privé- of bedrijfsvermogen

advertisement
BTW
THEMA: BTW
DOOR EUROPESE UITSPRAAK MEER DUIDELIJKHEID
OVER VERMOGENSETIKETTERING IN DE BTW
MAAK UW KEUS BIJ AANSCHAF KENBAAR:
PRIVÉ- OF BEDRIJFSVERMOGEN
Een woon-bedrijfspand tot het
bedrijfsvermogen rekenen,
levert in elk geval een
financieringsvoordeel op.
De Europese rechter heeft enige tijd terug beslist dat een ondernemer sommige
goederen die hij zowel privé als voor het bedrijf gebruikt, voor wat betreft de BTW tot
zijn bedrijfsvermogen dan wel tot zijn privé-vermogen mag rekenen. Aandacht voor
deze zogenoemde vermogensetikettering in de BTW en de gevolgen van een keuze.
Door mr. Carola van Vilsteren-Maters,Van Vilsteren BTW-advies in Arnhem
TIJDSCHRIFT ADMINISTRATIE
15 NUMMER 3, MAART 2004
De keuze die een BTW-ondernemer natuurlijke persoon maakt tussen het rekenen van
goederen tot het bedrijfsvermogen of tot zijn
privé-vermogen, heeft gevolgen voor het
recht op aftrek van de BTW. Ook is de keuze
van invloed bij verkoop van het goed, verkoop met of zonder BTW. Overigens heeft
deze keuze geen invloed op de keuze privévermogen of bedrijfsvermogen in de inkomstenbelasting. Hiervoor gelden namelijk
andere regels dan voor de BTW. Op beide
mogelijkheden gaan we hierna in.
BEDRIJFSVERMOGEN
Als een investeringsgoed geheel tot het
bedrijfsvermogen behoort, kunt u de BTW
die u bij aanschaf betaalt als voorbelasting
terugvragen.Wel moet u het goed binnen uw
onderneming gebruiken.
Ook kunt u ervoor kiezen het investeringsgoed gedeeltelijk tot het bedrijfsvermogen te
rekenen. De keuze welk deel u als privé- c.q.
bedrijfsvermogen aanmerkt, maakt u op
basis van de verhouding waarin het goed
bedrijfsmatig en privé wordt gebruikt in het
jaar van aanschaf. Deze keuze heeft gevolgen
wanneer bij de aanschaf van het investeringsgoed BTW in rekening is gebracht. Alleen de
BTW op het deel bedrijfsvermogen kunt u in
aftrek brengen. Dit geldt niet voor de BTW
die drukt op het deel van het goed dat we tot
het privé-vermogen rekenen.
Met betrekking tot een auto die
met BTW is aangeschaft, kan een
ondernemer er alleen voor kiezen
de auto geheel tot het bedrijfsvermogen dan wel geheel tot het
privé-vermogen te rekenen.
Gedeeltelijk tot het bedrijfsvermogen rekenen, kan dus niet.
Als u een goed verkoopt, bent u over de verkoopprijs BTW verschuldigd. Betreft het
een goed dat gedeeltelijk bedrijfsvermogen
is, dan berekent u slechts BTW over het
gedeelte van dat goed dat tot het bedrijfsvermogen behoort. U moet bij de doorverkoop
ook BTW berekenen als aan u bij de aanschaf van het goed geen BTW in rekening is
gebracht. Betreft het een vrijgesteld goed,
dan rekent u over de verkoopprijs geen
BTW.
Soms komt het voor dat een ondernemer
goederen uit het eigen bedrijf in privé overneemt, zoals bijvoorbeeld de auto of de pc.
Het gedeelte waarover bij aanschaf van het
goed geen BTW is afgetrokken, valt nu ook
buiten de BTW-heffing. Gebruikte de ondernemer de pc dus voor de helft privé en heeft
u daarom bij aankoop ook maar de helft van
de BTW afgetrokken, dan hoeft u ook nu
maar over de helft van de overnameprijs
BTW te berekenen. Hetzelfde geldt voor
goederen die zonder BTW zijn aangeschaft,
zoals de bestelauto die de ondernemer via de
krant van een particulier heeft gekocht.
Als u ervoor kiest een woon-bedrijfspand
voor de BTW tot het bedrijfsvermogen te
rekenen, dan kunt u de BTW die bij aanschaf is verschuldigd als voorbelasting terugvragen. Wel moet het goed in het kader van
de onderneming worden gebruikt. Bij een
woon-bedrijfspand is dit het geval, want in
het pand wordt immers het bedrijf uitgeoefend. Door de BTW in één keer in aftrek te
brengen in het jaar dat het pand wordt
gebouwd, ontstaat er een financieringsvoordeel. Deze handelswijze is goedgekeurd door
het Europese Hof.
Correctie voor privé-gebruik
Het Europese Hof heeft een uitspraak
gedaan in een Duitse zaak. Een Duitse
ondernemer natuurlijke persoon had een
tuincentrum. Deze BTW-ondernemer liet
een nieuw pand bouwen en rekende dit
pand voor de BTW tot zijn bedrijfsvermogen. Het pand werd gedeeltelijk in het
kader van de onderneming gebruikt en
gedeeltelijk privé. Omdat hij het pand tot
zijn bedrijfsvermogen rekent, trekt de
ondernemer alle BTW ten aanzien van de
bouwkosten als voorbelasting af. Vervolgens bestaat er in Duitsland een regeling,
gebaseerd op Europese wetgeving, die
bepaalt dat er elk jaar aan het eind van het
jaar een correctie plaats dient te vinden ter
zake van het privé-gebruik. Deze uitspraak leidt tot een flink financieringsvoordeel voor de Duitse ondernemer.
Voor het gedeelte van het pand dat voor
bewoning wordt gebruikt, vindt in Duitsland een correctie voor privé-gebruik
plaats.
De verwachting is dat de staatssecretaris binnen niet al te lange
tijd met een wetswijziging zal
komen om ook de Nederlandse
wetgeving aan te passen aan de
Europese wetgeving om zodoende
een correctie privé-gebruik op
onroerende zaken mogelijk te
maken.
TIJDSCHRIFT ADMINISTRATIE
16 NUMMER 3, MAART 2004
De Nederlandse wetgeving kent (nog) geen
mogelijkheid voor correctie privé-gebruik bij
onroerende zaken. Dit zou betekenen dat
een Nederlandse BTW-ondernemer natuurlijke persoon een woon-bedrijfspand BTWvrij kan bewonen!
De keuze die u maakt voor de
BTW staat geheel los van de
keuze die u maakt voor de inkomstenbelasting.
Maar zelfs als de wetgeving wordt aangepast, zal de keuze het pand tot het bedrijfsvermogen te rekenen nog voordelen opleveren omdat de ondernemer in één keer de
voorbelasting op de aankoop van de grond
en de bouwkosten terugontvangt. Het financieringsvoordeel blijft dus bestaan.
Wel moet u erop bedacht zijn dat bij verkoop
van het woon-winkelpand zonder BTW
(omdat er bijvoorbeeld sprake is van een
vrijgestelde levering; verkoop pand na twee
jaar na eerste ingebruikname) er sprake kan
zijn van herziening van BTW. Dit wil zeggen
dat een deel van de in aftrek gebrachte BTW
moet worden terugbetaald aan de Belastingdienst. Als het pand pas na tien jaar wordt
verkocht, wordt de BTW meestal niet meer
herzien.
PRIVÉ-VERMOGEN
Als u ervoor kiest een investeringsgoed geheel
tot het privé-vermogen te rekenen, blijft het
goed buiten de BTW. De eventueel bij aanschaf van het goed betaalde BTW kunt u niet
als voorbelasting aftrekken. Verkoopt u het
goed door, dan hoeft u over de verkoopprijs
ook geen BTW te berekenen.
Een ondernemer die recht heeft op aftrek van
voorbelasting zal er niet snel voor kiezen een
met BTW aangeschafte auto tot zijn privévermogen te rekenen. Hij kan de BTW dan
immers niet aftrekken. Dit wordt anders als
het een auto is waar hij bij aanschaf geen
BTW over betaalt, zoals een margeauto. (Dit
zijn vooral auto’s die door particulieren bij de
garage zijn ingeruild. De dealer mag die auto
verkopen zonder BTW op de factuur te vermelden. De dealer betaalt in dit geval BTW
over de winstmarge. Normaal wordt de BTW
berekend over de verkoopprijs.)
U dient uw keuze om een investeringsgoed
voor de BTW geheel of gedeeltelijk tot het
privé-vermogen te rekenen vanaf 27 november 2002 expliciet kenbaar te maken bij aanschaf van het goed. Wat onder ‘kenbaar
maken’ wordt verstaan, is niet geheel duide-
lijk. Het lijkt raadzaam om met uw inspecteur duidelijke afspraken te maken. De
staatssecretaris heeft aangegeven dat de
keuze moet worden vastgelegd in de admi-
BTW
De BTW is de belasting die goed is voor een
derde van de totale Nederlandse belastingopbrengst. Daarmee overtreft de BTW in kwantitatieve zin het belang van de loon- en vennootschapbelasting. De overheid heeft de
heffing, inning en voldoening uitbesteed aan
ondernemers.
De Wet op de omzetbelasting 1968 doorliep in
een recordtijd van negen maanden de parlementaire behandeling. Haast was geboden
omdat onze belangrijkste handelspartner
Duitsland een Merhwertsteuer ging invoeren.
In Europa hebben we in het verleden besloten
de BTW te harmoniseren. Dit heeft vorm
gekregen in richtlijnen. Alle EU-lidstaten
moeten hun BTW-wetgeving conform deze
richtlijnen opstellen en uitvoeren. Over de
juiste uitleg van de richtlijnen rijzen nog wel
eens vragen.
nistratie. Tevens heeft hij goedgekeurd dat
het voor het verleden voldoende is als bijvoorbeeld bij de aanschaf geen BTW als
voorbelasting in aftrek is gebracht.
GEBRUIK EN ONDERHOUD
INVESTERINGSGOED
De BTW die men u in verband met gebruik
en onderhoud van het goed in rekening
brengt, is aftrekbaar als het goed binnen de
onderneming wordt gebruikt. Het maakt
hierbij niet uit of u het goed tot het privédan wel het bedrijfsvermogen rekent. De
mate waarin u de BTW in aftrek kunt brengen, dient aan de hand van de administratie
te worden vastgesteld.
Voor auto’s geldt een speciale regeling. Als de
administratie onvoldoende aanknopingspunten biedt om tot een juiste vaststelling van het
gebruik van een auto voor de onderneming te
komen, kan volgens de staatssecretaris
gebruik worden gemaakt van percentages.
Daarbij heeft hij bepaald dat het voor aftrek in
aanmerking komende gedeelte van de in rekening gebrachte BTW voor gewone auto’s 75
procent bedraagt en voor bestelauto’s 90 procent.
a dve r t e nti e
TIJDSCHRIFT ADMINISTRATIE
17 NUMMER 3, MAART 2004
AFWEGING
Bij de keuze een goed geheel of ten dele als
privé- of bedrijfsvermogen aan te merken,
dient u een aantal factoren af te wegen,
zoals de vraag of er BTW op het aangeschafte goed drukt, of het goed later zal
worden verkocht, of er kosten met de aanen verkoop van het goed samenhangen en
wat de te verwachten waardeontwikkeling
van het goed is.
Als de ondernemer bijvoorbeeld een oldtimer koopt, zult u met verschillende aspecten rekening moeten houden.
Indien de auto voor een zacht prijsje wordt
gekocht en de ondernemer is van plan de
auto flink op te (laten) knappen, kan een
keuze voor privé-vermogen voor de hand
liggen als een latere verkoop onbelast moet
blijven.
U zult echter tot een andere keuze komen
als de ondernemer het voornemen heeft de
auto niet te verkopen.
Tot slot is het van belang te melden dat de
keuze die u maakt geen gevolgen heeft voor
de aftrekbaarheid van de voorbelasting die
drukt op bijvoorbeeld de reparaties en het
onderhoud.
Download