Bijwerkingen chemotherapie

advertisement
Bijwerkingen chemotherapie
behorend bij logboek longziekten
In dit hoofdstuk vindt u een overzicht met de eventuele
bijwerkingen Van cytostatica. Niet alle bijwerkingen zult u
herkennen. De mate waarin u last heeft van bijwerkingen
houdt geen verband met het effect van de behandeling.
Misselijkheid
Het kan zijn dat u tijdens en na de kuur een dag of een aantal dagen
minder trek heeft in eten. Daarnaast kunt u last hebben van misselijkheid.
Indien nodig, schrijft uw arts u medicatie voor tegen de misselijkheid.
Meestal is dit Primperan, ook wel verkrijgbaar onder de merkloze naam
metoclopramide. Dit medicijn is verkrijgbaar als gewone pil en als zetpil.
Nemen de klachten van misselijkheid onvoldoende af, dan kunt u met uw
arts bespreken of de medicatie gewijzigd of aangepast kan worden.
Vanaf de vijfde dag na de kuur kunt u proberen of u zonder medicijnen
kunt. Ook Primperan kan bijwerkingen hebben. Zo kunnen sufheid en
vermoeidheid ontstaan, waardoor het medicijn ondermeer een negatieve
invloed heeft op uw rijgedrag. Bij overdosering kan Primperan
misselijkheid veroorzaken.
Hieronder vindt u een aantal tips om de misselijkheid te verminderen:
• Zoek een rustige, frisse omgeving op.
• Vermijd lichtprikkels en extreme geuren (kookluchtjes, parfum).
• Gebruik regelmatig kleine maaltijden en eet niet te vet, te warm of
te sterk gekruid voedsel.
• Probeer vooral te eten waar u trek in heeft.
• Drink voldoende; probeer twee liter per dag te drinken. Sommige
patiënten geven de voorkeur aan koolzuurhoudende dranken.
Sinaasappelsap kan een misselijk gevoel oproepen.
• Neem bij aanhoudende misselijkheid, mits u dit kunt verdragen,
regelmatig enkele hapjes koude yoghurt (zonder suiker). Dit kan
de misselijkheid wat wegnemen.
Beschadiging van de slijmvliezen en irritaties van de mond,
maag en darmen.
Als gevolg van de chemotherapie kunnen uw slijmvliezen in de mond en
het maag-darmstelsel beschadigd raken. Hierdoor kunt u last krijgen van
diarree of verstopping.
Bij diarree is het belangrijk om goed te blijven drinken (twee liter per dag).
Vermijd sterk gekruid voedsel, uien en kool. Eet daarentegen wel voedsel
waar veel vezels in zitten, zoals bruin brood, fruit en andere groenten.
Hierdoor verliest u namelijk minder vocht. Neem contact op met uw huisarts
of het ziekenhuis als u niet meer kunt drinken, u uw medicijnen niet kunt
innemen of de diarree langer aanhoudt dan 24 uur. Binnen kantooruren kunt
u contact opnemen met het secretariaat van de afdeling longziekten, locatie
1D. Mocht u geen gehoor krijgen of belt u buiten kantooruren, dan kunt
u direct bellen met de afdeling longziekten, locatie 1D, of de polikliniek
interne geneeskunde. De telefoonnummers vindt u op het visitekaartje.
Voldoende drinken is ook belangrijk als u last heeft van verstopping.
Eet daarnaast vezelrijke voeding. Hebt u langer dan drie dagen geen
ontlasting gehad, neem ook dan contact op met uw (huis)arts.
Tevens kan de chemotherapie een rode, droge en gevoelige mond tot
gevolg hebben. Door een verminderde afweer kunnen het tandvlees en
het slijmvlies gaan ontsteken en kunnen er blaartjes ontstaan.
U kunt kloofjes in de lippen en de mondhoeken voorkomen door ze
vet te houden.
2
Door de irritaties in uw mond en de beschadigde slijmvliezen kan het eten
bemoeilijkt worden. Indien u last heeft van pijnlijke plekjes in de mond,
volg dan onderstaande adviezen op:
• Vermijd scherpe specerijen, zuur fruit en grof, hard voedsel
• Maak het eten goed fijn en neem drinken bij het eten.
•Snijd de korstjes van het brood of eet pap. Laat hete gerechten en
dranken wat afkoelen.
• IJs en koude dranken kunnen de irritaties verminderen. Het is
belangrijk om uw mond goed te verzorgen. Poets daarom na elke
maaltijd en voordat u gaat slapen uw tanden met een zachte
tandenborstel en fluoridetandpasta. Verzorg ook het slijmvlies door
de mond te spoelen met een zoutoplossing (één eetlepel zout op
één liter water).
Dit dient u in ieder geval elke keer na het poetsen te doen. Als u naar de
tandarts moet, vertel dan tijdens het maken van een afspraak dat u een
behandeling met chemotherapie ondergaat. Sommige tandheelkundige
ingrepen moeten namelijk worden uitgesteld als gevolg van de
behandeling. Als u een gebitsprothese heeft, dan is het belangrijk deze
schoon te maken en het bij het spoelen uit te doen, zodat de hele mond
goed schoon wordt. Spoel uw prothese na elke maaltijd af. Bewaar de
prothese ’s nachts in water (eventueel met een reinigingstablet).
Voeding
Zoals al eerder aangegeven, is het belangrijk om twee liter per dag te
drinken en te eten waar u trek in heeft. Zelfs als u een paar dagen niets
eet, is er geen reden tot paniek. Het lichaam beschikt doorgaans over
voldoende reserve om een periode waarin u slecht eet te doorstaan.
Door de chemotherapie kan het eten u anders smaken. Hierdoor kunnen
dingen die u vroeger niet lustte, nu opeens wel smaken. Het blijft zoeken
naar eten dat u bevalt. Als vlees u tegenstaat, is het belangrijk dit te
vervangen door ander voedingsmiddelen die veel eiwitten bevatten, zoals
vis, kaas, bonen, noten of sojaproducten.
Ongewenst gewichtsverlies
Als gevolg van een slechte eetlust, vermoeidheid en eventuele benauwdheid,
kan ongewenst gewichtsverlies ontstaan. Ook kan er gewichtsverlies
optreden door de ziekte zelf. Hoewel ongewenst gewichtsverlies zorgelijk
kan zijn, is het onverstandig om voortdurend de nadruk te leggen op eten.
Hierdoor kan de eetlust namelijk ook nadelig beïnvloed worden.
3
Speciale voeding of dieet
Er zijn patiënten die als aanvulling op de behandeling speciale voeding, een
dieet of supplementen willen gebruiken. Wetenschappelijk onderzoek heeft
tot nu toe niet aannemelijk gemaakt dat een bepaald eetpatroon of dieet
een eenmaal ontstaan kankerproces gunstig kan beïnvloeden. Als u een
speciaal dieet of voedingssupplementen wilt gebruiken, dient u dit altijd
met uw arts of diëtist te overleggen. Het kan namelijk schadelijk zijn als
u van bepaalde stoffen teveel binnenkrijgt. Meer informatie over voeding
en kanker vindt u in de folder Voeding bijkanker van de KWF
Kankerbestrijding. Deze folder is verkrijgbaar bij de patiëntenvoorlichting
op de begane grond van de polikliniek. Ook kunt u de folder downloaden
via de website van de KWF Kankerbestrijding, www.kankerbestrijding.nl.
Tevens kunt u zich laten adviseren door een diëtiste die werkzaam is
bij VUmc.
Vermoeidheid
Als gevolg van de ziekte en/of de behandeling met chemotherapie, hebben
patiënten vaak last van vermoeidheid. Dit kan leiden tot een verminderde
concentratie en een verminderde werking van het korte termijn geheugen.
Ook spanningen rondom de ziekte en/of de behandeling kunnen ervoor
zorgen dat u moe bent. Daarom is het raadzaam om tijdens de behandeling
voldoende rust te nemen. Dit kan door een extra hulp in de huishouding
te regelen. Misschien kunnen familie en vrienden u helpen; zo niet, dan
kunt u via uw huisarts een aanvraag indienen voor thuiszorg. Ook kunt u
sommige activiteiten zittend uitvoeren; zo kunt u bijvoorbeeld een krukje
gebruiken tijdens het douchen. Stel verder prioriteiten in uw
werkzaamheden. Op de dagen dat u erg vermoeid bent, is het belangrijk
dat u alleen die activiteiten doet die echt noodzakelijk zijn. De minder
belangrijke dingen kunt u bewaren voor de dagen dat u zich beter voelt.
Ten slotte kunt u, als u een baan heeft, in overleg met uw specialist en
controlerend arts wellicht tijdelijk minder of niet werken. Voor meer
informatie kunt u ook de folder ‘Vermoeidheid na kanker’ raadplegen.
Deze folder is verkrijgbaar bij de patiëntenvoorlichting op de begane
grond van de polikliniek en kunt u downloaden via de website van de KWF
Kankerbestrijding, www.kankerbestrijding.nl.
Invloed op het beenmerg
Chemotherapie beinvloed niet alleen de remming van kankercellen, maar
ook de productie van gezonde cellen, onder meer in het beenmerg,
waardoor er tijdelijk te weinig nieuwe bloedcellen worden aangemaakt.
4
Daarom wordt uw bloed tijdens de behandeling regelmatig gecontroleerd.
Als het aantal witte of rode bloedcellen of bloedplaatjes te laag is, dan kan
besloten worden om de dosering van de chemotherapie aan te passen.
Ook kan de behandeling worden uitgesteld. In het beenmerg worden
verschillende typen bloedcellen aangemaakt
1Witte bloedcellen (leucocyten) spelen een rol bij de afweer.
Onvoldoende witte bloedcellen leiden tot een verminderde weerstand,
waardoor u vatbaarder bent voor infecties. Als u koorts, keelpijn of
pijn bij het plassen krijgt, moet u contact opnemen met de specialist.
Deze zal dan eventueel besluiten tot een behandeling met antibioticum
of hij of zij zal een middel geven om de groei van de witte bloedcellen
te stimuleren.
2 Rode bloedcellen (erytrocyten) zorgen ervoor dat zuurstof door het
lichaam wordt vervoerd. Bij een tekort aan rode bloedcellen (bloedarmoede ofwel anemie) krijgt u last van moeheid, duizeligheid, bleek
zien en/of kortademigheid. Indien hier sprake van is, kan de arts u
ijzerpreparaten voorschrijven of, indien de anemie ernstig is, overgaan
tot een bloedtransfusie.
3 Bloedplaatjes (trombocyten) zijn betrokken bij de bloedstolling. Bij een
tekort aan bloedplaatjes kan een wondje langer blijven bloeden; wees
daarom extra voorzichtig. Ook kunt u sneller last krijgen van bloedend
tandvlees of een bloedneus. Bij sommige mensen ontstaan blauwe
plekken zonder dat ze zich gestoten hebben of kleine rode plekjes op
de huid (zo groot als speldenknopjes). Ook kunt u wat bloed verliezen
tijdens de ontlasting. Ten slotte kan bij vrouwen de menstruatie langer
aanhouden. Indien u een van deze klachten herkent, moet u contact
opnemen met de arts in het ziekenhuis.
Haaruitval
Een van de bijwerkingen van chemotherapie is haarverlies en/of kaalheid.
Het wel of niet optreden van haarverlies is afhankelijk van het soort
cytostaticum dat u gebruikt. Bij haarverlies zullen niet alleen de haren op
de hoofdhuid uitvallen, maar zal ook haarverlies van wimpers,
wenkbrauwen, oksel- en schaamhaar optreden. Haaruitval begint meestal
tussen de eerste en de tweede kuur en kan gepaard gaan met haarpijn:
een prikkelend gevoel op de hoofdhuid. Uw haar gaat weer groeien als de
chemotherapie achter de rug is. Soms begint het haar al tijdens de
behandeling weer te groeien. U kunt overwegen om uw haar aan het begin
van de behandeling kort te laten knippen. Verder kunt u, als het haar
dunner wordt, een pet of een hoed opzetten. Ook is het mogelijk om een
5
pruik aan te schaffen. Als u dit wilt, is het raadzaam om voor of direct na
de eerste kuur contact op te nemen met een kapper. Met een verklaring
van de arts worden de kosten door de ziektekostenverzekeraars
grotendeels vergoed. Hoeveel u precies vergoed krijgt, kunt u navragen
bij uw ziektekostenverzekeraar.
Seksualiteit
Als gevolg van de bijwerkingen kunnen seksuele gevoelens verminderd
zijn. Er is pas een probleem met betrekking tot seksualiteit als u en uw
partner dit beiden als zodanig ervaren. Omdat logischerwijs vaak alle
aandacht en energie uitgaat naar de behandeling, blijft dit onderwerpvaak
onbesproken.
Gedurende de behandeling blijven de meeste mannen in staat om een
erectie te krijgen. Wel kan het zijn dat dit vlak na de kuur wat moeilijker
gaat. Daarnaast kan de zaadproductie verminderd zijn. Doordat de
chemotherapie de slijmvliezen aantast, kunnen vrouwen last krijgen van
een droge vagina. Hierdoor kunt u minder zin hebben om te vrijen.
Het is belangrijk om uw partner hierover in te lichten. Bij de drogist zijn
verschillende middelen te koop ter bevochtiging van het slijmvlies in de
vagina, waardoor u minder pijn heeft tijdens het vrijen. Het is nog niet
duidelijk of (en hoelang) sperma of vaginaal vocht sporen van cytostatica
blijven bevatten. Er bestaan geen richtlijnen over condoomgebruik tijdens
en vlak na de kuur. Sommige mensen vinden het prettiger om in de
periode van de behandeling met chemotherapie met een condoom te
vrijen. Als condoomgebruik een ontspannen en plezierige seksualiteit
juist bemoeilijkt, kunt u beter zonder condoom vrijen. Indien u en
uw partner problemen ervaren op het gebied van seksualiteit, kunt u
dit bespreekbaar maken tijdens het opnamegesprek met uw arts en de
verpleegkundige. Zij kunnen u dan verder adviseren. Voor meer informatie
kunt u ook de folder Kanker en seksualiteit raadplegen. Deze folder is
verkrijgbaar bij de patiëntenvoorlichting op de begane grond van de
polikliniek en kunt u downloaden via de website van de KWF Kankerbestrijding, www.kankerbestrijding.nl.
Vruchtbaarheid
De behandeling met cytostatica kan van invloed zijn op de vruchtbaarheid.
Onvruchtbaarheid kan van tijdelijke aard, maar helaas ook van blijvende
aard zijn. Het is mogelijk om voorafgaand aan de behandeling sperma te
laten invriezen. Dit sperma kan gebruikt worden als blijkt dat u na de
behandeling onvruchtbaar bent en u en uw partner een kinderwens hebben.
6
Tijdens de behandeling wordt het afgeraden zwanger te worden of een
kind te verwekken, omdat ei- en zaadcellen door de chemotherapie
worden beschadigd. Goede anticonceptie blijft tijdens de chemokuur en
een periode daarna dus noodzakelijk. Hoe lang u moet wachten met een
zwangerschap, kunt u overleggen met uw behandelend specialist.
Het advies luidt om tot een half jaar na de behandeling in ieder geval niet
zwanger te worden. Hoewel ei- en zaadcellen beschadigd kunnen raken,
zijn er bij kinderen van ouders die na de behandeling met cytostatica
zwanger zijn geworden, niet meer aangeboren afwijkingen aangetoond
dan bij kinderen van ouders die geen behandeling hebben gehad met
cytostatica.
Menstruatie
Als gevolg van de behandeling kan uw menstruatie van slag raken. Uw
lichaam kan een menstruatie overslaan, maar de menstruatie kan ook
helemaal wegblijven. Ook komt het voor dat vrouwen langer of heviger
bloeden dan zij gewend zijn. Daarnaast doen zich soms overgangsklachten
voor, zoals opvliegers. Bij vrouwen die jonger zijn dan veertig jaar komt
de menstruatie vrijwel altijd terug. Bij vrouwen boven de veertig kan de
menstruatie echter definitief wegblijven. Of uw menstruatie nou normaal
is, af en toe overslaat of helemaal wegblijft, het gebruik van anticonceptie
blijft noodzakelijk.
Zenuwstelsel
Cytostatica kan invloed hebben op het zenuwstelsel. U ervaart dan een
tintelend of doof gevoel in uw vingertoppen en/of tenen. Autorijden wordt
in dit geval afgeraden. Ook kunt u een gevoel van spierzwakte hebben en
soms komen spier- en gewrichtspijnen voor. De pijn en tintelingen
kunnen lang aanhouden, maar zijn meestal van tijdelijke aard. Wel zorgen
ze ervoor dat u minder soepel kunt bewegen. Bij zeer ernstige klachten
kan de arts beslissen om de dosering van de chemokuur aan te passen.
Ogen
Als u last krijgt van een brandend of prikkend gevoel in de ogen, dient u
contact op te nemen met uw arts.
Gevoelige huid
Als gevolg van de chemotherapie kan uw huid droog aanvoelen en is de
huid de eerste zes tot twaalf maanden gevoeliger voor zonlicht. Ook kan
uw huid pijnlijk aanvoelen en kunt u last hebben van roodheid. Daarnaast
7
kan de huid verkleuren (pigmentatie). Ten slotte is er bij sommige
patiënten een zwelling te zien, met name bij huidplooien en drukplekken,
bijvoorbeeld bij de ellebogen, handpalmen en voetzolen. Het is van
belang om uw huid en uw nagels goed te verzorgen. Gebruik een goede
crème, bijvoorbeeld met vitamine E. Verder kunt u fel zonlicht het beste
vermijden. Als u uw huid blootstelt aan de zon, dient u deze te beschermen
met een zonnebrandcrème die een hogere beschermingsfactor bevat dan
u normaal gebruikt.
Nieren
In de nieren worden afvalstoffen uit het bloed gefilterd, waarna u deze
uitplast. Cisplatin kan de nieren beschadigen. In principe merkt u hier
niets van. Om uw nierfunctie in de gaten te houden, wordt er tijdens elke
opname een bloedonderzoek gedaan. Indien er sprake is van een
verminderde nierfunctie, kan het nodig zijn om extra voor- en/of na te
spoelen met infuusvloeistof. In het uiterste geval kan de arts besluiten om
de dosis van Cisplatin aan te passen en/ of de kuur uit te stellen.
Invloed op het gehoor
Cisplatin kan uw gehoor beschadigen. Vooral hoge tonen kunnen moeilijker
te horen zijn. Ook kan het zijn dat u gesprekken met meerdere personen
minder goed kan volgen. Deze schade kan van blijvende aard zijn.
Zo nodig zal tijdens de behandeling een gehoortest (audiogram) worden
afgenomen. Als er sprake is van ernstige gehoorschade, kan de arts
besluiten om de dosis aan te passen of over te stappen op een ander
cytostaticum. Wees dus alert op gehoorklachten en breng, indien u klachten
ervaart, uw arts hiervan op de hoogte.
108027
Irritatie van het bloedvat
Als gevolg van de cytostatica kan er irritatie ontstaan rond en/of boven de
insteekopening van het infuus en kan het bloedvat ontstoken raken.
Bij een ontstoken bloedvat kan de huid rood worden en kan het bloedvat
hard en pijnlijk aanvoelen. Ontstaan er thuis pijnklachten, dan kan een
verband, dat u met water vochtig en koel houdt, verlichting geven. Veelal
verdwijnen de klachten vanzelf. Desondanks is het belangrijk om de
klachten te melden aan uw arts en een verpleegkundige voordat u de
volgende toediening krijgt.
VU medisch centrum©
juni 2013
www.VUmc.nl
8
Download