Jezus bereidt zijn leerlingen voor op de toekomst – Vijandschap van

advertisement
Jezus bereidt zijn leerlingen voor op de toekomst – Vijandschap van de wereld
Lees samen Johannes 15 vers 18 - 16 vers 11
Na het Bijbellezen is het goed even te vragen of iedereen het een beetje heeft kunnen volgen.
Zijn er dingen die je niet begrijpt, of waar je meer van zou willen weten?
Probeer daar eerst eens samen uit te komen door goed te lezen en van elkaars kennis gebruik te maken.
Als je er dan nog niet uitkomt: achterop deze pagina staan aantekeningen; misschien kunnen die je helpen. En anders kun je het aan Ria
Kuijper of Janneke Burger vragen.
Je hebt een stuk gelezen van het gesprek dat Jezus met zijn leerlingen heeft tijdens het Laatste Avondmaal, de
avond voor hij wordt gevangen genomen. In deze gesprekken bereidt Jezus de leerlingen voor op de tijd dat Hij in de
hemel is, niet meer zo direct aanwezig voor zijn leerlingen.



Wat zijn bemoedigingen die Jezus zijn leerlingen in deze tekst geeft?
Waarvoor waarschuwt Jezus zijn leerlingen in deze tekst?
Welke toerusting geeft Jezus zijn leerlingen, waarin geeft Hij hen onderwijs?
Je kunt deze vragen natuurlijk ook op je eigen leven toepassen. Jezus heeft dit tegen zijn 12 leerlingen gezegd,
maar wij zijn ook zijn volgelingen, als we naar zijn woorden horen en ze in ons hart bewaren.



Welke bemoediging ligt er in deze tekst voor jouzelf?
Welke waarschuwing moet jij je ter harte nemen?
Waarin geeft Jezus ons onderwijs in deze tekst?
Extra vragen
 In dit gedeelte gaat het over vijandschap van de wereld. Zijn er momenten dat je dat zelf ook
merkt? Kun je daar iets over vertellen?
 Waarom hebben mensen eigenlijk een hekel aan Jezus en aan de Vader?
 Hoe kun je getuige van Jezus zijn in een wereld vol haat?
 Jezus zegt dat hij de Geest zal sturen, juist als hulp in vervolging. Hoe zou de Geest je te hulp
kunnen komen in moeilijke situaties? Heb je dat weleens meegemaakt?
Aantekeningen bij Johannes 15 vers 18 - 16 vers 11 – vijandschap van de wereld
18
haat: hiervoor heeft Jezus gesproken over de wijnstok en de band van de liefde tussen de
leerlingen. Een enorme tegenstelling dus: tussen de wereld (die door haat wordt gekenmerkt) en de
christelijke gemeenschap (die door liefde wordt gekenmerkt). wereld: in het Bijbelboek Johannes kan de
wereld duiden op ‘de mensen’. Hier duidt het op ‘de Joden’, de tegenstanders van Jezus.
19
weggeroepen: vergelijk ook 15,16. Jezus laat duidelijk zien dat het initiatief bij hem ligt en dat wat
hij zegt de hemel als oorsprong heeft. In het evangelie van Johannes zie je vaker die tegenstelling tussen
wat bij mensen vandaan komt en wat bij God vandaan komt; zie 5,43.
20
gezegd: zie 13,16. vervolgd: Petrus was erbij toen Jezus dit zei. Later heeft hij in een brief iets
soortgelijks opgeschreven: 1 Petrus 4,12-19. woorden: de leerlingen van Jezus vertegenwoordigen hem;
denk maar aan Johannes die dit Bijbelboek heeft geschreven. Wij houden ons aan de woorden die de
leerlingen van Jezus hebben opgeschreven en die in de bijbel terecht zijn gekomen.
21
vanwege mij: de leerlingen krijgen met vervolging van de joden te maken. Die geloven niet dat
Jezus de zoon van God is en daarom vervolgen ze de christenen zwaar. Je kunt daarover lezen in het
Bijbelboek Handelingen. Maar misschien kun je dit ook vergelijken met christenvervolging in moslim
landen: ook daar geloven ze niet dat Jezus de zoon van God is en zijn ze extra hard tegen christenen.
23
haat: waarom roept Jezus toch zulke sterke gevoelens op? Niet eens alleen discussie, maar zoiets
sterks als haat. Dat is, omdat hij zegt dat hij de zoon van God is en er alleen redding is door geloof in hem.
Herken je dat die uitspraken nog steeds sterke gevoelens oproepen?
24
gezien: ook op andere plekken in de bijbel zie je dit terug komen: als je God / Jezus aan het werk
hebt gezien en tóch niet gelooft, wordt je daar meer op aangesproken dan mensen die dat niet hebben
meegemaakt. Hier duidt Jezus bijvoorbeeld op de genezing van blinden, wat echt uitzonderlijk was.
25
wet: als Jezus ‘wet’ zegt, bedoelt hij daar alle geschriften van de Oude Testament mee. Het citaat
dat hij hier aanhaalt komt uit psalm 35,19 en 69,5.
26
Pleitbezorger: Jezus heeft daar eerder over gesproken, zie 14,16. Het kan ook vertaald worden als
‘helper’, ‘trooster’ of ‘verdediger’. Jezus zegt hier dat de Geest hen te hulp zal komen op moeilijke
momenten, beproevingen en vervolgingen vanwege hun opdracht. Jezus noemt hem de Geest van de
waarheid en dat sluit nauw aan bij Jezus zelf, die zichzelf de Waarheid noemde. getuigen: zoals de
leerlingen getuigen van Jezus zijn, zo is de Geest dat ook. Je ziet dat ook gebeuren in Handelingen: als de
leerlingen met Pinksteren de Geest ontvangen hebben, krijgen ze de vrijmoedigheid om te getuigen van
Jezus en nog meer leerlingen te maken.
27
ook jullie: de Geest kan van Jezus getuigen omdat de Geest van de Vader komt. De leerlingen
moeten dan ook doen; maar met een andere reden: zij zijn vanaf het begin bij Jezus geweest. Een vorm
van getuigenis is het evangelie dat Johannes heeft geschreven.
2
synagoge: ook in 9,22 was hier al sprake van, een ernstige maatregel. Jezus bereidt zijn leerlingen
erop voor, zodat het ze minder hard zal vallen. Denk maar aan de vervolgingen van Saulus zoals die in
Handelingen zijn beschreven.
7
goed: rond de Heer Jezus zie je telkens dat dingen die niet goed lijken, toch goed blijken te zijn.
Denk maar aan het kruis. Maar ook als Jezus naar de hemel gaat; dat maakt het mogelijk dat de Geest bij
de leerlingen komt en zij overal over Jezus kunnen getuigen.
8
duidelijk maken: je moet hierbij denken aan de Geest als pleitbezorger, persoon in een rechtszaak.
De Geest zal duidelijk maken dat de joden Jezus verkeerd beoordeeld en veroordeeld hebben.
9
zonde: de Joden hebben Jezus ten onrechte veroordeeld, omdat ze niet in hem geloofden; dat is
zonde en de Geest zal duidelijk maken dat het een onterechte dood was.
10
gerechtigheid: ook dit gaat weer over het oordeel dat de joden over Jezus hebben uitgesproken. Ze
hebben hem veroordeeld en gedood, maar zijn opstanding laat zien dat God de Vader hem heeft
vrijgesproken en dat God de Vader hem in ere hersteld. De opstanding is ook een eerherstel voor Jezus.
11
oordeel: de joden dachten dat ze Jezus terecht veroordeeld hadden, omdat hij God lasterde.
Uiteindelijk is het echter de duivel die veroordeeld wordt aan het kruis. De dood en opstanding van Jezus
zijn uiteindelijk natuurlijk het oordeel over de duivel. Zie 12,31.
Jezus bereidt zijn leerlingen voor op de toekomst – De Geest
Lees samen Johannes 14 vers 15-31 en 16 vers 12-16
Na het Bijbellezen is het goed even te vragen of iedereen het een beetje heeft kunnen volgen.
Zijn er dingen die je niet begrijpt, of waar je meer van zou willen weten?
Probeer daar eerst eens samen uit te komen door goed te lezen en van elkaars kennis gebruik te maken.
Als je er dan nog niet uitkomt: achterop deze pagina staan aantekeningen; misschien kunnen die je helpen. En anders kun je het aan Ria
Kuijper of Janneke Burger vragen.
Je hebt een stuk gelezen van het gesprek dat Jezus met zijn leerlingen heeft tijdens het Laatste Avondmaal, de
avond voor hij wordt gevangen genomen. In deze gesprekken bereidt Jezus de leerlingen voor op de tijd dat Hij in de
hemel is, niet meer zo direct aanwezig voor zijn leerlingen.



Wat zijn bemoedigingen die Jezus zijn leerlingen in deze tekst geeft?
Waarvoor waarschuwt Jezus zijn leerlingen in deze tekst?
Welke toerusting geeft Jezus zijn leerlingen, waarin geeft Hij hen onderwijs?
Je kunt deze vragen natuurlijk ook op je eigen leven toepassen. Jezus heeft dit tegen zijn 12 leerlingen gezegd,
maar wij zijn ook zijn volgelingen, als we naar zijn woorden horen en ze in ons hart bewaren.



Welke bemoediging ligt er in deze tekst voor jouzelf?
Welke waarschuwing moet jij je ter harte nemen?
Waarin geeft Jezus ons onderwijs in deze tekst?
Extra vragen
 Dit Bijbelgedeelte gaat over de Heilige Geest. Veel mensen vinden het moeilijk de Heilige Geest te
bevatten. Wat zegt dit gedeelte over de Geest; wie Hij is en wat Hij doet?
 Wat betekent de Heilige Geest voor jou?
 Jezus spreekt hier over vrede. Herken je dat? Kun je elkaar daar iets over vertellen?
 Hoe zou je die vrede (meer) kunnen ervaren?
 Er staan veel beloften in dit hoofdstuk. Zou je elkaar een belofte kunnen toewensen? Welke belofte
voor wie?
Aantekeningen bij Johannes 14 vers 15-31 en 16 vers 12-16 – de Geest
15
geboden: telkens in Johannes zie je dat liefde en geboden met elkaar verbonden worden. Zie ook
bijvoorbeeld 15,10.
16
Pleitbezorger: dit woord kan ook vertaald worden als ‘helper’, ‘trooster’ of ‘verdediger’. Jezus zegt
hier dat de Geest hen te hulp zal komen op moeilijke momenten, beproevingen en vervolgingen vanwege
hun opdracht. Jezus noemt hem de Geest van de waarheid en dat sluit nauw aan bij Jezus zelf, die zichzelf
de Waarheid noemde. andere: de Geest hoort dus bij Jezus en doet voor de leerlingen wat Jezus ook deed;
Jezus vertegenwoordigt de Vader op aarde; de Geest zal Jezus op aarde vertegenwoordigen.
18
terug: al komt de Geest, Jezus belooft hier ook zelf weer terug te komen; daar wachten ook wij op!
19
zien: na de kruisiging komt Jezus alleen nog bij degenen die geloven; hij treedt niet in het openbaar
op na zijn opstanding. En na zijn hemelvaart is hij door de Geest aanwezig, ook alleen voor degenen die in
hem geloven.
20
in: Johannes gebruikt het woordje ‘in’ om een innige, intieme relatie duidelijk te maken. Jezus en
de Vader hebben die relatie, maar wij als gelovigen worden er ook voor uitgenodigd en bij betrokken.
22
wereld: Judas snapt niet dat Jezus wel voor hen, maar niet voor de wereld zichtbaar is. Blijkbaar
verwacht hij nog steeds dat Jezus een aards koninkrijk zal stichten.
23
liefheeft: het antwoord van Jezus is best lastig. Het gaat over liefde; blijkbaar is Jezus alleen
zichtbaar voor de mensen die Hem liefhebben en zich op Hem en de Vader richten in liefde. Liefde en
gehoorzaamheid zijn hier als de twee glazen van de bril waardoor Jezus zichtbaar is.
24
Vader: ook hier maakt Jezus zijn relatie met de Vader duidelijk. Je ziet telkens weer hoe Johannes
dat opschrijft; Jezus is echt de Zoon van God, en één met de Vader. Dat is wezenlijk voor het christelijk
geloof en voor je redding.
26
herinnering: dat is natuurlijk ook gebeurd. Hoe konden de leerlingen anders over Jezus vertellen en
de evangeliën opschrijven? We geloven dat dat het werk van de Geest is.
27
vrede: je ziet dit heel mooi terugkomen na de opstanding, in 20,19-23. Juist in een tijd van
beproevingen is die vrede zo belangrijk.
28
meer: Jezus maakt de leerlingen duidelijk dat hij op aarde in een staat van vernedering leeft. Als hij
naar de Vader gaat, mag hij daar weer in de luister van eerder leven. Daar zouden de discipelen blij om
moeten zijn.
30
geen macht: je ziet hier dat Jezus zich láát oppakken en kruisigen. En juist door de vrijwilligheid van
dit offer en door Jezus’ zondeloosheid heeft de duivel geen macht over hem en zal de duivel juist alle
macht kwijtraken.
31
opgedragen: je merkt in deze hoofdstukken telkens dat Jezus zijn leerlingen tot gehoorzaamheid
oproept. Maar hij vraagt niets van hen dat hij zelf niet doet; hij is zelf gehoorzaam aan de Vader, om
zichzelf te offeren.
Jezus bereidt zijn leerlingen voor op de toekomst – Gebed
Lees samen Johannes 17 vers 1-26
Na het Bijbellezen is het goed even te vragen of iedereen het een beetje heeft kunnen volgen.
Zijn er dingen die je niet begrijpt, of waar je meer van zou willen weten?
Probeer daar eerst eens samen uit te komen door goed te lezen en van elkaars kennis gebruik te maken.
Als je er dan nog niet uitkomt: achterop deze pagina staan aantekeningen; misschien kunnen die je helpen. En anders kun je het aan Ria
Kuijper of Janneke Burger vragen.
Je hebt een stuk gelezen van het gesprek dat Jezus met zijn leerlingen heeft tijdens het Laatste Avondmaal, de
avond voor hij wordt gevangen genomen. In deze gesprekken bereidt Jezus de leerlingen voor op de tijd dat Hij in de
hemel is, niet meer zo direct aanwezig voor zijn leerlingen.



Wat zijn bemoedigingen die Jezus zijn leerlingen in deze tekst geeft?
Waarvoor waarschuwt Jezus zijn leerlingen in deze tekst?
Welke toerusting geeft Jezus zijn leerlingen, waarin geeft Hij hen onderwijs?
Je kunt deze vragen natuurlijk ook op je eigen leven toepassen. Jezus heeft dit tegen zijn 12 leerlingen gezegd,
maar wij zijn ook zijn volgelingen, als we naar zijn woorden horen en ze in ons hart bewaren.



Welke bemoediging ligt er in deze tekst voor jouzelf?
Welke waarschuwing moet jij je ter harte nemen?
Waarin geeft Jezus ons onderwijs in deze tekst?
Extra vragen
 In dit gedeelte bidt Jezus voor zijn leerlingen, ook voor mensen die later tot geloof zullen komen.
Voor ons dus. Wat vind je daarvan?
 In deze verzen merk je dat het heel belangrijk is voor Jezus dat erkend wordt dat Hij en de Vader
één zijn. Hoe zou jij uitleggen waarom dat zo belangrijk is?
 Je leest dat de weg naar de glorie altijd via lijden en kruis zal gaan; voor Jezus, maar ook voor zijn
volgelingen. Kun je voorbeelden daarvan vertellen, van jezelf of van anderen?
 Jezus bidt dat de leerlingen zijn vreugde en liefde zullen krijgen. Wanneer merk je daar zelf iets
van, bij jezelf of misschien bij anderen of uit verhalen van anderen?
 Wat roept het bij je op dat Jezus bidt voor de eenheid van de kerk? Wat kun je daarmee?
Aantekeningen bij Johannes 17 vers 1-26 – het gebed van Jezus
1
daarna: de afscheidsrede van Jezus eindigt wel heel bijzonder: met een persoonlijk gebed van
Jezus voor zichzelf, zijn leerlingen en toekomstige gelovigen. grootheid: de grootheid van Vader en Zoon
zijn met elkaar verbonden. De grootheid van Jezus blijkt uit zijn gehoorzaamheid, zie ook 13,31.
2
eeuwige leven: het eeuwige leven is een geschenk, dat werd ook al duidelijk in het gesprek met
Nicodemus, Johannes 3.
3
eeuwige leven: het eeuwige leven gaat dus niet zozeer over het leven na de dood, maar begint nu
al, als je God kent, liefhebt en gehoorzaamt. Denk maar aan de wedergeboorte in Johannes 3; dat nieuwe
leven begint nu al! Kennen: God kennen kan alleen als je verbonden bent met Jezus Christus; alleen door
Hem kun je God leren kennen.
5
majesteit: Jezus verwijst hier naar het feit dat Hij er al was, voor zijn geboorte en toen bij de Vader
in heerlijkheid was. Dat kun je ook in hoofdstuk 1 lezen; over het Woord dat er vanaf het begin is en mens
geworden is. Jezus is mens geworden, bleef God, maar heeft afstand gedaan van zijn grootheid. Als Hij na
zijn opstanding naar de Vader gaat, krijgt hij die grootheid terug.
6
naam: in de bijbel betekent ‘naam’ altijd veel meer. In de naam van Jezus worden bijvoorbeeld
mensen genezen, lees maar in Handelingen. De naam staat dan voor die persoon; de naam van God staat
voor zijn wezen, alles wie Hij is.
8
gezonden: Jezus kwam op aarde om Gods werk te doen. Dat wordt hier telkens duidelijk. De
leerlingen hebben geloofd dat hij van God kwam en dat hij Gods werk deed.
9
wereld: de wereld staat hier niet voor de wereld zoals God die geschapen heeft. Het staat voor alle
mensen die zich tegen Jezus verzetten. Jezus bidt voor zijn leerlingen, dat zij in de wereld getuigen en
zoveel mogelijk mensen tot geloof komen, zie vers 21 en 23.
10
grootheid: wij mogen dus de grootheid van Jezus op deze aarde vertegenwoordigen!
11
bewaar: Jezus gaat naar de Vader, maar je proeft in deze woorden de emotie, over zijn leerlingen
die hij moet achterlaten. De Vader alleen kan hen beschermen en bewaren.
12
schrift: in allerlei oudtestamentische Bijbelteksten gaat het al over het verraad; en dat kun je
toepassen op het verraad van Judas; bijv psalm 41,10.
13
vreugde: eerder heeft Jezus ook al over de vreugde gesproken; heeft hij de leerlingen belooft dat zij
zijn vreugde zouden krijgen, als ze dichtbij hem leven. Zie bijv 15,11.
15
uit: je kunt makkelijk willen vluchten van de wereld, veilig alleen met andere gelovigen. Dat is
duidelijk niet de bedoeling. Jezus geeft ons een taak in de wereld (getuigen) en vraagt de Vader ons te
beschermen tegen de duivel.
17
heilig: geheiligd betekend hier: toegewijd aan God. God zelf, de heilige Vader, moet de leerlingen
toegewijd aan Hem maken.
19
geheiligd: zou je ook kunnen zeggen als “ikzelf heb mij gewijd om voor hen te sterven”.
20
allen: bijzonder dat Jezus ook bidt voor allen die later tot geloof komen, de hele kerk van alle tijd en
plaats.
21
één: de eenheid van de christenen weerspiegelt voor de wereld de eenheid van de Vader en de
Zoon. Er staat dus wel wat op het spel als ware christenen geen eenheid vormen!
22
delen in: de gelovigen delen in alles wat Jezus heeft, ook de grootheid. Maar dat gaat op dezelfde
manier als bij Jezus: via de weg van gehoorzaamheid en lijden.
24
dan: dit lijkt terug te verwijzen naar 14,2-3 en dat gaat dus over de wederkomst van Jezus als Gods
nieuwe wereld er zal zijn, als Gods tent bij de mensen is.
26
liefde: ook hier zie je weer hoe centraal de liefde in het evangelie van Johannes staat. De liefde
tussen Vader en Zoon, maar ook de liefde die Jezus aan zijn leerlingen wil geven, en die hij ook van ze
vraagt.
Download