Zorgen rondom sterven - Catharina Ziekenhuis

advertisement
Geriatrie
Zorgen rondom sterven
www.catharinaziekenhuis.nl
Inhoud
Welke zorg ..........................................................................................
Wat kan familie betekenen .................................................................
Het stervensproces .............................................................................
Eten en drinken ..................................................................................
Medicijnen ..........................................................................................
Waar sterven ......................................................................................
Na de dood .........................................................................................
Tijdig nazorg regelen ..........................................................................
Vragen ................................................................................................
Patiëntenvoorlichting: [email protected]
GER006 / Zorgen rondom sterven / 28-06 -2013
2
3
3
4
5
5
5
5
6
5
Zorgen rondom sterven
Als er op een bepaald moment tijdens ziekte geen genezing
meer mogelijk is, volgt er een levensfase die extra zorg
en aandacht vraagt. Dan begint de fase van de palliatieve
zorg. Palliatief betekent verzachtend. Palliatieve zorg is
gespecialiseerde zorg aan mensen die niet meer kunnen
genezen en in de laatste fase van hun leven verkeren. Deze
folder biedt u en uw naasten praktische informatie over de
beschikbare zorg en ondersteuning.
Welke zorg
Zoals uw arts u heeft uitgelegd, is er geen herstel meer mogelijk. De
behandeling is dan ook niet meer gericht op het beter worden. In
deze palliatieve fase bestaat de zorg eruit om het leven en sterven zo
draaglijk mogelijk te maken. Dit houdt in dat problemen waar patiënten
last van krijgen, worden behandeld zoals; pijn, benauwdheid of onrust.
Achterliggende ziekten worden niet meer behandeld. Patiënten krijgen
dan ook geen infuus en de toediening van veel medicijnen worden
gestopt.
Bij opname hebt u de 'opnamewijzer' gekregen waarin beschreven staat
met welke zorgverleners u te maken kunt krijgen.
In het bijzonder willen we hier de geestelijke verzorging benoemen.
Deze geestelijke verzorgers kunnen u helpen met zaken die u
bezighouden. Meer informatie kunt u vinden in de folder: Dienst
Geestelijk Verzorging, algemene informatie. Er zijn mogelijkheden voor
gesprekken, verhalen, gedichten, communie, rituelen en gebeden.
U kunt gebruik maken van de kapel en de gebedsruimte. Ook is het
mogelijk om uw eigen pastor of geestelijke te vragen.
Wat kan familie betekenen
Bezoek is altijd welkom en is niet gebonden aan de bezoektijden. Het
is goed om het bezoek zoveel mogelijk te verspreiden. Het is mogelijk
om te blijven waken, ook ’s nachts mag u bij de patiënt blijven. Het
is belangrijk om iemand binnen uw familie aan te wijzen als eerste
3
en tweede contactpersoon. Zij zijn degene waarmee contact wordt
opgenomen als er iets in de situatie van de patiënt verandert. Het is de
bedoeling dat deze contactpersonen de andere familieleden, kennissen
en naasten informeren.
Wat kunt u verder doen?
• U kunt spullen met een speciale betekenis van thuis meebrengen.
Bijvoorbeeld een wekker, foto’s, tekeningen, schilderijtjes en andere
dingen die vertrouwd zijn;
• u kunt favoriete muziek meebrengen;
• voorlezen uit favoriete boeken of gedichten;
• u kunt samen met de verpleegkundige helpen met de persoonlijke
verzorging. Bijvoorbeeld de mondverzorging, haren kammen,
scheren, handen of voeten masseren.
Het stervensproces
Het stervensproces verloopt bij iedereen anders. Het is moeilijk aan te
geven wanneer het sterven begint en hoe lang het duurt. De arts en de
verpleegkundige kunnen een inschatting maken, maar ook zij kunnen
hierover geen zekerheid geven.
Veranderingen die u kunt zien tijdens het stervensproces:
• Verandering in de ademhaling. Bij het ademen kan een snurkend,
rochelend geluid ontstaan. De ademhaling kan enkele seconden
tot soms een minuut uitblijven. Omdat patiënten door hun mond
ademen, ontstaat er een droge mond en lippen. De verpleegkundige
behandelt deze met een speciale gel;
• vermoeidheid;
• geen behoefte aan eten en drinken;
• slikproblemen;
• onwillekeurige bewegingen;
• verwardheid en onrust;
• verlies van zintuigen (zoals het horen, zien en de smaak);
• incontinentie.
Uiteindelijk stopt de ademhaling en stopt het hart met kloppen.
4
Eten en drinken
Patiënten gaan steeds minder eten en drinken, hieraan is geen behoefte
meer. Men heeft steeds minder honger en dorst. Patiënten krijgen eten
en drinken aangeboden maar dit wordt niet opgedrongen.
Slikken is een reflex wat tijdens het proces naar het sterven verdwijnt.
Als een patiënt niet meer kan slikken, krijgt hij/zij ook geen eten of
drinken meer. Wanneer patiënten zich verslikken is de kans op ongemak,
pijn en longontstekingen groot.
Medicijnen
Veel medicijnen die patiënten gebruiken om ziekten te behandelen,
worden in de palliatieve fase gestopt. Mogelijk krijgt de patiënt wel
medicijnen om pijn of benauwdheid tegen te gaan, zoals morfine.
Morfine hoeft niet altijd invloed te hebben op het versnellen of het
vertragen van het stervensproces. Morfine kan de pijn goed en een
lange tijd bestrijden. Een mogelijke bijwerking van morfine is sufheid.
Er zijn verschillende vormen om morfine toe te dienen en te doseren.
De arts en de verpleegkundige lichten u hier verder over in. Bij onrust is
het nodig om rustgevende medicijnen te geven, soms worden patiënten
hiervan suf en slaperig. Als dit van toepassing is, licht de arts of de
verpleegkundige u hierover in.
Waar sterven
Naast het sterven in het ziekenhuis is het in sommige situaties mogelijk
om thuis te sterven. Hierbij kunnen zorgverleners van de intensieve
thuiszorg samen met de huisarts het proces begeleiden. Een andere
mogelijkheid is een hospice, een verblijfhuis met een huiselijke sfeer
voor patiënten die gaan overlijden. Daar is 24 uur per dag professionele
zorg aanwezig. Als u één van deze mogelijkheden overweegt, kunt u dat
met de arts of de verpleegkundige bespreken.
Na de dood
De dood wordt vastgesteld door een arts. De arts vraagt u dan als
nabestaande of u bezwaar heeft tegen obductie en orgaan- en
weefseldonatie. Na het overlijden krijgt de patiënt de laatste verzorging.
Hierbij verzorgt de verpleegkundige het lichaam en sluit de ogen. Hierbij
kunt u aanwezig zijn of meehelpen, als u dat op prijs stelt. Na de laatste
5
verzorging is er kort de gelegenheid om afscheid te nemen van de
overledene. Na het overlijden wordt de patiënt naar het mortuarium
gebracht, daar is geen bezoek mogelijk. U kunt contact opnemen met de
uitvaartondernemer die u verder begeleidt. Persoonlijke bezittingen en
kleding kunt u na het afscheid meenemen.
Tijdig nazorg regelen
Belangrijke zaken om als patiënt en/of familie over na te denken en
vooraf te regelen zijn:
• Nadenken over de keus begraven/cremeren en de specifieke wensen
hierbij;
• uitvaartcentrum kiezen en het telefoonnummer hiervan binnen
handbereik hebben. Na het overlijden dient u zelf contact op te
nemen met het uitvaartcentrum;
• nadenken of u obductie en orgaan- weefseldonatie wilt;
• nadenken over kleding en sierraden en wensen hieromtrent
doorgeven aan het uitvaartcentrum;
• opzoeken van identiteitsbewijs, uitvaartpolis, adressen voor de
rouwpost en eventuele wilsbeschikking. Dit zijn zaken waar het
uitvaartcentrum naar vraagt.
Vragen
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op
met de afdeling Geriatrie, deze afdeling is 24 uur per dag bereikbaar via
telefoonnummer:
040 - 239 74 50.
6
7
Michelangelolaan 2 – 5623 EJ Eindhoven
Postbus 1350 – 5602 ZA Eindhoven
Download