1 Ondervoeding

advertisement
1
Ondervoeding
Wanneer is er sprake van ondervoeding? Welke soorten ondervoeding zijn
er? En wat is eraan te doen? Voor een antwoord op deze en andere vragen
volgt eerst een uiteenzetting van de diverse termen die met ondervoeding
verband houden.
1.1
Begrippen
Ziektegerelateerde ondervoeding
Bij ziektegerelateerde ondervoeding is sprake van een langdurige negatieve
verstoring van de balans tussen de inname van energie en voedingsstoffen
en de behoefte en/of het verlies aan energie en voedingsstoffen. Dit kan het
gevolg zijn van een verminderde voedselinname, een verhoogde energiebehoefte als gevolg van een ziekte of operatie of een abnormaal verlies aan
voedingsstoffen.
Ziektegerelateerde ondervoeding (klinische depletie) wordt gekenmerkt
door gewichtsverlies, verlies van vetvrije massa, afname van vetmassa of
lage eiwitspiegels in het bloed. Maar omdat de symptomen van ondervoeding meestal sluipend ontstaan en secundair zijn aan de ziekte, blijft ondervoeding vaak lang onopgemerkt.2
Hoe vaak ondervoeding voorkomt in Nederlandse zorginstellingen ziet u in
kader 1.1.
8
ondervoeding
Opmaak_01.DEF.indd 8
16-10-2007 16:47:30
Voedingstoestand
De voedingstoestand wordt gedefinieerd als de conditie van het lichaam als
gevolg van enerzijds de inname, absorptie en benutting van voeding en
anderzijds de invloed van ziektefactoren.
De voedingstoestand wordt bepaald door voedselinname en energieverbruik, maar ook door leeftijd, ziekten en medicijnen.
Een goede voedingstoestand is een lichamelijke toestand waarbij sprake is
van een goede biologische functie.
Een slechte voedingstoestand houdt dus automatisch een verminderde
biologische functie in, waarbij de functie van het immuunsysteem afneemt
en de morbiditeit en de mortaliteit stijgen.3
Prevalentie van ondervoeding
Eén op de drie patiënten in zorginstellingen loopt risico op ondervoeding
en één op de vier patiënten is daadwerkelijk ondervoed. Dit blijkt uit de
Landelijke Prevalentiemeting Zorgproblemen. 4 Dit onderzoek van de Universiteit van Maastricht werd gedaan onder 36.000 patiënten in 364 zorginstellingen, zoals ziekenhuizen, thuiszorginstellingen en verpleeghuizen.
Kader 1.1 Prevalentie van ondervoeding4
25-40%
10-15%
20-30%
25%
15-20%
10-15%
in ziekenhuizen
op de polikliniek
in verpleeg- en verzorgingshuizen
in revalidatiecentra
in de psychiatrie
bij thuiszorgorganisaties
ondervoeding
Opmaak_01.DEF.indd 9
9
16-10-2007 16:47:30
Onbedoeld of ongewenst gewichtsverlies
Iemand met overgewicht die een dieet volgt, is bewust bezig met afvallen.
Maar iemand kan ook door omstandigheden, onbewust of ongewenst gewicht verliezen, bijvoorbeeld vanwege een verhoogde voedingsbehoefte
door een ziekte of operatie of een verminderde voedselinname door afname van de eetlust.
Anorexie
Anorexie is een gebrek aan eetlust.
Cachexie
Cachexie is een slechte lichamelijke toestand als gevolg van ondervoeding
of ziekte. Dit gaat gepaard met verstoringen in de vet-, eiwit-, aminozuuren koolhydraatmetabolismen. De vetaf braak is verhoogd, maar ook de
opname van vetten in de weefsels is verstoord, wat leidt tot verhoogde vetspiegels in het bloed (hypertriglyceridemie). Dit laatste heeft weer een
negatief effect op de afweer en het immuunsysteem. Het eiwitmetabolisme is dusdanig verstoord dat er een verhoogde af braak van spierweefsel
is. Dit leidt tot functieverlies, onder andere van de ademhalingsspieren. De
eiwitsynthese van enkele viscerale organen (onder meer lever en milt) is
daarentegen verhoogd. Dit hangt samen met een verhoogde activiteit van
het immuunsysteem en veranderde metabole processen in lever, nieren en
milt.5
Katabolie
Katabolie leidt tot een verhoogd energieverbruik en bovendien kan er sprake zijn van een verminderde voedselinname, een gestoorde opname of
benutting van voedingsstoffen, en ook een verhoogd verlies hiervan. Daar
komt bij dat zieke mensen meestal bedlegerig zijn en weinig tot geen lichamelijke activiteit ontplooien. Deze effecten van ziekte kunnen bijdragen aan een afname van het lichaamsgewicht, waarbij met name de vetvrije massa afneemt, ook als er geen sprake is van een negatieve energiebalans.3
10
ondervoeding
Opmaak_01.DEF.indd 10
16-10-2007 16:47:30
ziekte
complicaties
inname
behoefte
gewicht (vetvrije massa)
Figuur 1.1 Neerwaartse spiraal bij ziekte en ongewenst gewichtsverlies.1
Het doorbreken van de neerwaartse spiraal is mogelijk door:
het signaleren van ongewenst gewichtsverlies;
screening op ondervoeding;
het tijdig starten van een voedingstherapie gericht op het geven van
voldoende energie en voedingsstoffen.
ondervoeding
Opmaak_01.DEF.indd 11
11
16-10-2007 16:47:31
1.2
Vormen van ondervoeding
Afhankelijk van de ziekte kan ondervoeding worden ingedeeld in:
een chronische vorm;
een acute vorm;
een mengvorm van acute en chronische ondervoeding.
Chronisch
De chronische vorm van ondervoeding treedt op ten gevolge van een chronische ziekte. De patiënt heeft langdurig, enkele maanden tot jaren, een
tekort aan met name energie en eiwit. Deze vorm is het gevolg van een licht
katabole toestand bij chronische ziekte of een te geringe voedselinname in
verhouding tot de voedingsbehoefte of beide.
Acuut
De acute vorm van ondervoeding ontwikkelt zich vaak in een korte periode,
van enkele dagen tot weken. Deze vorm kan ontstaan als gevolg van een
katabole toestand veroorzaakt door een acute ziekte of grote operatie,
waarbij lichaamseiwit in grote hoeveelheden wordt afgebroken.
Mengvorm
De mengvorm van acute en chronische ondervoeding is vaak het gevolg van
een onbehandelde chronische ondervoeding, waarbij eveneens de ernstige
katabole toestand ten gevolge van een acute ziekte of grote operatie optreedt. In deze situatie is de inname van energie en eiwit via de voeding
laag en worden tevens kostbare lichaamseiwitten afgebroken. De patiënt
hoeft niet vermagerd te zijn en heeft vaak oedemen. Dit type ondervoeding
komt het vaakst voor in de klinische setting en is moeilijk te herkennen.6
12
ondervoeding
Opmaak_01.DEF.indd 12
16-10-2007 16:47:31
ondervoeding
(acute vorm)
ondervoeding
(chronische vorm)
ernstig
licht
katabool
ernstig
katabool
matig
mild
ernst van de
ondervoeding
dagen
weken
maanden
jaren
tijdsverloop
katabool = verhoogde af braak (af braak overheerst opbouw)
Figuur 1.2 Tijdsverloop van het ontstaan van de chronische en acute vorm
van ondervoeding.6
ondervoeding
Opmaak_01.DEF.indd 13
13
16-10-2007 16:47:31
Overgewicht kan ondervoeding maskeren
Niet iedere ondervoede patiënt heeft ondergewicht. Iemand kan na onvrijwillig gewichtsverlies nog steeds overgewicht hebben.2 Overgewicht betekent dus niet automatisch dat een persoon goed gevoed is. Veel mensen
met overgewicht vinden het wel prettig dat ze zijn afgevallen, maar goede
educatie hierover is noodzakelijk.
Omdat behandelend artsen vaak niet goed bekend zijn met het fenomeen
ondervoeding en zich in eerste instantie richten op de diagnostiek en behandeling van de primaire ziekte, wordt de nevendiagnose (dreigende)
ondervoeding bij personen met overgewicht vaak pas laat gesteld.
1.3
Oorzaken van ondervoeding
Ondervoeding kan verschillende oorzaken hebben. De energiebehoefte
kan verhoogd zijn als gevolg van een ziekte of operatie. De voedselinname
kan afnemen door een verminderde eetlust of door kauw- en slikproblemen
en er kunnen abnormale verliezen optreden (bijvoorbeeld bij diarree of
decubitus).
1.4
Gevolgen van ondervoeding
De gevolgen van aan ziekte gerelateerde ondervoeding zijn:3
verlies van lichaamsgewicht en spiermassa;
− daling van de weerstand;
− verhoogde kans op complicaties, zoals infecties en decubitus en een
vertraagde wondgenezing.
Deze situatie kan tot een negatieve gezondheidsspiraal leiden, zoals:
een langere opnameduur;
verhoogd medicijngebruik;
toename van de zorgcomplexiteit;
afname van de kwaliteit van leven;
een verhoogde kans op overlijden.
Situaties waarbij patiënten een verhoogd risico op (dreigende) ondervoeding, ziet u in kader 1.2.
14
ondervoeding
Opmaak_01.DEF.indd 14
16-10-2007 16:47:31
Kader 1.2 Risicogroepen voor een verhoogd risico op (het ontstaan van)
ondervoeding3
Ziekten/omstandigheden
Maag-darmaandoeningen
• inflammatoire darmziekten
• short bowel syndroom
• fistels in maag-darmkanaal
• ulcus pepticum
• cystic fibrosis
• hyperthyreoïdie
• chronische leverziekten
• nierziekten
• pancreatitis
Psychische problematiek
• alcoholisme
• anorexia nervosa
• dementie
• depressie
• eenzaamheid
• verstandelijke handicap
Neurologische, spier- of
bewegingsproblemen
• ziekte van Parkinson
• reumatische aandoeningen
• spierziekten
Hart- en longaandoeningen
• chronische hartziekten
• longziekten
• gewichtsverlies en/of
BMI < 18
• ouderdom (> 75 jaar)
• trauma
Therapieën
Chirurgisch
• grote operatie (tractus
digestivus of thorax)
• transplantatie
Radiotherapie
• hoofd-hals-slokdarmgebied
• buikgebied
Medicamenteus
• cytostatica
• immunosuppressie
• immunotherapie
• antibiotica
Nierfunctievervangende therapie
• hemodialyse
• peritoneaaldialyse
overig
• beademing
Overig
• aids
• brandwonden
• kanker
• infectieziekten
ondervoeding
Opmaak_01.DEF.indd 15
15
16-10-2007 16:47:32
Download