FOM - 13.0423 Voortgangsverslag 2012 FOM-programma nr. IPP28 'Third generation magnetocaloric materials' Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie www.fom.nl mei 2013 Inhoudsopgave Woord vooraf van de programmaleider ..................................................................................................... 2 Hoogtepunt uit het FOM Jaarboek 2012...................................................................................................... 4 Fact sheet per 1 januari 2013 ......................................................................................................................... 5 Historisch kwantitatief overzicht van input en output ............................................................................. 7 Promoties ......................................................................................................................................................... 7 Personele bezetting in 2012 ........................................................................................................................... 8 Output 2012 ................................................................................................................................................... 10 Werkgroep FOM-D-48 ................................................................................................................................. 10 Bijlage bij de outputgegevens ..................................................................................................................... 11 -1- Woord vooraf van de programmaleider Koeling is verantwoordelijk voor ongeveer 15% van het totale wereldwijde energieverbruik. Magnetische koeling is een veelbelovende nieuwe techniek om een hoge efficiëntie te bereiken. Het maakt gebruik van het zogeheten magnetocalorisch effect in vaste stoffen. In een magnetocalorisch materiaal kan energie worden uitgewisseld tussen het kristalrooster en de magnetische spins. Het uitschakelen van een externe magnetisch veld leidt tot wanorde van de magnetische momenten. De overdracht van de daarvoor benodigde energie van het rooster naar de magnetische spins resulteert in koeling. Als vaste stof koeltechnologie, is magnetische koeling milieuvriendelijk, aangezien het geen ozonafbrekend chemicaliën of broeikasgassen gebruikt. Daarbij heeft deze technologie ook een hogere efficiëntie dan de conventionele koeling met een mechanische compressor. De ontdekking van het reuze magnetocalorisch effect, waarbij de veranderingen in de isotherme magnetische entropie veel groter zijn dan die in conventionele magnetische materialen, is de ontwikkeling van goedkope en efficiënte koelers mogelijk geworden. Het reuze magnetocalorische effect is gevonden in een aantal verbindingen met een abrupte 1ste orde faseovergang. Door de abrupte overgang is het magnetocalorische effect geconcentreerd in een smal temperatuurbereik. Bovendien kan de werktemperatuur van deze materialen worden afgestemd door het variëren van de chemische samenstelling. Er bestaan twee soorten eerste orde faseovergangen; de magnetostructurele (MS) overgang waarbij de magnetische ordening gepaard gaat met een verandering van roostersymmetrie. Een goed voorbeeld hiervan is Gd5Ge2Si2 het materiaal transformeert van de orthorhombische ferromagnetische fase naar de monokline paramagnetische fase. Een soortgelijk effect treedt op bij de α-γ overgang in ijzer, maar ver boven kamertemperatuur. De BCC ferromagnetische fase transformeert de FCC paramagnetische fase. In een magneto-elastische (ME) faseovergang daarentegen gaat de magnetische ordening gepaard met een discontinue verandering van rooster-parameters onder behoud van de symmetrie. Een goed voorbeeld van deze is MnFe(P,As) bij de faseovergang van de hexagonale ferromagnetische fase naar de hexagonale paramagnetische fase treedt een drastische verandering op van de c/a verhouding. De ME overgangen zijn bijzonder interessant voor toepassingen omdat deze overgangen door klein veranderingen in de chemische samenstelling van het materiaal kunnen worden manipuleert. Recentelijk is het ons gelukt de fysica van de ME faseovergang beter te begrijpen. Tot voor kort werd verondersteld dat dit type faseovergang wordt veroorzaakt door een competitie tussen ferromagnetisch en anti-ferromagnetisch exchange wisselwerkingen. Dit is in goede overeenkomst met de theorie van Landau voor faseovergangen, echter, dit fenomenologisch model is niet geschikt om te voorspellen welke materialen wel of juist niet een groot magnetocalorisch effect vertonen; hiervoor is een microscopisch model vereist. Om een beter inzicht in het magnetisme en de faseovergang te verkrijgen werden de elektronische structuur van de ferromagnetische en de paramagnetische fase berekend voor MnFeP0.5Si0.5. MnFeP0.5Si0.5 kristalliseert net als MnFe(P,As) in de hexagonale Fe2P type, de structuur is opgebouwd uit afwisselende lagen van Fe, P, Si, en Mn, P, Si. De ijzer atomen hebben 4 P/Si naaste buren terwijl mangaan 5 P/Si naaste buren heeft, echter, de naaste buur-afstanden voor ijzer zijn kleiner dan die voor mangaan. Dit resulteert in een kleinere exchange splitsing voor de ijzer 3d elektronen lager vergeleken met de mangaan 3d elektronen. De magnetische momenten zijn dan 1.5 μB en 2.8 μB voor respectievelijk ijzer en mangaan. Deze berekende magnetische momenten zijn in goede overeenkomst met de gemeten magnetisatie bij lage temperatuur. -2- In de paramagnetische toestand vinden wij een drastische verandering van de berekende ladingsdichtheid, in het bijzonder in het vlak van de ijzer atomen. Deze verandering in ladingdichtheid heeft tot gevolg, dat de ijzer atomen hun magnetisch moment volledig verliezen. De polarisatie van de mangaan 3d elektronen wordt veel minder beïnvloed, en mangaan behoudt hierdoor een magnetisch moment van 2.6 μB in de paramagnetische toestand. De combinatie van de robuuste momenten op Mn en zwakke momenten op Fe is de oorzaak van de vooralsnog unieke magneto-calorische eigenschappen van MnFe(P,Si). Het mangaan rooster zorgt voor een voldoend hoge Curie-temperatuur. Om de rol van het ijzer-rooster te begrijpen is het van belang te beseffen dat bezitten van een magnetisch moment ten koste gaat van de chemische binding. Het grote magnetoelastische effect in MnFe(P,Si) is een direct gevolg van het verdwijnen van de magnetisch momenten in het Fe3(P,Si) vlak, met als gevolg het ter beschikking komen van vrijheidsgraden voor chemische binding. De experimentele verificatie van het verlies van de magnetische momenten op de Fe posities met microscopische technieken is een van de doelen van het huidig project. Ook gaan wij de nieuwe inzichten in de fysica van deze materialen gebruiken om nog betere materialen te ontwerpen en te maken. -3- Hoogtepunt uit het FOM Jaarboek 2012 -4- Fact sheet per 1 januari 2013 FOM – 11.0774/2 datum: 01-01-2013 APPROVED INDUSTRIAL PARTNERSHIP PROGRAMME Number I28. Title (code) Third generation magnetocaloric materials (3GM) Executive organisational unit BUW Programme management Prof.dr. E.H. Brück Duration 2011 - 2015 Cost estimate M€ 2.4 Partner(s) BASF Concise programme description a. Objectives The programme includes a unique combination of theoretical and experimental studies of magnetocaloric materials, with emphasis on the relation between electronic structure and magnetic properties, a study of the kinetics of magnetocaloric effects, modelling of the properties and the search for new materials with yet better performance. Additionally the optimal route of large-scale production and routes to improve mechanical properties and heat transfer characteristics will be investigated. Finally the design and composition of composite magnetic regenerators will be modelled and tested. b. Background, relevance and implementation Giant magnetocaloric materials, which consist of rather cheap and abundant ingredients (Mn-Fe-PSi) have been developed recently. To accelerate the lab to market process, BASF and the academic research groups teamed up and joined forces. In this way we improved the performance and enabled the availability on an industrial scale. This second generation material is now becoming available; construction of a designated plant is initiated by BASF De Meern. In the near future we expect to see market introduction of the first magnetocaloric devices. The earlier research programme has brought new insight into the physics behind the giant magnetocaloric effect. Mixed magnetism, observed for the first time in these materials, appears to be a key ingredient. This scientific breakthrough will be exploited to further improve the magnetocaloric effect in first order materials. The next generation materials shall be operated in magnetic fields below 1 Tesla, which can be generated with magnets not requiring Rare Earths. -5- Funding salarispeil cao per 01-07-2012 bedragen in k€ < 2012 2013 2014 2015 2016 2017 450 301 274 165 - - - 1.190 FOM-basis investeringen - - - - - - - - Doelsubsidies NWO - - - - - - - - Doelsubsidies derden - - - - - - - - - BASF*) 482 306 275 127 - - - 1.190 Totaal 932 607 549 292 - - - 2.380 FOM-basisexploitatie *) > 2018 Totaal Deze bijdrage is exclusief het gebruik van laboratoriumfaciliteiten bij BASF tijdens de uitvoering van het programma. Source documents and progress control a) b) c) d) Original programme proposal: Ex ante evaluation: Decision Executive Board: Contracts: FOM-11.0312/D FOM-11.0479, FOM-11.0830 FOM-11.0831 FOM-11.0828, FOM-11.0829 Remarks The final evaluation of this programme will consist of a self-evaluation initiated by the programme leader and is foreseen in 2016. BA Subgebied: 100% COMOP -6- par. HOZB Historisch kwantitatief overzicht van input en output personeelsaantallen (in gerealiseerde fte) WP/V WP/T oio NWP 0,1 - Input 2011 2012 Output - 1,7 proefschriften 2012 - 2,1 totaal op activiteitenniveau * (in k€ ) 36 0,9 overige wetenschappelijke publicaties 2 * Bedragen na afsluiten boekjaar. Promoties 2012 Geen. -7- overige producten van wetenschappelijke activiteit - 334 vakpublicaties - Personele bezetting in 2012 -8- -9- Output 2012 Werkgroep FOM-D-48 Werkgroepleider Prof.dr. E.H. Brück Affiliatie FOM-programma Technische Universiteit Delft Third generation magnetocaloric materials Titel van het project + nummer New materials magnetic and caloric properties 113GM03 FOM medewerker(s) op het project Naam Soort Personeel L. Caron postdoc Datum in dienst 01 mei 2012 Datum uit dienst 30 apr 2014 A.J.E. Lefering 01 feb 2012 31 jan 2015 TP/T 1. Academische publicaties a. Publicaties in gerefereede tijdschriften 1. Vieira Leitao, J.C., You, X., Caron, L. & Bruck, E.H., Magnetostructural study of the (Mn,Fe)3(P,Si) system, Journal of Alloys and Compounds, 520, 52-58, 2012 Open Access: http://dx.doi.org/10.1016/j.jallcom.2011.12.056 2. Ou, Z., Caron, L., Nguyen, H.D., Zhang, L. & Bruck, E.H., Interstitial boron in MnFe(P,As) giant-magnetocaloric alloy, Results in Physics, 2, 110-113, 2012 Open Access: http://dx.doi.org/10.1016/j.rinp.2012.09.005 Werkgroepleider Prof.dr. E.H. Brück Affiliatie Technische Universiteit Delft FOM-programma Third generation magnetocaloric materials Titel van het project + nummer Funadamental structural magnetic and caloric properties 113GM01 FOM medewerker(s) op het project Naam Soort Personeel F. Guillou postdoc Datum in dienst 01 dec 2011 Datum uit dienst 30 nov 2014 Yibole oio 01 feb 2012 31 jan 2016 X. Miao oio 01 jun 2012 31 mei 2016 Geen output in 2012. - 10 - Bijlage bij de outputgegevens Dit voortgangsverslag met de outputgegevens is tot stand gekomen aan de hand van de input van de onderzoekers van zowel de FOM-instituten als de universitaire werkgroepen. Dit verslag bevat een dwarsdoorsnede van de geleverde input. De programmaleider heeft de output akkoord bevonden en een woord vooraf geschreven over de voortgang van het programma. Bij alle gegevens staat een datum of een periode. Omdat er enige tijd zit tussen de totstandkoming en publicatie van dit overzicht, geeft dit dus geen actueel beeld. Doel is dan ook de voortgang en bereikte resultaten te laten zien uit het peiljaar. Voor de volledigheid staat hieronder de originele vragenlijst voor de onderzoekers vermeld, plus het relevante deel van de e-mail met instructies. AMOLF en DIFFER hebben een vragenlijst op maat gekregen die op details afwijkt van deze versie. Geachte professor, Hierbij ontvangt u een formulier voor het opgeven van de output van het jaar 2012. In het formulier staan de titel van het project, het projectnummer en de FOM-medewerker(s) al vermeld. U kunt eventueel betrokken U(H)D's ook opgeven in het formulier. We verzoeken u deze informatie terug te zenden vóór 1 februari 2013. Lees deze e-mail in zijn geheel aandachtig door voor de tips bij het invullen en sla regelmatig uw bestand op! Achtergrond outputverzameling Ieder jaar verzamelt FOM de output van alle projecten die bij FOM lopen. De informatie die we daaruit verkrijgen gebruiken we om te voldoen aan de verplichting aan NWO om te rapporteren over het totaal aantal publicaties, proefschriften, octrooien, etc. Daarnaast gebruiken we de informatie om tabellen in het Jaarboek van FOM te kunnen weergeven. Ook wordt aan de werkgemeenschapscommissies een jaarlijks outputverslag gestuurd waarin in detail over alle lopende projecten binnen de FOM-programma's wordt gerapporteerd. Op de website komen rond de zomer de voortgangsverslagen die jaarlijks in de werkgemeenschapscommissies besproken worden, beschikbaar als download bij de fact sheets van de FOM-programma's. Welke output opgeven? Wij verzoeken u alleen output op te geven die toegeschreven kan worden aan het betreffende project en alleen uit het peiljaar. Dus het verzoek is om alleen de output van de FOM-medewerkers die op het formulier staan op te geven. Alvast mijn hartelijke dank voor uw medewerking, Met vriendelijke groet, Gabby Zegers - 11 - - 12 -