psychiatrie naast je deur, wat nu?

advertisement
De psychische zorg heeft een taak in het opleiden van jonge mensen, en via het
organiseren van onderwijs op peil houden van de arbeidskwalificatie van alle
medewerkers. Deels kan dit door een hechte samenwerking met externe
opleidingen, deels moet dat intern worden georganiseerd door beschikbare kennis en
kunde beter te benutten.
De blijvende ambitie om beter en zo mogelijk in kortere tijd te kunnen behandelen,
vroegtijdiger of ernstige psychische problemen zelfs te kunnen voorkomen, minder
fouten te maken, meer mensen te kunnen bereiken én de kosten te verlagen,
veronderstellen een voortdurende aanpassing van de kennis, benodigde
vaardigheden en attitudes. Gretig zijn in het leren van nieuwe competenties om
daarmee betere resultaten te kunnen boeken, kenmerken de op innovatie gerichte
psychische zorgverleners.
Noten
l)De term geestelijke gezondheidszorg dekt volgens mij niet goed de lading - vandaar mijn
voorkeur voor psychische gezondheidzorg. De afkorting GGz (geestelijke gezondheidszorg)
heeft om een andere reden niet mijn voorkeur: het maskeert dat het in de eerste plaats om
gezondheidszorg gaat: zorg die verband houdt met (in dit geval, psychisch) lijden en die een
grote samenhang heeft met somatische aandoeningen. De 'GGz' staat, ondanks allerlei
pogingen dit te veranderen, nog altijd apart van de overige zorgvoorzieningen. Door het werk
anders te benoemen verander je dat natuurlijk nauwelijks - maar het helpt wel.
2)De term psychiatrie gebruik ik als institutionele aanduiding voor specifieke vo.orzieningen, als
aanduiding voor een medische discipline en, in het verlengde daarvan, als aanduiding van
specifieke vormen waarop de zorg wordt uitgeoefend. Voorbeelden zijn sociale psychiatrie of
kinder- en jeugdpsychiatrie. In dit stuk wordt uit de context wel duidelijk in welke betekenis de
term wordt gebruikt.
3)De psychische zorg in engere zin omvat in ieder geval de psychische zorgtaken van huisartsen,
psychische basiszorg en de specialistische psychische zorg.
4)Het is verdedigbaar in de psychische zorg in engere zin te spreken over patiënten. Het
psychisch lijden staat hier immers centraal en is uitgangspunt voor het handelen. In de brede
betekenis is het gebruikelijk - al naar gelang de context - te spreken van bewoners, werkers,
cursisten, deelnemers of anderszins.
5)Zie hierover: Jaap van der Stel (2012). Focus op persoonlijk herstel bij psychische problemen.
Den Haag: Boornjl.ernrna.
6)Zie hierover: Jaap van der Stel (2013). Zelfregulatie, ontwikkeling en herstel. Amsterdam:
SWP.
7)Zie hierover: Jaap van der Stel (2014). Precisiepsychiatrie. PsychoPraktijk, 6, 1, 14-17.
PSYCHIATRIE NAAST JE DEUR, WAT NU?
Pascale Bekkering,
(Arkin).
SPV bij het Nederlands Psycho analytisch Instituut
"Hoe kunnen de benadering van kwartiermaken en die van rechtvaardige
samenleving een bijdrage leveren aan de visievorming van Beterburen ten aanzien
van het includeren van mensen met een psychiatrische aandoening. "
Inleiding
Hoe gaan we in onze maatschappij om met conflicten? Hoe gaan we om met
"anders zijn"? In dit artikel, geschreven als afstudeeropdracht voor de
Posthbo-opleiding SPV, richt ik mij op de vraag hoe in het informele circuit
de-escalerend omgegaan kan worden met overlast waarbij mensen betrokken zijn
met een psychiatrische kwetsbaarheid. Ik ben van mening dat hier nog veel winst
te behalen is en hiermee in de samenleving onderlinge vervreemding tegen kan
worden gegaan.
Motivatie
De interesse voor dit onderwerp is gegroeid tijdens mijn werkzaamheden als
reclasseringwerker van 2002 tot 2008. De vraag die ik mezelf stelde was of er
naast de individuele aanpak niet een andere benaderingswijze is om in de
maatschappij om te gaan met overlastproblematiek waarbij bij één van de partijen
sprake is van armoede, ontwikkelingsproblematiek en/of psychiatrische
problematiek. Sinds 2012 werk ik als Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige in
opleiding en hiernaast ben ik vrijwilliger bij Beterburen in Amsterdam Westerpark.
Ik wil de problematiek van een persoon meer gaan benaderen vanuit de context
en de wisselwerking met zijn of haar sociale omgeving. De motivatie om te werken
als buurtbemiddelaar komt voort uit het feit dat ik als buurtbewoner meer
betrokken wil zijn bij wat er speelt in mijn wijk. Vanuit eigen overlastervaringen
heb ik gemerkt dat gevoelens van onveiligheid kunnen worden tegengegaan door
contacten in de buurt te verstevigen en door ervaringen te delen. Als
buurtbemiddelaar wil ik onderzoeken hoe omgegaan dient te worden met
burenbemiddeling als er bij een van de partijen sprake is van psychiatrie.
Voor mijn afstudeerartikel gebruik ik de organisatie Beterburen als platform voor
het beantwoorden van mijn vraag hoe in het informele circuit de-escalerend
omgegaan kan worden met overlast door en bij mensen met een psychiatrische
kwetsbaarheid. Ik wil nagaan of en hoe er vanuit de benadering van
kwartiermaken en die van rechtvaardige samenleving een antwoord op
bovenstaande vraag kan worden gegeven.
Probleemstelling
In het GGZ meerjarenakkoord 2013/2014 staat dat mensen met een
psychiatrische aandoening meer moeten participeren in de samenleving en dat er
een zorgverschuiving plaatsvindt van het formele naar het informele netwerk. In
de samenleving zijn bestaande structuren hier niet altijd op ingericht. Hierbij
speelt mee dat er nog veelonwetendheid is in de maatschappij over hoe
omgegaan dient te worden met mensen die een psychiatrische aandoeninq"
hebben.
1
Dit betekent dat deze doelgroep vaak geen gebruik kan maken van bestaande
structuren in de samenleving. Zo ook als het gaat om burenconflicten en
burenruzies: het gebied waar Beterburen opereert.
zo "binnen onze samenleving te werken aan zelfbepaling op meerdere
levensgebieden" , "zonder dat hierbij het anders zijn wordt ontkend" (Venneman,
2012; Kal, 2011).
Beterburen werkt onder andere in Amsterdam-West, een stadsdeel waar veel
mensen wonen met een psychiatrische problematiek. In Amsterdam heeft 13,2 %
van de bevolking van 12 jaar en ouder psychische klachten. Amsterdam scoort
hiermee, evenals Utrecht en Zuid-Limburg, significant boven het landelijk
gemiddelde. Het landelijke gemiddelde staat op 10% (CBS gezondheidsenquête,
2008-2011). Door ambulantisering blijft deze doelgroep langer in de eigen
woonomgeving. Beterburen merkt dat ze meer te maken krijgt met aanmeldingen
waarbij GGZ-problematiek een rol speelt. Dit kan zich uiten in anders of excentriek
gedrag, of juist in een geïsoleerde, teruggetrokken buurtgenoot.
Bovenstaande constateringen leiden tot de volgende vraagstelling:
"Hoe kunnen de benadering van kwartiermaken en die van rechtvaardige
samenleving een bijdrage leveren aan de visie en werkwijze van Beterburen ten
aanzien van de doelgroep mensen met een psychiatrische aandoening?"
In de toename van aanmeldingen bij Beterburen waar bij één van de partijen
sprake is van GGZ-problematiek, ziet Beterburen dat het gaat om diverse
gradaties in psychische of psychiatrische problematiek. Het gaat onder meer om
mensen die in scheiding liggen, ontslagen zijn, financiële problemen hebben,
getraumatiseerd zijn, dementerend zijn en zorg mijden. Deze toename in het
aantal aanmeldingen en de brede range van psychiatrische problematiek heeft
ervoor gezorgd dat Beterburen tegenwoordig soepeler omgaat met de
inclusiecriteria voor mensen met een psychiatrische aandoening dan voorheen,
toen psychiatrische problematiek nog een contra-indicatie was (hetccv.nl). Het
blijft voor buurtbemiddelaars nog onduidelijk hoe zij met deze doelgroep om
moeten gaan.
De hierboven genoemde constateringen hebben ertoe geleid dat Beterburen dit
jaar is gestart met het aanbieden van de eendaagse deskundigheidsbevordering
"Omgaan met psychisch kwetsbaren", aan bemiddelaars.
Deskundigheidsbevordering is een stap in de goede richting wat betreft het
bevorderen van begrip voor en bekendheid met deze doelgroep. Zijn er meer
mogelijkheden om deze doelgroep in de wijk te includeren? Deze vraag is de focus
van deze afstudeeropdracht.
Volgens het landelijk platform GGZ rust er in de samenleving nog steeds een
taboe op psychische ziekten. Vanuit onwetendheid bestaan er nog steeds
misvattingen over mensen met psychische stoornissen, wat een stigmatiserend
effect in de hand werkt. Gangbare misverstanden zijn bijvoorbeeld dat mensen
met psychische problemen gewelddadig en gevaarlijk zijn, arm zijn en minder
intelligent zijn (Choe e.a., 2008; samensterktegenstigma.nl). Het doorbreken van
onwetendheid (lekenangst) kan samenwerking tussen verschillende netwerken
verbeteren en ook een preventieve werking hebben op het informele netwerk. "De
meest effectieve manier om gevolgen van stigma tegen te gaan is direct contact
tussen mensen met en zonder psychiatrische stoornis (Corrigan en Penn, 1999)".
"Dit is gebaseerd op het gegeven dat mensen die in hun dagelijks leven bekend
zijn met personen met een psychiatrische aandoening, gunstiger oordelen over
deze hele groep (Angermeyer e.a., 2003; Couture & Penn 1999).
Om bovengenoemde is het mijns inziens van belang om binnen onze samenleving
en in het bijzonder binnen de organisatie Beterburen na te denken over hoe
omgegaan dient te worden met de gevolgen van de verschuiving van formele naar
informele zorg. Het ligt in de lijn van het huidige sociaal-psychiatrische
gedachtegoed om mogelijkheden te creëren, een visie vast te stellen en een
werkwijze te ontwikkelen voor mensen met een psychiatrische kwetsbaarheid om
Door het onderzoeken van bovenstaande vraagstelling wordt gepoogd om de
volgende doelstelling te realiseren:
"Beterburen ideeën aanreiken voor het ontwikkelen van een visie en een
werkwijze die uitgaat van de inclusie van mensen met een psychiatrische
aandoening. "
Werkwijze en onderzoeksmethode
Om een antwoord te krijgen op mijn onderzoeksvraag heb ik allereerst de huidige
werkwijze en visie van Beterburen onderzocht. Vervolgens heb ik een interview
afgenomen bij een ervaringsdeskundige van het expertisecentrum
ervaringsdeskundige van Roads om vanuit het cliëntperspectief te belichten hoe in
het informele circuit de-escalerend omgegaan kan worden met overlast door en bij
mensen met een psychiatrische kwetsbaarheid. Tot slot heb ik een
literatuuronderzoek uitgevoerd over kwartiermaken en sociale rechtvaardigheid.
Deze literatuur is gericht op het tegengaan van sociale uitsluiting en het
bevorderen van een rechtvaardige samenleving. Voor het literatuuronderzoek over
sociale rechtvaardigheid heb ik een vraaggesprek gehad met de auteurs Kees
Onderwater en Ben Venneman. De literatuur sluit naar mijn idee goed aan op de
vijf uitgangspunten van de sociale psychiatrie (Van der Padt, 2011, p. 26). Sluit
deze literatuur aan op de visie en missie van Beterburen? Het huidige onderzoek
probeert deze vraag te beantwoorden.
Opbouwartikel
Allereerst wordt ingegaan op de huidige visie en werkwijze van Beterburen. In het
kopje daarna omschrijf ik beknopt mijn bevindingen van het vraaggesprek met
een ervaringsdeskundige. In het daaropvolgende kopje wordt kwartiermaken en
sociale rechtvaardigheid besproken en wordt aangegeven hoe deze
benaderingswijze toewerken naar het includeren van mensen met een
psychiatrische aandoening in de samenleving. Tot slot heb ik getoetst of mijn
bevindingen en ideeën aansluiten bij Beterburen en draag ik ideeën aan voor het
ontwikkelen van een visie en werkwijze die uitgaan van de inclusie van mensen
met een psychiatrische aandoening. Ook geef ik suggesties over hoe deze visie bij
Beterburen in de praktijk vormgegeven kan worden.
Beterburen
In deze paragraaf wordt de visie, de werkwijze en het toekomstperspectief van
Beterburen belicht. Deze informatie is afkomstig uit een vraaggesprek dat ik heb
gevoerd met de directrice van Beterburen en uit het meerjarenverslag 2011-2013
van Beterburen.
"Burgers voor burgers, dat is de gedachte achter buurtbemiddeling" . De
kernkwaliteit van de stichting is burgerparticipatie. De missie van Beterburen is
het terugdringen van burenruzies, met medewerking van voldoende goed
opgeleide vrijwilligers. Buurtbemiddelaars kunnen fungeren als 'smeerolie' waar
burencontacten slecht verlopen. Partijen die in conflict zijn gekomen met hun
buren melden zich aan bij Beterburen. De buurtbemiddeling is kosteloos,
Ook verwijzers (onder meer woningcorporaties, de politie en Meldpunt Zorg en
Overlast) kunnen partijen aanmelden. Voorwaarde is wel dat de bewoner hiervoor
toestemming geeft2).
De ervaring van Beterburen is dat wanneer buren, zonder kennisgeving van
details, ingelicht worden en op de hoogte zijn gesteld dat er een persoon in de
wijk komt wonen die last heeft van psychische problemen, er vaak erkenning en
begrip voor de ander ontstaat. Dit kan tot gevolg hebben dat "vreemd" gedrag of
"vreemde" geluiden geplaatst kunnen worden en hier door de omgeving beter op
kan worden gereageerd. Uit schaamte en angst voor een negatieve stempel laten
mensen vaak niet weten dat ze psychische problemen hebben. Door de privacywet
is het voor Beterburen vaak een lange periode onbekend of iemand een begeleider
heeft. Het is van belang dat een bemiddeling tijdig wordt aangevraagd, nog
voordat een geschil is geëscaleerd. Als buurtbemiddeling op tijd wordt ingezet, is
de slagingskans het grootst. Beterburen wil haar activiteiten in de toekomst
uitbreiden om buurtconflicten goed en tijdig af te kunnen handelen. Dit wil ze
bijvoorbeeld doen door naast bemiddeling bij burenruzies (curatieve aanpak) ook
mee te denken over hoe burenruzies voorkomen kunnen worden (preventieve
aanpak) en hoe zaken goed en snel verwezen kunnen worden alvorens een conflict
escaleert (meerjarenbeleid 2011-2013).
Beterburen biedt de volgende producten (meerjarenbeleid 2011-2013):
• Buurtbemiddeling, waarbij 2 of 3 partijen geholpen worden samen hun conflict
op telossen is de "care business" van Beterburen
• Pendelbemiddeling, wordt ingezet als beide partijen nog niet met elkaar om tafel
willen. Pendelbemiddeling wordt op overeenkomstige manier uitgevoerd als een
normale bemiddeling met als kenmerkend verschil dat de communicatie in
beginsel via de bemiddelaars verloopt. Inzet is streven naar een gezamenlijk
bemiddelingsgesprek en verbetering van het slagingspercentage
• Groepsbemiddeling, hierbij is sprake van meer dan 3 partijen (gemiddeld 7
partijen)
• Adviesgesprekken, adviezen worden gegeven aan zelfmelders, die met behulp
hiervan zelf het gesprek met de buren aangaan. Hierdoor weet men uiteindelijk
zelf de problemen op te lossen en is bemiddeling door bemiddelaars niet meer
nodig.
• Jongerenbemiddeling, eind 2009 is in Stadsdeel Zuidoost begonnen met een
pilot voor 3 jaar waarbij jongeren tussen de 14 en 24 jaar opgeleid worden om
te bemiddelen bij conflicten waarbij jongeren zijn betrokken.
Ik heb voor deze organisatie gekozen, omdat ze in november 2013 meegewerkt
heeft aan een open avond voor buurtbewoners van de Amsterdamse
Transvaalbuurt. Tijdens deze open avond kregen bewoners de kans om hun
klachten te uiten omtrent overlast door voorzieningen voor mensen met een
psychiatrische diagnose. -Ik wil nagaan of de ideeën en ervaringen van Roads
bruikbaar zijn voor Beterburen .
Door de ervaringsdeskundige van het expertisecentrum wordt aangeven dat er
geen standaard antwoord is voor hoe omgegaan dient te worden met
overlastproblematiek door en bij mensen met een psychiatrische kwetsbaarheid.
De ervaring van de deskundige is dat het vertellen van persoonlijke ervaringen,
zoals hoe de ontwikkeling va een psychose en de weg naar herstel is verlopen,
leidt tot openheid onder de buurtbewoners. Het kweekt respect en begrip, kan het
ijs breken en/of onderlinge spanningen wegnemen, hetgeen de buurtcohesie
herstelt en/of verbetert.
De volgende factoren spelen hierbij een belangrijke rol:
• Wederkerigheid: Er wordt verwezen naar de rol van de persoon zelf behept met
een psychische kwetsbaarheid. In de periode dat iemand stabiel is, zou er
bijvoorbeeld contact kunnen worden opgenomen met buren. Inzage in een
opgestelde crisiskaart zou van meerwaarde kunnen zijn. Het is van belang dat
deze crisiskaart bespreekbaar wordt gemaakt, zodat buren weten hoe zij moeten
handelen in periodes dat het slechter gaat. Op deze kaart zou bijvoorbeeld de
naam van de betreffende contactpersoon vermeld kunnen worden.
• Taboe doorbreken: Wederkerigheid is in de praktijk vaak lastig te realiseren.
Thema's als schaamte spelen hierbij een rol. Om dit te kunnen doorbreken, is
het van belang om in de buurt voorlichting te geven. Door taboes te doorbreken
wordt het voor mensen makkelijker om moeilijke onderwerpen aan te snijden.
De hulpverlening zou hierin ook een rol kunnen spelen, bijvoorbeeld door
actiever contact te maken in de buurt, of door de persoon met een
psvchlatrische aandoening te motiveren om contact te maken met zijn of haar
buren. Zo nodig kan hulpverlening deze persoon ook direct ondersteunen bij het
maken van contact met buren. Hier wordt ook een mogelijke rol gezien voor
Beterburen. Het is immers minder schokkend om benaderd te worden door deze
instelling dan door de politie. Een bemiddelaar met een achtergrond als
ervaringsdeskundige zou mogelijk effectief te werk kunnen gaan. Echter, een
getrainde bemiddelaar met kennis van zaken over psychiatrie kan eveneens
ondersteunen bij het doorbreken van taboes.
• Contact maken: Bij het voorkomen van escalatie gaat het vaak ook om het
nemen van een stap en het maken van contact. Dit kan simpelweg door te
vragen hoe het met de ander gaat.
• Coaching: individuele begeleiding en ondersteuning gedurende maximaal twee
gesprekken. Bij coaching ligt de focus op de rol en de mogelijkheden van de
bewoner(s) zelf. Een coach helpt de bewoner(s) zelf stappen te ondernemen en
de situatie anders te bekijken of acceptabel(er) te maken.
Eerder in dit artikel zijn de visie, de werkwijze en het toekomstperspectief van
Buurtburen besproken en is ingegaan op de ervaring en het perspeetlef van een
ervaringsdeskundige. In het tweede gedeelte van dit artikel wil ik nagaan wat de
literatuur betreffende kwartiermaken en sociale rechtvaardigheid zegt over het
includeren van mensen met een psychiatrische aandoening.
Geen standaard antwoorden, maar wederkerigheid,
taboes doorbreken en
contact maken
Na bovenstaande uiteenzetting van de visie en werkwijze van Beterburen ga ik in
op de ervaringen van een deskundige werkzaam bij het expertisecentrum
ervaringsdeskundige van Roads:".
Kwa rtierma ken
Ik ben geïnspireerd door de benaderingswijze van kwartiermaken, omdat het
gerelateerd is aan mijn onderzoek namelijk: "hoe de uitsluiting van mensen met
psychiatrische achtergrond tegengegaan kan worden en hoe
.
vermaatschappelijking bevorderd kan worden."
Volgens de benaderingswijze van kwartiermaken moeten wij streven naar inclusie
en naar een gevarieerde samenleving waarin aandacht is voor verschil. Ook is het
van belang om te streven naar een maatschappij die omgaat met "anders zijn"
(Kal, 2011). "Een samenleving die ruimte geeft aan betekenisvolle verschillen is
rijker en draagkrachtiger dan een samenleving waarin de nadruk ligt op gelijkheid
en eenvormigheid" (Kal, 2001).
Om in de samenleving ruimte te maken voor "anders zijn" is het nodig het "anders
zijn" te benoemen. Kwartiermaken benoemt dit als een essentiële tussenstap om
in de samenleving nader tot elkaar te komen. Het niet benoemen van "anders
zijn", is niet helpend voor het bevorderen van aansluiting in de maatschappij. Om
als persoon mee te kunnen doen in de samenleving moet iemand de kans krijgen
om "enders" te zijn. "Als een samenleving hier niet voor openstaat, dan bestaat er
het gevaar dat mensen tot een eenzijdige aanpassing worden gedwongen en
mogelijk zelfs tot een onderdrukkende gelijkwording" (Kal, 2011).
Volgens de benaderingswijze van kwartiermaken is onze samenleving niet altijd
gastvrij voor kwetsbare mensen of mensen met een beperking. Omdat het
meedoen in onze samenleving met name voor deze doelgroep niet altijd vanzelf
gaat, pleit kwartiermaken voor een gastvrije samenleving (Kal, 2001; Kal, 2011).
Kwartiermaken loopt vooruit om te zien hoe bestaande structuren aansluiten op
"anders zijn", om op deze wijze verbindingen tot stand te laten komen en om
ervoor te zorgen dat iedereen een maatschappelijk gewaardeerd en erkend
bestaan kan leiden. Kwartiermaken bevordert een inclusieve samenleving door het
proces om te draaien. Niet de patiënt, maar de burger dient benaderd te worden
(Kal,2011).
Kwartiermaken wordt in heel Nederland in allerlei vormen ingezet door diverse
instanties en organisaties. De verschillen tussen kwartiermaakprojecten zijn erg
groot (Scholtens, 2007). Hoewel er verschillen bestaan tussen deze projecten, zijn
er ook een aantal kenmerkende activiteiten die telkens van toepassing zijn:
• Het in kaart brengen van wensen en behoeften van de kwetsbare doelgroep;
• Draagvlak creëren in betrokken organisaties en samenlevingsverbanden voor
deelname van de kwetsbare doelgroep;
• Concrete activiteiten organiseren die inclusie agenderen en mogelijk maken
(bijvoorbeeld het netwerk verbreden en voorlichting geven);
• Zoeken naar duurzame samenwerkingsverbanden om de gastvrijheid te
verankeren.
(Fountain-Hardick,2011)
Sociale rechtvaardigheid
Sociale rechtvaardigheid wordt door Venneman en Onderwater (2012) benoemd
als ondersteuning voor het werk van de sociale psychiatrie. Ik wil kijken hoe deze
filosofische benadering relevant kan zijn in de dagelijkse praktijk van Beterburen
en voor haar visie op het includeren van de doelgroep.
Venneman en Onderwater (2012) hebben enige tijd geleden uiteengezet dat
sociale rechtvaardigheid de basis kan zijn voor een nieuwe sociale psychiatrie. Ze
baseren zich op de "capability-benadering" van Martha Nussbaum 2006;2012.
Sociale rechtvaardigheid en menselijke waardigheid gebruiken zij als
ondersteuning voor hun geschreven manifest "Sociale Psychiatrie" (Onderwater en
Venneman, 2011). "Dit manifest is te gebruiken als kompas om de
sociaal-psychiatrische hulpverlener in de huidige tijdsgeest te positioneren".
(Venneman, 2011).
De "capability-benadering" is een andere benadering om naar het welzijn en
niveau van een land te kijken. Volgens de "capability-benadering" is niet het bruto
binnenlands product een meetlat voor de kwaliteit van een land, maar de
mogelijkheden van het individu op het gebied van gezondheid, relaties, onderwijs,
werk et cetera.
"Capability" staat voor het menselijk vermogen; waar mensen toe in staat zijn.
Nussbaum omschrijft tien essentiële capacitelten'" als een mogelijke leidraad voor
een kwalitatief bestaan.
Een rechtvaardige samenleving gaat voor ieder individu na of al deze
mogelijkheden op een minimale drempelwaarde bereikbaar zijn. Als dit niet het
geval is, bijvoorbeeld door beperking op geestelijk, fysiek of financieel gebied, dan
is in een rechtvaardige samenleving de overheid verantwoordelijk voor het
beschikbaar maken van kansen en mogelijkheden. "Daar waar het individu door
externe of interne factoren zichzelf niet kan ontwikkelen, zou hij of zij door de
samenleving moeten worden ondersteund om dit alsnog te bereiken (Nussbaum,
2006; 2012)".
Venneman, 2011 zegt hierover dat niet alleen de overheid, maar ook iedere
professional en organisatie hier een verantwoordelijkheid heeft. Een
verantwoordelijkheid om visie uit te dragen over de ondergrens, de
drempelwaarde, van een menswaardig bestaan. Als iemand leeft onder deze
ondergrens, dan bepaald visie en onze werkwijze hoe wij hier mee omgaan.
Het voert te ver om hier alle tien de mogelijkheden uit te werken. In het kader
van dit artikel belicht ik de mogelijkheden sociale banden en gevoelens, omdat
deze gaan over het bevorderen van sociale cohesie voor ieder individu in onze
samenleving. De mogelijkheid sociale banden veronderstelt dat "men in staat is
om met anderen te leven, om anderen te erkennen, om zich te bekommeren om
anderen, om mee te kunnen doen aan diverse vormen van interactie en om zich te
verplaatsen in de situatie van anderen". Bij de mogelijkheid gevoelens gaat het
erom "dat men in staat is om gehecht te zijn aan dingen en mensen buiten
zichzelf, om degenen lief te hebben die hen liefhebben en om zich te bekommeren
om anderen".
Venneman en Onderwater (2011; 2012) halen aan dat sociale psychiatrie is
gericht op het organiseren van steun, het bieden van praktische hulp en het
maken van ruimte voor mensen met beperkingen op lichamelijk, individueel,
sociaal en maatschappelijk gebied. Zij refereren hier ook aan ruimte maken voor
"ander zijn", zoals ook het uitgangspunt is van de theorie van kwartiermaken. In
het vraaggesprek met Onderwater wordt gezegd dat Beterburen een medium zou
kunnen zijn om dit in de buurt te bevorderen, te meer omdat een organisatie als
Beterburen de regie en de oplossingen bij de burgers laat, waardoor zelfregie in de
hand wordt gehouden.
Samenvatting
Gezien de verschuiving van formele naar informele zorg is het in mijn ogen een
logisch gevolg dat Beterburen, een organisatie die buurtparticipatie en sociale
cohesie bevordert, ook aandacht heeft voor buurtoverlast waarbij het "anders zijn"
een rol speelt. Uit de literatuur van kwartiermaken en uit mijn praktijkonderzoek
komt een overeenkomstige visie naar voren. Uit beide bronnen blijkt dat openheid
van zaken en het benoemen van het "anders zijn" ervoor kan zorgen dat er ruimte
wordt gecreëerd om contact te maken. Ook Venneman en Onderwater (2012)
schrijven dat het, gezien de tijdsgeest en de verandering in de zorg, juist is om in
de buurt en wijk naar manieren te zoeken om de zelfregie van mensen te
ondersteunen.
Er vindt een verschuiving plaats van formele naar informele zorg. De gevolgen
hiervan zijn merkbaar bij Beterburen. Deze organisatie krijgt steeds meer
aanmeldingen waarbij er sprake is van psychiatrie. De brede range in deze
aanmeldingen heeft als gevolg dat Beterburen haar inclusiecriteria heeft
versoepeld. De focus bij Beterburen is om in de toekomst preventiever te gaan
werken. Buurtbemiddelaars zijn nog zoekende naar hoe zij om dienen te gaan met
bemiddeling waar bij één van de partijen sprake is van een psychiatrische
kwetsbaarheid. Een mogelijke reden voor oplopende conflicten is gebrek aan
lnforrnatle en de juiste contactpersonen, waardoor het vaak achteraf handelen is.
Schaamte, taboe en de privacywet spelen hierbij een rol. In mijn gesprek met de
ervaringsdeskundige kwam vooral naar voren dat het geven van openheid in
ervaringen met mensen met een psychiatrische kwetsbaarheid, begrip en
betrokkenheid oproept bij buurtbewoners. Bij overlast is er geen pasklaar
antwoord te geven hoe men hier mee om dient te gaan. Wederzijdsheid, taboe
doorbeken en contact maken is van belang om buurtcohesie tot stand te brengen.
Tot slot geeft deze theorie mij als sociaal-psychiatrische hulpverlener en
buurtbemiddelaar een kompas, een grondtoon. Het geeft mij richting in mijn
handelen: doe ik het juiste om de goede redenen? De theorie helpt visie te
ontwikkelen en meer betekenis te geven aan de context, in concrete casuïstiek en
in overstijgende zin.
-
Conclusie
In dit artikel is gepoogd om een antwoord te geven op de volgende
onderzoeksvraag:
"Hoe kan de benadering van kwartiermaken en een rechtvaardige samenleving
een bijdrage leveren aan de visie en werkwijze van Beterburen ten aanzien van de
doelgroep mensen met een psychiatrische aandoening?"
• Het inzetten van gespecialiseerde bemiddeling: Bijvoorbeeld getrainde
bemiddelaars of bemiddelaars met een achtergrond als ervaringsdeskundige
laten fungeren als kwartiermakers.
De literatuur omtrent kwartiermaken en de uitkomsten van het praktijkonderzoek
bij ervaringsdeskundige laten zien dat het belangrijk is om aandacht te hebben
voor de ontwikkeling van initiatieven op buurt- en wijkniveau. Concreet krijgt dit
vorm door het organiseren van ontmoetingen. Deze ontmoetingen zie ik als een
kruispunt waar wederkerigheid plaats kan vinden en waar taboes kunnen worden
doorbroken. Hier is bemiddeling soms echter noodzakelijk. Deze bemiddeling biedt
ondersteuning om verschillende perspectieven naar varen te laten komen, met als
doel begrip te kweken en tot gezamenlijke oplossingen te komen. Deze
bemiddeling kan Beterburen bieden. Voor deze doelgroep is het bevorderlijk om in
de buurt de samenwerking van meerdere partijen op te zoeken. Het gaat hier om
een maatschappelijk vraagstuk, waarbij meerdere partijen zijn betrokken. Het
opzoeken van de samenwerking met verschillende betrokken buurtpartijen kan
voor Beterburen verschillende functies hebben. Ze ziet wat er in een wijk speelt en
kan deze kennis gebruiken om preventief te werk te gaan, waardoor burenruzies
voorkomen kunnen worden. Ook kan deze samenwerking, de korte lijnen, maken
dat bemiddeling waar nodig vlot kan worden ingezet.
Verder bieden de uitkomsten van het literatuuronderzoek omtrent kwartiermaken
en de uitkomsten van het praktijkonderzoek concrete tools voor het bevorderen
van inclusie. Zulke tools zijn het gebruik van de crisiskaart en het inzetten van een
hulpverlener om de persoon met een psychiatrische aandoening te motiveren om
contact te maken met zijn of haar buren. Bovendien kan een bemiddelaar met een
achtergrond als ervaringsdeskundige en/of een getrainde bemiddelaar ingezet
worden die steun kan bieden bij het doorbreken van taboes.
De theorie over sociale rechtvaardigheid is daarentegen minder concreet, maar
biedt in mijn ogen wel een stevig basisfundament voor het vormen van een visie
op mens en samenleving. Beterburen kan deze theorie gebruiken om haar
diensten toegankelijk te maken voor een doelgroep die niet altijd in bestaande
structuren tot zijn recht komt. Deze theorie kan ook ingezet worden voor het
evalueren van activiteiten en ontwikkelingen in de maatschappij. Het kan een
antwoord geven op de vraag hoe buurtparticipatie bevorderd kan worden met als
doel een leefbare samenleving te creëren.
Aan de hand van mijn bevindingen worden enkele basisbeginselen aangereikt aan
Beterburen hoe er vorm kan worden geven op visie en werkwijze. Het is van
belang om aan te geven dat deze basisbeginselen nadere uitwerking verdienen
alvorens deze in de praktijk uit te voeren. Deze suggesties zijn als volgt:
• Aan de voorkant beginnen: Aan de hand van voorlichting kan er preventief
worden gewerkt. Zo kunnen er bijvoorbeeld, in samenwerking met betrokken
buurtpartijen, voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd worden om taboes te
doorbreken.
• Coaching inzetten: Als bemiddeling niet tot stand komt, omdat dit te complex is
door het "anders zijn", dan kan coaching worden ingezet. Bij coaching kan een
adviserende én ondersteunende dienst worden geboden. Er kan voorlichting
worden gegeven en mensen kunnen zo nodig worden doorverwezen.
• Deskundigheidsbevordering: Bij de deskundigheidsbevordering kan Beterburen
het thema sociale rechtvaardigheid terug laten komen om te kijken naar
casuïstiek en hierover gesprekken op gang te brengen in wisselwerking met de
betekenis van "anders zijn" in de samenleving.
Als aankomend Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige wil ik in navolging van
Venneman en Onderwater (2011, 2012) pleiten voor een meer actieve rol van de
beroepsgroep als het gaat om het bevorderen van buurtcontacten. Niet alleen het
betrekken van de naastbetrokkenen zoals familie is belangrijk, maar ook de
naaste omgeving zoals de buurt en de buurtbewoners verdienen aandacht in een
inclusiemaatschappij.
Noten
1)http://www.samensterktegenstigma. nt/over-stlqrne/wat-Is-stiqrna, geraadpleegd op 11
januari 2014
2) http://www.beterburen.nljfileadmin/docu
mentenjjaa rverslagenjB B_PN853O_Jaarverslag_2 0
12.pdf, geraadpleegd op 9 januari 2014
3)Roads is binnen Arkin de aanbieder van ondersteunende activerende begeleiding, sociale
activering en re-integratie: http://www.arkin.nljmerken/roadsj
geraadpleegd; 9 januari
2014
4)10 essentiële capaciteiten van een mens: 1 leven, 2 lichamelijke gezondheid, 3 lichamelijke
onschendbaarheid, 4 zintuiglijke waarneming, 5 gevoelens, 6 praktische rede, 7 sociale
banden, 8 andere biologische soorten, 9 spel, 10 vormgeving van de eigen ontwikkeling
(Nussbaum, 2012)
Literatuurlijst
Boeken
• Kal, D. (2001). Kwartiermaken: werken aan ruimte voor mensen met een psychiatrische
achtergrond. Amsterdam: Uitgeverij Boom.
• Kal D. Kwartiermaken, werken aan ruimte voor mensen met een psychiatrische achtergrond.
Boom 2002.
.
• Kal D. Kwartiermaken, werken aan ruimte voor anders-zijn Bijzonder lectoraat
Kwartiermaken Kenniscentrum Sociale Innovatie. Openbare les 16 december 2011
• Nussbaums M.e. Grenzen der Rechtvaardigheid. Ambo, 2006
• Nussbaums M.e. Mogelijkheden Scheppen. Ambo, 2012
• Padt van der I., Venneman B. Sociale Psychiatrie, visie, theorie en methoden van een
maatschappij georiënteerde psychiatrie. Boom Lemma, Den Haag, 2010.
BEHANDELEN MET SUGGESTIE
PLACEBO EN HYPNOSE ZIJN ONDERGEWAARDEERDE
INSTRUMENTEN
IN DE GENEESKUNDE
Joost Mertens, psychiater, Antonius Ziekenhuis, Sneek en eigen praktijk,
Velsen-Zuid, Voorzitter Nederlandse Vereniging voor Hypnose (NVVH)
Dit artikel is eerder verschenen in "Medisch Contact" van 24 april 2014.
Rapporten
• Meerjarenbeleid 2011-2013, Beterburen
• ACW-studiedienst in collaboration wit MOe. Capability approach als antwoord op
ongelijkheid? Verslagboek/Rapport Brussel 2012. Michel Debruyne Brussel, januari 2013
• Landelijk platform GGZ, GGZ Nederland. Bestuurlijk akkoord toekomst GGZ. 2013-2014.
Den Haag 2012.
Artikelen
• Angermeyer M.e., Beck M. & Matschinger H. (2003). Determinants of the public's
preferencefor social distance from people with schizophrenia. Canadian Journal of
Psychiatry, 48(10), 663-668
• Choe, J.Y., Teplin, L.A., & Abram, K.M. Perpetration of violence, violent victimization, and
severe mental illness: Balancing public health concerns. Psychiatric Services S2- Hospital &
Community Psychiatry, 2008, 59, 153-164
• Couture, S.M. & D.L. Penn (2003). Interpersonal contact and the stigma of mental illness:
Areview of the literature. Journal of Mental Health, 12, 3, 291-305
• Corrigan, P.W., & D.L. Penn (1999). Stigma-busting and stereotype: Lessons from social
psychology on discrediting psychiatric stigma. American Psychologist, 54, 765-776
• Fountain-Hardick.e., Rensen. P. Methodebeschrijving Kwartiermaken Databank Effectieve
sociale interventies. Movies 2011
• Kal. D. Kwartiermaken en burgerschap Doortje Kal, uitgesproken tijdens de conferentie "Van
Patiënt naar Burger". 7 april 2011, Parnassos Utrecht Organisatie Steunpunt GGZ Utrecht &
CliëntenBelang Utrecht
• Onderwater K., Venneman B. Sociale psychiatrie als basis voor eigen krachtin de wijk.
Sociale Psychiatrie December 2011
• Onderwater K., Venneman, B. Basis voor een nieuwe sociaal psychiatrische hulpverlening:
sociale rechtvaardigheid. Sociale Psychiatrie Oktober 2012, 29
• Scholtens, G. (2007). Acht keer kwartiermaken. Een verkennend onderzoek naar de
methodische aspecten van kwartiermaken. BV Uitgeverij SWP Amsterdam
• Weeghel. J. Maatschappelijke acceptatie van mensen met psychische Beperkingen Wat zijn
goede antistigma-strategieën?
Internet
• http://www.Ambulantisering.nl
• http://www.Beterburen
.nl
• http://www .hetecv. nljdossiers/Drugsoverlast/achterg rond
• http://www.Kwartiermaken.nl
• http://www.Zorggegevens.nl/zorg/gezondheidsenq
uête/
Van suggestie kan een genezende - maar ook schadelijke - werking uitgaan.
Hypnose is de overtreffende trap van suggestie. Artsen (en GGZ-hulpverleners in
het algemeen red.) zouden kennis moeten hebben van de principes en de
potentiële voordelen.
Recentelijk bleek opnieuw dat het klinische effect van een geneesmiddel voor een
aanmerkelijk deel wordt bepaald door het placebo-effect. In een slim opgezet
onderzoek kregen migrainepatiënten een placebo ofeen werkzaam middel, en
daarbij informatie dat het om een placebo ging, om een werkzaam middel, of
verwarrende informatie. Er waren dus zes condities: het werkzame middel met
correcte, incorrecte of vage informatie, of een placebo met correcte, incorrecte of
vage informatie. Vervolgens werd gekeken naar het effect, gemeten in
vermindering van het aantal migraineaanvallen.
De resultaten werpen een licht op het placebo-effect. De aanvallen namen het
minst af bij patiënten die te horen kregen dat ze een placebo kregen, ongeacht of
het écht een placebo was of het werkzame middel. De klachten namen sterker af
bij de verwarrende informatie en bij de informatie dat het om het werkzame
middel ging. Bijzonder is ook dat bij de placebobehandeling gelabeld als werkzaam
middel de migraineaanvallen even sterk afnamen was als bij de behandeling met
het werkzame middel, gelabeld als placebo. Verder is bijzonder dat een 'openlijke
placebo'-behandeling betere resultaten opleverde dan geen behandeling. Hiermee
is, niet voor het eerst, bewezen dat een gesuggereerde verwachting in belangrijke
mate (50%!) het effect stuurt, zowel in positieve als in negatieve richting(l).
Overigens is dit effect al bekend uit onderzoek naar de effecten van hypnose.
Maar waar een behandeling met een placebo als bedrog kan voelen, is bij hypnose
het toepassen van suggestie voor een therapeutisch effect juist uitdrukkelijk de
bedoeling. Hypnose wordt daarom ook wel non deceptive placebo treatment
genoemd.
Cu Ituurvera ndering
Tot in de jaren vijftig werd een behandeling met een placebo - onder voorwaarden
- gezien als een vorm van 'good clinical practice'. Met de cultuurverandering in de
geneeskunde - meer autonomie van de patiënt, de introductie van evidence-based
medicine en informed consent - is een placebobehandeling nu 'bad clinical
practice' geworden.
Randomised controlled trials dragen ook niet bij aan een positieve kijk op het
placebo-effect. Daarmee is de rijkdom aan literatuur over gunstige effecten van
suggestie uit beeld geraakt.
Download