Troebel water verhelderd Ellis Penning met dank aan o.a. Maarten Ouboter, Rob Uittenbogaard, Menno Gensebergen Over meren en plassen… Troebelheid vaak centrale problematiek Waar komt troebelheid vandaan? Wat draagt bij aan de troebelheid? Wat kun je er aan doen? 19 maart 2015 KRW-doel / omslagen Ecologische Sleutel Factoren 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Productiviteit water Lichtklimaat Productiviteit bodem Habitatgeschiktheid Verspreiding Verwijdering Organische belasting Toxiciteit Context KEN EN BEGRIJP UW SYSTEEM! Watersysteem-analyse Bron: Stowa, 2014 19 maart 2015 Licht, zaadbank en kans op kieming 10 Propagule bank biomass (g m-2) 0.90 8 0.80 0.70 6 0.60 4 0.50 0.40 2 0.30 0 0.20 0 5 10 15 20 25 Light availability at sediment (% of surface light) Bron: M. vd Berg (Waterdienst, unpubl. data) 19 maart 2015 Voldoende licht voor waterplanten? ja >4% licht op de bodem? nee Licht = OK Hoe dragen verschillende typen zwevende deeltjes bij aan uitdoving van licht? humus/ opgeloste stoffen Anorg. zwevend materiaal Actief detritus Refractair detritus algen 19 maart 2015 Scheffer 1998 – ecology of shallow lakes troebelheid troebelheid 19 maart 2015 Hoe ver kan je uitdoving reduceren? Lambert-Beer: I z I (0) e Licht uitdoving door: kz Waarin I(z) = licht op diepte z (W m-2) I(0) = licht aan het oppervlakte (W m-2) k = extinctiecoëfficiënt (m-1) z = diepte (m) 4% licht is GEMIDDELD nodig voor kieming waterplanten*: I( z) I (0) • humuszuren (DOC) • Anorganisch zwevend stof (klei/silt deeltjes) • Algen • Actief Detritus (dode algen, snel omzettend) • Refractair Organisch Detritus (veendeeltjes, langzaam afbreekbaar.) Expo = 5 – 7.2 (0.6 – 0.07%) Expo = uitdoving * dipete (% licht op de bodem) Anorg. ZS & Refr. Detritus 4% Expo = 3.2 (4%) Algen & Actief Detritus Chemisch =>” Expo” = k (m-1) * z (m) = max. 3.2 * e.g: De Winton MD et al (2004) Aquatic Botany 79: 175-187 Dobberfuhl, DR (2007) Aquatic Botany 86 (4): 346-352. 19 maart 2015 Humuszuren (0.9-1.6) Diepte Oorsprong Expo = 0 (100%) Maatregelen grijpen in op processen Chemisch Mechanisch Macro/meio -fauna (Scheffer, 1993) Biologisch 19 maart 2015 Wat voor maatregelen? 1. Chemisch spoor: • Brongerichte nutrienten-reductie (externe + interne belasting) • toeslagstoffen waar nodig, flexibel peil, tijdelijke droogval 2. Mechanisch spoor: • Luwtestructuren, • Verdiepingen, • Verondiepingen, • Afdekken met zand • Drijvende constructies (rijsmatten) • Reguleringen vaartuigen • Slimme oevers • Bellenschermen 3. Biologisch spoor: Actief Biologisch Beheer: • Ongewenste soorten bestrijden • Gewenste soorten stimuleren (paaiplaatsen voor/ uitzetten van gewenste soorten incl. roofvis, habitatverrijking, oogsten 19 maart 2015mosselen) rivierkreeft, inzet van Over wind Markermeer - houtribdijk 19 maart 2015 Relatie wind – opwervelend sediment Wind (U) => Strijklengte (F) => Golven (Hs, ) => Bodemschuifspanning ( ) => sedimentatie of resuspensie Hs = 5.1 *10-4 * (0.71 U1.23)*F0.5 (Shorte Protection Manual, US Army Corps Eng. 1984) Als waterdiepte 0.5* golflengte , dan is de orbitaalbeweging van de golf exponentieel afgenomen tot minder dan 5% van de waarde aan het oppervlak. sedimentatie evenwicht crit, sed schuifspanning 19 maart 2015 opwerveling crit, res Wind en water beweging: afhankelijk van strijklengte en diepte Bft wind gem. snelheid over 10 minuten (m/s) 0 0 – 0.2 1 0.3 – 1.5 2 1.6 – 3.3 3 3.4 – 5.4 4 5.5 – 7.9 5 8.0 – 10.7 6 10.8 – 13.8 7 13.9 – 17.1 8 17.2 – 20.7 9 20.8 – 24.4 10 24.5 – 28.4 11 28.5 – 32.6 12 > 32,6 Hurdle D.P. & R.J.H. Stive 1989. . Coastal Engineering (12), pp. 339-351. 19 maart 2015 Elke bodem is anders Stage 1 = 30 rpm = 50 mm/s = 5 m/s wind = 3 Bft Stage 2 = 60 rpm = 140 mm/s = 8 m/s wind = 5 Bft Reeuwijk hoge erosiegevoeligheid, Nieuwkoop lage erosiegevoeligheid Bodem consolidatie tijd tussen events beïnvloedt bodemstabiliteit Dieper = minder events (Penning et al, hydrobiologia 2012) 19 maart 2015 Luwtemaatregelen in Loosdrecht? Gemiddelde diepte 1.77 m, golf lengte > 2*depth huidige situatie 6.34 % gemiddeld ‘lichte’ optie 4.41 %gemiddeld Afdekken met zand 3.41% ‘zware’ optie 0.95 % gemiddeld 19 maart 2015 Combinatie van maatregelen Scenario Loosdrecht Tau crit. overschrijding referentie (huidige situatie) 6.04 % Lichte optie 3.72 % Zware optie 1.05 % Lichte optie #2 2.07 % referentie + 15 cm peil fluctuatie winter 4.75 % Lichte optie + 15 cm peil fluctuatie winter 2.79 % Lichte optie + strategisch bezanden 2.85 % light optie + bezanden + 15 cm peil fluctuatie winter 2.10 % NB: 6% = 21 dagen / jaar 19 maart 2015 Verdiepingen ? Overschrijdingskans op een bodemschuifspanning > 0.01 Pa Huidige situatie 19 maart 2015 Met verdiepingen 1+1=3 Huidig Alleen P reductie Alleen verdiepen verdiepen + P reductie Potentieel areaal waterplanten (>4%) (ha) 111 282 210 502 detritus concentrati3 (mgC/l) 3.8 3.5 2.7 2.2 extinctiecoëfficiënt (m-1) 2.5 2.0 2.2 1.6 max. diepte waterplanten (m) 1.3 1.6 1.5 2.0 (Penning et al, J. Limnol. 2010) 19 maart 2015 Stroken volgen historische indeling Effectief alternatief situatie 1935 3 februari 2011 - update van 20 Historisch alternatief bevaarbaar alternatief zeilers 3 februari 2011 - update van 21 Conclusies voor mee naar huis • • • • • Ken UW systeem, ESF als hulp bij het nadenken hierover Gebruik ervaringen van anderen, maar verwacht niet dat het per definitie net zo werkt in uw systeem: uw systeem is net even anders Een goede watersysteemanalyse is altijd nodig en nuttig Alleen Secchi-schijf meten is meestal niet voldoende voor goed begrip helderheid. Meet ook extinctie en bijdragende stoffen (chl-a, zwevend stof, gloeirest, achtergrondsextinctie – humus) en diepte Maatregelen kiezen? • Beslis welk spoor het meest effect heeft • Plaats maatregelen in historisch landschappelijk perspectief • En vergeet de bewoners niet! 19 maart 2015 Vragen? 19 maart 2015