Vakgroep Onderwijskunde Opleidingsonderdeel: Krachtige leeromgevingen Academiejaar: 2019-2020 Examenperiode: januari Verantwoordelijk lesgever: prof. Bram De Wever Ter attentie van: Sylvie Vandaele Deadline indienen: 19 november 2019 om 14.00u 2 exemplaren indienen: Papier (Secretariaat Vakgroep Onderwijskunde, H. Dunantlaan 2, 2de verdieping) Ufora – zonder voorblad Opdracht - Rubric Naam: Brysbaert Voornaam: Miel Studentennummer: 01508290 Studierichting : Educatieve Master Economie Leerplandoel Richting: 2de graad ASO Economie Moderne Talen (2de jaar) Vak: economie Onderwijsnet: katholiek onderwijs Onderwijsvorm: werkcollege Leerplannummer: 2006/050 Leerplandoel: Waarom controleert de overheid ondernemingen? De leerlingen kunnen: • motieven voor het actueel overheidsingrijpen in onvolkomen marktsituaties verklaren (SET 2). • het actueel overheidsingrijpen in onvolkomen marktsituaties beschrijven (SET 2). Opdracht voor leerlingen Deel 1: De klas wordt verdeeld in 5 groepen van 4 leerlingen. De leerlingen in een groep moeten zichzelf elk een rol toekennen. De 4 rollen die in elke groep aanwezig moeten zijn, zijn de volgende: Manager/leider: is verantwoordelijk dat alles vlot verloopt: elke leerling heeft een rol, elke opdracht wordt voltooid en iedereen een bijdrage levert aan de opdracht. Woordvoerder: stelt de slide voor aan de klas. Notulist: maakt de slide en noteert kort de antwoorden op een blad. Evaluator: controleert voortdurend of aan de opgegeven criteria van de opdracht wordt voldaan a.d.h.v. de rubric. Deel 2: Zoek een actueel krantenartikel waarbij de overheid ingrijpt in een onvolkomen marktsituatie. Gebruik een krantenartikel dat maximaal 5 jaar oud is uit De Tijd, De Standaard of De Morgen. 1) Analyseer een artikel en beschrijf hoe er als gevolg van een overtreding van een (groep) onderneming(en) een onvolkomen marktsituatie is ontstaan. Vergelijk de voordelen voor de ene met de nadelen voor de andere, benoem ook de betrokken partijen. Waarom grijpt de overheid hierbij in? 2) Analyseer vervolgens hoe de overheid heeft ingegrepen. Tot slot benoem je ook het overeenkomstige overheidsbeleid van de bevoegde overheidsinstantie. 3) De woordvoerder stelt het artikel kort voor aan de hand van een presentatie, waarbij vervolgens puntje 1 en 2 worden besproken. Er wordt ook gequoteerd op de houding van de woordvoerder. De presentatie duurt maximaal 5 minuten en wordt online ingediend op het einde van de les. Mogelijke oplossing voor deel 2: Krantenartikel: https://www.tijd.be/ondernemen/voeding-drank/AB-InBev-ontspringt-de-dans-inDuits-bierkartel/9451138?ckc=1&ts=1493328440 1) Analyseer een artikel en beschrijf hoe er als gevolg van een overtreding van een (groep) onderneming(en) een onvolkomen marktsituatie is ontstaan. Vergelijk de voordelen voor de ene met de nadelen voor de andere, benoem ook de betrokken partijen. Waarom grijpt de overheid hierbij in? Er is een kartel ontstaan op de biermarkt door prijsafspraken tussen de vijf Duitse bierbrouwers. De bedrijven hadden een te grote macht en waren in staat om op de internationale biermarkt te bepalen tegen welke prijzen het bier werd verkocht. Hierdoor moest de consument een hogere prijs betalen. De overheid moest ingrijpen om de concurrentie tussen de bedrijven terug te herstellen. 2) Analyseer vervolgens hoe de overheid heeft ingegrepen. Tot slot benoem je ook het overeenkomstige overheidsbeleid van de bevoegde overheidsinstantie. De Mededingingsautoriteit geeft, door de melding van de klokkenluider AB Inbev, een boete aan de andere betrokken bedrijven. De overheid probeert de concurrentie tussen de ondernemingen te behouden door actief te controleren of er ondernemingen zijn die kartels of monopolies vormen. De Europese Commissie voert een mededingingsbeleid. 3) De woordvoerder stelt het artikel kort voor aan de hand van een presentatie, waarbij vervolgens puntje 1 en 2 worden besproken. Er wordt ook gequoteerd op de houding van de woordvoerder. De presentatie duurt maximaal 5 minuten en wordt online ingediend op het einde van de les. Taxonomie van Bloom Hoogst bereikte gedragsniveau: Analyseren Eerst en vooral moeten de leerlingen op zoek gaan naar een artikel waarbij er een onvolkomen marktsituatie is ontstaan door de overtreding van een (groep) onderneming(en). Hierbij moeten ze zich focussen op het differentiëren van de artikels, er moet namelijk op een zo efficiënte mogelijk manier worden achterhaald of een artikel handelt over een onvolkomen marktsituatie of niet. Het onderscheiden van de relevante en niet relevante aspecten voor een dergelijke situatie zijn hier van belang. De leerlingen bevinden zich op het gedragsniveau ‘analyseren’. Vervolgens moeten de leerlingen de voor-en nadelen van de betrokken partijen in de onvolkomen marksituatie van het artikel afleiden en vergelijken. Een goede analyse is nodig om op basis van de opgedane kennis en artikel de voordelen voor de initiatief nemende onderneming(en) te kunnen afleiden, waarbij het gedragsniveau ‘begrijpen’ wordt aangesproken. Anderzijds is het nodig om de nadelen als gevolg van de onvolkomen marktsituatie te kunnen uitleggen, waarbij de leerlingen een oorzaak-gevolg model construeren (gedragsniveau = ‘begrijpen’). Verder is het van belang dat de leerlingen kunnen vaststellen hoe de voor -en nadelen samenhangen en de overheid hier kan tussenkomen. Er wordt een duidelijke discrepantie blootgelegd door initieel de voor-en nadelen te bespreken, die de overheid ziet als motief om in te grijpen. In het tweede puntje wordt er gepoogd dat de leerlingen op basis van de opgedane kennis het voorbeeld kunnen classificeren in de geziene soorten overheidsingrijpen. Hierdoor zijn ze in staat om de feitenkennis te kunnen identificeren. Hierbij bevinden de leerlingen zich op het gedragsniveau ‘begrijpen’. Meest voorkomende inhoudsniveau: feitenkennis Er wordt initieel gefocust op de conceptuele kennis aangezien er gezocht moet worden naar de samenhang van de overtreding en overheidsingreep van het krantenartikel met de reeds geziene overtredingen en soorten overheidsingrepen. De overtreding en overheidsingreep moeten worden geclassificeerd om vervolgens de juiste soort te kunnen identificeren. Vervolgens is het van belang dat de feitenkennis omtrent de motieven van overheidsingrepen wordt aangehaald om de overheidsingreep te kunnen verklaren. Tot slot moet de overheidsingreep worden beschreven op basis van de feitenkennis die de leerlingen hebben opgedaan in de theorielessen. Dit handelt over kennis en details zoals het benoemen van bevoegde instantie en de soort overheidsbeleid. Daarbij wordt ook telkens gevraagd om de geschikte terminologie te gebruiken, waarbij de focus opnieuw ligt op feitenkennis. Anderzijds moet er door de evaluator voortdurend worden gereflecteerd op de voortgang van de groepsopdracht met behulp van de rubric. Dit speelt op het metacognitieve niveau. Criteria Praktische zaken (10%) 4 De opdracht voldoet aan 4 van de 4 vereiste eisen. 3 De opdracht voldoet aan 3 van de 4 vereiste eisen. 2 De opdracht voldoet aan 2 van de 4 vereiste eisen. 1 De opdracht voldoet aan 1 van de 4 vereiste eisen. De leerlingen dienen de presentatie online in op het einde van de les. De leerlingen hebben elk één van de vier rollen ingevuld. De leerlingen respecteren de maximale duur van 5 minuten voor de presentatie. De leerlingen vinden een artikel waarbij de overheid ingrijpt in een onvolkomen marktsituatie. De opdracht voldoet aan 4 van de 4 vereiste eisen. De leerlingen dienen de presentatie online in op het einde van de les. De leerlingen hebben elk één van de vier rollen ingevuld. De leerlingen respecteren de maximale duur van 5 minuten voor de presentatie. De leerlingen vinden een artikel waarbij de overheid ingrijpt in een onvolkomen marktsituatie. De opdracht voldoet aan 3 van de 4 vereiste eisen. De opdracht voldoet aan 2 van de 4 vereiste eisen. De leerlingen dienen de presentatie online in op het einde van de les. De leerlingen hebben elk één van de vier rollen ingevuld. De leerlingen respecteren de maximale duur van 5 minuten voor de presentatie. De leerlingen vinden een artikel waarbij de overheid ingrijpt in een onvolkomen marktsituatie. De opdracht voldoet aan 1 van de 4 vereiste eisen. De leerlingen benoemen de overtreding van een (groep) onderneming(en) correct. De leerlingen leiden de voordelen van de overtredende onderneming(en) correct af. Analyse van de overtreding van een (groep) onderneming(en) (40%) De leerlingen benoemen de overtreding van een (groep) onderneming(en) correct. De leerlingen leiden de voordelen van de overtredende onderneming(en) correct af. De leerlingen dienen de presentatie online in op het einde van de les. De leerlingen hebben elk één van de vier rollen ingevuld. De leerlingen respecteren de maximale duur van 5 minuten voor de presentatie. De leerlingen vinden een artikel waarbij de overheid ingrijpt in een onvolkomen marktsituatie. De leerlingen benoemen de overtreding van een (groep) onderneming(en) correct. De leerlingen leiden de voordelen van de overtredende onderneming(en) correct af. De leerlingen benoemen de overtreding van een (groep) onderneming(en) correct. De leerlingen leiden de voordelen van de overtredende onderneming(en) correct af. De leerlingen leiden de nadelen ten gevolge van de overtreding correct af. De leerlingen stellen een verband vast tussen de voor-en nadelen met het motief van de overheid om in te grijpen. De leerlingen leiden de nadelen ten gevolge van de overtreding correct af. De leerlingen stellen een verband vast tussen de voor-en nadelen met het motief van de overheid om in te grijpen. De leerlingen leiden de nadelen ten gevolge van de overtreding correct af. De leerlingen stellen een verband vast tussen de voor-en nadelen met het motief van de overheid om in te grijpen. Analyse van de De analyse van de overheidsingreep overheidsingreep voldoet aan (40%) 4 van de 4 vereisten: De leerlingen interpreteren de overheidsingreep correct. De leerlingen gebruiken de correcte terminologie voor de overheidsingreep. De leerlingen benoemen het correcte overheidsbeleid. De leerlingen benoemen de correcte bevoegde overheidsinstantie. De analyse van overheidsingreep voldoet aan 3 van de 4 vereisten: De leerlingen interpreteren de overheidsingreep correct. De leerlingen gebruiken de correcte terminologie voor de overheidsingreep. De leerlingen benoemen het correcte overheidsbeleid. De leerlingen benoemen de correcte bevoegde overheidsinstantie. De analyse van overheidsingreep voldoet aan 2 van de 4 vereisten: De leerlingen interpreteren de overheidsingreep correct. De leerlingen gebruiken de correcte terminologie voor de overheidsingreep. De leerlingen benoemen het correcte overheidsbeleid. De leerlingen benoemen de correcte bevoegde overheidsinstantie. Presentatie (10%) De presentatie voldoet aan 3 van de 4 vereisten: De woordvoerder stelt het krantenartikel voor. De woordvoerder behandelt puntje 1. De woordvoerder behandelt puntje 2. De presentatie voldoet aan 2 van de 4 vereisten: De woordvoerder stelt het krantenartikel voor. De woordvoerder behandelt puntje 1. De woordvoerder behandelt puntje 2. De presentatie voldoet aan 4 van de 4 vereisten: De woordvoerder stelt het krantenartikel voor. De woordvoerder behandelt puntje 1. De woordvoerder behandelt puntje 2. De leerlingen leiden de nadelen ten gevolge van de overtreding correct af. De leerlingen stellen een verband vast tussen de voor-en nadelen met het motief van de overheid om in te grijpen. De analyse van overheidsingreep voldoet aan 1 van de 4 vereisten: De leerlingen interpreteren de overheidsingreep correct. De leerlingen gebruiken de correcte terminologie voor de overheidsingreep. De leerlingen benoemen het correcte overheidsbeleid. De leerlingen benoemen de correcte bevoegde overheidsinstantie. De presentatie voldoet aan 1 van de 4 vereisten: De woordvoerder stelt het krantenartikel voor. De woordvoerder behandelt puntje 1. De woordvoerder behandelt puntje 2. De woordvoerder heeft een actieve houding tijdens het presenteren. De woordvoerder heeft een actieve houding tijdens het presenteren. De woordvoerder heeft een actieve houding tijdens het presenteren. De woordvoerder heeft een actieve houding tijdens het presenteren.