Mineralencheck - Toelichting op de uitslag

advertisement
Samen werken aan diergezondheid
Dé Mineralencheck
Toelichting op uitslagen
Kies de FIT-aanpak van de GD: Gezonde voeding. Vitale koeien.
Jodium
Wat zegt de uitslag van dé Mineralencheck?
Tekort (<25 µg/ L )
Laag normaal (25 - 100 µg/ L )
Normaal (100 - 300 µg/ L)
Hoog normaal (300 - 500 µg/ L)
Mogelijke overmaat (≥500 µg/ L)
De jodiumvoorziening bij uw melkgevende koeien is te
laag (tekort).
De jodiumvoerziening bij uw melkgevende koeien is
normaal tot mogelijk te laag.
De jodiumvoorziening bij uw melkgevende koeien is
goed.
De jodiumvoorziening bij uw melkgevende koeien is
ruim voldoende.
De jodiumvoorziening bij uw melkgevende koeien is te
hoog.
Verschijnselen van een jodiumtekort kunnen zijn: een
verminderde vitaliteit (slomer) en zwakke- of doodgeboren kalveren. Bij kalveren kan een vergrote schildklier worden waargenomen.
Bespreek de jodiumvoorziening samen met uw voeradviseur en/of dierenarts.
Er is geen verdere actie nodig.
Als u dipt of sprayt met een jodiumhoudende dip, kan
dit mede de oorzaak zijn van de hoog-normale uitslag.
Verschijnselen van een jodiumovermaat kunnen zijn:
verminderde eetlust en melkproductie, neusuitvloeiing
en tranende ogen.
Selenium
Advies is bij te sturen in overleg met uw voeradviseur
en/of dierenarts. Denk ook aan de droogstaande dieren
en drachtige pinken. Het resultaat van bijsturing is
meetbaar na 14 dagen.
Advies is bij te sturen in overleg met uw voeradviseur
en/of dierenarts. Het resultaat hiervan is meetbaar na
14 dagen.
Laag normaal (10 - 16 µg/ L )
Normaal (16 - 35 µg/ L )
Hoog normaal (35 - 45 µg/ L )
Mogelijke overmaat (≥45 µg/ L )
De seleniumvoorziening bij uw melkgevende koeien is
te laag (tekort).
De seleniumvoorziening bij uw melkgevende koeien is
voldoende tot mogelijk te laag.
De seleniumvoorziening bij uw melkgevende koeien is
goed.
De seleniumvoorziening bij uw melkgevende koeien is
ruim voldoende.
Bij de seleniumvoorziening van uw melkgevende koeien
is mogelijk sprake van een overmaat.
Verschijnselen van een seleniumtekort kunnen zijn:
meer dieren aan de nageboorte en meer mastitis.
Bespreek de seleniumverstrekking samen met uw voeradviseur en/of dierenarts.
Indien mogelijk: vergelijk de uitslag met eerdere en
volgende tankmelkuitslagen.
Er is geen verdere actie nodig.
Vergelijk de uitslag met eerdere en volgende tankmelkuitslagen.
Verschijnselen van een seleniumovermaat kunnen zijn:
sloomheid, vermageren, een ruig haarkleed en stijfheid.
Een hoog-normale uitslag kan o.a. veroorzaakt worden
door seleniumbemesting of gebruik van organische
mineralen.
Advies is zo nodig bij te sturen in overleg met uw
voeradviseur en/of dierenarts. Het resultaat hiervan is
meetbaar na 14 dagen.
Voor meer informatie over de seleniumstatus:
controleer de koeien vanaf mid-lactatie (bloedonderzoek op GSH-Px bij 5 dieren).
Voor meer informatie over de seleniumstatus:
controleer de koeien vanaf mid-lactatie (bloedonderzoek op GSH-Px bij 5 dieren).
De seleniumstatus bij uw hoogdrachtige pinken kunt u
controleren met bloedonderzoek (onderzoek op GSH-Px
bij 5 dieren).
Zink
Indien mogelijk: vergelijk de uitslag met eerdere en
volgende tankmelkuitslagen.
Als u dipt of sprayt met een jodiumhoudende dip, kan
dit mede de oorzaak zijn van de uitslag.
Tekort (<10 µg/ L )
Advies is bij te sturen in overleg met uw voeradviseur
en/of dierenarts. Het resultaat hiervan is meetbaar na
14 dagen.
Voor meer informatie over de seleniumstatus:
controleer de koeien aan het einde van de lactatie
(bloedonderzoek op GSH-Px bij 5 dieren).
Tekort (<1700 µg/ L )
Laag normaal (1700 - 2000 µg/ L)
Normaal (2000 – 2600 µg/ L)
Hoog normaal (2600 – 3000 µg/ L)
Mogelijke overmaat (≥3000 µg/ L)
De zinkvoorziening bij uw melkgevende koeien is te
laag (tekort).
De zinkvoorziening bij uw melkgevende koeien is
voldoende tot mogelijk te laag.
De zinkvoorziening bij uw melkgevende koeien is goed.
De zinkvoorziening bij uw melkgevende koeien is ruim
voldoende.
Bij de zinkvoorziening van uw melkgevende koeien is
mogelijk sprake van een overmaat.
Verschijnselen van een zinktekort kunnen zijn:
slechte eetlust, slechte groei, een verdikte huid en een
verminderde weerstand.
Bespreek de zinkverstrekking met uw voeradviseur en/
of dierenarts.
Vergelijk de uitslag met eerdere en volgende uitslagen.
De verschijnselen van een zinkovermaat zijn vaag en
worden pas duidelijk bij een hoge opname van zink
(>500 mg zink/ kg droge stof). Verschijnselen zijn dan
diarree, verlies van eetlust en meer verwerpen en/of
doodgeboorte.
Advies is bij te sturen in overleg met uw voeradviseur
en/of dierenarts. Het resultaat hiervan is meetbaar na
14 dagen.
Koper
Indien mogelijk, vergelijk de uitslag met eerdere en
volgende tankmelkuitslagen.
Als u dipt of sprayt met een jodiumhoudende dip,
kan er mogelijk sprake zijn van een tekort.
Er is geen verdere actie nodig.
Een overmaat aan ijzer en/of koper in het rantsoen kan
leiden tot lagere zinkgehalten.
Indien mogelijk: vergelijk de uitslag met eerdere en
volgende tankmelkuitslagen.
Advies is zo nodig bij te sturen in overleg met uw
voeradviseur en/of dierenarts. Betrek daarbij ook de
andere spoorelementen. Het resultaat van bijsturing is
meetbaar na 14 dagen.
De zinkvoorziening bij hoogdrachtige pinken kunt u
controleren met bloedonderzoek (onderzoek op zink bij
5 dieren; zinkvrije serumbuis gebruiken).
Voor meer informatie over de zinkvoorziening:
controleer de koeien aan het einde van de lactatie
(bloedonderzoek op zink bij 5 dieren; zinkvrije serumbuis gebruiken).
Aanwijzingen voor een tekort (<20 µg/ L)
Mogelijk tekort (20 - 35 µg/ L)
Geen aanwijzingen voor een tekort
(≥35 µg/ L)
De kopervoorziening bij uw melkgevende koeien is te
laag (tekort).
De kopervoorziening bij uw melkgevende koeien is
mogelijk te laag (tekort).
Verschijnselen van een kopertekort kunnen zijn: doffe
haarkleur (soms een “koperbril”), verminderde conditie,
verminderde melkproductie, diarree en/of verminderde
vruchtbaarheid. Bij jongvee: te weinig ontwikkeling en
verdikte kogels (“blokvoeten”).
Een kopertekort kan ook ontstaan door een overmaat van
molybdeen, ijzer, zwavel en/of zink in het rantsoen.
Bespreek de koperverstrekking met uw voeradviseur en/
of dierenarts. Een kopertekort kan ook ontstaan door
een overmaat van molybdeen, ijzer, zwavel en/of zink
in het rantsoen. Vergelijk, indien mogelijk, de uitslag
met eerdere en volgende tankmelkuitslagen.
De kopervoorziening bij uw melkgevende koeien is
waarschijnlijk voldoende (geen aanwijzingen voor een
tekort).
Advies is bij te sturen in overleg met uw voeradviseur
en/of dierenarts. Het resultaat hiervan is meetbaar na
14 dagen.
De kopervoorziening bij uw hoogdrachtige pinken kunt
u controleren met bloedonderzoek (bij 5 dieren).
Voor meer informatie over de kopervoorziening:
controleer de koeien aan het einde van de lactatie en/
of de droogstaande koeien (bloedonderzoek op koper
bij 5 dieren).
Er is geen aanleiding voor verdere actie bij uw
melkkoeien. Vergelijk, indien mogelijk, de uitslag met
eerdere en volgende tankmelkuitslagen.
Voor algemene adviezen,
zie de achterkant van deze folder.
Samen werken aan diergezondheid
Algemene adviezen
Dé Mineralencheck meet via tankmelk wat uw koeien opnemen aan mineralen uit
het voer. U krijgt inzicht in de jodium-, selenium-, zink- en kopervoorziening bij uw
melkgevende koeien. Deelnemers aan de Mineralencheck kunnen ervoor kiezen de
tankmelk twee, vier of zes keer per jaar te laten onderzoeken. Houd bij de uitslag
rekening met de volgende algemene adviezen:
• Laat bij afwijkingen (tekort en mogelijke overmaat) ook de voorziening bij het
jongvee en de droogstaande koeien beoordelen.
• Bij afwijkende waarden voor selenium, jodium, koper en/of zink zijn onder
Nederlandse omstandigheden regelmatig ook andere spoorelementen (onder
andere kobalt) afwijkend. Het advies is om hier rekening mee te houden op het
moment dat er bijgestuurd wordt.
• Inzicht in de mineralen- en vitaminevoorziening bij melkvee begint bij een goede
rantsoenberekening.
• Aanvullend onderzoek kan worden uitgevoerd bij het oudere jongvee, droogstaande- en lacterende koeien. Het advies is om in dat geval 5 dieren per groep te
bemonsteren. Overleg verder met uw voeradviseur en/of dierenarts.
GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04
www.gddiergezondheid.nl/fit, [email protected]
GDOV0410/04-15
Kijk voor meer informatie op www.mineralencheck.nl.
Download