Risico`s en specifieke aard van de

advertisement
Risico’s en specifieke aard
van de beleggingsinstrumenten
Editie september 2004
Middels dit document wordt u, conform de MIFID richtlijn, algemene informatie meegegeven betreffende de eigenheden van de voornaamste
financiële instrumenten en de risico's die hen kenmerkt. Een didactische beschrijving van de beleggingsinstrumenten kan u ook terugvinden op de
site : http://mijngeldenik.be/nl/beleggen. Deze site wordt beheerd door Febelfin, de overkoepelende vereniging van de belgische financiële sector
http://mijngeldenik.be/nl/beleggen.
1. Vastrentende beleggingen
1.3. Converteerbare obligaties
1.1. Monetaire beleggingen
Omschrijving:
Een converteerbare obligatie is een obligatie die onder bepaalde
voorwaarden en voor een bepaalde periode, de conversieperiode, kan worden geconverteerd in aandelen onder overeengekomen voorwaarden.
De faciale rentevoet van een converteerbare obligatie is lager
dan die van een klassieke obligatie uitgegeven door dezelfde
schuldenaar.
Omschrijving:
Het betreft beleggingen in EURO of in deviezen die een op voorhand vastgelegde interest oplevert, voor een duur die kan variëren van 48 uur tot 12 maanden. Deze beleggingen worden
door CapitalatWork geplaatst bij diverse financiële instellingen
die zelf deze middelen bij andere Luxemburgse of buitenlandse
instellingen kunnen herbeleggen.
Risico’s:
* Wisselrisico:
De evolutie van de valuta en bijgevolg het valutarisico beïnvloeden de return van dit type van beleggingen.
* Het risico van faillissement van de financiële instelling.
1.2. Obligaties
Omschrijving:
Een obligatie is een schuldvordering die aan zijn houder een
interest opbrengt, meestal vast, met een regelmatige frequentie, en die recht geeft bij de vervaldag op de terugbetaling van
het kapitaal conform de voorwaarden bepaald op het moment
van de uitgifte. De kwaliteit van de schuldenaar, de looptijd en
de munt waarin een obligatie is genoteerd, zijn de bepalende
elementen voor de keuze van de obligatie. Gespecialiseerde ondernemingen geven aan de obligaties een quotering afhankelijk
van de kwaliteit van de schuldenaars.
Risico’s:
* het risico van niet-betaling van de interesten en/of niet-terugbetaling van het belegde kapitaal.
De kwaliteit van de schuldenaar evenals de verleende waarborgen zijn bepalend voor de beoordeling van dit soort risico.
* het risico van de interestvoet:
De evolutie van de interestvoeten heeft een min of meer belangrijke impact op de koers van de obligatie naargelang de
looptijd van de lening. Elke daling van de interestvoeten zal
een verhoging van de koers tot gevolg hebben en vice versa.
* het valutarisico: cfr. Supra
Risico’s:
* Bovenop de risico’s eigen aan een gewone obligatie bestaat
hier het risico van het onderliggend aandeel waarin de obligatie kan worden geconverteerd.
In geval van niet-conversie vóór de vervaldag zal de obligatie
terugbetaald kunnen worden tegen de prijs voorzien in de
prospectus van uitgifte. De investeerder zal dan een lagere
interest hebben ontvangen dan deze die hij zou ontvangen
hebben bij een klassieke obligatie.
2. Niet-vastrentende beleggingen
2.1. Aandelen
Omschrijving:
Een aandeel is een titel van mede-eigendom die recht geeft op
een deelname in de resultaten van de vennootschap en meestal recht geeft op stemrecht bij de Algemene Vergadering van
de aandeelhouders. Teneinde de aandeelhouders te vergoeden,
kan de vennootschap een deel van haar winsten uitkeren in de
vorm van dividenden. De niet-uitgekeerde winsten dienen ter
financiering van de noodzakelijke investeringen voor de ontwikkeling van de onderneming.
Risico’s:
* risico van de koersvolatiliteit
De koers van de aandelen kan belangrijke schommelingen
vertonen naargelang de resultaten van de vennootschap en
naargelang de koersschommelingen op de beursmarkten.
* risico van niet-betaling van een dividend
De vennootschap kan een moeilijke periode doormaken.
* risico van een faillissement van de vennootschap
Ondernemingsnummer 0441.148.080
-1-
In dat geval kunnen de aandeelhouders de totaliteit van hun
investering verliezen. Zij zijn immers bij de laatste schuldeisers van de vennootschap die een deelname kunnen krijgen
in de uitkering van het eventuele saldo bij vereffening.
* wisselkoersrisico: cfr. Supra
2.2. Instellingen voor collectieve beleggingen
Omschrijving:
Het betreft hier de collectieve beleggingsmiddelen, meestal samengesteld uit aandelen en/of obligaties en/of andere financiële instrumenten. Ze worden beheerd door gespecialiseerde
instellingen.
Risico’s:
Theoretisch zijn de risico’s dezelfde als deze omschreven onder de paragrafen Obligaties, Aandelen en andere Financiële
Producten. Toch verzacht de grote diversificatie van de beleggingen in de verschillende instrumenten de risico’s. Dit type van
belegging gaat bijgevolg gepaard met minder risico dan bij een
directe aankoop van effecten.
2.3. Andere financiële instrumenten
WARRANTS:
De houder van een warrant heeft het recht een bepaald aantal
nieuwe aandelen van een bepaalde vennootschap tegen een op
voorhand vastgestelde prijs vóór een vastgestelde vervaldatum
te kopen.
Risico’s:
De warrant kan perfect vergeleken worden met een optie en dat
geldt bijgevolg ook voor het risico dat de houder van een warrant loopt met dien verstande dat het risico van verlies steeds
wordt beperkt tot het geïnvesteerde kapitaal. De periode waarbinnen de warrant kan worden uitgeoefend is echter langer en
het is onmogelijk een warrant te verkopen die men niet in zijn
bezit heeft, in tegenstelling tot de zogenaamde speculatieve
verrichtingen in opties (zie verder).
OPTIES:
Omschrijving:
Een optie is een recht dat aan zijn houder de mogelijkheid geeft
de onderliggende activa (meestal aandelen, deviezen, indices)
aan een vooraf bepaalde prijs gedurende een bepaalde periode
te kopen of te verkopen. Een “call”-optie is een recht om te kopen. Een “put”-optie is een recht om te verkopen. Een gedekte
optie is een optie waarvoor men het onderliggend actief bezit
kan verkrijgen. Een ongedekte optie is een speculatieve positie.
Risico’s:
In het kader van een klassiek of defensief beheer, beperkt het
verlies zich tot de prijs betaald voor de optie of het aan- of ver-
kopen van de onderliggende activa. Indien het een speculatieve
positie is (verkoop van een “call” zonder in het bezit te zijn van
het onderliggende actief en/of verkoop van een “put” zonder
de bedoeling te hebben onderliggende activa te verkrijgen) is
het verlies gelijk aan het verschil tussen de prijs die men moet
betalen om de onderliggende activa te kopen en de prijs voor
het uitoefenen van de optie, verminderd met de prijs verkregen
door de verkoop van de optie.
FUTURES:
WAARSCHUWING:
Gebruikt om te diversifiëren zijn “futures” zeer geschikte instrumenten om zich te beschermen tegen de risico’s van een
portefeuille traditioneel belegd in aandelen, obligaties en liquiditeiten. Gebruikt voor speculatieve doeleinden kunnen zij zeer
gevaarlijk zijn en kunnen de verliezen het geïnvesteerde bedrag
overstijgen.
Omschrijving:
“Futures” zijn contracten waarbij een natuurlijke persoon of een
rechtspersoon zich verbindt tot het leveren/ontvangen van de
onderliggende waarde op de vervaldag van het contract. Een
futures-contract houdt de contractuele verplichting in van een
financiële afwikkeling door de verkoop, de terugkoop van het
contract of de fysieke levering/ontvangst van het goed dat het
voorwerp uitmaakt van het contract tegen betaling. De futures-contracten hebben meestal betrekking op valuta, interestvoeten, marktindexen, edele metalen, petroleum, voedingsmiddelen, grondstoffen in het algemeen, enz.
Risico’s:
* belangrijk volatiliteitsrisico:
Een belegging in “futures” is speculatief en het risico dat men
loopt evenals de return die men ervan verwacht zijn hoger
dan deze van aandelen en obligaties.
* risico van verlies in kapitaal dat belangrijker is dan de initiële
investering:
Een lichte wijziging van de onderliggende activa kan onmiddellijk leiden tot een substantieel verlies dat aanleiding geeft
tot een “margin call” (verzoek om storting van extra zekerheden) voor een bedrag dat het initieel geïnvesteerd kapitaal
overstijgt.
2.4. Alternatieve beleggingsproducten
Alternatieve beleggingsproducten zijn investeringsinstrumenten die het voordeel bieden laag gecorreleerd te zijn met traditionele beleggingen zoals liquide middelen, obligaties en aandelen en die bovendien unieke eigenschappen hebben op het
vlak van risico/rendement. De hierna gehanteerde terminologie
is dikwijls Angelsaksisch omdat er geen algemeen gehanteerde
equivalenten bestaan in het Nederlands.
-2-
Binnen de alternatieve beleggingen onderscheiden wij vier
hoofdgroepen: gestructureerde producten, private equity, real
estate (vastgoed) en hedgefunds. Het zijn vaak minder transparante en meer gesofisticeerde instrumenten die ook minder
liquide zijn dan de instrumenten op de traditionele markten. Ter
volledigheid vermelden wij ook goud en grondstoffen als alternatieve beleggingsvormen.
Risico’s:
Hoewel de beleggingen in private equity hoge rendementen
kunnen opleveren, houden ze ook grote risico’s in. Gelet op de
hoge risico’s en op de geringe liquiditeit raden wij aan, beleggingen in private equity alleen op te nemen in de portefeuilles
van ervaren beleggers en slechts voor een gering percentage
van het vermogen.
2.4.1. Gestructureerde producten
2.4.3. Onroerend goed
Omschrijving:
Een gestructureerd product is een combinatie van verschillende
financiële instrumenten die tot doel heeft een bijzondere verhouding tussen risico en rendement voort te brengen. Die combinatie is samengesteld ofwel uit traditionele financiële activa
zoals aandelen, obligaties en/of valuta. Men spreekt dan van
een gestructureerd product met een eenvoudig en symmetrisch
rendementsprofiel. Een gestructureerd product kan echter ook
een combinatie zijn van conventionele financiële activa en derivaten (vb.: opties). In dat geval is het rendementsprofiel asymmetrisch.
Bij de beleggingen in onroerend goed onderscheiden wij vier
hoofdgroepen:
• Private equity: aandeelhouder van niet-beursgenoteerde
immobiliën-vennootschappen.
• Public equity (openbare emissies): vb. REIT (Real Estate
Investment Trusts) en vastgoedcertificaten maar ook beleggingsfondsen, beveks, bevaks of aandelen van vastgoedondernemingen.
• Private debt: houder van niet-beursgenoteerde schuldbewijzen m.b.t. vastgoedactiva.
• Public debt: vb. deelnamecertificaten, MBS (mortgage
backed securities), CMBS, etc.
Een ander gemeenschappelijk kenmerk van alle gestructureerde producten is dat zij op de financiële markten worden uitgegeven en er als effect worden verhandeld.
De fondsen met kapitaalgarantie zijn voorbeelden van gestructureerde producten die door de meeste beleggers gekend zijn.
Deze fondsen, die een bescherming van het kapitaal bieden,
waarborgen ten minste de terugbetaling op de vervaldag van
het initieel geïnvesteerde kapitaal (na aftrek van de kosten).
Het rendement op de vervaldag van het fonds is afhankelijk
van de evolutie van een marktindex of van een aandelenkorf.
De kapitaalbescherming geldt alleen op de eindvervaldag en
wordt verzekerd door de opname in het fonds van derivaten
zoals opties. De clickfondsen zijn een ander voorbeeld van gestructureerde producten; om het risico te beperken in geval van
koersdaling van onderliggende, worden deze fondsen voorzien
van clicks: dankzij deze clicks kunnen de winsten die op bepaalde niveaus of op bepaalde vooraf vastgestelde data worden
bereikt veilig worden gesteld.
Risico’s:
Van gering (kapitaalgarantie) tot groot (“leveraged notes” of
uitgifte met hefboomeffect). Desgevallend de geringe liquiditeit.
2.4.2. Private equity
Omschrijving:
Kenmerken van private equity zijn de beleggingshorizon op lange termijn, de aanvankelijke verliesperiode, de beperkte liquiditeit, de ondernemerszin van de belegger en het selectievermogen van de beheerders van private equity. Toch worden die
eigenschappen enigszins afgevlakt in de op maat samengestelde private equity producten.
2.4.3.1. Private equity real estate
Omschrijving:
Aandeel in een niet-beursgenoteerde onderneming dat onroerend goed koopt, ontwikkelt, beheert en verkoopt.
Risico:
Van matig tot hoog.
2.4.3.2. Public equity real estate (ook wel indirecte
vastgoedbeleggingen genoemd)
Het gaat hier om aandelen in een beursgenoteerd bedrijf dat
vastgoed koopt, ontwikkelt, beheert en verkoopt. Hieronder
vallen eveneens indirecte beleggingen via beleggingsfondsen of
beveks, via vastgoedcertificaten en vastgoedbevaks.
Vastgoedcertificaten
Omschrijving:
Het betreft de financiering van de aankoop van een bestaand
gebouw of van een bouwproject waarbij een vennootschap een
beroep doet op de spaarders. In ruil voor hun kapitaalinbreng
ontvangen zij een vastgoedcertificaat. Na een bepaalde periode
(vaak 15 of 20 jaar) wordt het gebouw verkocht (met winst of
verlies) en wordt de opbrengst van de verkoop verdeeld over
de houders van certificaten. Een vastgoedcertificaat is dus een
waardepapier dat de houder een vorderingsrecht geeft op de
inkomsten van de belegging in vastgoed (kantoren, winkelruimte, enz.).
Ondernemingsnummer 0441.148.080
-3-
De certificaathouder is de economische - niet de juridische mede-eigenaar van het onroerend goed; hij geniet jaarlijks de
verschillende opbrengsten van zijn belegging: nl. de coupons,
die doorgaans de netto huurinkomsten (verminderd met de beheerkosten) en een deel van de terugbetaling van het geïnvesteerde kapitaal omvatten. Op de vervaldag geniet de certificaathouder het terugbetalingssaldo en de eventuele meerwaarde
die volgt uit de verkoop van het goed (gebouw en terrein). Heel
wat bestaande vastgoedcertificaten hebben slechts betrekking
op één gebouw.
2.4.3.3. Private debt real estate
Elk certificaat is specifiek, met een eigen financieringsplan.
Ondanks de vele bestaande formules kunnen de vastgoedcertificaten in twee grote categorieën worden onderverdeeld:
2.4.3.4. Public debt real estate
• huurcertificaten die betrekking hebben op onroerende
goederen die verhuurd worden op basis van een gewone
handelshuurovereenkomst (3 – 6 – 9 jaar); in dat laatste geval bestaat het risico van huurleegstand, er bestaan
dan wel mogelijkheden tot verhoging van de basishuur die
wordt onderhandeld met de nieuwe huurders.
• leasing-certificaten die betrekking hebben op onroerende goederen die worden verhuurd via een niet-opzegbaar huurcontract van lange duur (minimum 27 jaar) met
koopoptie voor de huurder.
Risico’s:
Van matig tot hoog. Beperkte liquiditeit.
REIT (Real Estate Investment Trust)
Omschrijving:
Op internationaal niveau REIT genoemd. Dit is een onderneming
die vastgoed koopt, ontwikkelt, beheert en verkoopt. Via een
REIT kunnen cliënten beleggen in een professioneel beheerde
vastgoedportefeuille. De REIT’s hebben het statuut van doorzichtige entiteiten (pass-through entities), m.a.w voorzover aan
een aantal voorwaarden wordt voldaan, mogen zij het grootste
deel van hun inkomsten aan de beleggers uitkeren zonder dat
deze inkomsten aan een vennootschapsbelasting onderworpen worden. Gelet op deze transparantie beperken REIT’s zich
meestal tot het genereren van huurinkomsten. REIT’s genieten
bovendien een goede liquiditeit in tegenstelling tot traditionele vastgoedeigendommen, die moeilijk in liquiditeiten om te
zetten zijn. De reden hiervoor is dat de aandelen die de REIT
vertegenwoordigen hoofdzakelijk verhandeld worden op grote
beurzen (en niet op privémarkten).
Risico:
Van matig tot hoog.
Omschrijving:
Bij deze vastgoedbeleggingen gaat het om niet-geëffectiseerde/
niet-beursgenoteerde leningen of commerciële hypotheken die
worden bewaard ofwel als individuele activa ofwel in (gemengde) fondsen.
Risico:
Van matig tot hoog.
Omschrijving:
Vastrentende waarden die gewaarborgd zijn door een geheel
van hypotheken op residentiële of commerciële onroerende
goederen. Het zijn de zogenaamde “geëffectiseerde kredieten”
of ABS (Asset backed securities) waarbij het hoofddoel is de
splitsing tussen het kredietrisico van onderliggende kredieten
en/of verbintenissen en het kredietrisico van de financiële instelling die de opening van deze kredieten of verbintenissen
heeft ondertekend.
Meerdere vormen van geëffectiseerde kredieten worden op
de markt (public debt) gebracht zoals MBS (Mortgage Backed
Securities), RMBS (Residential Mortgage Backed Securities) of
CMBS (Commercial Mortgage Backed Securities) waarbij het
onderliggende commercieel vastgoed ook meteen opbrengsten
genereert. Daarnaast zijn er ook andere schuldvorderingen die
worden geëffectiseerd: CDO’s, CBO’s of CLO’s (respectievelijk
collaterised “debt”, “bond” of “loan” obligations).
Risico’s:
Van laag tot matig.
2.4.4. Hedge funds
Omschrijving:
Er bestaat geen exacte omschrijving van een hedge fund. Het
werkwoord “to hedge” betekent ‘indekken’, ‘de risico’s spreiden’. In het algemeen probeert een hedge fund zich te onttrekken aan de algemene markttendens door actief zowel posities
à la hausse in te nemen als posities à la baisse. (Een positie à
la hausse innemen betekent dat men een beleggingsinstrument
aankoopt in het vooruitzicht van een koersstijging, terwijl een
positie à la baisse innemen, betekent dat men anticipeert op
een koersdaling; de belegger leent het instrument dat het voorwerp uitmaakt van de verrichting bij een derde, verkoopt het
vervolgens aan de koers van het ogenblik, en koopt het terug
als de koers is gedaald en geeft het tenslotte terug aan de partij
bij wie hij het heeft ontleend.)
De resultaten van de hedge funds worden niet gemeten aan de
hand van een benchmark. Hun doel is een positief rendement
te behalen, ongeacht de marktevolutie. Een hedge fund beoogt
-4-
het behalen van een resultaat in absolute waarde en niet in relatieve waarde (d.w.z. vergeleken met een marktindex zoals de
S&P 500 of de BEL20).
Hedge funds worden door de keuze van hun domiciliatie over
het algemeen aan minder strikte regels onderworpen dan ‘gewone’ fondsen en hebben een grotere beleggingsvrijheid. Zij
kunnen beleggen in verschillende soorten waarden (inclusief
derivaten) en doen regelmatig beroep op leningen om “als-interessant-beoordeelde-beleggingen” te financieren.
Hedge funds passen niet allemaal dezelfde strategie of benadering toe. Bepaalde strategieën hebben een risicoprofiel dat
vergelijkbaar is met dat van obligaties, terwijl het risicoprofiel
van andere strategieën juist meer aanleunt bij dat van aandelen. Bijgevolg vertonen de strategieën waarbij men zich baseert op “Relative Value” doorgaans een laag risico, de “Event
Driven” strategieën (gevolgd op basis van gebeurtenissen) een
gematigd risicoprofiel en de “Directional Strategies” een hoog
risicoprofiel.
In het algemeen wordt aanvaard dat de meeste strategieën in
vergelijking met traditionele beleggingscategorieën een aantrekkelijke risico-rendementsverhouding bieden.
Bovendien bestaat er vaak een zwakke correlatie tussen de
hedge funds en de traditionele aandelen- en obligatiemarkten.
Wanneer de koersen dalen, gaat het rendement van hedge
funds meestal minder vlug achteruit dan het rendement van de
markt. Hedge funds kunnen dus een bescherming bieden in een
dalende markt.
Een ‘fonds van hedge funds’ is een fonds dat in andere
liggende hedge funds belegt. Deze structuur heeft als
voegde waarde dat een diversificatie op het niveau van
heerders kan worden doorgevoerd en een diversificatie
niveau van de beheerswijzen kan worden bekomen.
ondertoegede beop het
legger moet zich in dat geval tot een secundaire markt wenden
om zijn rechten op winstdeelneming te verkopen.
Het valutarisico is onbestaande voor beleggingen die door het
fonds in euro uitgevoerd en uitgedrukt worden. Het risico kan
aanzienlijk zijn voor beleggingen die in andere valuta uitgevoerd worden.
Het volatiliteitsrisico is aanwezig. De koersvolatiliteit kan immers leiden tot een vermindering van de waarde van het recht
op winstdeelneming. De volatiliteit is afhankelijk van de gevolgde strategie. Algemeen kan men stellen dat de meeste
strategieën aantrekkelijke risico/rendementsprofielen bieden.
Meestal bestaat er slechts een zwakke correlatie tussen de
hedge funds en de traditionele aandelen- en obligatiemarkten.
Tenslotte proberen de beheerders van hedge funds de risico’s
van een koersdaling in de mate van het mogelijke in te dekken.
Het risico dat er geen inkomsten zullen zijn, bestaat. Indien het
fonds een uitkeringsbeleid voert, zal het dividend afhangen van
het resultaat.
Een andere risicofactor is de geringe of onbestaande transparantie wat betreft het beleggingsbeleid.
2.4.5. Grondstoffen
Een belegging die voornamelijk gebeurt via futures en termijncontracten op grondstoffen, zoals granen, edele metalen, olie,
gas, katoen, koffie enz. Beleggers of speculanten gebruiken
deze verrichtingen om voordeel te halen uit prijsschommelingen op de markten waar deze goederen worden verhandeld.
Risico’s:
Van matig tot hoog, afhankelijk van het soort grondstof.
2.4.6. GOUD
Risico’s:
Het insolvabiliteitsrisico van de schuldenaar bestaat, gelet op de
ruime waaier van beleggingsinstrumenten die gebruikt kunnen
worden, op het beroep op leningen en op minder strakke regels
toegepast door de externe controleautoriteiten.
Het liquiditeitsrisico kan aanzienlijk zijn. De termijn tussen het
ogenblik van de verkoop van de verworven rechten op winstdeelneming en de creditering van de rekening met de opbrengst
van de verkoop, kan variëren van enkele weken tot verschillende maanden, al naargelang het geselecteerde product. In dat
opzicht moet een onderscheid gemaakt worden tussen fondsen
met variabel kapitaal en fondsen met vast kapitaal.
De fondsen met variabel kapitaal kopen de rechten op winstdeelneming tegen de inventariswaarde. Bij fondsen met vast
kapitaal komt de emittent niet tussen in de terugkoop; de be-
Omschrijving:
Sinds lang wordt goud beschouwd als een toevluchtswaarde in
geval van uitzonderlijke omstandigheden (oorlog of politieke
instabiliteit) en als een bescherming tegen muntontwaarding.
Daarom is goud het meest gebruikte edelmetaal voor investeringsdoeleinden. Al heeft het goud dan zijn monetaire betekenis
verloren sedert de Verenigde Staten van Amerika in 1971 hebben afgekondigd dat de US dollar niet langer tegen goud kon
worden ingewisseld, toch leggen de centrale banken van alle
landen nog altijd belangrijke goudreserves aan.
In geval van ernstige moeilijkheden kan een land steeds een
beroep doen op zijn goudvoorraden als waarborg voor buitenlandse leningen.
Het kan een goede beslissing zijn goud op te nemen in de portefeuille als bijkomende risicospreiding gezien de belangrijke
-5-
negatieve correlatie met de aandelen. Doch goud is geen risicoloze belegging. Integendeel, door haar geringe omvang is de
goudmarkt bijvoorbeeld vlug verstoord door een centrale bank
die een groot deel van haar voorraad verkoopt, door verkopen
op termijn door de mijnvennootschappen of door het ontdekken
van een nieuwe goudmijn.
Beleggen in goud kan op vier verschillende manieren:
• materiële aankoop van een goudstaaf (doorgaans van een
kilo maar ook van kleinere gewichten) of van goudstukken
(Krugerrand, Napoleon,.....); De aankoop van fysiek goud
heeft belangrijke nadelen: hoewel het al gauw een aanzienlijke investering is, brengt goud geen dividend noch
rente op.
• opening van een rekening in goud met dezelfde werking
als een zichtrekening: na elke aankoop of verkoop van
goud ontvangt de belegger een rekeninguittreksel met
een beschrijving van de transactie en een opgave van de
hoeveelheid goud op de rekening. Voordelen ten opzichte
van het materiële bezit van goud: meer soepelheid (keuze
van een geschikt bedrag aan goud, snelle transacties), lagere kosten (geen bewaringsrechten) en mogelijkheid om
later toch nog een materiële levering te bekomen.
• de aankoop van aandelen van goudmijnen (of fondsen die
in goudmijnen beleggen). Het grootste voordeel van een
aandeel in een goudmijn is de uitkering van een dividend
en hun meestal anti-cyclisch gedrag: hun koers vertoont
de neiging te stijgen op het einde van een hoogconjunctuur, wanneer de aandelenkoersen beginnen te dalen ten
gevolge van een hogere inflatie, en vice versa op het einde van een periode van laagconjunctuur. Nadeel is wel dat
niet alleen de goudprijs een rol speelt bij de totstandkoming van de prijs.
• op de beurs van Londen bestaat sinds kort de mogelijkheid op een eenvoudige manier (net zoals de aankoop
of verkoop van een aandeel EN met de mogelijkheid een
positie à la baisse in te nemen) en met weinig kosten te
beleggen in goud via trackers (replieken van indexen):
Gold Bullion Securities (waarvan de waarde overeenkomt
met een tiende van een ons (Troy) die de eenheid is die
geldt als internationale norm voor de handel in goud en
die overeenkomt met 31,103 gram goud).
Het risico van interestvoeten die leiden tot een daling van de
koers is reëel. Over het algemeen heeft een stijging van de interestvoeten een negatieve invloed op de goudprijs (aangezien
het nadeel van het fysieke bezit stijgt) en op de koers van de
aandelen in goudmijnen.
Het risico van koersvolatiliteit dat een waardeverlies tot gevolg
heeft, is aanwezig. De goudprijs en de aandelenkoers in goudmijnen zijn uiterst volatiel. Er is dus een aanzienlijk risico dat
men verkoopt met verlies vooral op korte termijn.
Het risico dat men geen inkomsten verwerft, is evident aangezien het fysieke bezit van goud geen enkel inkomen genereert.
Daartegenover geven de aandelen in goudmijnen recht op een
dividend, maar het blijft echter een variabel inkomen dat bepaalde jaren niet kan worden uitgekeerd.
Risico’s:
Het valutarisico is te wijten aan het feit dat de goudprijs op
de internationale markten in US dollar vastgesteld wordt. De
schommelingen van deze munt kunnen bij opwaardering een
daling van de goudprijs compenseren of accentueren bij depreciatie.
Het liquiditeitsrisico is tamelijk gering voor fysiek goud, behalve voor bepaalde specifieke goudstukken. Voor de aandelen
in goudmijnen is het risico afhankelijk van het volume van de
transacties.
-6-
Download