TOELICHTINGEN – Urenpakket BK Vlaamse instellingen VANAF HET SCHOOLJAAR 2011-2012 1. Vaststellen van het aantal financierbare leerlingen per graad Voor de lagere graad: Bepalen van het aantal financierbare leerlingen dat de opleiding (eerste optie) enkel in de eigen academie volgt; bepalen van het aantal financierbare leerlingen dat een deel van de opleiding (eerste optie) in een andere academie volgt en dit aantal delen door 2 (er mag met halve leerlingen worden gerekend); de beide getallen optellen. Voor de andere graden (middelbare, hogere 4, hogere 5, specialistie): bepalen van het aantal financierbare leerlingen dat de opleiding (eerste optie) enkel in de eigen academie volgt en geen vrijstelling heeft; bepalen van het aantal financierbare leerlingen dat een deel van de opleiding (eerste optie) in een andere academie volgt en dit aantal delen door 2 (er mag met halve leerlingen worden gerekend); de beide getallen optellen = aantal A; bepalen van het aantal financierbare leerlingen dat de opleiding (eerste optie) enkel in de eigen academie volgt en een vrijstelling heeft = aantal B 2. Berekening leraarsuren LAGERE GRAAD: aantal financierbare leerlingen x 0,20 (omkaderingscoëff); afronding tot dichtst bijzijnd even geheel getal (bij een oneven geheel getal wordt dit naar boven afgerond); x 0,85 (aanwendingspercentage); afronding; MIDDELBARE GRAAD: aantal A (zie punt 1) financierbare leerlingen x 0,25 (of x 0,50 voor optie animatiefilm); eventueel resultaten optellen; afronding tot dichtst bijzijnd even geheel getal (als het product een oneven geheel getal is wordt dit naar boven afgerond); x 0,92; afronding; aantal B (zie punt 1) financierbare leerlingen x 0,25 (of x 0,50 voor optie animatiefilm); eventueel resultaten optellen; afronding tot dichtst bijzijnd even geheel getal (als het product een oneven geheel getal is wordt dit naar boven afgerond); x 0,85; afronding; optelling beide uitkomsten. HOGERE GRAAD – 4 leerjaren: aantal A financierbare leerlingen x 0,75 (of 0,5 of 1 of 1,2 voor bepaalde opties); eventueel resultaten optellen; afronding tot hogere eenheid; x 0,92; afronding; aantal B financierbare leerlingen x 0,75 (of 0,5 of 1 of 1,2 voor bepaalde opties); afronding tot hogere eenheid; x 0,85; afronding; optelling beide uitkomsten. HOGERE GRAAD – 5 leerjaren: aantal A financierbare leerlingen x 0,60 (of 0,8 of 1 voor bepaalde opties); eventueel resultaten optellen; afronding tot hogere eenheid; x 0,92; afronding; aantal B financierbare leerlingen x 0,60 (of 0,8 of 1 voor bepaalde opties); afronding tot hogere eenheid; x 0,85; afronding; optelling beide uitkomsten. SPECIALISATIEGRAAD: aantal A financierbare leerlingen x 0,70 (of 0,8 of 0,9 voor bepaalde opties); eventueel resultaten optellen; afronding tot hogere eenheid; x 0,95; afronding; aantal B financierbare leerlingen x 0,70 (of 0,8 of 0,9 voor bepaalde opties); afronding tot hogere eenheid; x 0,85; afronding; optelling beide uitkomsten. Toelichtingen urenpakket BK - 1 - DKO schoolbeheer 3. Uren voor administratieve omkadering 3.1. Ambten Het DKO kent twee administratieve ambten: opsteller (organieke regeling) en studiemeester-opvoeder (overgangsregeling). Instellingen die op 30 juni 2007 een studiemeester-opvoeder hebben, kunnen, zolang hetzelfde personeelslid er titularis van blijft, hun ambt behouden. De overgangsregeling wordt voortaan begrensd tot de omvang die de betrekking heeft op 30 juni 2007. Die omvang houdt in zowel de vastbenoemde als de tijdelijke uren toegekend aan de instelling. Studiemeester-opvoeders kunnen aanspraak maken op een uitbreiding van hun opdracht in uren-opsteller. Dienstanciënniteit opgebouwd als studiemeester-opvoeder geldt ook voor het ambt van opsteller. Het ambt van studiemeester-opvoeder is uitdovend. Als de oorspronkelijke titularis (in dienst op 30-06-1990) stopt, valt dit ambt weg (art. 58, Organisatiebesluit–BK). 3.2. Berekening van de uren administratieve omkadering Per 1000 financierbare leerlingen wordt één voltijds ambt toegekend. De volgende formule genereert het aantal uren opsteller: uren opsteller = aantal financierbare leerlingen / 1000 x 38 De uitkomst wordt afgerond naar het dichtstbijzijnde geheel getal. Is er op datum van 30 juni 2007 een opdracht in uren studiemeesteropvoeder verbonden met de instelling, dan zullen deze uren (vast + tijdelijk) op het urenpakket vermeld staan. Dat aantal uren zal EERST worden afgenomen van de toegekende omvang aan administratieve omkadering. Wat er rest, wordt toegekend in uren opsteller. De volgende formule illustreert deze werkwijze. uren opsteller = [(aantal financierbare leerlingen / 1000 x 32) – uren studiemeesteropvoeder]/32 x 38 De uitkomst wordt afgerond naar het dichtstbijzijnd geheel getal. 3.3. Overgangsregeling Sommige instellingen blijven recht hebben op administratieve omkadering berekend volgens de vroegere methode. Dat gebeurt bij instellingen waarvoor de nieuwe regeling minder omkadering zou opleveren. Ook deze afspraak is gemaakt in CAO VIII. U kunt voor meer informatie ook de omzendbrief “Administratieve Omkadering in het Deeltijds Kunstonderwijs vanaf het schooljaar 2007-2008” raadplegen op de Edulexwebsite. 4. Extra Uren voor zware opties Het aantal leraarsuren in de hogere graad wordt verhoogd met 10 als een instelling alle leerjaren van de optie(s) ‘architectuurtekenen’ en/of ‘binnenhuiskunst' en/of ‘industriële kunst’ organiseert. Deze uren worden bijgevoegd na de eerste afronding (dus vóór de toepassing van het aanwendingspercentage). Indien HG-4 en HG-5 worden ingericht, worden deze uren bij de uren voor HG-4 gevoegd. Een niet georganiseerd leerjaar (dat is een leerjaar waar geen regelmatige leerlingen zijn ingeschreven) reduceert het extra aantal uren met 2. Als op het einde van een schooljaar een instelling besluit de genoemde optie(s) in één tijd af te bouwen, dan heeft de instelling geen recht op de bijkomende uren in het volgende schooljaar. Toelichtingen urenpakket BK - 2 - DKO schoolbeheer