5.1 Romeinen Leven door de Geest vers 3A

advertisement
Leven door de Geest
Waartoe de wet niet in staat was, machteloos als hij was door de menselijke natuur, dat
heeft God tot stand gebracht. (Romeinen 8:3a)
De machteloze wet
In het hart van de Vader leeft een groot verlangen: dat zijn kinderen nieuw gaan leven. Met
het oog op dat nieuwe leven heeft hij in het oude verbond de wet gegeven. Maar in de
praktijk is gebleken dat geen enkel mens zich aan die wet kon houden. Sterker nog: de wet
riep de zonde juist wakker. Het effect van de wet was voor het nieuwe leven dus nihil
geweest: Gods kinderen ontdekten enkel dat ze zich aan Gods wet niet konden houden. Dat
had te maken met de zondige natuur die hun sinds Adam ongelooflijk in de weg stond. Maar
Gods mogelijkheden waren met de wet niet uitgeput. Wat bij mensen onmogelijk is, is
mogelijk bij God. Daarom kwam er een einde aan de machteloze wet en brengt God zelf
door zijn Geest het nieuwe leven tot stand.
Leven door de Geest
Vanwege de zonde heeft hij zijn eigen Zoon als mens in dit zondige bestaan gestuurd; zo
heeft hij in dit bestaan met de zonde afgerekend, opdat in ons wordt volbracht wat de wet
van ons eist. (Romeinen 8:3b-4a)
Afgerekend met de zonde
De wet heeft niet gebracht wat de bedoeling was: nieuw leven. Dat kwam door de menselijke
natuur: van onszelf zijn we niet in staat om Gods weg te gaan. Maar God komt met een
nieuw inzet: zijn eigen Zoon! Door hem rekent hij af met de zonde. Iets letterlijker gezegd: de
Zoon komt op aarde de zonde naar de verdoemenis helpen! De zonde wordt veroordeeld en
wij worden dankzij Christus nooit meer veroordeeld. Jezus kwam dus niet alleen om te
sterven voor de zonde en te betalen voor de zonde. Het gaat verder: hij kwam definitief
afrekenen met de zonde zodat de wet van de dood en de zonde haar macht over Gods
kinderen verliest. Zo gaat het gebeuren dat mensen door de Geest van Jezus van binnenuit
gaan willen wat God wil. Zo wordt de wet in ons volbracht.
Heer Jezus, Zoon van God, dank u dat u in plaats van de wet bent gekomen en dat u hebt
afgerekend met de zonde.
eer God, de wet is machteloos om mij te vormen tot een nieuwe mens. Ik erken het
volmondig. Dank u dat u zelf ingrijpt door uw Geest.
Leven door de Geest
Ons leven wordt immers niet langer beheerst door onze eigen natuur, maar door de Geest.
(Romeinen 8:4b)
Beheerst door de Geest
Beheerst worden door je eigen natuur of door de Geest van Jezus - daarover gaat het in
Romeinen 8. En nu doet Paulus een radicale en verbazingwekkende uitspraak. Radicaal: er
is echt iets nieuws op gang gekomen door de dood en de opstanding van Jezus Christus.
Onze natuur heeft de genadeslag gekregen en de Geest heeft ruim baan in onze levens.
Maar de uitspraak is ook verbazingwekkend: want wat merk ik er nu echt van? Ik heb juist
het idee dat ik nog steeds beheerst wordt door mijn eigen natuur en dat ik de Geest nog zo
vaak wegduw. Dat is mijn dagelijkse ervaring. Maar Paulus dringt er bij mij op aan om vanuit
de openbaring te denken: als je gelooft in Christus, dan word je beheerst door zijn Geest.
Ontdek deze nieuwe ruimte!
Heer Jezus, u die leeft, leer me om te zien hoe ik me meer kan laten beheersen door uw
Geest, zodat ik nieuw leef
Leven door de Geest
Wie zich door zijn eigen natuur laat leiden is gericht op wat hij zelf wil, maar wie zich laat
leiden door de Geest is gericht op wat de Geest wil. (Romeinen 8:5)
Wat de Geest wil
Het is eigenlijk heel zwart-wit wil Paulus maar zeggen: je laat je leiden door je eigen natuur
óf je laat je leiden door de Geest. Het eerste brengt je bij wat je zelf wilt. Paulus heeft
daarvan, op grond van zijn eigen ervaring en op grond van Gods openbaring, niet zo'n hoge
pet op. Het leidt tot ongeluk, je komt op dood lopend spoor (maar daar kom je vaak pas na
verloop van tijd achter). Het tweede is veelbelovend, want wat de Geest wil heeft alles te
maken met Jezus. De Geest wil: liefde, vrede, vrijheid, kracht, hoop en ga zo maar door. De
Geest wil dat Jezus in ons woont. De Geest wil dat we als Gods kinderen steeds meer op
Jezus gaan lijken. Welke keuze maak jij? Laat je je door je eigen natuur leiden? Of laat je je
leiden door wat de Geest wil?
Heer in de hemel, leer me om me vol verlangen te laten leiden door wat uw Geest wil.
Leven door de Geest
Wat onze eigen natuur wil brengt de dood, maar wat de Geest wil brengt leven en vrede.
(Romeinen 8:6)
Leven en vrede
Kiezen tussen dood en leven betekent in het geestelijke leven kiezen tussen wat je eigen
natuur wil en wat de Geest wil. Het blijft wel even slikken om te horen dat wat mijn eigen
natuur wil de dood brengt. Maar als ik er in alle eerlijkheid over nadenk en serieus neem wat
God zegt over het verschil tussen duisternis en licht, tussen dood en leven, tussen gericht
zijn op mezelf en gericht zijn op God, dan herken ik het wel: zonder Geest, zonder Jezus
kies ik toch voor mezelf en daarmee voor egoïsme, voor dood, voor wegen die bij God
vandaan leiden. En ik herken ook dat dat veel onvrede met zich meebrengt: onrust omdat ik
de Heer zo mis. Daarom wil ik deze constatering van Paulus horen als een oproep: kies voor
de Geest en zo voor leven en vrede!
Heer Jezus, leer me om te kiezen voor de weg en de wil van uw heilige Geest. Geef me
vrede.
Leven door de Geest
Maar u leeft niet zo. U laat u leiden door de Geest, want de Geest van God woont in u.
Iemand die zich niet laat leiden door de Geest van Christus behoort Christus ook niet toe.
(Romeinen 8:9)
U laat u leiden
Opeens komt er een wending in het betoog van Paulus. Tot nu toe legde hij erg de nadruk
op de onmacht van onze eigen natuur om God te behagen. Maar nu is daar die positieve
toon: u laat u leiden door de Geest, de Geest van God woont in u! Daarmee spreekt Paulus
de nieuwe waarheid in Christus uit. Zonder Christus wordt het inderdaad allemaal niks. Maar
met hem en door hem en dankzij hem gaat er nieuw leven stromen. Christus toebehoren is
daarvan het geheim. Als je Christus toebehoort, laat je je leiden door de Geest en woont hij
in je. Ga eens bij jezelf na of dat ook de werkelijkheid van jouw leven is. herken je het?
Verlang je ernaar? Bid erom!
Dank u, Heer Jezus, dat u het geheim van mijn nieuwe leven wilt zijn.
Leven door de Geest
Onze eigen wil staat vijandig tegenover God, want hij onderwerpt zich niet aan zijn wet en is
daar ook niet toe in staat. Wie zich door zijn eigen wil laat leiden, kan God niet behagen.
(Romeinen 8:7-8)
God behagen
Paulus blijft vasthoudend bij zijn thema: door onze menselijke natuur zijn we niet in staat om
volgens Gods wil te leven. Als we het toch proberen, door ons aan de wet te houden, merken
we direct dat we hopeloos vastlopen. Het is niet plezierig om dat te horen, dat onze eigen wil
vijandig staat tegenover God. Ik vind het in elk geval niet plezierig om dat tegen me te laten
zeggen. En jij waarschijnlijk ook niet. Maar als ik er wat langer bij stil sta, stemt het me wel
dankbaar om dit opnieuw tot mee door te laten dringen. Want zo word ik weggehaald bij mijn
vertrouwen op mezelf. En er begint weer een vernieuwd verlangen te stromen: om God te
behagen door het werk van de Geest die Gods goede wet in mijn hart schrijft.
Heer, goede God, leid me weg van mijn eigen wil en leer me vertrouwen op uw goedheid
door de Geest.
Leven door de Geest
Als Christus echter in u leeft, bent u door de zonde weliswaar sterfelijk, maar de Geest
schenkt u leven, omdat u door God als rechtvaardigen bent aangenomen. (Romeinen 8:10)
De Geest schenkt u leven
De Heer is waarlijk opgestaan! Dat is een vreugdekreet die niet alleen gaat over die grote
dag midden in de geschiedenis, waarop bleek dat het graf leeg was. Hier klinkt ook de
muziek van het nieuwe leven dat wij ontvangen als we met Christus zijn opgestaan in een
nieuw leven. Zeker, onze sterfelijkheid laat zien dat de zonde niet volledig is uitgeroeid. Maar
er is een realiteit die krachtiger is: het leven dat de Geest ons schenkt. Dat is net zo echt als
het waar is dat we door God als rechtvaardigen zijn aangenomen. Dankzij Jezus staan wij
volkomen vrij voor God en hij heeft het diepe verlangen om het leven van zijn Geest door
ons heen te laten stromen. Ook op deze dag. Laat je de Geest stromen?
Vader, dank u dat u uw Zoon uit de dood deed opstaan en dat zijn leven door de Geest ook
in ons stroomt.
Leven door de Geest
Want als de Geest van hem die Jezus uit de dood heeft opgewekt in u woont, zal hij die
Christus heeft opgewekt ook u die sterfelijk bent, levend maken door zijn Geest, die in u
leeft. (Romeinen 8:11)
De Geest woont in u
Het werk van de Geest speelt zich niet buiten ons af. Dat ook trouwens: de Geest werkt
overal in deze wereld en in de schepping (kijk maar om je heen in de lente: nieuw leven door
de Geest). Maar Paulus laat hier zien dat de Geest in ons woont en werkt. De
levendmakende Geest van de levende God wil ons van binnenuit nieuw leven geven door in
ons te wonen. We zijn nog sterfelijk maar toch zijn we nu al uit de dood opgestaan en
overgegaan in een nieuw leven dat beheerst wordt door de Geest. Christelijk leven als leven
met Christus is daarom vooral: steeds opnieuw ontdekken dat het leven als in ons stroomt
omdat de Geest van de opgestane Heer in ons woont.
Dank u, heilig Geest die levend maakt, dat u als de Geest van de opgestane Heer mij van
binnenuit tot leven wekt.
Leven door de Geest
Broeders en zusters, we hoeven ons niet langer te laten leiden door onze eigen wil. Als u dat
wel doet, zult u zeker sterven. Als u echter uw zondige wil doodt door de Geest, zult u leven.
(Romeinen 8:12-13)
Het hoeft niet langer
Het gaat over leven en dood. Daarom blijft Paulus vasthoudend spreken over het werk van
de Geest, maar ook over de tegenkrachten die werkzaam zijn. Want het moet diep tot ons
doordringen dat we, wanneer we ons laten leiden door onze eigen wil, op dood spoor zitten.
Nu naar je eigen wil leven brengt de dood. Maar nu je eigen wil doden brengt het leven. Door
de Geest is dat echt mogelijk. En het klinkt haast als een verzuchting: we hoeven ons niet
langer te laten leiden door onze eigen wil. Als je merkt dat je dat toch nog doet, steeds weer
misschien wel, laat deze woorden door de Geest dan echt tot klinken komen in je hart: het
hoeft niet meer! Echt niet! Want de Geest woont in je!
Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God. (Romeinen 8:14)
Kinderen van God
De Geest brengt een diepe verandering teweeg in het leven van wie Christus leren kennen.
Deze diepgaande verandering komt vooral hierin tot uitdrukking dat Jezus' volgelingen zich
kind van God mogen noemen. Ze zijn niet langer slaven van een Heer (hoewel ook die
beeldspraak een plaats blijft houden in het christelijke leven) maar ze zijn kinderen van een
Vader geworden. Dat duidt op een liefdevolle band waarin vertrouwelijkheid en intimiteit de
toon zetten. En het is de Geest die onze ogen hiervoor opent en die ons leidt op de weg van
het kind zijn. En andersom: hoe dieper we leren beseffen dat we kinderen van God zijn, hoe
groter ons verlangen zal zijn om ons door de Geest van de Heer te laten leiden op onze weg.
Heilige Geest, dank u dat u ons leidt en ons laat ervaren dat we kinderen van God zijn.
Leven door de Geest
De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn. (Romeinen 8:16)
De Geest verzekert
Gelovigen worstelen wel eens met de vraag of ze een kind van God zijn. Dan ga je op zoek
naar kenmerken waaraan een kind van God herkenbaar zou moeten zijn: heiligheid,
geestelijke groei, verdriet over je zonden, vreugde in Christus, praktische dienstbaarheid aan
de naast enzovoort. En hoezeer deze dingen ook een plek hebben in het leven van Gods
kinderen, het is beter om niet naar jezelf te kijken maar te luisteren naar de stem van de
Geest die in je woont. Want hij is bezig, als onderdeel van zijn werk in allen die Jezus
kennen en volgen, om de gelovigen ervan te verzekeren dat ze kinderen van God zijn. Dat
speelt zich in ons binnenste af: de Geest spreekt tot onze geest. Luister daarom naar hem,
en hoor zijn liefdevolle stem.
Heilige Geest van God, dank u dat uw zachte stem vol liefde zegt dat ik door Jezus een kind
van God ben.
Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die
ons in de toekomst zal worden geopenbaard. (Romeinen 8:18)
In geen verhouding
Paulus spreekt zich hier heel persoonlijk uit. Hij heeft een diepgewortelde overtuiging als het
gaat om de verhouding tussen het lijden nu en de luister straks. Daarbij moeten we
bedenken dat Paulus zijn portie van het lijden ook wel degelijk heeft gekregen. Hier spreekt
niet de man van de theorie, maar de man die is vervolgd, geslagen, gemarteld, uitgespuugd,
verdrukt en tegengewerkt. Paulus onderging het allemaal ter wille van Christus en zijn
evangelie. Maar één ding weet hij zeker: dit lijden (dat van hem, maar ook dat van alle
mensen met hem) in de tegenwoordige tijd weegt niet op tegen de luister in de toekomende
tijd. De volkomenheid van de luister gaat veel hoger dan de ellende van het lijden diep gaat.
Dat was voor Paulus een geweldige bemoediging. Voor jou ook, hoop ik.
Dank u, Heer, dat het lijden dat we op aarde ondergaan in geen verhouding staat tot de
machtige mooie luister die ons eens ten deel zal vallen.
En nu we zijn kinderen zijn, zijn we ook zijn erfgenamen, erfgenamen van God. Samen met
Christus zijn wij erfgenamen: wij moeten delen in zijn lijden om met hem te kunnen delen in
Gods luister. (Romeinen 8:17)
Delen in lijden en luister
Als kinderen van God delen we in alles wat ook de Zoon van God ten deel is gevallen. Want
we zijn samen met Christus erfgenamen van de Vader. In het leven van Jezus is gebleken
dat dit betekent dat ons zowel lijden als luister ten deel valt. En ook in die volgorde: door het
lijden heen komt de luister ons leven binnen. Dat is niet altijd gemakkelijk te aanvaarden. Het
is ook paradoxaal, tegenstrijdig. Hoe kan lijden de weg naar luister zijn? Hoe kan ellende de
opmaat zijn voor levensgeluk? Toch gaat dat zo in het koninkrijk van God. Want Gods
kinderen zijn niet meer dan Gods enige Zoon, de leerlingen van Jezus zijn niet meer dan hun
meester. Laat deze woorden van Paulus daarom vooral bemoedigend voor je zijn: lijden in
verbondenheid met Jezus brengt luister en echt levensgeluk.
Heer, leer me om de weg te gaan die u me wijst: door lijden heen naar luister toe.
Leven door de Geest
De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat openbaar wordt wie Gods kinderen zijn.
(Romeinen 8:19)
Reikhalzend
Als het over de Geest gaat, denken we vaak dat het vooral gaat over christelijk leven,
heiligheid, gaven en vruchten van de Geest. Maar hier in Romeinen 8 gaat Paulus het werk
van de Geest ook in verbinding met de schepping brengen. Want het is de Geest die de
gelovigen verzekert dat zij kinderen van God zijn, terwijl de schepping reikhalzend uitziet
naar het openbaar worden daarvan. In zekere zijn is het werk van de Geest nog verborgen
en zit er in de geschapen wereld een voorwaartse beweging naar het moment dat voor alles
en iedereen zichtbaar wie Gods kinderen zijn die zullen in de eeuwige luister van de Heer.
Dat betekent ook voor ons dat we ons moeten laten meenemen naar voren in dit
scheppingsverlangen naar de toekomst.
Heer, leer me door uw Geest met heel de schepping mee verlangen naar de toekomst
Leven door de Geest
Want de schepping is ten prooi aan zinloosheid, niet uit eigen wil, maar door hem die haar
daaraan heeft onderworpen. (Romeinen 8:20)
Zinloosheid
Je kunt het je bijna niet voorstellen als je in het voorjaar de natuur zo schitterend ziet
openbloeien. Toch is het waar, en we weten het ook als we het lijden zien dat deze wereld
treft, als we tot ons door laten dringen welke natuurrampen er gebeuren: de schepping is
stuk, kapot, verscheurd, gebroken. Paulus noemt dat: ten prooi aan zinloosheid. De
schepping is niet meer wat ze als oorspronkelijke doel had: een volmaakte etalage zijn van
de glorie van God die haar geschapen heeft. Daar is de gebrokenheid van de zonde
doorheen gekomen. De aarde gaat gebukt onder het oordeel van God want hij zelf heeft
haar daaraan onderworpen. Hopeloos is het allemaal niet, gelukkig niet. Maar ernstig is het
wel.
Heer, uw schepping - toch ook zo schitterend in veel opzichten - is stuk gegaan. Ontferm u
over haar
Hoop koesteren
Maar ze heeft hoop gekregen, omdat ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de
slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen
geschonken wordt. (Romeinen 8:21)
Hoop op vrijheid
De situatie waarin de schepping verkeerd is wel ernstig, maar niet hopeloos. Het verleden
zet voorlopig een onuitwisbaar stempel op deze aarde. Maar er ligt een betere toekomst in
het verschiet. En ook daarvan zijn al tekens zichtbaar: tekens van hoop, tekens van herstel,
tekens die ons verlangen naar een nieuwe volmaaktheid wakker roepen en brandend
houden. En elke keer als we iets van de luister van Gods schepping ontdekken, is dat een
aanmoediging om vasthoudend te hopen op een betere toekomst. Niet alleen Gods kinderen
zullen eens ervaren wat volmaakte luister is en wat het betekent om volledig vrij te zijn, ook
de schepping wordt verlost van de banden van de vergankelijkheid.
Dank u, Heer, dat eens iedereen en alles volkomen vrij zal zijn om te delen in uw luister.
Hoop koesteren
Wij weten dat de hele schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt. (Romeinen
8:22)
Barensweeën
Als er hoop is op iets nieuws en moois dan maakt dat het lijden draaglijker. Zo is dat voor
een moeder bij de bevalling van een baby. Dit beeld gebruikt Paulus hier om twee dingen
duidelijk te maken. Het eerste: het lijden is een realiteit die je niet moet uitvlakken. Er is pijn,
er is het zuchten, er is diepe moeite en frustratie als het gaat om het leven onder de zon.
Maak dat niet kleiner dan het in werkelijkheid is. Het tweede wat Paulus duidelijk maakt: er is
hoop. Want het zijn barensweeën. Door de pijn heen, door het zuchten heen, door het lijden
heen is de schepping op weg naar iets totaal nieuws: een nieuwe aarde en een nieuwe
hemel. Het is niet altijd gemakkelijk om dat te zien, maar het is wel waar: lijden is de weg
waarlangs God iets nieuws brengt.
Hoop koesteren
En dat niet alleen, ook wijzelf, die als voorschot de Geest hebben ontvangen, ook wij
zuchten in onszelf in afwachting van de openbaring dat we kinderen van God zijn, de
verlossing van ons sterfelijk bestaan. (Romeinen 8:23)
Hoop koesteren
In deze hoop zijn we gered. Als we echter nu al zouden zien waarop we hopen, zou het geen
hoop meer zijn. Wie hoopt er nog op wat hij al kan zien? (Romeinen 8:24)
Hopen op wat we niet zien
Paulus spreekt over over het zuchten van verlangen dat kenmerkend is voor de schepping
en voor de kinderen van God. Dit verlangen richt zich op iets wat we nog niet zien: de
nieuwe schepping, de verlossing van het sterfelijk bestaan. Het is ook totaal tegengesteld
aan wat we nu wel zien: een verscheurde schepping, een en al sterfelijkheid. Dus we kijken
uit naar iets wat we nog niet zien. Dat is nu hoop: tegen je ervaring van dit moment in uitzien
naar iets beters, iets mooiers, dat nu nog onzichtbaar is. Hoop doet leven, wordt wel gezegd.
En dat is waar: als je te midden van een zuchtende oude schepping vasthoudt aan een
schitterende nieuwe schepping, helpt je dat om het leven nu toch aan te kunnen.
De Geest als voorschot
Christenen verbinden het werk van de Geest vaak vooral met vernieuwing, heiliging, groei,
gaven. Daar is ook alle reden toe. Maar hier in Romeinen 8 leren we ook een heel andere
kant van het werk van de Geest kennen. We ontdekken dat we de Geest als voorschot
hebben ontvangen (er is dus nog veel meer te ontvangen maar dat wacht in de toekomst op
ons) en dat dat allereerst leidt tot mee zuchten met de schepping. Niet alleen de schepping,
waarover de Geest zweeft, zucht, maar ook Gods kinderen. Want het mooiste is hier niet. Er
is veel kapot. Daar lijden Gods kinderen onder, en de Geest die ze als voorschot ontvangen
is daarin hun leidsman. Het mooiste moet nog komen: de verlossing van ons sterfelijk
bestaan.
Hoop koesteren
Bijbelgedeelte: Romeinen 8:18-30
Maar als wij hopen op wat nog niet zichtbaar is, blijven we in afwachting daarvan volharden.
(Romeinen 8:25)
Volharden
Ik heb de indruk dat volharden een deugd is die vandaag de dag in steeds mindere mate
wordt beoefend. Want we leven in een wereld waarin alles snel gaat en waarin we onze
verlangens ook graag heel snel vervuld willen zien. 'Ik wil alles en ik wil het nu' is een
uitspraak die onze cultuur kenmerkt. Dat staat haaks op het evangelie waarin de Geest ons
leert om te wachten, om in afwachting te zijn van wat er komen gaat en waarvan we eigenlijk
nog maar nauwelijks een idee hebben. Dat is niet eenvoudig en je laat je er gemakkelijk van
afleiden door je hoop op dingen te vestigen die wél binnen handbereik lijken te liggen en je
geluk lijken te bieden. Wat is het dan goed om naar de stem van de Geest te luisteren: houd
vol! Volhard in de hoop!
Hoop koesteren
Bijbelgedeelte: Romeinen 8:18-30
De Geest helpt ons in onze zwakheid; wij weten immers niet wat we in ons gebed tegen God
moeten zeggen, maar de Geest zelf pleit voor ons met woordloze zuchten. (Romeinen 8:26)
De Geest zucht
Ik heb de neiging om het werk van de Geest vooral te verbinden met opvallende
gebeurtenissen, enthousiasme, bijzondere gaven en een leven dat steeds meer op Jezus
lijkt. Maar hier in Romeinen 8 leer ik dat het de Geest is die mij juist in mijn zwakheid te hulp
komt. Onze zwakheid wordt in het evangelie niet genegeerd of verzwegen, maar
meegenomen in Gods werk in ons leven. Want het is waar: vaak hebben we geen woorden
om te bidden omdat we zo overrompeld zijn door wat er gebeurt dat we er sprakeloos van
worden. In diep verdriet en lijden, zo eigen aan het leven in een verscheurde schepping, is
het ongelooflijk bemoedigend om te weten (en soms zelfs te ervaren) dat de Geest zelf
zuchtend voor ons bidt met woorden die voor ons onuitsprekelijk zijn.
Hoop koesteren
Bijbelgedeelte: Romeinen 8:18-30
God, die ons doorgrondt, weet wat de Geest wil zeggen. Hij weet dat de Geest volgens zijn
wil pleit voor allen die hem toebehoren. (Romeinen 8:27)
De Geest pleit voor ons
In deze woorden komen we in aanraking met een diep geheimenis: God bidt tot God! Dat
moet je eens op je in laten werken: de Geest bidt voor ons, als kinderen van God, en God
luistert naar zijn Geest. God bidt tot God! En wij zijn daar in betrokken: we zijn opgenomen in
de biddende omgang in de drie-enige God, we zijn ingebed in de goddelijke verlangen die de
Geest uitspreekt in woorden die voor ons onuitsprekelijk zijn. Zou God de gebeden van de
Geest niet verhoren? Daarom mogen we ons vol vertrouwen overgeven aan deze geestelijke
werkelijkheid: ook als wij niet (kunnen) bidden, of als we het gevoel hebben dat ons bidden
niet verder komt dan het plafond, ook dan gaan de gebeden van de Geest voor ons door. En
God luistert!
Dank u God, dank u Geest, dat we iets mogen zien van dit diepe mysterie: dat u voor ons
bidt
Hoop koesteren
Bijbelgedeelte: Romeinen 8:18-30
En wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn,
alles bijdraagt aan het goede. (Romeinen 8:28)
Alles draagt bij aan het goede
Het is geen gemakkelijke waarheid, maar veel gelovigen hebben het in hun leven ervaren:
juist moeiten en teleurstellingen brachten hen dichterbij God. Dat betekent niet dat we naar
moeite en lijden moeten verlangen. Wel is het belangrijk om vanuit deze woorden van Paulus
te ontdekken wat dat goede dan is. Blijkbaar is dat niet: gezondheid, rijkdom, voorspoed, dat
alles goed gaat in je leven. Het goede is: dat we dichterbij God leren leven, dat we gaan
lijken op de zoon van God, dat het beeld van God in ons hersteld wordt, dat de vrucht van de
Geest tot bloei komt in ons bestaan. Alles wat er gebeurt in ons leven heeft als doel dat het
bijdraagt aan dat goede: dichterbij God en daardoor ook dichterbij mensen, samen
verbonden in Jezus.
Hoop koesteren
Bijbelgedeelte: Romeinen 8:18-30
Wie hij al van tevoren heeft uitgekozen, heeft hij er ook van tevoren toe bestemd om het
evenbeeld te worden van zijn Zoon, die de eerstgeborene moest zijn van talloze broeders en
zusters. (Romeinen 8:29)
Het evenbeeld worden van de Zoon
Veel christenen zijn op zoek naar een antwoord op deze vraag: wat is Gods plan met mijn
leven? Vaak denken we dat die vraag beantwoord wordt doordat we duidelijke aanwijzingen
krijgen over de baan die we moeten zoeken, de studie die we moeten gaan doen, de
bediening die we op ons moeten nemen of de plek waar we moeten gaan wonen en werken.
Maar in wezen is het antwoord op de vraag naar Gods plan heel eenvoudig en voor iedereen
hetzelfde: Gods plan is dat we gaan lijken op zijn Zoon! Daarvoor heeft hij ons uitgekozen en
daarvoor heeft hij ons geroepen. Gods plan met jouw leven is dat jij steeds meer gaat lijken
op Jezus. En aan dat plan kun je je hier en nu, op dit moment en op deze plaats overgeven.
Hoop koesteren
Bijbelgedeelte: Romeinen 8:18-30
Wie hij hiertoe heeft bestemd, heeft hij ook geroepen; en wie hij heeft geroepen, heeft hij ook
vrijgesproken; en wie hij heeft vrijgesproken, heeft hij nu al laten delen in zijn luister.
(Romeinen 8:30)
Delen in zijn luister
God stelt alles in het werk om zijn doel met zijn kinderen te bereiken. En dat doel ligt niet ver
weg: in de toekomst als Jezus terugkomt. Want dat idee kun je gemakkelijk hebben: God
kiest ons uit, roept ons en spreekt ons vrij zodat we later kunnen delen in de hemelse luister.
Maar Paulus zegt dat niet. Hij zegt dat God ons nú al heeft laten delen in zijn luister. Nu al is
de Geest aan het werk om de luister van Jezus Christus in onze levens tastbaar en
ervaarbaar te maken. Nu al stelt God alles in het werk om onze levens te vervullen met de
liefde, de kracht, de barmhartigheid, het geduld van Jezus. Laat dat eens tot je doordringen:
we mogen nu al delen in de schitterende uitstraling en de adembenemende schoonheid van
de Zoon van God.
Heer, dank u dat we nu al mogen delen in de luister van uw Zoon. Maak die luister steeds
meer zichtbaar door uw Geest.
Hoop koesteren
Bijbelgedeelte: Romeinen 8:31-39
Wat moeten wij hier verder over zeggen? Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn?
(Romeinen 8:31)
God is voor ons
Hier formuleert Paulus heel kort en krachtig wat de kern van het evangelie van Christus is:
God is voor ons! De God van de Bijbel is niet een God die tegen mensen is, een God die
oordeelt, een God die behagen schept in de dood van zondaren. God is voor ons! De God
van Jezus die door zijn Geest in deze wereld krachtig werkzaam is, is een God die ons juist
verlost van veroordeling, verlost van alles wat tegen ons is, verlost van schulden en
aanklachten. God is voor ons! In Jezus Christus is het zo duidelijk geworden: God wil de
wereld niet veroordelen maar haar verlossen door het kruis en de opstanding van Christus.
God is voor ons! Wat er ook allemaal nog meer gezegd moet worden, dit staat bovenaan, dit
is de kern: God is voor ons! Wie kan dan tegen ons zijn?
Hoop koesteren
Bijbelgedeelte: Romeinen 8:31-39
Zal hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar hem omwille van ons allen heeft
prijsgegeven, ons met hem niet alles schenken? (Romeinen 8:32)
Zal hij ons niet alles schenken?
God is een gevende God. Veel gelovigen leven bij de gedachte dat God een eisende God is,
dat hij van alles van ons vraagt en dat christelijk leven betekent dat er van alles van je geëist
wordt. Maar niets is minder waar. God geeft. God heeft allereerst zijn kostbare Zoon, zijn
oogappel, zijn vreugde aan ons gegeven zodat wij weer met hem verbonden zouden zijn.
Prijsgegeven heeft hij Jezus om in onze plaats te staan. En zo geeft God in Jezus alles aan
ons, alles wat kostbaar is in zijn ogen: zijn liefde, zijn kracht, zijn heelheid, zijn volkomenheid,
zijn barmhartigheid, zijn geduld, zijn Geest, zijn alles. Want alles wat van God is, is in de
verbondenheid met Jezus nu ook van ons. Dat is overweldigend veel en overweldigend gaaf.
Heer, ik wil u prijzen omdat u alles gegeven hebt en alles geeft. Leer me om u steeds meer
als die gevende God te kennen die ons alles gunt.
Hoop koesteren
Bijbelgedeelte: Romeinen 8:31-39
Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God zelf spreekt hen vrij. (Romeinen 8:33)
God spreekt vrij
Paulus wil zijn lezers en ook ons helpen om de vrijheid te zien en te ervaren waarin we
mogen staan dankzij het kennen van Christus. Haast triomfantelijk stelt hij de vraag: Wie zal
Gods uitverkorenen beschuldigen? Wie durft dat te doen? Er is er in elk geval één die dat
steeds weer probeert: de tegenstander, de vijand van het licht. Hij zal alles in het werk
stellen om Gods kinderen te laten denken dat het heil niet voor hen is. 'Jij bent zo'n zondaar,
denk je heus dat God je ziet staan?' 'Kijk eens naar al die fouten die je hebt gemaakt in je
leven, zou God het met jou zien zitten?' Maar we mogen dan leren om deze beschuldigende
vragen van ons af te schudden en te luisteren naar de liefdevolle stem van God: 'Jij bent mijn
geliefde. Je bent vrij, helemaal vrij!'
Dank u, Jezus Christus, dat ik vrij ben dank zij u. Bewaar me door uw Geest bij die vrijheid
Hoop koesteren
Bijbelgedeelte: Romeinen 8:31-39
Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt en
aan de rechterhand van God zit, pleit voor ons. (Romeinen 8:34)
Christus pleit voor ons
Wie eenmaal kind van God is geworden, wordt niet meer veroordeeld. Er zijn vele
beschuldigende stemmen die dat wel steeds weer proberen. Stemmen die binnenin ons
klinken, stemmen vanuit de maatschappij, stemmen vanuit het rijk van de duisternis. We
kunnen zelfs veel last hebben van die stemmen die beweren dat Gods hart niet naar ons uit
gaat en dat we gewoonweg niet oké zijn. Maar dan klinkt het evangelie: Christus, de
levende, zit aan Gods rechterhand en neemt het daar dag in dag uit voor ons op. Hij pleit
voor ons. Hij weet als geen ander dat we dankzij zijn werk op aarde en in de verbondenheid
met hem vrije mensen zijn, zonder schuld. Luister dus vooral naar de stem van onze Heer
die bij de Vader voor ons pleit.
Hoop koesteren
Bijbelgedeelte: Romeinen 8:31-39
Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus? Tegenspoed, ellende of vervolging, honger
of armoede, gevaar of het zwaard? (Romeinen 8:35)
Wat zal ons scheiden?
In de triomfantelijke slotfase van Romeinen 8 werpt Paulus nóg een vraag op. Hij raakt
daarmee de bezorgdheid aan die je als christen kunt hebben omdat je niet zeker weet of je
wel vol zult houden. Want er klinken veel tegenstemmen, en er zijn ook veel moeilijke
levenservaringen die je gemakkelijk kunnen vervreemden van je verbondenheid met
Christus. Paulus weet daar zelf trouwens ook over mee te praten! Hier is geen theoreticus
aan het word maar een man van de praktijk die een heel duidelijk beeld heeft bij tegenslag
en vervolging en gevaar. Maar Paulus laat zich door dat alles niet uit het veld slaan. Hij heeft
een intens en diep vertrouwen in de vasthoudendheid van Christus' liefde voor hem. En dat
vertrouwen gunt hij ons ook!
Hoop koesteren
Bijbelgedeelte: Romeinen 8:31-39
Er staat geschreven: ‘Om u worden wij dag na dag gedood en afgevoerd als schapen voor
de slacht.’ (Romeinen 8:36)
Dag na dag gedood
Paulus is een man van de Schriften, en daarin lijkt hij op Jezus. Voor zijn eigen
levenservaringen vindt hij eeuwenoude woorden in Psalm 44. Lees mee: 'Toch worden wij
dag na dag om u gedood en afgevoerd als schapen voor de slacht. Word wakker, Heer,
waarom slaapt u Ontwaak! Verstoot ons niet voor eeuwig. Waarom verbergt u uw gelaat,
waarom vergeet u onze ellende, onze nood?' Zo maakt Paulus contact met een
geloofservaring die van alle eeuwen is: dat we tegenslag en tegenstand ervaren en dat we
het gevoel hebben dat we het niet uit houden. Als je dat herkent, weet je dan welkom in de
kring van hen die geloven niet gemakkelijk vinden maar toch blijven zoeken naar de Heer.
'Sta op, kom ons te hulp, verlos ons, omwille van uw trouw.'
Heer, laat ons niet alleen bij tegenslag, meer leer ons uw liefdevolle trouw zien.
Het licht overwint
Bijbelgedeelte: Romeinen 8:31-39
Maar wij zegevieren in dit alles glansrijk dankzij hem die ons heeft liefgehad. (Romeinen
8:37)
Glansrijk zegevieren
Op deze Eerste Kerstdag klinkt er een prachtig overwinningslied! Maar het is niet een lied
waarin de zanger zichzelf op de borst klopt. Paulus heeft voldoende meegemaakt om er diep
van doordrongen te zijn hoe zwak hij zelf is. Maar hij heeft een andere kracht leren kennen,
de kracht van Christus' liefde. En het is in die kracht dat hij, samen met alle kinderen van
God, mag overwinnen. Het is dus wel een overwinning te midden van de tegenslagen en
teleurstellingen, de aanvechtingen en de pijn. Maar juist daardoor glanst die overwinning des
te meer, omdat het niet een eigen overwinning is, maar die van de Heer die als mens op
aarde kwam en nu aan Gods rechterhand in de hemel zit. Het is een overwinning waarvoor
de Geest de ogen opent en waar de Geest ons in leert staan.
Het licht overwint
Bijbelgedeelte: Romeinen 8:31-39
Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden
noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen
scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer.
(Romeinen 8:38-39)
Gods liefde in Christus
Een prachtig slotakkoord speelt Paulus hier aan het einde van Romeinen 8. Nog één keer
drukt hij het zijn lezers en ons allemaal op het hart: niets in de hemel of op de aarde, niets in
verleden, heden of toekomst, niets wat krachtig en machtig lijkt, kan ons scheiden van de
eeuwigdurende liefde die God heeft bewezen in Jezus Christus. Want God laat niet los waar
hij aan begonnen is. Tegenover onze dood plaatst hij elke dag opnieuw zijn leven, tegenover
het duister elke dag opnieuw het licht, tegenover onze zwakheid elke dag opnieuw zijn
kracht, tegenover onze mislukkingen en dieptepunten zijn overwinning en zijn hoogten van
het heil. Dat allemaal komt samen in die ene naam onder de hemel: Jezus Christus.
Vader, Zoon en heilige Geest, u komt de eer en de glorie toe, nu en in eeuwigheid. Amen
HEERlijk is zijn naam
Bijbelgedeelte: Jesaja 9:1-6
Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders.
Deze namen zal hij dragen: Wonderbaar, Raadsman, Goddelijke held, Eeuwige vader,
Vredevorst. (Jesaja 9:5)
Vijf schitterende namen
Het geboortekaartje dat Jesaja zeven eeuwen voor de geboorte van Jezus samenstelt, is
boordevol verrassingen. Zo ver in het voren al worden er vijf schitterende namen
geproclameerd, namen die levensveranderend zijn voor wie zich onder de heerschappij van
dit kind stellen. Want dat is wel een voorwaarde: de namen krijgen pas hun diepste
betekenis als je gekozen hebt om Jezus Heer van heel je leven te laten zijn! Dat de
heerschappij op zijn schouders rust, betekent dit: dat het koninkrijk van God in hem
werkelijkheid wordt. Elk van de namen (in vertaling vaak vier, omdat Wonderbaar en
Raadsman worden samengenomen) heeft vernieuwende betekenis voor een bepaald aspect
van ons leven. Kom, laten wij aanbidden!
Heer Jezus, ik wil u aanbidden in uw schitterende namen. Laat door uw Geest aan me zien
wat die namen betekenen voor mijn leven.
HEERlijk is zijn naam
Bijbelgedeelte: Jesaja 9:1-6
Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders.
Deze namen zal hij dragen: Wonderbaar, Raadsman, Goddelijke held, Eeuwige vader,
Vredevorst. (Jesaja 9:5)
Jezus: Wonderbaar!
Een van de problemen waar we in ons leven tegen aan kunnen lopen is verveling. En omdat
dat het laatste is wat we willen, gaan we steeds weer op zoek gaan naar nieuwe ervaringen
en nieuwe uitdagingen. Maar intussen vergeten we misschien dat verveling ten diepste
alleen verdreven wordt door verwondering. Alleen het mysterie is in staat ons blijvend te
boeien en telkens nieuwe diepgang aan ons leven te geven. En dan gaat opeens die
prachtige naam van Gods zoon opklinken: Wonderbaar! Jezus is het diepste mysterie in
deze wereld. Wie zich aan hem gewonnen geeft, wie onder zijn heerschappij gaat leven, zal
merken dat een diepe verwondering zijn leven gaat kleuren. Geen groter en dieper
geheimenis dan Jezus! Hem leren kennen als de Wonderbare betekent ultieme
verwondering.
Download