertaling uit het Latijn. De oude graven van
Gelre (oude naam van Gelderland) hadden
een blad in hun wapen waarvan men dacht
dat het van de Viburnum opulus zou zijn,
die in het wild in juni prachtig bloeide.
Later bleek het om het blad van de mispel
te gaan. Een vergissing! Maar de naam
bleef. Blijkbaar hadden deze Nederlandse
graven zoveel aanzien en invloed, dat de
naam in Engeland overgenomen werd.
De Latijnse naam Viburnum zou in verband
staan met een woord voor buigzaam. Opulus
betekent met bladeren als de aak (esdoorn).
De rode giftige vruchten worden door vogels
weinig gewaardeerd, ze blijven tot lang in
de winter hangen.
DUINDOORN
Hippophaë rhammoides L.
Heester, 1-5 m hoog.
Bladeren 5-8 cm lang,
lijnlancetvormig, bovenzijde grijsgroen, onderzijde zilverwit.
Bloemen tweehuizig, in
korte aren, onopvallend,
roestrood, verschijnen
voor de bladeren.
Bloeitijd: april.
Vruchten: kleine, langwerpig, ronde, bleekgele tot
oranje schijnbessen
(Steenvruchten) smaken
zurig-aromatisch.
Oogsttijd september-oktober, voor de vorst.
Gebruik
Duindoornbessen bevatten de vitamines AB1-B2 en E en C en worden onder meer
gebruikt in yoghurt, duindoornsap, duindoornbonbons. Er wordt ook wijn van
gemaakt.
Ecologie
De duindoorn leeft in symbiose met een
mycobacterie van het genus Frankia die in
wortelknolletjes stikstof bindt. Dit proces
vindt vooral plaats in jonge wortels. De
duindoorn wordt in zijn milieu 10 tot 15
jaar oud waarna zijn plaats ingenomen
wordt door opvolgende plantensoorten.
Duindoorn is een tweehuizige struik; er zijn
dus mannelijke en vrouwelijke planten.
Deze plant komt van
nature vooral voor in
open, kalkrijke duinen.
De duindoorn is goed
bestand tegen het stuiven van het zand. Hij
wortelt dan ook zowel
horizontaal als verticaal.
De bessen zijn zuur en
rijk aan vitamine C. In
de winter kunnen de
bessen gaan gisten,
hierdoor kunnen vogels
als de lijster of de kramsvogel dronken worden.
Ook de vossen eten de bessen. In de winter
kun je bij de duindoorns de oranje gekleurde vossenkeutels aantreffen. Ook vinkachtigen, zoals de groenling, eten graag van de
bessen. Opvallend is dat deze dieren het
vruchtvlees negeren. Ze hebben een voorkeur voor de nootjes die binnenin de bessen
zitten. Als je aan een duindoornstruik alleen
de huid van de bessen ziet hangen, dan
weet je bijna zeker dat deze vogels langs
zijn gekomen en niet de kramsvogels of
kraaien en spreeuwen want die vreten de
hele bes op.
De duindoorn profiteert van al deze vraatzucht: het maagsap doet de nootachtige
kiem van de bessen beter ontkiemen.
Bovendien vliegen vogels ver, dus kan de
duindoorn zich ook elders vestigen.
EENSTIJLIGE MEIDOORN
Crataegus monogyna
Heester of kleine boom met
doornige takken, 2-10
meter hoog. Bladeren rondachtig of omgekeerd eirond,
meestal 3-lobbig, bovenzijde donkergroen, glanzend,
onderzijde blauwachtig- of
witachtig-groen. Bloemen
in rechtopstaande schermvormige trossen, 5-tallig,
wit, sterk geurend.
Bloeitijd mei-juni.
Vruchten:kleine rode schijnvruchten met
slechts 1 zaad, rijk aan vitaminen, vruchtvlees gelig, smaakt melig.
Rijp: september-oktober.
Rauw EETBAAR.
Maar ook bij niet-leeftijdsafhankelijk hartklachten
wordt meidoorn gebruikt,
zoals bij bepaalde ritmestoornissen, hartzwakte na
infectieziekten of overbelastingsklachten.
In de nabehandeling van
een hartinfarct wordt ook
van meidoorn gebruik
gemaakt.
Behalve bij 'objectieve' hartklachten is meidoorn ook effectief bij subjectieve stoornissen als prikkelbaarheid en angst, alsook bij
menopauzeklachten en klachten van neurovegetatieve instabiliteit (met angst, duizeligheid en oorsuizen).
Gebruik
Het zware, dichte hout van de meidoorn
wordt gebruikt voor handvatten van gereedschappen en voor kleine voorwerpen. Het
hout is hard. Vroeger werd het wel gebruikt
als hakblok van de beul.
Ecologie
De meidoorn is door zijn doorns redelijk
beschermd tegen de vraat van grote grazers.
Het is een plant die met name voorkomt
langs bosranden.
De bloemen van de meidoorn zijn mooi en
vrij groot, en worden door insecten bestoven. De vruchten worden gegeten door
vogels en zoogdieren, die daarmee zorgen
voor de verspreiding van de zaden. Wat de
meidoorn betreft gaat het hier vooral om
vogels. In het najaar zijn het vooral spreeuwen en vinken, en ook trekvogels die in die
periode overtrekken. Kramsvogels en koperwieken die hier overwinteren voeden zich
met de overgebleven bessen.
Meidoorn wordt wel de "valeriaan van het
hart" genoemd: ze werkt actief in op de
hartzenuwen, en doet het hart daardoor
krachtiger doch rustiger kloppen.
Bereidingen op basis van meidoorn worden
gebruikt bij "ouderdomskwalen" van het
hart, als de hartfuncties verminderen en
problemen optreden ter hoogte van de
kransslagaders.
HONDSROOS
Rosa Canina
Rechtopstaande, stekelige
heester, tot 3 m hoog.
Bladeren verspreid, samengesteld, 5-7 blaadjes, 2-4
cm lang, eirond, kaal.
Bloemen 5-tallig, bleekroze.
Bloeitijd juni-juli.
Vruchten:kogelronde tot
ovale oranje, later scharlakenrode schijnvruchten met
talrijke behaarde nootjes
binnenin (rozenbottels).
Oogsttijd: september –
oktober. Rauw eetbaar.
Gebruik
Der ontpitte bottels zijn zeer vitaminerijk
en worden verwerkt tot siroop, gelei en
jam.
Rozebottelthee
Gedroogde hele bottels, eventueel de pitten
verwijderen.
Bij verkoudheid en koorts, bij slecht genezende wonden.
2 eetlepels fijngesneden bottels, met 1 liter
water aan de kook brengen en 10 minuten
koken.
De thee bevat veel vitamine C.
Rozenbotteljam
Van de vrucht van de roos, de rozenbottel,
wordt rozenbotteljam bereid. Deze jam is
rijk aan vitamine C.
Ingrediënten
Voor 3 – 4 potten
2 kg rijpe rozenbottels
1 kg geleisuiker
Bereiding
Maak jampotten en eventuele deksels schoon met heet
sodawater. Gebruik 1 eetlepel soda op 1 liter water.
Spoel alles na met schoon,
heet water. Laat de potten
en deksels omgekeerd op
een schone theedoek uitlekken.
Was de rozenbottels en kook ze in weinig
water in 20 – 30 minuten zacht. Zeef het
mengsel, waarbij de pitjes en harde stukjes
achterblijven.
Weeg 1 kg moes af en meng dit met de
geleisuiker. Breng de massa aan de kook en
laat het 4 minuten borrelend doorkoken.
Schenk de hete massa direct in de schoongemaakte jampotten en sluit ze af.
Ecologie
De hondsroos komt met name langs bosranden, in heggen en in struikgewas voor. De
bloemen worden door bijen bestoven, de
bottels worden graag gegeten door allerlei
vogels, zoals de koperwiek en de kramsvogel
in de maanden december, januari en februari.
HOP
Humulus Lupulus
Linksomwindende wilde
klimplant,die vrij algemeen voorkomt in kreupelhout.
De ingesneden bladeren
hebben dezelfde karakteristieke vorm als wijnranken, maar bij aanraking merk je het verschil: ze zijn heel ruw,
zo ruw als schuurpapier!
Het feit dat de bladeren
tegenoverstaand zijn is
overigens voldoende om
de hop van praktisch
alle andere bladeren te
kunnen onderscheiden.
Vruchten: rijp augustus-september.
De vrouwelijke bloemen of Hopbellen zijn
zeer decoratief. Ze hangen als kegelvruchtjes in de oksel van de schutbladeren.
Gebruik
De bitterstoffen uit hop (het lupuline uit de
vrouwelijke hopbellen) zijn een bestanddeel
van bier. Aanvankelijk werd dit in bier als
conserveringsmiddel gebruikt door zijn antiseptische werking, maar men is langzamerhand aan de bittere smaak gewend en
beschouwt het inmiddels als een essentieel
onderdeel van bier en zeker van pils, de
Engelse bitters en een aantal Belgische speciaalbieren. Hoppige pils-soorten zijn
Amstel 1870 in Nederland, Christal Alken en
Stella in België en Beck's, Jever en DAB in
Duitsland.
Hop werkt medicinaal: het is rustgevend en
slaapverwekkend en wordt dus ook vaak met
dit doel in thee verwerkt. Hop bevat bovendien fenolen, die sterk lijken op het vrou-
welijk hormoon oestrogeen,
en daardoor ongemakken bij
vrouwen in de menopauze
bestrijden. Er wordt zelfs
beweerd dat bierdrinkende
oudere mannen hierdoor
meer vrouwelijke hormonen
bevatten dan hun vrouwelijke leeftijdsgenoten.
Menohop is een preparaat
dat na onderzoek door de
Gentse Universiteit, op de
markt werd gebracht.
Hopbelletjes hebben kalmerende en slaapverwekkende
eigenschappen.
Er worden geurkussentjes
en bittere drankjes van gemaakt.
In de geneeskunde wordt er een middel van
gemaakt dat remmend werkt op de
geslachtsdrift (anafrodisiacum).
Een nieuwe toepassing voor de hopteelt zijn
de hopscheuten. De scheuten, vergelijkbaar
met taugé, worden gestoken op het ogenblik dat ze nog onder de grond zitten, en
worden beschouwd als een delicatesse.
Teelt
Een complicerende factor bij de teelt van
hop is het feit dat de kwaliteit van de werkzame stof afneemt zodra de vrouwelijke
bloem is bevrucht. Daarom is het in teeltgebieden wettelijk vastgelegd dat mannelijke planten zo snel mogelijk moeten worden
vernietigd. De zaadjes bevatten nl. (na
bevruchting) bepaalde lipiden, vetstoffen
zeg maar, die ervoor zorgen dat de schuimlaag afbreekt. In Engelse bieren is dit het
geval, hier is deze regel immers niet van
toepassing.
WILDE KARDINAALSMUTS GIFTIG
Euonymus europaeus
Struik of kleine
boom, 2-7 m hoog,
met vierkante takken. Bladeren 2-10
cm lang, kruisgewijs
tegenoverstaand,
kort en gesteeld,
eirond-lancetvormig,
gezaagd.Bloemen in
okselstandige trossen, 4-tallig, groenachtig-wit. Bloeitijd april-juni.
Vruchten:
Stomp-vierkantige doosvruchten met
2-4 zaden, die omgeven zijn door een
oranjerode, vlezige zaadrok.. De vorm
van de opengesprongen doosvruchten
doet denken aan de muts van een kardinaal.
Rijp:september-oktober.
Standplaats: in bossen en struikgewas,
vooral in de duinen. Komt ook op
andere plaatsen voor op kalkrijke
grond, o.a. in Drenthe en Limburg.
Ecologie
De bloem wordt door insecten bestoven. Deze bladverliezende plant heeft
rode vruchten die de vorm hebben van
een kardinaalsmuts. Het zaad wordt
door vogels verspreid. De plant her-
stelt zich goed na
vraat door bijvoorbeeld konijnen.
NB De vruchten zijn
giftig. Bij inname
kan men last krijgen
van braken, buikloop,
buikkrampen en sufheid.
De struik is de enige voedselbron voor
de larven van de grote kardinaalsmutsstippelmot (Yponomeuta cagnagellus).
Kardinaalsmuts bevat dulcitol, voor de
eters van deze struik heeft deze stof
een grote aantrekkingskracht.
In het voorjaar ziet men in de duinen
vaak geheel kaalgevreten struiken. Ze
herstellen zich echter altijd weer.
De kardinaalsmuts is een belangrijke
voedselplant voor het boomblauwtje
LIJSTERBES
Sorbus aucuparia
Boom tot 15 m. hoog, met
ronde kroon. Bladeren oneven geveerd, 2-6 cm lang.
Bloemen met schermvormige trossen, 5-tallig, wit tot
geelachtig. Haringachtige
geur. Bloeitijd april-juni.
Vruchten:kogelronde, ca. 1
cm in doorsnede, koraalrode
schijnvruchten met meestal
3 zaden. Ze smaken kruidig-zuur tot zwak
bitter. Oogsttijd augustus-oktober.
Gebruik
De bessen zijn rauw eetbaar en bevatten
veel vitamine C. Toepassing: als sap, gelei,
siroop.
Opmerking: volgens de literatuur kunnen
grote hoeveelheden vruchten enigszins giftig
zijn.
Ze werken sterk laxerend. Deze werking verdwijnt bij het koken. Nadat de vruchten 8
tot 12 uur geweekt zijn in verdunde azijn,
kunnen zij tot jam verwerkt worden, eventueel gemengd met appels.
In Duitsland worden de bessen op jenever
gezet. Zij bevatten veel vitamine C.
Gedroogd en gemalen leveren zij een smakelijk meel op. Geroosterd worden zij als koffiesurrogaat gebruikt.
Symboliek, mythen en volksgeloof
De lijsterbes is zinnebeeld voor wijsheid,
kracht en beschermt tegen het kwaad. Zij is
bij de Kelten de toverboom.
De Keltische druïden gebruikten lijsterbesstokken bij hun
rituelen. Vooral in Wales
wordt de Lijsterbes als
Heilige boom vereerd.
Volgens een oude Ierse
legende zou de vrouw zijn
ontstaan uit een Lijsterbes.
In de Schotse Hooglanden
werd de Lijsterbes geplant tegen toverij.
Ook lieten de herders hun schapen elk jaar
onder de takken van een Lijsterbes door
gaan. Varkens gaf men een aftreksel van
lijsterbessen als bescherming tegen ziektes.
Bij de oude Grieken was zij gewijd aan
Aphrodite, godin van liefde en schoonheid.
Volgens een Romeinse legende groeiden er
lijsterbessen uit de bloeddruppels van een
arend die met de demonen streed.
De lijsterbes werd vroeger vaak geplant op
kerkhoven als toverboom en om demonen af
te schrikken.
Ecologie
Omdat de wilde lijsterbes erg winterhard is,
was het een van de eerste bomen die na de
ijstijd in de Benelux voorkwamen. De plant
wordt door insecten bestoven en de verspreiding vindt vooral plaats door vogels die
van de bessen hebben gesnoept.
SLEEDOORN
Prunus spinosa
Heester 1-3 meter hoog,
de zijtakken eindigen in
een scherpe doorn.
Bladeren 1-2 cm. Lang,
eirond, rand scherp
gezaagd, zacht behaard in
jong stadium, later kaal.
Bloemen wit, verschijnen
voor de bladeren, ruiken
naar bittere amandelen.
Bloeitijd maart - mei.
Vruchten: zwartblauwe, berijpte steenvruchten, zo groot als kersen. Volksnaam:
Trekkebek = zuur en wrang van smaak.
BESSEN: gekookt eetbaar.
Gebruik
De bloemen van de sleedoorn vormen in het
voorjaar een mooie versiering voor salades
en toetjes. Ze kunnen ook dienen als
smaakmaker, bijvoorbeeld in een romige vla,
waaraan ze een smaak geven die met bittere
amandelen te vergelijken is.
Bereiding van sap van de bessen:
de gewassen bessen in een stenen pot doen
en zoveel kokend water erover gieten tot de
bessen net onder staan. De volgende dag en
de dag daarop het water afgieten, opkoken
en weer over de bessen gieten. Het op
deze wijze bereide sap met suiker aan de
kook brengen, direct in schone flessen doen
en goed afsluiten.
Verder worden de bessen ook op brandewijn
gezet, wat een uitstekende pruimen likeur
oplevert met een mooie
paarsachtige kleur.
Recept sleedoorndrupke:
Neem 1,5 kg bessen, die de
vorst hebben meegemaakt
of in de vriezer hebben
gelegen, 350 gram suiker,
een kwart liter water en
een halve liter water of
brandewijn.
Was de vruchten en prik ze flink aan met
een stopnaald.Kook de suiker met het water
tot een siroop. Laat dit afkoelen en roer er
de brandewijn door. Vul enkele bokalen met
sleedoornvruchten en giet er de gesuikerde
brandewijn over.
Laat de drank op een warme plek staan en
schud het regelmatig. Vooral met Kerstmis is
het een sfeervolle drank.
Ecologie
In mei spint de spinselmot (Hyponomeuta)
zich in en zet eitjes af. In deze nesten ontwikkelen zich vele jonge rupsen, die de
planten praktisch kaal kunnen vreten.
De sleedoornpage heeft de sleedoorn als
waardplant. De vlinder legt de eitjes in de
oksels van takken, waar de eitjes overwinteren. In het voorjaar komen de eitjes uit en
vreten de rupsjes van het blad.
SPORKEHOUT (vuilboom) GIFTIG
Rhamnus frangula (Frangula alnus)
Struik, zelden een boom,
2-8 m hoog. Bladeren 4-7
cm lang, verspreid, omgekeerd eirond, gaafrandig,
bovenzijde donkergroen,
onderzijde lichter. Bloemen
onopvallend, klein, in
okselstandige trosjes, 5tallig, groenig-wit.
Honingrijk. Bloeitijd mei-juli.
Vruchten: groene, later rode, tenslotte zwarte, driezadige, kogelronde steenvruchten,
giftig, vooral als ze onrijp zijn.
Rijp: augustus-oktober.
Naamgeving
Rhamnus komt van het Griekse woord rhamnos wat tak betekent. De toevoeging frangula wil zeggen: met broos hout. Alnus
wijst op enige gelijkenis met de bladeren
van de zwarte els.
De Nederlandse naam sporkehout ( = sprokkelhout) wijst op de gemakkelijk brekende
twijgen. Hoe het sporkehout aan zijn bijnaam 'vuilboom' kwam, is gemakkelijk te
verklaren. De mensen die met sporkehout
werkten hadden echt vuile handen.
Gebruik
Sporkehout wordt sinds de 14e eeuw in
oude kruidenboeken beschreven. Men
gebruikte toen de fijn gemalen schors in
eerste instantie om die werking van de darmen te stimuleren, maar ook als spoelmid-
del tegen rottend tandvlees en kiespijn en, vermengd met azijn, om
huidaandoeningen te
bestrijden.
Tegenwoordig gebruikt
men sporkehoutpreparaten
(schors en bessen) als
laxeermiddel, tegen maag
- en darmklachten en om de galsecretie te
stimuleren. De schors moet een jaar lang
drogen. Pas dan is hij geschikt om er tincturen van te maken.
De gedroogde bast heeft een licht laxerende
werking, ook een licht stimulerende werking
op de galsecretie. De verse bast is braakwekkend. De vruchten hebben een gelijke
werking. Het voordeel van Sporkehout is dat
het darmen niet irriteert, vooral geschikt
voor de reiniging van de dikke darm. Ook
wel in gebruik in reinigingsmengsels. Ook
miltziekten worden genoemd.
Het hout bestaat uit geelachtig spinthout
rond een roodgele kern. Het werd vroeger
ook voor de buskruitfabricage gebruikt. Men
heeft er ook wol mee geverfd
Ecologie
Sporkehout is waardplant voor de citroenvlinder.
VLIER
Sambucus nigra
Heester of boom, 3-10 m
hoog, Bladeren oneven
geveerd, 3-7 blaadjes, eirond,
gezaagd, donkergroen, onderzijde lichter, licht behaard.
Bloemen in eindelingse
schermvormige trossen, 4-5
tallig, geelwit, sterkgeurend. Bloeitijd meijuli. VRUCHTEN: zwarte, glanzende, driezadige steenvruchten met zwartrood sap.
Oogsttijd augustus-september. Rauw giftig,
gekookt eetbaar.
Gebruik
Thee van de bladeren werkt bloedreinigend.
Thee van de bloemen versterkt de afweer.
Gekookte bessen versterken de stofwisseling
en worden ingezet tegen ischias en reuma.
Vlierbessensiroop is goed voor de keel bij
een verkoudheid. Het helpt de koorts te
onderdrukken bij griep. Zowel bloemen als
bessen worden gebruikt voor het maken van
wijn; de bessen worden ook verwerkt tot
jenever en jam of gelei. Ook worden de bessen gebruikt voor het verven. De bessen
kunnen beter niet rauw gegeten worden
aangezien ze licht giftig zijn. Ze bevatten
de naar dit geslacht genoemde stof sambugrine, die door koken onschadelijk wordt
gemaakt.
Vlierbloesemchampagne:
- 2 grote vlierbloesems (geplukt op een zon nige dag)
- 675 gram suiker
- 2 theelepel witte azijn
- 1 citroen
- 4,5 liter water
- 7 wijnflessen met schroefdop
Meng het water met de stukken
citroen, geraspte citroenschil
en azijn. Los de suiker op. Bloesem erin. 24
Uur laten trekken. Zeven en in flessen doen.
Schroefdop erop en 2 weken liggend bewaren. Laat je het langer liggen dan kan er
droesem ontstaan, maar dat lost bij
inschenken vanzelf op.
IJskoud drinken,maar met mate! Proost.
Vlierbessenjam
-2/3 kilo vlierbessen (gewoon nog aan steel tjes)
-1/3 kilo appel (in stukken, ongeschild)
-1 kilo geleisuiker
- 6 schoongemaakte en gesteriliseerde jam potjes
Was het fruit. Breng bessen en appels aan
de kook en laat het sudderen voor 1/2 uur.
Zeven door doek. Meng de suiker erdoorheen
en laat het 4 minuten koken. Verdeel het
over de potjes, deksel erop en ondersteboven af laten koelen.
Ecologie
De vlier is de favoriete gastheer van de
zwam Judasoor.
De bessen zijn een belangrijke bron van
voedsel voor veel vogels.
VOGELKERS
Prunus padus
komt meestal in
struikvorm voor en
kan een hoogte van
15 m bereiken.
De takken hangen
slap door tot op de
grond, waar ze natuurlijke afleggers vormen.
Zo vormen ze in bossen een dichte struweel in de onderetage.
De 6 tot 12 cm lange
bladeren zijn omgekeerd eirond en kort toegespitst. De bladrand is gezaagd. Aan de onderzijde is de
middennerf kaal. De nerven zijn ingezonken
en springen naar onderen uit. De bladeren
zijn eerder mat. De gegroefde bladsteel
heeft 2 opvallende klieren. De witte bloemen hangen in trossen van 8 tot 15 cm
lang en ontluiken in mei, samen met de bladeren.
De bolvormige steenvruchten rijpen in
augustus en hebben dan een purperzwarte
kleur. De Vogelkers verkiest rijkere, kalkhoudende valleigronden, met een voorkeur voor
vochtige tot natte standplaatsen. Je treft
hem zowel in bossen als in heggen aan. Van
nature komt hij voor in Midden – en Noord
– Europa tot Oost – Azië. Hij is inheems in
onze streken, maar komt vrij zeldzaam tot
plaatselijk algemener voor.
De Vogelkers bloeit vanaf begin april. De
witte bloemen zijn stervormig en tweeslach-
tig. De bloemen hebben
vijf kroonbladen, en ze
staan in verlengde aren
op de twijgen. In het
najaar zijn de zwarte,
erwtgrote steenvruchtjes zeer in trek bij
vogels.
De inheemse vogelkers
is een van onze mooist
bloeiende bomen. In
mei verspreiden de talrijke lange witte bloementrossen een aangename geur.
In tegenstelling tot zijn soortgenoot de
Amerikaanse vogelkers is onze inheemse
vogelkers geen woekeraar.
Gebruik
De purperzwarte bessen in het najaar hebben een bittere smaak, maar zijn bruikbaar
voor het op smaak brengen van wijn en
jenever.
Ecologie
De gewone vogelkers komt voor op vochthoudende zand- en leemgrond op open terrein en langs bosranden. Hij vermeerdert
zich door zaad en wortelopslag. De vogelkers wordt door insecten bestoven.
De bessen vallen ook in smaak bij de
vogels.
WEGEDOORN GIFTIG
Rhamnus catharticus
Doornige struik, tot 3-6 m
hoog. Bladeren 5-6 cm lang,
tegenoverstaand, langgesteeld, meestal dicht opeen,
veernervig, elliptisch,
gezaagd, bovenzijde diepgroen, onderzijde lichtgroen.
Bloemen onopvallend, welriekend, in okselstandige,
schermvormige trossen, 4tallig, groenachtig-geel.
Bloeitijd mei-juni.
VRUCHTEN: Eerst rode, later
zwarte, vlezige, kogelronde steenvruchten,
zo groot als erwten. Rijp: augustus-september.
Gebruik
Vroeger werden de enigszins giftige bessen
bij chronische verstopping als laxeermiddel
gebruikt; in de vorm van stroop: Siripus
Rhamnicantharticca of als gedroogde bessen
(drie tot vier). Teveel roept vergiftigingsverschijnselen op. In de volksgeneeskunde is
het bekend als urine-uitdrijvend en bloedzuiverend. Een medicijn uit de wortels
gemaakt is wormverdrijvend. Voor natuurlijke verfstoffen worden de bast en de bessen
gebruikt: onrijpe bessen voor gele kleur,
rijpe bessen voor groene kleur, beiden in
combinatie met bijtende aluin.
Het fraaie hout met een glanzende bruinro-
de kern en het smal geelwit spint, is zeer gezocht
voor draaiwerk. Spinthout
is het nog jonge hout tussen de bast en het oudere
kernhout, het is vaak
zachter en lichter vankleur.
Eigenschappen
De vruchtjes bevatten o.a.
rhamnocartine, rhamnotine, quercitine, resinen en
pectinen.
Ecologie
Omdat deze plant dienst doet als waardplant
voor een schimmel die onder andere haver
sterk kan aantasten, mag wegedoorn in vele
landen niet binnen een afstand van 200 m
van een landbouwbedrijf worden aangetroffen. De aantasting door deze schimmel is te
herkennen aan oranjekleurige plekken met
stippen op de bladeren.
De rupsen van de citroenvlinder leven bij
voorkeur op wegedoorn en sporkehout.
WILDE KAMPERFOELIE GIFTIG
Lonicera periclymenum
Rechtswindende klimmende
heester, tot 8 m hoog.
Bladeren tegenoverstaand,
niet of kort gesteeld,elliptisch, gaafrandig, onderzijde blauwachtig-groen.
Bloemen 4-6 cm lang, in
eindelingse, gesteelde hoofdjes, buisvormig,
5-tallig, geelachtig wit of roodachtig aangelopen, sterk geurend.Bloeitijd juni-augustus.
VRUCHTEN: donkerrode,kogelronde bessen
met kelkresten. Rijp: september-oktober.
en daar doen ze goed aan.
Patiënten kunnen beter
buiten de geur in een fraai
landschap opsnuiven want
de zoete geur en de frisse
buitenlucht zijn op zichzelf
al geneesmiddelen!
Tegenwoordig worden de bladeren en de
bloemen vooral gebruikt om hun antiseptische, samentrekkende, urinedrijvende, wondreinigende en zweetdrijvende eigenschappen.
Giftig
De bessen van de kampenfoelie bevatten
de bitterstof xylosteïne, saponinen en een
spoortje glycoalkaloïd. De mate van giftigheid is omstreden. In oudere literatuur
spreekt men van dodelijke ongevallen.
Elders wordt alleen gerept van braakneigingen. Over vergiftigingen is dus eigenlijk nog
maar weinig bekend. De bessen moeten toch
als enigszins giftig worden beschouwd en de
saponinen lijken de grootste boosdoener te
zijn. Het is daarom beslist af te raden de
bessen te nuttigen! Vogels daarentegen
kunnen ze zonder problemen eten.
Ecologie
Diverse insecten (vooral dagvlinders) zijn
afhankelijk van de kamperfoelie.
Als het avond wordt en de zon ondergaat,
komt de kamperfoelie tot leven. Tegen de
schemering opent de plant zijn bloemen en
zendt een sterke zoete geur de wereld in,
die tot ver in de omgeving te ruiken is.
Intussen worden de meeldraden in stelling
gebracht en wordt de meest geschikte positie voor bestuiving gekozen. De helmdraden
zijn dik bepoederd met mannelijke
geslachtscellen en de stijl is gereed voor
ontvangst. Het wachten is nu op de bestuivers. De nachtvlinders, zoals pijlstaarten
(Sphingidae) en uilen (Noctuidae) nemen
die taak op zich. Deze “nachtploeg” wordt
gelokt door de zoete kamperfoeliegeur en
dichterbij door bloemen, waarvan de heldere
kleuren stralen als sterren in de duisternis.
Gebruik
Kamperfoelie werd eeuwen lang gebruikt
als wondreinigend middel, maar langzamerhand raakte dat in onbruik. Zo constateert
Rogues in 1837: ‘De heren artsen laten kamperfoelie buiten groeien zonder te plukken
ZUURBES
Berberis vulgaris
Uiterlijk: doornige, tot 4
m hoge struik. Bladeren
2-4 cm lang, dicht bijeen, omgekeerd eirond,
scherp gezaagd. Bloemen
in hangende, okselstandige trossen, 5-6 kroonbladeren, geel, sterk geurend.Bloeitijd april-juni.
VRUCHTEN: langwerpige,
scharlakenrode bessen.
Smaken zuur-bitter.
Oogsttijd september-oktober.
De onrijpe bessen zijn zwak giftig.
Opmerking: Het eten van rauwe bessen kan
onschuldige vergiftigingsverschijnselen tot
gevolg hebben(misselijkheid). De gifstof
wordt berberine genoemd.
GEKOOKT EETBAAR
Gebruik
De vrucht is een kleine bes van 5-15 mm
lang. Rijp is hij rood of donkerblauw, vaak
met een roze of violette glans. Ze kunnen
langwerpig of bolvormig zijn. De eetbare
bessen zijn rijk aan vitamine C maar hebben
een scherpe smaak. De doornen maken oogsten lastig, reden waarom ze weinig worden
gegeten.
Traditioneel werden in Europa de vitamine C
rijke bessen voor het maken van jam
gebruikt. In oosterse landen, zoals Iran
worden de vruchten bij het koken gebruikt
voor het zoet-zuur kruiden
van rijst, vis en vlees.
Ecologie
Voor kleine vogels zijn ze
echter een belangrijke voedselbron. Deze verspreiden de
zaden na vertering. Berberis
soorten worden door de larven van verschillende
Lepidoptera soorten als
loofboomdwergspanner
(Eupithecia exiguata) als voedselplant
gebruikt.
De zuurbes is de tussenwaardplant voor
zwarte roest (Puccinia graminis). Deze
schimmel tast ook gewone tarwe en rogge
aan.
In Frankrijk gaf de bestrijding van de zuurbes vanaf 1660 een heftige strijd tussen
boeren en jambereiders, die de boeren van
bijgeloof betichtten. Pas in 1865 werd
wetenschappelijk vastgesteld dat de zuurbes
de tussenwaardplant was. In vele delen van
Europa was het verboden om de zuurbes aan
te planten.
EGELANTIER
Rosa rubiginosa
De egelantier is een roos die bloeit van juni
tot augustus. De bloemen zijn rozerood met
een wit centrum. Bijzonder is dat deze plant
aan de onderzijde van de blaadjes klieren
heeft die, nadat erover gewreven is, naar
appels ruiken. De egelantier heeft haakvormig omgebogen stekels aan de stengels.
Tamelijk algemeen in de duinen en ZuidLimburg.
Gebruik
Het zijn de vruchten, de rozenbottels, van
de Egelantier (Rosa rubiginosa) die aan de
basis staan van verzachtende en makkelijk
intrekkende huidoliën. De Egelantier groeit
bij ons vooral in de duinen, het rivierengebied en Zuid-Limburg. Maar ook in andere
Europese landen komt hij sinds oudsher
veelvuldig voor. Spaanse kolonisten namen
in de zeventiende eeuw verwanten van deze
rozensoort mee naar Chili om er afscheidingen van te maken tegen de inheemse bevolking. Tegenwoordig zijn het de bottels uit
dit land die, na een speciaal drogingsprocédé, worden verwerkt. Door de kern van
de vrucht, met name de zaadjes daarin,
zacht te persen komt de olie vrij. Het overblijvende vruchtvlees is bruikbaar in
ketchup, jam, wijn en elixers.
Ecologie
De egelantier wordt gebruikt in heggen. De
bloemen worden door insecten bestoven, de
vruchten worden door allerlei dieren gegeten. In een bosschage met egelantier nestelen vele vogels.
DUINROOSJE
Rosa pimpinellifolia
De plant wordt 10 tot 90 cm, soms tot 200
cm, groot. De aan de onderzijde vrijwel kale
blaadjes van het 7 tot 11 onevengeveerde,
donkergroene blad zijn 1,5 tot 2,5 cm lang.
De bloeitakken zijn over de gehele lengte
bezet met grotere en kleinere stekels en
met naaldvormige stekels. De plant breidt
zich uit door wortelopslag.
De duinroos bloeit in mei en juni met
creme-witte, soms roze aangelopen, bloemen. De bloem is alleenstaand, 1,5 tot 5,5
cm groot en heeft geen steelblaadjes. De
vruchtbeginsels zijn ingesloten in een holle,
flesvormige bloembodem. De korte, gaafrandige kelkblaadjes staan na de bloei rechtop
en blijven nog lang vastzitten.
Gebruik
De bottels zijn donkerbruinachtig paarse of
meer zwarte vlezige bloembodems met daarin de nootjes achtige vruchten. Ze zijn zeer
rijk aan vitamine C en kunnen gebruikt worden voor o.a. marmelade, confiture, gelei,
sap, siroop en gebakvulling.
Ecologie
De duinroos komt voor op droge, matig
voedselrijke, meestal kalkhoudende grond op
duinhellingen, onder struikgewas en op heidevelden.
Tapuiten tonen bij het nestelen een voorkeur voor konijnenholen die, goed
beschermd, in duinrooshellingen liggen. Ook
azen ze er druk, vermoedelijk op rozenkevers, die op de roos vaak talrijk zijn.
WILDE LIGUSTER GIFTIG!
Ligustrum vulgare
Lang groen blijvende
heester, 1-4 m hoog.
Bladeren 5-8 cm lang,
kruisgewijs tegenoverstaand, kort gesteeld,
langwerpig lancetvormig,
enigszins leerachtig,
veernervig, soms goudgel
of bont,bloemen in eindelingse, 3-6 cm lange
trossen, 4-tallig, trechtervormig, wit of
geel-wit,Sterke zoete geur. Bloeitijd juniaugustus.
Vruchten:zwarte, glanzende, kogelvormige,
5-8mm in doorsnee bessen met 2 zaden.
Rijp september-oktober. De bessen blijven
soms in de winter aan de plant zitten.
Bessen: GIFTIG.
Wilde liguster is een in de Benelux inheemse struik, en komt van nature op alle continenten voor, behalve in Amerika, daar is hij
20 jaar geleden geïntroduceerd en wordt nu
als een plaag beschouwd.
Ligustrum ovalifolium).
De liguster bloeit in juni
tot augustus, en heeft
zwarte besjes die bij
vogels populair zijn.
De geur van de bloemen
van de liguster kan overweldigend overkomen. Bij
regelmatig gesnoeide
hagen zal de liguster
echter meestal niet, of met slechts enkele
bloemen bloeien. In het wild wordt de
struik ongeveer 3 meter hoog. De liguster is
voor mensen giftig.
Algemeen
De liguster is een snelle groeier die in de
winter afhankelijk van de temperatuur zijn
bladeren behoudt. Omdat hij ook goed
tegen snoeien kan, wordt de liguster veel
gebruikt in heggen. (Maar meestal gebruikt
men voor heggen de uit Japan afkomstige
De ligusterpijlstaart heeft maar één generatie en vliegt van begin mei tot september.
Hij vliegt in de avondschemering. De rupsen
zitten gewoonlijk op liguster als waardplant
en worden vooral vanaf augustus tot
november waargenomen. De pop overwintert
in de grond en dit soms twee keer.
Ecoloie
De liguster komt van nature voor in de duinen en in Drenthe.
BOKSDOORN
Lycium barbarum
De Boksdoorn wordt in West-Europa
gekweekt maar komt ook verwilderd voor. De
lange, gebogen tot 3m lange takken zijn
van tot ruim 3 cm lange doorns voorzien.
De takken verhouten en slingeren zich tussen andere planten door tot over de laagste
takken van een dichtbijstaande boom. De
donkergroene 2-5 cm lange, 0,5-cm brede
grijsgroene bladeren zijn langwerpig. De
bloemen hebben de vijf kroon- en vijf kelkbladen zoals ze bij de nachtschade horen en
zijn violet tot (licht)paars van kleur, en zijn
alleenstaand of in kleine groepjes. De
meeeldraden steken uit. De 1,5-2cm grote
bessen zijn oranje-rood van kleur, maar na
drogen zwart. Voor het drogen zijn ze zeer
saprijp en barsten gemakkelijk.
Zaadverspreiding vindt over grote afstanden
plaats doordat ze vastkleven in de vacht
van passerende dieren.
Verspreiding
De Boksdoorn is afkomstig uit Azië, en in
West-Europa gekweekt en verwilderd. In
België en Nederland komt de plan o.a. verwilderd langs de rivieren en in de duinen
voor. De plant komt voor van ZuidoostEuropa tot China in Azië. Op het NoordAmerikaanse continent is de plant in een
aantal staten verwilderd.
De plant is tevreden met arme grond. Juist
in zo'n milieu, waarin voedsel schaars is,
vormen de stekels een bescherming tegen al
te vraatzuchtige dieren.
Gebruik
Door de dorens wordt de plant gebruikt als
afscheiding. De plant bevat verschillende
vitaminen en mineralen als aminozuren,
beta-caroteen, polysacchariden en rutine.
HEGGENRANK
Bryonia dioica
De heggenrank
(Bryonia dioica) is
een plant uit de
komkommerfamilie
(Cucurbitaceae). Het
is een tweehuizige
plant die voorkomt
in heggen en kreupelhout (in duinen).
Hij is giftig en komt
vrij veel voor.
De lange dunne stengels ontspringen uit
een knolvormige wortelstok. Ze klimmen
met behulp van hechtranken tot een hoogte
van wel 4 meter. De ranken rollen spiraalvormig op en bevestigen de plant stevig aan
de steun.
Het blad is harig en drie- tot vijfvoudig
gelobd. Het heeft de vorm van een ei en
heeft een hartvormige voet. De onvertakte
hechtranken ontspringen vlak bij de bladstelen.
Bloemen en vruchten
De heggenrank bloeit van mei tot september. De mannelijke bloemen zijn groter dan
de vrouwelijke. De bloem is geelachtig wit.
De bloem van de mannelijke bloem is 12 tot
18 mm, die van de vrouwelijke bloem 10 tot
12 mm. Op de Heggenrank vliegt een speciaal zandbijtje: de Heggenrankbij (Andrena
florea), een solitaire bijensoort.
De vrucht is een rode bes
met drie tot zes zaden.
Deze bessen zijn giftig.
Men kweekt de witte heggenrank ook wel met
tweeslachtige bloemen.
De bloemkroon is dan
geelgroen en de bessen
zwart.
Gebruik
De plant wordt in homeopathische geneesmiddelen gebruikt tegen allerlei soorten
hoest.
In vroegere tijden droegen meisjes in
Duitsland schijfjes van de wortel in hun
schoenen bij feestelijke gelegenheden. Op
deze manier zouden ze naar de juiste man
worden geleid.
Ook werd het in de Middeleeuwen gebruikt
als toverkruid door heksen. Het zou reuma
kunnen genezen door de wortel te vullen
met bloed van de patiënt en te begraven op
een geheime plek.
De wortel werd ook vaak stiekem verkocht
als alruin, waaraan grote toverkracht werd
toegeschreven.
Download