10 januari 2016 - PKN Oosterbeek

advertisement
Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Uit het badhuis in Tsefat in het noorden van Israël komt een man met een blij gezicht naar
buiten lopen. Hij roept: ik ben weer helemaal rein van geest. Mijn eerste gedachte is: je bent
schoon van lijf, omdat je je gewassen hebt. Maar voor hem is het anders. Hij heeft blijkbaar
een ritueel bad ondergaan. In Tsefat is veel aandacht voor de kabbala, de joodse mystiek. Dus
misschien heeft zijn ervaring daarmee ook te maken: Zuiver zijn voor het oog van God.
De rituele onderdompeling bij de Joden, de mikwe, is niet alleen gericht op de reiniging van
het lichaam, maar gaat dieper. Het gaat om heel de mens. Er gaat een bevrijding van uit als je
de dingen van vroeger van je af kunt spoelen en opnieuw beginnen. Daarom was die man in
Tsefat zo blij toen hij riep: ik ben weer helemaal rein van geest.
Ik moest aan deze gebeurtenis denken bij het verhaal van de doop van Jezus. Daar gaat nog
een verhaal aan vooraf over de doop van honderden mensen: Johannes doopte in de Jordaan
en heel veel inwoners Judea en Jeruzalem komen op hem af. Waarom? Ik denk, dat het te
maken heeft met een diepgewortelde behoefte. Stel je eens voor, dat je zomaar opnieuw zou
kunnen beginnen. Iedereen kent wel manieren van denken waarin je vast kunt zitten. Of
karaktereigenschappen die je in de weg zitten. Reactiepatronen die storend werken. Of
misschien het leven dat je tekende, een groot verdriet, verstoorde relaties. Stel je voor: je
gooit het van je af en begint opnieuw alsof het de eerste dag van je leven was. Dat zou ook
betekenen, dat je weer nieuwe kansen had, dat je weer vanuit nieuwe energie de dingen aan
zou kunnen pakken. Je zou wanhoop en berusting wegdoen en met andere ogen de wereld
inkijken. Zou dat diepgewortelde verlangen in ons mensen niet de reden geweest zijn, dat
zoveel bewoners van Judea en Jeruzalem naar de Jordaan trokken om zich te laten dopen. Een
doop van vergeving van zonden wordt het genoemd. En inderdaad: hoe bevrijdend is het niet
om te kunnen zeggen: ik heb gefaald, ik heb verkeerde keuzes gemaakt, anderen misschien
beschadigd maar fouten hoeven mij niet altijd te volgend: ik ga onder in het water, God geeft
mij een nieuwe kans en ik begin weer met nieuwe energie. Daar komt nog bij: zonden zijn
niet alleen persoonlijke fouten, maar ook: gemiste kansen, niet tot je recht kunnen komen. En
als je nu dat alles achter je zou kunnen laten, zou dat niet geweldig zijn.
Keer je om, zegt Johannes, en begin een nieuw leven. En duizenden komen op hem af.
Omkeer, in het Hebreeuws ‘tesjoeva’ – het is een belangrijk begrip voor de Joden. In het
bekende Joodse Achttiengebed, dat een beetje vergelijkbaar is met het Onze Vader, lezen we:
Doe ons omkeren, onze Vader, tot uw Thora en breng ons nader, onze Koning, tot uw dienst
en voer ons in volledige omkeer terug tot voor uw aangezicht. Gezegend Gij, Heer, die de
omkeer wil. Het mooie in die tekst vind ik, dat omkeer aan de ene kant iets van jezelf is: je
gaat een weg terug. Maar anderzijds bid je God, dat hij je om laat keren.
Ik vind ook, dat ‘omkeer’ iets is wat boven het persoonlijke en het individuele uitgaat. Elke
keer kun je je, ook als kerkgemeenschap of als samenleving, bewust zijn, dat het anders kan.
Je kunt denken: laten we eens met meer liefde en barmhartigheid kijken naar de mensen om
ons heen, naar de waarde van ouderen, de hulp die zij nodig hebben. Of naar werkzoekenden,
of jongeren. Laten we ons meer en meer bewust worden van waarde van de natuur, van de
hulpbronnen van onze aarde. Omkeer is ook, dat je alles wat in onze wereld speelt opnieuw
onder ogen ziet en herwaardeert. En misschien zou je zo nu en dan ook in de kerk moeten
bidden: God, help ons, dat we omkeer doen, dat we ook de moed hebben om
andersdenkenden open tegemoet te treden, van hen te leren, dat we andere vormen en
geloofsbelevingen toelaten. Bevrijd ons uit verstarring.
Het verhaal over de doop door Johannes is een verhaal van het oude achter je laten, met al zijn
fouten en zijn pijn, en opnieuw beginnen. Maar nu komt Jézus bij Johannes. Om zich te laten
dopen. En natuurlijk komt direct de vraag op: Waarom zou Jézus een doop willen ondergaan,
zoals al die anderen om een nieuw leven te beginnen? Hij? Johannes houdt hem dan ook voor:
‘Ik zou door ú gedoopt moeten worden, en dan komt u naar mij?’ Jezus antwoordt daarop:
‘Laat het nu maar gebeuren, want het is goed dat we op deze manier Gods gerechtigheid
vervullen.’ Lastige woorden. Ik denk, dat Jezus zijn doop heeft gezien als een doop van
verbondenheid met anderen, van solidariteit met de mensen om hem heen. Hij wilde met hen
het oude loslaten om open te staan voor de nieuwe wereld van God. Hij neemt hen mee op
nieuwe wegen.
En Mattheus laat ons dat in zijn evangelieverhaal ook zien. Hij schrijft: Zodra Jezus gedoopt
was en uit het water omhoogkwam, opende de hemel zich voor hem en zag hij hoe de Geest
van God als een duif op hem neerdaalde. En uit de hemel klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde
Zoon, in hem vind ik vreugde.’ (Mattheüs 3:16-17) Volgens een oud besef, dat we in allerlei
godsdiensten terugvinden, is de duif het beeld van de levensgeest, de adem en de ziel. Hier
staat ze voor Gods Geest die neerdaalt op Jezus. We kennen de duif ook uit verhaal van
Noach: daar drukt ze uit: nadat alles ondergegaan is in de vloed, begint God iets nieuws met
ons. Hij schept weer kans voor nieuw leven. Die vogel heeft dan ook een olijftakje in zijn
snavel. In het verhaal van vanmorgen gaat het ook om achterlaten van het oude en met Jezus
op weg gaan naar Gods nieuwe wereld. En de duif, Gods Geest, geleidt ons daarbij.
Maar het hele gebeuren verwijst ook terug naar een oude profetie, een profetie van Jesaja. Dat
komen we op het spoor door die wonderlijke stem die klinkt als Jezus naar boven komt uit het
water. Die stem zegt: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde.’ En als je die
woorden hoort, dan komt als vanzelf de herinnering op aan wat Jesaja schrijft over de Knecht
van de Heer: Hier is mijn dienaar, hem zal ik steunen, hij is mijn uitverkorene, in hem vind ik
vreugde. Ik heb hem met mijn geest vervuld. (Jesaja 42:1) Wie die Dienaar uit de profetie is
blijft onduidelijk. Er wordt in ieder geval over hem gezegd: Hij houdt geen vlammend betoog
en hij zoekt de publiciteit niet. Maar hij gaat naast anderen staan. En daar waar het mis dreigt
te lopen, geeft hij niet op. Hij blijft moed en vertrouwen inspreken. Hij wakkert hij het
vlammetje weer aan. Hoewel hij geen vechter en schreeuwer is, blijkt hij een geweldige
macht te hebben. Vol vuur blijft hij bezig om zich te verzetten tegen oneerlijkheid en onrecht,
en op te komen voor rechtvaardige beloning, voor het recht van kleine mensen. Tegen hem
zegt de Eeuwige: Om mensen recht te doen heb ik jou geroepen. Ik zal je bij de hand nemen
en je behoeden, ik neem je in dienst voor mijn verbond met de mensen en maak je tot een licht
voor alle volken. (Jesaja 42:6).
Als Mattheüs het doopverhaal van Jezus opschrijft, opent hij onze ogen voor oude profetieën.
Hij laat ons ook zien hoe Jezus met ons mensen op weg wil gaan, elke keer als wij omkeer
willen doen en opnieuw willen beginnen. De dingen die wij aarzelend doen, zal hij niet
afbreken, maar helpen overeind te houden. En de flakkerende vlam van hoop en vertrouwen
dooft hij niet. Maar hij legt zijn handen eromheen, zodat warmte en licht een kans krijgen. Zo
gaat hij ons voor om elke keer weer te leren hoe je elkaar recht doet, aandacht geeft, hoe je
ruimte schept voor eerlijkheid. Zo ging Jezus ons voor, zoals die Dienaar van de Heer.
Jezus hoorde die stem die zei: Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde. Woorden die
hem zouden geleiden op zijn weg. En ik denk, dat die stem van God tenslotte ook tegen ons
zegt: jullie die proberen diezelfde weg te gaan – jullie die je inzetten, die blijven hopen en
vertrouwen – jullie zijn mijn geliefde kinderen. Ik ben blij, dat jullie er zijn. Misschien is dat
ook wel het meest waardevolle wat ons aangereikt wordt: in de zoektocht, ook in je persoonlijk leven, is er iemand die zegt: jij bent de mens die ik liefheb en in wie ik genoegen schap.
Ga maar op weg, doe waartoe je geroepen bent. Ik ga met je mee.
Download