ASPERGES Asparagus officinalis De wilde asperges groeit op zandige grazige grond, vooral in de duinen. In het voorjaar krijgt de plant geurige bloemetjes en later felrode bessen. Officinalis betekent dat het vroeger een geneeskruid is geweest. De uitlopers van de wilde plant zijn gezond. Volksgeneeskunde Traditioneel worden aan de asperge geneeskrachtige werking toegekend als medicijn tegen bijensteken, hartproblemen, duizeligheid en tandpijn. Ook werd het toegepast als urineafdrijvend middel of laxeermiddel, en het is nu bekend dat het in asperges voorkomende aminozuur asparagine inderdaad de nierfunctie stimuleert. Ten slotte worden asperges (vanwege het fallische uiterlijk) ook aangeprezen als afrodisiacum. Tegenwoordig worden asperges vaak gewaardeerd door patiënten met een zoutarm dieet, daar de asperge zonder verdere toevoegin- gen een duidelijke eigen smaak heeft. Enige uren na het nuttigen van verse asperges heeft de urine een merkwaardige geur. Dat komt doordat de zwavelhoudende stoffen in de asperge in het lichaam na consumptie snel worden omgezet in vluchtige zwavelhoudende verbindingen. Bij iedere asperge-eter vindt die omzetting plaats, maar niet iedereen kan de zwavellucht evengoed ruiken. Gebruik Wilde asperges zijn groen en heel dun. Je trekt ze uit de grond en eet alleen het gedeelte dat eenvoudig met de vingers afgebroken kan worden, aan de top. De harde steel die overblijft kan eventueel voor bouillon gebruikt worden. De eenvoudigste bereidingswijze is om de asperge stukjes in wat olijfolie te bakken, een ei los te kloppen en over de asperges te gieten zodat het een omelet wordt. Dit heet een 'frittata'. Verder zijn de asperges heerlijk over de pasta en kun je er risotto mee maken. BITTERZOET GIFTIG! Solanum dulcamara Heesterachtige plant met windende of rechtopstaande stengels, tot 2 m. lang.Grondbladeren hartvormig, hoger op de stengel lancetvormig-eirond. Bloemen in trosachtige bloeiwijzen, 5tallig, paars, aan de voet ven de slippen groen gevlekt. Ruikt onaangenaam. Kinderen kauwden vroeger op de stengel, waarvan het sap eerst bitter(amara) en daarna, onder invloed van het speeksel (dulcis) smaakte. Daar komen de soortnaam en de Nederlandse naam vandaan. Solanum (in het Nederlands nachtschade) komt van het Latijnse werkwoord solarie, dat pijnstillen betekent. De plant bevat onder anderen de giftige stoffen solaceïne, solaeïne en solasonine, die bij een te grote dosis de tong kunnen verlammen en het spraakvermogen kunnen aantasten. Volksnamen: dolbessen-hout, elf-rank, hoe-langer-hoe-liever, klimmende nachtschade en qualster. Gebruik De oude Egyptenaren gebruikten de plant al. Voor hen had bitterzoet waarschijnlijk ook een rituele betekenis. Om de nek van de mummie van Toetanchamon werd namelijk een ketting van bitterzoetbessen aangetroffen. In Duitsland hingen de boeren wel eens bitterzoet om de nek van hun vee om het te beschermen tegen kwade geesten. Bitterzoet behoort tot de Heksenkruiden. Medisch wordt de plant gebruikt tegen huidaandoeningen, alcoholvergiftiging en bloedstoornissen. RIMPELROOS Rosa Rugosa Dichte zeer stekelige struik met stijve takken, 1-2 m hoog. Oogsttijd september-oktober. Rauw eetbaar. Toepassing :thee (Vitamine C). De Rimpelroos (Rosa rugosa) is een roos die van oorsprong afkomstig is uit NoordoostChina, Japan, Korea en Zuidoost-Siberië, waar het langs de kusten groeit, veelal in de duinen. neteldoek. Doe de geleisuiker bij je rozenblaadjes aftreksel. Volg daarbij de instructies op de verpakking. De keuken ruikt ondertussen heerlijk naar rozenblaadjes. Gebruik liever kleine potjes om je jam in te doen. Zeker voor de rozenblaadjessiroop is dat handig. Eens het bokaaltje open houdt de siroop nog maar 14 dagen, hooguit 3 weken. Rozebottelthee Gedroogde hele bottels, eventueel de pitten verwijderen. Bij verkoudheid en koorts, bij slecht genezende wonden. 2 eetlepels, fijngesneden bottels, met 1 liter water aan de kook brengen en 10 minuten koken. De thee bevat zo de meeste vit.C. Rozenbottelchutney Was je rozenbottels (liefst hondsroos of egelantierbottels, die zijn steviger). Doe de kroontjes en de steeltjes eraf. Snij de rozenbottels in twee en haal de pitjes eruit. Was je pittenvrije stukjes goed af. Zet ze net onder water en laat ze 10 minuutjes op een zacht vuurtje koken. Giet het water af, maar kieper het niet weg. Neem nu twee kopjes van dat vocht en doe er één kop witte wijnazijn bij. Overgiet hiermee de wachtende rozenbottels en weeg alles. Doe er dezelfde hoeveelheid suiker bij. Laat het geheel weer aan de kook komen en laat zachtjes verdampen tot je de gewenste sapdikte krijgt. 15 minuutjes kan al voldoende zijn. Rozenblaadjesjam Doe de blormblaadjes in een pot, boordevol. Als je een donkere kleur aan je siroop of jam wil geven, doe er dan klaproosblaadjes bij. Doe er, per liter water, een geschilde citroen, in schijfjes gesneden, bij. Dan komt de rozensmaak nog beter tot zijn recht. Giet er kokend water over tot alle blaadjes kopje onder zitten. Laat 24 uur staan en doe dan alles door een DAUWBRAAM Rubus caesius De Dauwbraam is een kruipende overblijvende plant in de Rozenfamilie. In de volksmond wordt de braam ook wel duinbraam genoemd. De soortnaam caesius is Latijn voor licht blauw. De kelkbladen zijn lang gespitst. De bloemen zijn wit of roze. De vruchten zijn vaak iets kleiner dan die van de bosbraam, hebben een lager suikergehalte en zijn iets sappiger. De doffe, berijpte kleur is verantwoordelijk voor zowel de Nederlandse naam als de Texelse naam Blaauwe braame en de Engelse naam dewberry Gebruik Braambladthee - of tinctuur is een uitstekend middel bij alle kwalen die voortkomen uit een lage weerstand, zoals griep, verkoudheid, keelpijn, angina, ontstoken tandvlees, aften, verharde lymfeknopen. Maar ook na een periode van ernstige ziekte om het herstel te bevorderen. Braamblad vult tekorten aan, is zweetafdrijvend en ontstekingsremmend. Bramenjam Voor 2 â 3 potten 1250 gram bramen 1 pakje (500 gram) Geleisuiker speciaal Bereiding 1. Maak jampotten en eventuele deksels schoon met heet sodawater. Gebruik 1 eetlepel soda op 1 liter water. Spoel alles na met schoon, heet water. Laat de potten en deksels omgekeerd op een schone theedoek uitlekken. 2. Maak de bramen schoon en doe ze in een pan. Breng de bramen op klein vuur aan de kook. Voeg de Geleisuiker speciaal toe en breng dit al roerend aan de kook. Laat de massa 1 minuut borrelend koken. Schenk de hete massa direct in de schoongemaakte jampotten en sluit ze af. 3. De jam is een half jaar houdbaar op een koele, donkere plaats of vries de jam in. 4. Geleisuiker Speciaal bestaat uit suiker, conserveermiddel E202, voedingszuur en zuurteregelaar. Ecologie De soort wordt veel in de duinen aangetroffen tot Bergen (Noord-Holland). Ze houdt van kalk en open plaatsen met veel zon. Ze houdt ook van humus, maar nodig is dit niet, ook op vrijwel puur zand groeit ze en brengt bloemen en vruchten voort. De kruipende takken zowel als de wortels helpen om stuivend zand vast te houden. De dauwbraam schijnt het oprukken van de Duindoorn te belemmeren. AMERIKAANSE VOGELKERS Prunus serotina Amerikaanse vogelkers of bospest is in Nederland en België geïmporteerd en vanaf de jaren twintig van de twintigste eeuw als vulhout in de bossen aangeplant. De struik treedt vaak plaagvormend op in storingssituaties, zoals op kapvlaktes, waar door mineralisatie van het strooisel en de humus, gevormd door afgevallen bladeren en dode takken, stikstof in de bodem vrijkomt. Daarnaast komt jaarlijks een hoeveelheid stikstof afkomstig van het verkeer en de landbouw in de meer natuurlijke systemen, zoals natuurbossen en duinen, terecht, waardoor ook de Amerikaanse vogelkers zich hier vestigt en zelfs tot een boom van 20 m hoog kan uitgroeien. De Amerikaanse vogelkers bloeit van eind mei tot juni met witte bloemen. De bloemen zitten in trossen. De bessen hebben aan de voet een vastzittend kroontje, dat gevormd wordt door de achtergebleven kelkbuis. Gebruik De kleine bessen zijn eetbaar. Dit zijn dus Amerikaanse kersen. Ze zijn alleen lekker als ze rijp zijn, dan is de kleur zeer donkerrood, bijna zwart. Amerikaanse kersen zijn uit de hand eetbaar, weliswaar met een beetje bit- tere smaak, maar zeer dorstlessend. Je kunt er jam, sap e.d. van maken. Ook hier: licht bittere smaak. Is erg lekker in combinatie met andere vruchten, bv. pruimen, blauwe bessen. Er wordt wel eens vermeld dat Amerikaanse vogelkers giftig is. Wat hier bedoeld wordt is dat het blad en de pit inderdaad giftig zijn. Dat is zo, maar dit geldt ook voor gewone kersen. Dus geen pitten doorslikken. Bestrijding Bosbouwers en natuurbeheerders doen al vele decennia pogingen de Amerikaanse vogelkers te bestrijden. Doordat de 'prunusbestrijding' (zoals het ook wel genoemd wordt) vaak niet consequent wordt volgehouden keert de soort steeds terug. Geprobeerd is de struiken te bestrijden door ze te besmetten met Loodglansschimmel; deze bestrijdingswijze is echter moeilijk toepasbaar. Tegenwoordig wordt Amerikaanse vogelkers wel bestreden door de groeiplaatsen te laten begrazen door geiten. Vooral van de Nederlandse landgeit is bekend dat deze de Amerikaanse vogelkers effectief kan bestrijden als de percelen over een aantal jaren onafgebroken door geiten worden begraasd. GELDERSE ROOS GIFTIG Viburnum opulus De groeiwijze is opgaand tot drie meter hoog. De Gelderse roos bloeit in mei– juni met witte bloemetjes die in platte tuilen voorkomen. De randbloemen zijn steriel, de overige bloemen fertiel (vruchtbaar). De randbloemen hebben de functie om insecten te lokken. Na de bloei komen er trosjes met hangende bessen, die lang aan de struik blijven zitten. De Gelderse roos is in Nederland vooral te vinden in het rivierengebied langs kreken of strangen. De bloem wordt door insecten bezocht vanwege de honing. Naamgeving De Gelderse roos is helemaal geen roos, maar een heester met witte bloemschermen in mei en, zoals de Latijnse naam al zegt, familie van de gecultiveerde sneeuwbal. Hoe is hij dan aan zijn Nederlandse naam gekomen? Waarschijnlijk door een verkeerde vertaling uit het Latijn. De oude graven van Gelre (oude naam van Gelderland) hadden een blad in hun wapen waarvan men dacht dat het van de Viburnum opulus zou zijn, die in het wild in juni prachtig bloeide. Later bleek het om het blad van de mispel te gaan. Een vergissing! Maar de naam bleef. Blijkbaar hadden deze Nederlandse graven zoveel aanzien en invloed, dat de naam in Engeland overgenomen werd. De Latijnse naam Viburnum zou in verband staan met een woord voor buigzaam. Opulus betekent met bladeren als de aak (esdoorn). De rode giftige vruchten worden door vogels weinig gewaardeerd, ze blijven tot lang in de winter hangen. DUINDOORN Hippophaë rhammoides L. Heester, 1-5 m hoog. Bladeren 5-8 cm lang, lijnlancetvormig, bovenzijde grijsgroen, onderzijde zilverwit. Bloemen tweehuizig, in korte aren, onopvallend, roestrood, verschijnen voor de bladeren. Bloeitijd: april. Vruchten: kleine, langwerpig, ronde, bleekgele tot oranje schijnbessen (Steenvruchten) smaken zurig-aromatisch. Oogsttijd september-oktober, voor de vorst. Gebruik Duindoornbessen bevatten de vitamines AB1-B2 en E en C en worden onder meer gebruikt in yoghurt, duindoornsap, duindoornbonbons. Er wordt ook wijn van gemaakt. Ecologie De duindoorn leeft in symbiose met een mycobacterie van het genus Frankia die in wortelknolletjes stikstof bindt. Dit proces vindt vooral plaats in jonge wortels. De duindoorn wordt in zijn milieu 10 tot 15 jaar oud waarna zijn plaats ingenomen wordt door opvolgende plantensoorten. Duindoorn is een tweehuizige struik; er zijn dus mannelijke en vrouwelijke planten. Deze plant komt van nature vooral voor in open, kalkrijke duinen. De duindoorn is goed bestand tegen het stuiven van het zand. Hij wortelt dan ook zowel horizontaal als verticaal. De bessen zijn zuur en rijk aan vitamine C. In de winter kunnen de bessen gaan gisten, hierdoor kunnen vogels als de lijster of de kramsvogel dronken worden. Ook de vossen eten de bessen. In de winter kun je bij de duindoorns de oranje gekleurde vossenkeutels aantreffen. Ook vinkachtigen, zoals de groenling, eten graag van de bessen. Opvallend is dat deze dieren het vruchtvlees negeren. Ze hebben een voorkeur voor de nootjes die binnenin de bessen zitten. Als je aan een duindoornstruik alleen de huid van de bessen ziet hangen, dan weet je bijna zeker dat deze vogels langs zijn gekomen en niet de kramsvogels of kraaien en spreeuwen want die vreten de hele bes op. De duindoorn profiteert van al deze vraatzucht: het maagsap doet de nootachtige kiem van de bessen beter ontkiemen. Bovendien vliegen vogels ver, dus kan de duindoorn zich ook elders vestigen. EENSTIJLIGE MEIDOORN Crataegus monogyna Heester of kleine boom met doornige takken, 2-10 meter hoog. Bladeren rondachtig of omgekeerd eirond, meestal 3-lobbig, bovenzijde donkergroen, glanzend, onderzijde blauwachtig- of witachtig-groen. Bloemen in rechtopstaande schermvormige trossen, 5-tallig, wit, sterk geurend. Bloeitijd mei-juni. Vruchten:kleine rode schijnvruchten met slechts 1 zaad, rijk aan vitaminen, vruchtvlees gelig, smaakt melig. Rijp: september-oktober. Rauw EETBAAR. Maar ook bij niet-leeftijdsafhankelijk hartklachten wordt meidoorn gebruikt, zoals bij bepaalde ritmestoornissen, hartzwakte na infectieziekten of overbelastingsklachten. In de nabehandeling van een hartinfarct wordt ook van meidoorn gebruik gemaakt. Behalve bij 'objectieve' hartklachten is meidoorn ook effectief bij subjectieve stoornissen als prikkelbaarheid en angst, alsook bij menopauzeklachten en klachten van neurovegetatieve instabiliteit (met angst, duizeligheid en oorsuizen). Gebruik Het zware, dichte hout van de meidoorn wordt gebruikt voor handvatten van gereedschappen en voor kleine voorwerpen. Het hout is hard. Vroeger werd het wel gebruikt als hakblok van de beul. Ecologie De meidoorn is door zijn doorns redelijk beschermd tegen de vraat van grote grazers. Het is een plant die met name voorkomt langs bosranden. De bloemen van de meidoorn zijn mooi en vrij groot, en worden door insecten bestoven. De vruchten worden gegeten door vogels en zoogdieren, die daarmee zorgen voor de verspreiding van de zaden. Wat de meidoorn betreft gaat het hier vooral om vogels. In het najaar zijn het vooral spreeuwen en vinken, en ook trekvogels die in die periode overtrekken. Kramsvogels en koperwieken die hier overwinteren voeden zich met de overgebleven bessen. Meidoorn wordt wel de "valeriaan van het hart" genoemd: ze werkt actief in op de hartzenuwen, en doet het hart daardoor krachtiger doch rustiger kloppen. Bereidingen op basis van meidoorn worden gebruikt bij "ouderdomskwalen" van het hart, als de hartfuncties verminderen en problemen optreden ter hoogte van de kransslagaders. HONDSROOS Rosa Canina Rechtopstaande, stekelige heester, tot 3 m hoog. Bladeren verspreid, samengesteld, 5-7 blaadjes, 2-4 cm lang, eirond, kaal. Bloemen 5-tallig, bleekroze. Bloeitijd juni-juli. Vruchten:kogelronde tot ovale oranje, later scharlakenrode schijnvruchten met talrijke behaarde nootjes binnenin (rozenbottels). Oogsttijd: september – oktober. Rauw eetbaar. Gebruik Der ontpitte bottels zijn zeer vitaminerijk en worden verwerkt tot siroop, gelei en jam. Rozebottelthee Gedroogde hele bottels, eventueel de pitten verwijderen. Bij verkoudheid en koorts, bij slecht genezende wonden. 2 eetlepels fijngesneden bottels, met 1 liter water aan de kook brengen en 10 minuten koken. De thee bevat veel vitamine C. Rozenbotteljam Van de vrucht van de roos, de rozenbottel, wordt rozenbotteljam bereid. Deze jam is rijk aan vitamine C. Ingrediënten Voor 3 – 4 potten 2 kg rijpe rozenbottels 1 kg geleisuiker Bereiding Maak jampotten en eventuele deksels schoon met heet sodawater. Gebruik 1 eetlepel soda op 1 liter water. Spoel alles na met schoon, heet water. Laat de potten en deksels omgekeerd op een schone theedoek uitlekken. Was de rozenbottels en kook ze in weinig water in 20 – 30 minuten zacht. Zeef het mengsel, waarbij de pitjes en harde stukjes achterblijven. Weeg 1 kg moes af en meng dit met de geleisuiker. Breng de massa aan de kook en laat het 4 minuten borrelend doorkoken. Schenk de hete massa direct in de schoongemaakte jampotten en sluit ze af. Ecologie De hondsroos komt met name langs bosranden, in heggen en in struikgewas voor. De bloemen worden door bijen bestoven, de bottels worden graag gegeten door allerlei vogels, zoals de koperwiek en de kramsvogel in de maanden december, januari en februari. HOP Humulus Lupulus Linksomwindende wilde klimplant,die vrij algemeen voorkomt in kreupelhout. De ingesneden bladeren hebben dezelfde karakteristieke vorm als wijnranken, maar bij aanraking merk je het verschil: ze zijn heel ruw, zo ruw als schuurpapier! Het feit dat de bladeren tegenoverstaand zijn is overigens voldoende om de hop van praktisch alle andere bladeren te kunnen onderscheiden. Vruchten: rijp augustus-september. De vrouwelijke bloemen of Hopbellen zijn zeer decoratief. Ze hangen als kegelvruchtjes in de oksel van de schutbladeren. Gebruik De bitterstoffen uit hop (het lupuline uit de vrouwelijke hopbellen) zijn een bestanddeel van bier. Aanvankelijk werd dit in bier als conserveringsmiddel gebruikt door zijn antiseptische werking, maar men is langzamerhand aan de bittere smaak gewend en beschouwt het inmiddels als een essentieel onderdeel van bier en zeker van pils, de Engelse bitters en een aantal Belgische speciaalbieren. Hoppige pils-soorten zijn Amstel 1870 in Nederland, Christal Alken en Stella in België en Beck's, Jever en DAB in Duitsland. Hop werkt medicinaal: het is rustgevend en slaapverwekkend en wordt dus ook vaak met dit doel in thee verwerkt. Hop bevat bovendien fenolen, die sterk lijken op het vrou- welijk hormoon oestrogeen, en daardoor ongemakken bij vrouwen in de menopauze bestrijden. Er wordt zelfs beweerd dat bierdrinkende oudere mannen hierdoor meer vrouwelijke hormonen bevatten dan hun vrouwelijke leeftijdsgenoten. Menohop is een preparaat dat na onderzoek door de Gentse Universiteit, op de markt werd gebracht. Hopbelletjes hebben kalmerende en slaapverwekkende eigenschappen. Er worden geurkussentjes en bittere drankjes van gemaakt. In de geneeskunde wordt er een middel van gemaakt dat remmend werkt op de geslachtsdrift (anafrodisiacum). Een nieuwe toepassing voor de hopteelt zijn de hopscheuten. De scheuten, vergelijkbaar met taugé, worden gestoken op het ogenblik dat ze nog onder de grond zitten, en worden beschouwd als een delicatesse. Teelt Een complicerende factor bij de teelt van hop is het feit dat de kwaliteit van de werkzame stof afneemt zodra de vrouwelijke bloem is bevrucht. Daarom is het in teeltgebieden wettelijk vastgelegd dat mannelijke planten zo snel mogelijk moeten worden vernietigd. De zaadjes bevatten nl. (na bevruchting) bepaalde lipiden, vetstoffen zeg maar, die ervoor zorgen dat de schuimlaag afbreekt. In Engelse bieren is dit het geval, hier is deze regel immers niet van toepassing. WILDE KARDINAALSMUTS GIFTIG Euonymus europaeus Struik of kleine boom, 2-7 m hoog, met vierkante takken. Bladeren 2-10 cm lang, kruisgewijs tegenoverstaand, kort en gesteeld, eirond-lancetvormig, gezaagd.Bloemen in okselstandige trossen, 4-tallig, groenachtig-wit. Bloeitijd april-juni. Vruchten: Stomp-vierkantige doosvruchten met 2-4 zaden, die omgeven zijn door een oranjerode, vlezige zaadrok.. De vorm van de opengesprongen doosvruchten doet denken aan de muts van een kardinaal. Rijp:september-oktober. Standplaats: in bossen en struikgewas, vooral in de duinen. Komt ook op andere plaatsen voor op kalkrijke grond, o.a. in Drenthe en Limburg. Ecologie De bloem wordt door insecten bestoven. Deze bladverliezende plant heeft rode vruchten die de vorm hebben van een kardinaalsmuts. Het zaad wordt door vogels verspreid. De plant her- stelt zich goed na vraat door bijvoorbeeld konijnen. NB De vruchten zijn giftig. Bij inname kan men last krijgen van braken, buikloop, buikkrampen en sufheid. De struik is de enige voedselbron voor de larven van de grote kardinaalsmutsstippelmot (Yponomeuta cagnagellus). Kardinaalsmuts bevat dulcitol, voor de eters van deze struik heeft deze stof een grote aantrekkingskracht. In het voorjaar ziet men in de duinen vaak geheel kaalgevreten struiken. Ze herstellen zich echter altijd weer. De kardinaalsmuts is een belangrijke voedselplant voor het boomblauwtje LIJSTERBES Sorbus aucuparia Boom tot 15 m. hoog, met ronde kroon. Bladeren oneven geveerd, 2-6 cm lang. Bloemen met schermvormige trossen, 5-tallig, wit tot geelachtig. Haringachtige geur. Bloeitijd april-juni. Vruchten:kogelronde, ca. 1 cm in doorsnede, koraalrode schijnvruchten met meestal 3 zaden. Ze smaken kruidig-zuur tot zwak bitter. Oogsttijd augustus-oktober. Gebruik De bessen zijn rauw eetbaar en bevatten veel vitamine C. Toepassing: als sap, gelei, siroop. Opmerking: volgens de literatuur kunnen grote hoeveelheden vruchten enigszins giftig zijn. Ze werken sterk laxerend. Deze werking verdwijnt bij het koken. Nadat de vruchten 8 tot 12 uur geweekt zijn in verdunde azijn, kunnen zij tot jam verwerkt worden, eventueel gemengd met appels. In Duitsland worden de bessen op jenever gezet. Zij bevatten veel vitamine C. Gedroogd en gemalen leveren zij een smakelijk meel op. Geroosterd worden zij als koffiesurrogaat gebruikt. Symboliek, mythen en volksgeloof De lijsterbes is zinnebeeld voor wijsheid, kracht en beschermt tegen het kwaad. Zij is bij de Kelten de toverboom. De Keltische druïden gebruikten lijsterbesstokken bij hun rituelen. Vooral in Wales wordt de Lijsterbes als Heilige boom vereerd. Volgens een oude Ierse legende zou de vrouw zijn ontstaan uit een Lijsterbes. In de Schotse Hooglanden werd de Lijsterbes geplant tegen toverij. Ook lieten de herders hun schapen elk jaar onder de takken van een Lijsterbes door gaan. Varkens gaf men een aftreksel van lijsterbessen als bescherming tegen ziektes. Bij de oude Grieken was zij gewijd aan Aphrodite, godin van liefde en schoonheid. Volgens een Romeinse legende groeiden er lijsterbessen uit de bloeddruppels van een arend die met de demonen streed. De lijsterbes werd vroeger vaak geplant op kerkhoven als toverboom en om demonen af te schrikken. Ecologie Omdat de wilde lijsterbes erg winterhard is, was het een van de eerste bomen die na de ijstijd in de Benelux voorkwamen. De plant wordt door insecten bestoven en de verspreiding vindt vooral plaats door vogels die van de bessen hebben gesnoept. SLEEDOORN Prunus spinosa Heester 1-3 meter hoog, de zijtakken eindigen in een scherpe doorn. Bladeren 1-2 cm. Lang, eirond, rand scherp gezaagd, zacht behaard in jong stadium, later kaal. Bloemen wit, verschijnen voor de bladeren, ruiken naar bittere amandelen. Bloeitijd maart - mei. Vruchten: zwartblauwe, berijpte steenvruchten, zo groot als kersen. Volksnaam: Trekkebek = zuur en wrang van smaak. BESSEN: gekookt eetbaar. Gebruik De bloemen van de sleedoorn vormen in het voorjaar een mooie versiering voor salades en toetjes. Ze kunnen ook dienen als smaakmaker, bijvoorbeeld in een romige vla, waaraan ze een smaak geven die met bittere amandelen te vergelijken is. Bereiding van sap van de bessen: de gewassen bessen in een stenen pot doen en zoveel kokend water erover gieten tot de bessen net onder staan. De volgende dag en de dag daarop het water afgieten, opkoken en weer over de bessen gieten. Het op deze wijze bereide sap met suiker aan de kook brengen, direct in schone flessen doen en goed afsluiten. Verder worden de bessen ook op brandewijn gezet, wat een uitstekende pruimen likeur oplevert met een mooie paarsachtige kleur. Recept sleedoorndrupke: Neem 1,5 kg bessen, die de vorst hebben meegemaakt of in de vriezer hebben gelegen, 350 gram suiker, een kwart liter water en een halve liter water of brandewijn. Was de vruchten en prik ze flink aan met een stopnaald.Kook de suiker met het water tot een siroop. Laat dit afkoelen en roer er de brandewijn door. Vul enkele bokalen met sleedoornvruchten en giet er de gesuikerde brandewijn over. Laat de drank op een warme plek staan en schud het regelmatig. Vooral met Kerstmis is het een sfeervolle drank. Ecologie In mei spint de spinselmot (Hyponomeuta) zich in en zet eitjes af. In deze nesten ontwikkelen zich vele jonge rupsen, die de planten praktisch kaal kunnen vreten. De sleedoornpage heeft de sleedoorn als waardplant. De vlinder legt de eitjes in de oksels van takken, waar de eitjes overwinteren. In het voorjaar komen de eitjes uit en vreten de rupsjes van het blad. SPORKEHOUT (vuilboom) GIFTIG Rhamnus frangula (Frangula alnus) Struik, zelden een boom, 2-8 m hoog. Bladeren 4-7 cm lang, verspreid, omgekeerd eirond, gaafrandig, bovenzijde donkergroen, onderzijde lichter. Bloemen onopvallend, klein, in okselstandige trosjes, 5tallig, groenig-wit. Honingrijk. Bloeitijd mei-juli. Vruchten: groene, later rode, tenslotte zwarte, driezadige, kogelronde steenvruchten, giftig, vooral als ze onrijp zijn. Rijp: augustus-oktober. Naamgeving Rhamnus komt van het Griekse woord rhamnos wat tak betekent. De toevoeging frangula wil zeggen: met broos hout. Alnus wijst op enige gelijkenis met de bladeren van de zwarte els. De Nederlandse naam sporkehout ( = sprokkelhout) wijst op de gemakkelijk brekende twijgen. Hoe het sporkehout aan zijn bijnaam 'vuilboom' kwam, is gemakkelijk te verklaren. De mensen die met sporkehout werkten hadden echt vuile handen. Gebruik Sporkehout wordt sinds de 14e eeuw in oude kruidenboeken beschreven. Men gebruikte toen de fijn gemalen schors in eerste instantie om die werking van de darmen te stimuleren, maar ook als spoelmid- del tegen rottend tandvlees en kiespijn en, vermengd met azijn, om huidaandoeningen te bestrijden. Tegenwoordig gebruikt men sporkehoutpreparaten (schors en bessen) als laxeermiddel, tegen maag - en darmklachten en om de galsecretie te stimuleren. De schors moet een jaar lang drogen. Pas dan is hij geschikt om er tincturen van te maken. De gedroogde bast heeft een licht laxerende werking, ook een licht stimulerende werking op de galsecretie. De verse bast is braakwekkend. De vruchten hebben een gelijke werking. Het voordeel van Sporkehout is dat het darmen niet irriteert, vooral geschikt voor de reiniging van de dikke darm. Ook wel in gebruik in reinigingsmengsels. Ook miltziekten worden genoemd. Het hout bestaat uit geelachtig spinthout rond een roodgele kern. Het werd vroeger ook voor de buskruitfabricage gebruikt. Men heeft er ook wol mee geverfd Ecologie Sporkehout is waardplant voor de citroenvlinder. VLIER Sambucus nigra Heester of boom, 3-10 m hoog, Bladeren oneven geveerd, 3-7 blaadjes, eirond, gezaagd, donkergroen, onderzijde lichter, licht behaard. Bloemen in eindelingse schermvormige trossen, 4-5 tallig, geelwit, sterkgeurend. Bloeitijd meijuli. VRUCHTEN: zwarte, glanzende, driezadige steenvruchten met zwartrood sap. Oogsttijd augustus-september. Rauw giftig, gekookt eetbaar. Gebruik Thee van de bladeren werkt bloedreinigend. Thee van de bloemen versterkt de afweer. Gekookte bessen versterken de stofwisseling en worden ingezet tegen ischias en reuma. Vlierbessensiroop is goed voor de keel bij een verkoudheid. Het helpt de koorts te onderdrukken bij griep. Zowel bloemen als bessen worden gebruikt voor het maken van wijn; de bessen worden ook verwerkt tot jenever en jam of gelei. Ook worden de bessen gebruikt voor het verven. De bessen kunnen beter niet rauw gegeten worden aangezien ze licht giftig zijn. Ze bevatten de naar dit geslacht genoemde stof sambugrine, die door koken onschadelijk wordt gemaakt. Vlierbloesemchampagne: - 2 grote vlierbloesems (geplukt op een zon nige dag) - 675 gram suiker - 2 theelepel witte azijn - 1 citroen - 4,5 liter water - 7 wijnflessen met schroefdop Meng het water met de stukken citroen, geraspte citroenschil en azijn. Los de suiker op. Bloesem erin. 24 Uur laten trekken. Zeven en in flessen doen. Schroefdop erop en 2 weken liggend bewaren. Laat je het langer liggen dan kan er droesem ontstaan, maar dat lost bij inschenken vanzelf op. IJskoud drinken,maar met mate! Proost. Vlierbessenjam -2/3 kilo vlierbessen (gewoon nog aan steel tjes) -1/3 kilo appel (in stukken, ongeschild) -1 kilo geleisuiker - 6 schoongemaakte en gesteriliseerde jam potjes Was het fruit. Breng bessen en appels aan de kook en laat het sudderen voor 1/2 uur. Zeven door doek. Meng de suiker erdoorheen en laat het 4 minuten koken. Verdeel het over de potjes, deksel erop en ondersteboven af laten koelen. Ecologie De vlier is de favoriete gastheer van de zwam Judasoor. De bessen zijn een belangrijke bron van voedsel voor veel vogels. VOGELKERS Prunus padus komt meestal in struikvorm voor en kan een hoogte van 15 m bereiken. De takken hangen slap door tot op de grond, waar ze natuurlijke afleggers vormen. Zo vormen ze in bossen een dichte struweel in de onderetage. De 6 tot 12 cm lange bladeren zijn omgekeerd eirond en kort toegespitst. De bladrand is gezaagd. Aan de onderzijde is de middennerf kaal. De nerven zijn ingezonken en springen naar onderen uit. De bladeren zijn eerder mat. De gegroefde bladsteel heeft 2 opvallende klieren. De witte bloemen hangen in trossen van 8 tot 15 cm lang en ontluiken in mei, samen met de bladeren. De bolvormige steenvruchten rijpen in augustus en hebben dan een purperzwarte kleur. De Vogelkers verkiest rijkere, kalkhoudende valleigronden, met een voorkeur voor vochtige tot natte standplaatsen. Je treft hem zowel in bossen als in heggen aan. Van nature komt hij voor in Midden – en Noord – Europa tot Oost – Azië. Hij is inheems in onze streken, maar komt vrij zeldzaam tot plaatselijk algemener voor. De Vogelkers bloeit vanaf begin april. De witte bloemen zijn stervormig en tweeslach- tig. De bloemen hebben vijf kroonbladen, en ze staan in verlengde aren op de twijgen. In het najaar zijn de zwarte, erwtgrote steenvruchtjes zeer in trek bij vogels. De inheemse vogelkers is een van onze mooist bloeiende bomen. In mei verspreiden de talrijke lange witte bloementrossen een aangename geur. In tegenstelling tot zijn soortgenoot de Amerikaanse vogelkers is onze inheemse vogelkers geen woekeraar. Gebruik De purperzwarte bessen in het najaar hebben een bittere smaak, maar zijn bruikbaar voor het op smaak brengen van wijn en jenever. Ecologie De gewone vogelkers komt voor op vochthoudende zand- en leemgrond op open terrein en langs bosranden. Hij vermeerdert zich door zaad en wortelopslag. De vogelkers wordt door insecten bestoven. De bessen vallen ook in smaak bij de vogels. WEGEDOORN GIFTIG Rhamnus catharticus Doornige struik, tot 3-6 m hoog. Bladeren 5-6 cm lang, tegenoverstaand, langgesteeld, meestal dicht opeen, veernervig, elliptisch, gezaagd, bovenzijde diepgroen, onderzijde lichtgroen. Bloemen onopvallend, welriekend, in okselstandige, schermvormige trossen, 4tallig, groenachtig-geel. Bloeitijd mei-juni. VRUCHTEN: Eerst rode, later zwarte, vlezige, kogelronde steenvruchten, zo groot als erwten. Rijp: augustus-september. Gebruik Vroeger werden de enigszins giftige bessen bij chronische verstopping als laxeermiddel gebruikt; in de vorm van stroop: Siripus Rhamnicantharticca of als gedroogde bessen (drie tot vier). Teveel roept vergiftigingsverschijnselen op. In de volksgeneeskunde is het bekend als urine-uitdrijvend en bloedzuiverend. Een medicijn uit de wortels gemaakt is wormverdrijvend. Voor natuurlijke verfstoffen worden de bast en de bessen gebruikt: onrijpe bessen voor gele kleur, rijpe bessen voor groene kleur, beiden in combinatie met bijtende aluin. Het fraaie hout met een glanzende bruinro- de kern en het smal geelwit spint, is zeer gezocht voor draaiwerk. Spinthout is het nog jonge hout tussen de bast en het oudere kernhout, het is vaak zachter en lichter vankleur. Eigenschappen De vruchtjes bevatten o.a. rhamnocartine, rhamnotine, quercitine, resinen en pectinen. Ecologie Omdat deze plant dienst doet als waardplant voor een schimmel die onder andere haver sterk kan aantasten, mag wegedoorn in vele landen niet binnen een afstand van 200 m van een landbouwbedrijf worden aangetroffen. De aantasting door deze schimmel is te herkennen aan oranjekleurige plekken met stippen op de bladeren. De rupsen van de citroenvlinder leven bij voorkeur op wegedoorn en sporkehout. WILDE KAMPERFOELIE GIFTIG Lonicera periclymenum Rechtswindende klimmende heester, tot 8 m hoog. Bladeren tegenoverstaand, niet of kort gesteeld,elliptisch, gaafrandig, onderzijde blauwachtig-groen. Bloemen 4-6 cm lang, in eindelingse, gesteelde hoofdjes, buisvormig, 5-tallig, geelachtig wit of roodachtig aangelopen, sterk geurend.Bloeitijd juni-augustus. VRUCHTEN: donkerrode,kogelronde bessen met kelkresten. Rijp: september-oktober. en daar doen ze goed aan. Patiënten kunnen beter buiten de geur in een fraai landschap opsnuiven want de zoete geur en de frisse buitenlucht zijn op zichzelf al geneesmiddelen! Tegenwoordig worden de bladeren en de bloemen vooral gebruikt om hun antiseptische, samentrekkende, urinedrijvende, wondreinigende en zweetdrijvende eigenschappen. Giftig De bessen van de kampenfoelie bevatten de bitterstof xylosteïne, saponinen en een spoortje glycoalkaloïd. De mate van giftigheid is omstreden. In oudere literatuur spreekt men van dodelijke ongevallen. Elders wordt alleen gerept van braakneigingen. Over vergiftigingen is dus eigenlijk nog maar weinig bekend. De bessen moeten toch als enigszins giftig worden beschouwd en de saponinen lijken de grootste boosdoener te zijn. Het is daarom beslist af te raden de bessen te nuttigen! Vogels daarentegen kunnen ze zonder problemen eten. Ecologie Diverse insecten (vooral dagvlinders) zijn afhankelijk van de kamperfoelie. Als het avond wordt en de zon ondergaat, komt de kamperfoelie tot leven. Tegen de schemering opent de plant zijn bloemen en zendt een sterke zoete geur de wereld in, die tot ver in de omgeving te ruiken is. Intussen worden de meeldraden in stelling gebracht en wordt de meest geschikte positie voor bestuiving gekozen. De helmdraden zijn dik bepoederd met mannelijke geslachtscellen en de stijl is gereed voor ontvangst. Het wachten is nu op de bestuivers. De nachtvlinders, zoals pijlstaarten (Sphingidae) en uilen (Noctuidae) nemen die taak op zich. Deze “nachtploeg” wordt gelokt door de zoete kamperfoeliegeur en dichterbij door bloemen, waarvan de heldere kleuren stralen als sterren in de duisternis. Gebruik Kamperfoelie werd eeuwen lang gebruikt als wondreinigend middel, maar langzamerhand raakte dat in onbruik. Zo constateert Rogues in 1837: ‘De heren artsen laten kamperfoelie buiten groeien zonder te plukken ZUURBES Berberis vulgaris Uiterlijk: doornige, tot 4 m hoge struik. Bladeren 2-4 cm lang, dicht bijeen, omgekeerd eirond, scherp gezaagd. Bloemen in hangende, okselstandige trossen, 5-6 kroonbladeren, geel, sterk geurend.Bloeitijd april-juni. VRUCHTEN: langwerpige, scharlakenrode bessen. Smaken zuur-bitter. Oogsttijd september-oktober. De onrijpe bessen zijn zwak giftig. Opmerking: Het eten van rauwe bessen kan onschuldige vergiftigingsverschijnselen tot gevolg hebben(misselijkheid). De gifstof wordt berberine genoemd. GEKOOKT EETBAAR Gebruik De vrucht is een kleine bes van 5-15 mm lang. Rijp is hij rood of donkerblauw, vaak met een roze of violette glans. Ze kunnen langwerpig of bolvormig zijn. De eetbare bessen zijn rijk aan vitamine C maar hebben een scherpe smaak. De doornen maken oogsten lastig, reden waarom ze weinig worden gegeten. Traditioneel werden in Europa de vitamine C rijke bessen voor het maken van jam gebruikt. In oosterse landen, zoals Iran worden de vruchten bij het koken gebruikt voor het zoet-zuur kruiden van rijst, vis en vlees. Ecologie Voor kleine vogels zijn ze echter een belangrijke voedselbron. Deze verspreiden de zaden na vertering. Berberis soorten worden door de larven van verschillende Lepidoptera soorten als loofboomdwergspanner (Eupithecia exiguata) als voedselplant gebruikt. De zuurbes is de tussenwaardplant voor zwarte roest (Puccinia graminis). Deze schimmel tast ook gewone tarwe en rogge aan. In Frankrijk gaf de bestrijding van de zuurbes vanaf 1660 een heftige strijd tussen boeren en jambereiders, die de boeren van bijgeloof betichtten. Pas in 1865 werd wetenschappelijk vastgesteld dat de zuurbes de tussenwaardplant was. In vele delen van Europa was het verboden om de zuurbes aan te planten. EGELANTIER Rosa rubiginosa De egelantier is een roos die bloeit van juni tot augustus. De bloemen zijn rozerood met een wit centrum. Bijzonder is dat deze plant aan de onderzijde van de blaadjes klieren heeft die, nadat erover gewreven is, naar appels ruiken. De egelantier heeft haakvormig omgebogen stekels aan de stengels. Tamelijk algemeen in de duinen en ZuidLimburg. Gebruik Het zijn de vruchten, de rozenbottels, van de Egelantier (Rosa rubiginosa) die aan de basis staan van verzachtende en makkelijk intrekkende huidoliën. De Egelantier groeit bij ons vooral in de duinen, het rivierengebied en Zuid-Limburg. Maar ook in andere Europese landen komt hij sinds oudsher veelvuldig voor. Spaanse kolonisten namen in de zeventiende eeuw verwanten van deze rozensoort mee naar Chili om er afscheidingen van te maken tegen de inheemse bevolking. Tegenwoordig zijn het de bottels uit dit land die, na een speciaal drogingsprocédé, worden verwerkt. Door de kern van de vrucht, met name de zaadjes daarin, zacht te persen komt de olie vrij. Het overblijvende vruchtvlees is bruikbaar in ketchup, jam, wijn en elixers. Ecologie De egelantier wordt gebruikt in heggen. De bloemen worden door insecten bestoven, de vruchten worden door allerlei dieren gegeten. In een bosschage met egelantier nestelen vele vogels. DUINROOSJE Rosa pimpinellifolia De plant wordt 10 tot 90 cm, soms tot 200 cm, groot. De aan de onderzijde vrijwel kale blaadjes van het 7 tot 11 onevengeveerde, donkergroene blad zijn 1,5 tot 2,5 cm lang. De bloeitakken zijn over de gehele lengte bezet met grotere en kleinere stekels en met naaldvormige stekels. De plant breidt zich uit door wortelopslag. De duinroos bloeit in mei en juni met creme-witte, soms roze aangelopen, bloemen. De bloem is alleenstaand, 1,5 tot 5,5 cm groot en heeft geen steelblaadjes. De vruchtbeginsels zijn ingesloten in een holle, flesvormige bloembodem. De korte, gaafrandige kelkblaadjes staan na de bloei rechtop en blijven nog lang vastzitten. Gebruik De bottels zijn donkerbruinachtig paarse of meer zwarte vlezige bloembodems met daarin de nootjes achtige vruchten. Ze zijn zeer rijk aan vitamine C en kunnen gebruikt worden voor o.a. marmelade, confiture, gelei, sap, siroop en gebakvulling. Ecologie De duinroos komt voor op droge, matig voedselrijke, meestal kalkhoudende grond op duinhellingen, onder struikgewas en op heidevelden. Tapuiten tonen bij het nestelen een voorkeur voor konijnenholen die, goed beschermd, in duinrooshellingen liggen. Ook azen ze er druk, vermoedelijk op rozenkevers, die op de roos vaak talrijk zijn. WILDE LIGUSTER GIFTIG! Ligustrum vulgare Lang groen blijvende heester, 1-4 m hoog. Bladeren 5-8 cm lang, kruisgewijs tegenoverstaand, kort gesteeld, langwerpig lancetvormig, enigszins leerachtig, veernervig, soms goudgel of bont,bloemen in eindelingse, 3-6 cm lange trossen, 4-tallig, trechtervormig, wit of geel-wit,Sterke zoete geur. Bloeitijd juniaugustus. Vruchten:zwarte, glanzende, kogelvormige, 5-8mm in doorsnee bessen met 2 zaden. Rijp september-oktober. De bessen blijven soms in de winter aan de plant zitten. Bessen: GIFTIG. Wilde liguster is een in de Benelux inheemse struik, en komt van nature op alle continenten voor, behalve in Amerika, daar is hij 20 jaar geleden geïntroduceerd en wordt nu als een plaag beschouwd. Ligustrum ovalifolium). De liguster bloeit in juni tot augustus, en heeft zwarte besjes die bij vogels populair zijn. De geur van de bloemen van de liguster kan overweldigend overkomen. Bij regelmatig gesnoeide hagen zal de liguster echter meestal niet, of met slechts enkele bloemen bloeien. In het wild wordt de struik ongeveer 3 meter hoog. De liguster is voor mensen giftig. Algemeen De liguster is een snelle groeier die in de winter afhankelijk van de temperatuur zijn bladeren behoudt. Omdat hij ook goed tegen snoeien kan, wordt de liguster veel gebruikt in heggen. (Maar meestal gebruikt men voor heggen de uit Japan afkomstige De ligusterpijlstaart heeft maar één generatie en vliegt van begin mei tot september. Hij vliegt in de avondschemering. De rupsen zitten gewoonlijk op liguster als waardplant en worden vooral vanaf augustus tot november waargenomen. De pop overwintert in de grond en dit soms twee keer. Ecoloie De liguster komt van nature voor in de duinen en in Drenthe. BOKSDOORN Lycium barbarum De Boksdoorn wordt in West-Europa gekweekt maar komt ook verwilderd voor. De lange, gebogen tot 3m lange takken zijn van tot ruim 3 cm lange doorns voorzien. De takken verhouten en slingeren zich tussen andere planten door tot over de laagste takken van een dichtbijstaande boom. De donkergroene 2-5 cm lange, 0,5-cm brede grijsgroene bladeren zijn langwerpig. De bloemen hebben de vijf kroon- en vijf kelkbladen zoals ze bij de nachtschade horen en zijn violet tot (licht)paars van kleur, en zijn alleenstaand of in kleine groepjes. De meeeldraden steken uit. De 1,5-2cm grote bessen zijn oranje-rood van kleur, maar na drogen zwart. Voor het drogen zijn ze zeer saprijp en barsten gemakkelijk. Zaadverspreiding vindt over grote afstanden plaats doordat ze vastkleven in de vacht van passerende dieren. Verspreiding De Boksdoorn is afkomstig uit Azië, en in West-Europa gekweekt en verwilderd. In België en Nederland komt de plan o.a. verwilderd langs de rivieren en in de duinen voor. De plant komt voor van ZuidoostEuropa tot China in Azië. Op het NoordAmerikaanse continent is de plant in een aantal staten verwilderd. De plant is tevreden met arme grond. Juist in zo'n milieu, waarin voedsel schaars is, vormen de stekels een bescherming tegen al te vraatzuchtige dieren. Gebruik Door de dorens wordt de plant gebruikt als afscheiding. De plant bevat verschillende vitaminen en mineralen als aminozuren, beta-caroteen, polysacchariden en rutine. HEGGENRANK Bryonia dioica De heggenrank (Bryonia dioica) is een plant uit de komkommerfamilie (Cucurbitaceae). Het is een tweehuizige plant die voorkomt in heggen en kreupelhout (in duinen). Hij is giftig en komt vrij veel voor. De lange dunne stengels ontspringen uit een knolvormige wortelstok. Ze klimmen met behulp van hechtranken tot een hoogte van wel 4 meter. De ranken rollen spiraalvormig op en bevestigen de plant stevig aan de steun. Het blad is harig en drie- tot vijfvoudig gelobd. Het heeft de vorm van een ei en heeft een hartvormige voet. De onvertakte hechtranken ontspringen vlak bij de bladstelen. Bloemen en vruchten De heggenrank bloeit van mei tot september. De mannelijke bloemen zijn groter dan de vrouwelijke. De bloem is geelachtig wit. De bloem van de mannelijke bloem is 12 tot 18 mm, die van de vrouwelijke bloem 10 tot 12 mm. Op de Heggenrank vliegt een speciaal zandbijtje: de Heggenrankbij (Andrena florea), een solitaire bijensoort. De vrucht is een rode bes met drie tot zes zaden. Deze bessen zijn giftig. Men kweekt de witte heggenrank ook wel met tweeslachtige bloemen. De bloemkroon is dan geelgroen en de bessen zwart. Gebruik De plant wordt in homeopathische geneesmiddelen gebruikt tegen allerlei soorten hoest. In vroegere tijden droegen meisjes in Duitsland schijfjes van de wortel in hun schoenen bij feestelijke gelegenheden. Op deze manier zouden ze naar de juiste man worden geleid. Ook werd het in de Middeleeuwen gebruikt als toverkruid door heksen. Het zou reuma kunnen genezen door de wortel te vullen met bloed van de patiënt en te begraven op een geheime plek. De wortel werd ook vaak stiekem verkocht als alruin, waaraan grote toverkracht werd toegeschreven.