Uploaded by intiorth

Geschiedenis vwo 3 hoofdstuk 1 2 3 5

advertisement
Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 t/m 3 + 5
H1
Oorlog en crisis
§1
Wat waren de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog?*
1. De moord op Oostenrijk-Hongaarse prins Frans Ferdinand op 28 juni 1914.(kettingreactie)
2. De antigevoelens Frankrijk en Duitsland, ontstonden door de Frans-Duitse oorlog van 1870-1871.
3. Antigevoelens van Engeland voor Duitsland door plannen van Wilhelm II, hij wou meer koloniën.
4. Nationalisme veroorzaakt rivaliteit tussen landen en onrust in landen met meerdere
nationaliteiten als Oostenrijk-Hongarije.
Hoe verliep de oorlog?*

Tweefrontenoorlog: west en oost (Frankrijk en Rusland ).

Vastgelopen in het westen: loopgraven (in België, door de Britten, Fransen en Belgen).

Totale vernietiging met techniek, slachtoffers en shell shock.

1917 keerpunt: Rusland sluit vrede met Duitsland en Amerika bemoeit zich er nu ook mee.
Wat maakte deze oorlog tot een ‘totale oorlog’?*
De oorlog was zo ingrijpend dat niet alleen soldaten maar de gehele samenleven dagelijks de
gevolgen ondervond.
Waarom ontwikkelde de Eerste Wereldoorlog zich tot een loopgravenoorlog?

Duitse opmars liep vast in België en Noord-Frankrijk, miljoenen soldaten kwamen tegenover
elkaar te staan in bijna onbeweeglijke en ondoordringbare linies die bestonden uit loopgraven.
Hoe klopte propaganda het nationalisme op tijdens de Eerste Wereldoorlog?

De politici wilde de hele bevolking winnen voor de oorlog; schuld van de oorlog bij de vijand
neerleggen - tegenstander afschilderen als agressief, onmenselijk en onbetrouwbaar.
Waarom kregen vrouwen door de Eerste Wereldoorlog een betere positie in de maatschappij?

Om frontsoldaten te bewapenen en te verzorgen, moest de vrouw het werk overnemen van
de man die naar het front was.  Betere positie in de maatschappij.
Nationalisme: Een grote voorliefde voor het eigen land en volk (die soms samengaat met een afkeer
van andere landen en volken), of het streven naar een zelfstandige staat.
Eerste Wereldoorlog: Grote oorlog van 1914-1918, die vooral in Europa werd uitgevochten, maar waar
ook soldaten uit Azië en Afrika meevochten.
Centralen: Bondgenootschap gesloten in Centraal-Europa 1879 tussen het Duitse keizerrijk en OostenrijkHongarije; ook Italië hoorde tot 1915 bij de centralen.
Triple Entente: Bondgenootschap van Frankrijk, Rusland en Engeland.
Loopgraven: Linies gevormd door uitgegraven greppels waarin soldaten bescherming zochten tegen
vijandelijk vuur.
Totale oorlog: Een oorlog waarbij niet alleen soldaten, maar de gehele samenleving dagelijks
ingrijpende gevolgen ondervindt.
Imperialisme: Rijk uitbreiden door land te veroveren of koloniën te nemen.
§2
Hoe raakten de VS betrokken bij de Eerste Wereldoorlog?*

Duitsland viel in januari 1917 de VS aan met duikboten, dus de VS sloot zich aan bij de Triple
Entente in april 1917;

‘Zimmermanntelegram’ Duitse regering stuurde het telegram in januari 1917 naar de
Mexicaanse regering om steun te vragen zodat Duitsland de duikboten oorlog kon hervatten, 3
maanden later kwam Wilson met de oorlogsverklaring aan Duitsland.
Waarom keerden de VS in de jaren ’20 van de wereld af?*
De Republikein Harding en de meerderheid van de Amerikanen wilden zich niet meer bemoeien met
het buitenland en wilden op hun eigen land richten. De VS ging een periode in van isolationisme.
Hoe ontwikkelden de VS zich in de jaren ‘20’ tot een welvarend land en welke invloed had dit op de
manier van samenleven?*

De opkomst van een consumptiemaatschappij en een vrijemarkteconomie. De liberale politiek
helpt de economie.


Roaring Twenties: Men kocht van alles van geleend geld. Door de vrijmarkteconomie en een
consumptiemaatschappij werd er goed geld verdiend. Vooral jongeren gingen veel feesten,
alcohol drinken enz. Uiteindelijk ging de economie hierdoor achteruit.
WASP: Zij vonden wat er gebeurde in de stad niet normaal. Ze wilden terug naar de normen en
waarden. Ze vonden dat er een rassenscheiding moest komen.
Hoe speelde nationalisme een rol bij al de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog?

Landen hadden een grote liefde voor hun eigen land en volk  veel antigevoelens voor
andere landen  andere volken werden gezien als een bedreiging.
Hoe speelde veranderende techniek een rol tijdens de Eerste Wereldoorlog?
 Techniek veranderde en dit werd gebruikt om met nieuwe wapens de legers in beweging te
krijgen. Zij wilden het gebied op de vijand veroveren. Leger niet in beweging  loopgraven.
Waarom wilde de VS zich na de Eerste Wereldoorlog zo min mogelijk bemoeien met Europa en hoe
dachten de twee grote politieke partijen hierover?
 De VS wilde weer vrede en verklaarde zich neutraal. Onder leiding van Republikein Harding
kwam de politiek van isolationisme.
 De Republikeinen  sterke overheid in eigen land.
 Democraten  meer vrijheid in eigen land.
Hoe stimuleerden Republikeinse presidenten als Harding, Coolidge en Hoover de vrijemarkteconomie
en welke rol speelde het liberalisme daarin?
 Ze legden goede wegen aan en zorgde voor belastingverlagingen. Het liberalisme speelde
een economische rol, waarbij de overheid zich zo min mogelijk met de economie bemoeide.
Welke gevolgen had de Eerste Wereldoorlog voor de Amerikaanse economie?
1. De VS werd terug gebracht in normaliteit;
2. Er kwam een consumptiemaatschappij;
3. De federale overheid werd min of meer de baas over de hele economie;
4. Er ontstond een vrijemarkteconomie;
5. De industrie en de welvaart groeiden;
6. De manier van samenleven veranderde en er ontstond een vrijere moraal(gewoontes).
Hoe leidde een grenzeloos vertrouwen in de economie tot een consumptiemaatschappij?
 Mensen hadden zo’n erg vertrouwen in de economie dat ze maar gewoon geld leenden en er
niet bij nadachten wat er zou gebeuren als de economie opeens zou instorten.
Federaal bestuur: De gemeenschappelijke regering van een aantal deelstaten, die samen een staat
vormen; bijvoorbeeld het federaal bestuur van de Verenigde Staten.
Democraten: Democratische Partij; is naast de Republikeinse Partij één van de 2 grote Amerikaanse
partijen die strijdt om de meerderheid in het federale Congres in de verenigde Staten en om het recht
om de president te mogen leveren.
Republikeinen: Republikeinse Partij; is naast de Democratische Partij één van de 2 grote Amerikaanse
partijen die strijdt om de meerderheid in het federale Congres in de verenigde Staten en om het recht
om de president te mogen leveren.
Isolationisme: Bewuste politiek waarbij je je zo min mogelijk bemoeid met het buitenland.
Consumptiemaatschappij: Samenleving waarin het consumeren sterk wordt gestimuleerd door bijv.
advertentiecampagnes.
Vrijemarkteconomie: Een economie, waarin de wet van vraag en aanbod bepaalt wat de
consumenten kopen en wat de prijs is van de producten; past bij de economische stroming van het
liberalisme.
§3
Wat waren bedreigingen voor de Amerikaanse economie?*

De boeren in de problemen door dure hypotheken op grond.

Men kocht veel spullen met geleend geld.

Luxe producten alleen verkocht in de VS.

Banken leenden al het geld uit. Geen reserves meer.

Grenzeloos vertrouwen in de groei van de economie.
Hoe droegen deze bedreigingen in 1929 bij tot een grote crisis in de VS?*
 De markt voor luxeproducten werd verzadigd  de verkoop liep terug  vertrouwen daalde;

Aandeelhouders vreesden dat hun aandelen minder waard zouden worden  aandelen
verkopen  koersen daalden  op donderdag 29 oktober meer dan 16 miljoen aandelen
aangeboden. Dit werd Beurskrach genoemd;




Men zat vast aan de schulden van de aandelen die ze niet konden afbetalen;
De banken kregen het geleende geld niet terug;
Fabrikanten verkochten minder producten doordat consumenten geen vertrouwen hadden in
de economie, maar de fabrikanten moesten zelf nog grote investeringen afbetalen;
De fabrikanten gingen over tot massaontslagen;

Dit leidde tot veel werkloosheid.
Hoe kon een crisis in de Verenigde Staten zo’n invloed hebben op de wereldeconomie?*

Amerika had veel geld geleend aan Duitsland voor de wederopbouw en wilde nu haar geld terug.

Duitsland kwam in de problemen ze hadden geld. Zij konden geen producten meer importeren.

Nederland en andere landen konden geen producten kwijt aan Duitsland, waardoor ook hier
werkloosheid kwam.
Kringloop
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Mensen konden hun leningen niet terugbetalen.
Banken kregen hun geld niet terug en gingen failliet.
Mensen waren hun spaargeld kwijt en konden niets meer kopen.
Fabrieken raakten hun spullen niet kwijt en verdienden dus niets.
Arbeiders werden ontslagen omdat fabrieken niets verkochten.
Werkeloosheid
Beurskrach: Een grote en plotselinge daling van de koersen, 29 okt. 1929 op de beurs op Wallstreet.
Economische crisis: Een periode met een veel hoger aanbod dan dat er vraag is met als gevolg
werkeloosheid; consumenten hebben weinig vertrouwen in de economie.
H2
De Tweede Wereldoorlog
§1
Welke problemen speelden in Duitsland na de Eerste Wereldoorlog?*

Politiek: Onrust! Verschillende partijen zien een andere toekomst voor Duitsland. Communisten
en nazi’s willen beide geen democratie. Staatsgreep Hitler 1923.

Economisch: Herstelbetalingen zijn moeilijk op te brengen. Regering steunt stakers na een
conflict over herstelbetalingen en print geld bij. Gevolg: Enorme inflatie en werkloosheid.

Sociaal: Ontevredenheid over Dictaat van Versailles.
Inflatie: economisch
proces waarbij geld
minder waard wordt.
Wat waren de gevolgen van de economische crisis van 1929?*
Ze kregen geen geleend geld meer van de VS, ze wilden zelfs geld terug. Gevolg:
Duitsland betaalt niet  Frankrijk bezet Ruhrgebied  Arbeiders staken  Regering betaalt loon uit met
uitgeprint geld  Inflatie.
Dus Diepe crisis, enorme inflatie en werkloosheid.
Wat waren de belangrijkste ideeën van de nazi’s? *

Democratie is een vergissing.

Duitsland moet sterker en groter worden.

Joden/zigeuners zijn gevaarlijk.

Ariër is het beste volk.
Ariër: Blond, blauwe
ogen, blank, lang,
sterk
Hoe kon Hitler aan de macht komen?

Economisch: Duitsland moest veel herstelbetalingen betalen en veel mensen waren werkloos.
Hitler beloofde werk en dit vond men erg aantrekkelijk om daarvoor te kiezen.

Politiek: Duitse partijen waren niet tevreden met de regering zij wilden 1 leider. Hitler wou
reageren als 1 leider. De communisten werden buitenspel gezet.

Sociaal: Met propaganda heeft Hitler heel veel aandacht en aanhangers gekregen.
Hoe werd in eerste instantie gereageerd op Hitler?
Men was erg enthousiast, omdat Hitler dingen beloofden zoals werk, brood en einde aan het verdrag
van Versailles. De aanhangers van de denkbeelden van Hitler worden Nationaalsocialisten genoemd.
Wat veranderde er in Duitsland na de machtsovername van Hitler?

Onbeperkte macht van Hitler.  Andere partijen werden verboden.  Tegenstanders werden
gearresteerd.  er ontstonden kampen voor politieke tegenstanders.

Geheime politie (Gestapo).  Vrijheid van meningsuiting werd aan banden.  Een totalitaire
staat: de staat beheerst het leven.
Republiek Weimar: In Duitsland in 1919 uitgeroepen republiek, met een democratische grondwet; in
1933 door Hitler beëindigd.
Verdrag van Versailles: Verdrag in 1919 gesloten na de Eerste Wereldoorlog, waarin Duitsland als
hoofdschuldige werd aangewezen en zware strafmaatregelen opgelegd kreeg.
Nationaalsocialisten: Aanhangers van de nationaalsocialistische denkbeelden van Adolf Hitler.
Antisemitisme: Haat tegen Joden.
Propaganda: De opvattingen van een beweging of leider verspreiden via bijvoorbeeld radio, kranten en films.
Totalitaire staat: Een land waarin leven van de inwoners volledig door de staat wordt beheerst en
gecontroleerd.
Communisten: Wilden een revolutie. Door de regering neergeslagen. Men dat streeft naar een land
zonder regering, waarin geen politieke en economische verschillen bestaan, zoals inkomensverschillen.
Conservatieven: Men is tegen verandering, ze verwijzen naar traditie.
§2
Wat waren de motieven achter de veroveringsplannen van Hitler?*
Duitsland zat in een diepe crisis en had weinig macht. Hitler wou meer macht en Duitsland een grote en
sterker.
Hoe was de verhouding tussen de Westerse landen, Duitsland en Rusland eind jaren ’30?*
De verhouding met Duitsland en Rusland was zeer gespannen en ook met de Europese
grootmachten waren de verhoudingen slecht, in beide gevallen door ideologische
verschillen.
Ideeën over de mens,
menselijke relaties en
de inrichting van de
maatschappij.
Welke landen stonden tijdens de oorlog tegenover elkaar?*

Asmogendheden tegen Geallieerden.

Vergaderen veel.
Samenwerking met leger en politiek.
Hoe kwam D-day tot stand?
De Russen vonden dat de het leger aan het westen niet veel deed, dus plande de geallieerden een
nieuwe aanval in het westen.
Waarom waren de Russen kritisch over de belangstelling van D-day na de oorlog?
De Russen vochten hard en hadden veel verliezen aan het oostelijk front. Toch ging veel aandacht uit
naar Amerika. Dit vonden zij niet leuk.
Hoe verliep de strijd en waardoor verloren Duitsland, Italië en Japan de oorlog?

Op D-Day, 6 juni 1944 landden geallieerden troepen op de stranden van het Franse
Normandië. Het lukte de geallieerden om de Duitsers terug te drijven. Aan de Oostkant van
Duitsland waren de Russen al in de hoofdstad Berlijn. Toen het einde in zicht was pleegde Hitler
zelfmoord en Duitsland gaf zich over.

Om Japan te verslaan heeft Amerika 2 atoombommen op Japan gegooid. (Hiroshima en
Nagasaki)
Anschluss: Aansluiting van Oostenrijk bij Duitsland in 1938.
Asmogendheden: Duitsland, Italië en Japan hadden tijdens de Tweede Wereldoorlog een verdrag
waarbij ze afspraken om samen te werken.
Conferentie van München: Bijeenkomst in 1938 waarbij Engeland en Frankrijk toestonden dat Hitler
Sudetenland innam in ruil voor zijn belofte om de vrede te bewaren.
Tweede Wereldoorlog: Oorlog van 1939 tot 1945 tussen de asmogendheden en de geallieerden.
Geallieerden: Bondgenootschap van Engeland, de Sovjet-Unie, de VS en andere landen, dat tijdens de
Tweede Wereldoorlog gericht was tegen de asmogendheden.
D-Day: Geallieerde landing in Normandië op 6 juni 1944, met als doel de Duitsers uit West-Europa te
verdrijven.
§3
Wat waren de Duitse plannen voor Nederland en hoe verliep de Duitse bezetting?*

Hitler dacht dat Nederland snel en makkelijk te veroveren was, maar het Nederlandse leger
bood meer verzet dan Hitler had verwacht. Om het leger tot overgave te dwingen,
bombardeerde de Duitsers Rotterdam.

De Duitsers namen in 1940 het bestuur over. Waar met andere bezette landen werd
samengewerkt met het bestaande bestuur, namen de Duitsers het hier volledig over en
vluchtte koningin Wilhelmina naar EN.

Alleen de Nationaal-socialistische Beweging (NSB) mocht blijven bestaan, onder leiding van
Mussert, opgericht in 1931; werkte nauw samen met de Duitsers.

De samenleving stond in het teken van de Duitse heerschappij: op school Duits onderwijs,
propaganda en dienstplicht waren aan de orde.

Vanaf 1944 werden delen van Nederland bevrijd. Bevrijding was op 5 mei 1945.
Welke motieven hadden Nederlanders om te kiezen voor verzet, aanpassing of samenwerking met de
Duitsers?*

Aanpassing: De overgrote meerderheid paste zich aan vanwege angst.

Samenwerking: Een deel van de bevolking waren een met de plannen van de Nazi’s en werd
NSB’er.

Verzet: Een nog kleiner deel nam actief deel tégen de plannen van de Duitsers en wilden hen
weg hebben. Hielden zich onder andere bezig met sabotage.
Hoe organiseerden de Duitsers de Jodenvervolging en de massamoord?*
In eerste instantie werden Joden geregistreerd en buitengesloten, maar als snel volgde georganiseerd
geweld (voorbeelden Jodenster en Kristallnacht). In het oosten werd Lebensraum gecreëerd door
landen te ‘zuiveren’; hier werden de Eiszatsgruppen ingezet. Dit bleek niet effectief waarna tijdens de
Wannsee-conferentie werd besloten tot het systematisch uitmoorden in vernietigingskampen.
(vanaf 1942)
Waardoor zijn er relatief gezien veel Nederlandse Joden omgebracht?
In veel landen bleef het oude bestuur bestaan onder Duitse toezicht, terwijl Nederland een Duits
bestuur kreeg. De overzichtelijke administratie van het Nederlandse bevolkingsregister was erg nuttig bij
het opsporen van Joden.
Bezetting: De verovering van een ander land en het controleren van et bestuur in dat land.
Nationaal-Socialistische Beweging: Nederlandse politieke beweging onder leiding van Mussert,
opgericht in 1931; werkte nauw samen met Duitse bezetter.
Verzet: Het niet aanvaarden van de bezetting, waarbij actief verzet met aanslagen en hulp aan
onderduikers plaatsvindt of passief verzet, waarbij burgers niet meewerken met de bezetter.
Bevrijding: Het einde van de bezetting; in Nederland was dat 5 mei 1945 toen de Duitse bezetter zich
overgaf.
Vernietigingskampen: Kampen waarin de nazi’s mensen opsloten en vermoordden.
H3
Een communistische grootmacht
§1
Hoe kwamen de revoluties in 1917 tot stand?*
1. 1904, Rusland werd verslagen in oorlog met Japan  Verzet richting tsaar.
2.
Januari 1905, paleiswachten schieten op ongewapende demonstrerende burgers  Bloedige
Zondag.  Golf van stakingen, opstanden en muiterijen.
3.
Tsaar Nicolaas II stond volksvertegenwoordiging/Doema toe.  Tsaar bleef zelf regeren.
4.
De tsaar, nam de leiding over het leger. Dramatische gevolgen.
5.
23 februari 1917, hongeroproer breekt uit in Sint-Petersburg.  Vrouwen staken.
6.
Doema ging verzet steunen nadat legerofficieren weigerden de opstand neer te slaan,
ondanks het bevel van de tsaar.
7.
2 maart 1917, tsaar Nicolaas II doet afstand van de troon. Dit was de Februarirevolutie. 
Voorlopige Regering beloofde grondwet en verkiezingen, oorlog ging door. Bolsjewieken en
Sovjets waren het er niet mee eens.
8.
April 1917, Lenin komt terug uit ballingschap(verbanning). Hij eiste o.a. vredesonderhandeling
met Duitsland, en herverdeling van de grond.
9.
Oktober 1917, de Bolsjewieken namen in de nacht van 25 op 26 oktober de regering
gevangen. Dezelfde nacht zette het Congres van Sovjets de Voorlopige Regering af.
10. Oktoberrevolutie  de Bolsjewieken kregen o.l.v. Lenin de macht.  Eenpartijstaat.
11. Maart 1918, Lenin sloot vrede van Brest-Litovsk met Duitsland.
Wat was het verschil tussen de Februari- en de Oktoberrevolutie?*
In de Februarirevolutie werd de tsaar afgezet en kwam er een Voorlopige regering. In de
Oktoberrevolutie kregen de Bolsjewieken onder leiding van Lenin alle macht in handen door een
staatsgreep.
Welke problemen had Rusland aan het begin van de twintigste eeuw?
1918-1922, Russische burgeroorlog breekt uit. Rode Leger (Bolsjewieken) vocht tegen de ‘Witten’
(legeronderdelen die de tsaar trouw bleven). Witten kregen steun van Westerse landen, die tegen het
communisme waren.
Hoe werd de nieuwe communistische staat georganiseerd?*

1922, Unie van Socialistische Sovjet-Republikeinen (Sovjet-Unie) werd opgericht.

Bolsjewieken hadden macht stevig in handen. Alle landgoederen, fabrieken en buitenlandse
eigendommen kwamen in bezit van de staat.

De communistische partij had alle macht in de nieuwe staat. Rusland was een eenpartijstaat.

De Communistische partij van de SU had een Partijcongres voor partijleden. Dit kwam één keer
per jaar samen.

Partijcongres koos een Centraal Comité, geleid door de Secretaris-Generaal. De eerste SG was
Lenin.

Centraal Comité koos ook dagelijks bestuur; Politbureau, waarin SG van de Communistische
Partij samen zat met minister President en President.

Staat werd bestuurd door Presidium, geleid door President en Raad van Volkscommissarissen
o.l.v. Minister-President. Zij konden deze functies alleen bekleden als ze lid waren van de
Communistische Partij.
Bolsjewieken: Russische socialisten onder de leiding van Lenin; ze geloofden in de ideeën van Karl Marx.
Communisme: Het streven naar een samenleving waarin iedereen gelijk is; in Rusland kwamen na de
revolutie van 1917 de communisten aan de macht.
Sovjet: Plaatselijke raad van arbeiders, boeren en soldaten.
Februarirevolutie: De opstand die op 23 februari 1917 in Sint-Petersburg begon met demonstraties en
stakingen en die ertoe leidde dat de tsaar afstand moest doen van de troon.
Oktoberrevolutie: De machtsovername op 25 oktober 1917 in Rusland door de Bolsjewieken onder de
leiding van Lenin.
Sovjet-Unie: Samenwerking van communistische Sovjetrepublieken, opgericht in 1922 en uit elkaar
gevallen in 1991.
Eenpartijstaat: Een staat waarin maar één partij is toegestaan, die alle macht heeft.
§2
Welke gevolgen hadden communistische veranderingen in de economie voor arbeiders en boeren?*
Bij NEP waren de veranderingen erg positief. Men werkten onder goede werkomstandigheden en
konden een extra zakcentje bij verdienen. Meer productie  Economie vooruit.
Bij het Vijfjarenplan waren de veranderingen niet zo positief. Men werkten onder slechte
werkomstandigheden, werden gedwongen en verdienden heel weinig. Ze hadden veel honger, omdat
ze bijna alles moesten afstaan aan de staat. Er was veel terreur en intimidatie.
Welke specifieke kenmerken had de economische politiek van Stalin?*

Er werd opgesteld wat en hoeveel er geproduceerd moest worden.

Geen concurrentie.

Staat bepaalde de hoogte van de prijzen en lonen.

Ontwikkeling van de zware industrie stond voorop.
Wat werd bedoeld met een wereldrevolutie?*
Idee van Karl Marx die voorspelde dat het kapitalisme zou instorten als alle arbeiders over de hele
wereld zouden samenwerken in een wereldrevolutie.
Hoe verliep de Russische modernisering van het bestuur ….
1.
2.
3.
4.
Tsaar Nicolaas II is aan de macht als tsaar in zijn Keizerrijk.
Rusland loopt economisch achter en de oorlog loopt nóg slechter als de Tsaar zich ermee
bemoeit. Februarirevolutie: Tijdelijke Regering aan de macht.
Tijdelijke regering wil grondwet en verkiezingen, maar ook door met de oorlog. Lenin en zijn
bolsjewieken willen dat niet, Oktoberrevolutie.
Lenin aan de macht: de communistische Sovjetunie is geboren.
en waarin verschilt dit van de westerse landen?
Bijvoorbeeld NL;
In Nederland werd de koning niet afgezet, maar was hij tijdens de hervorming de hoofdpersoon. Hij
voldeed gauw aan de eisen van het volk om zo niet in een bloedige revolutie terecht te komen als in
de rest van Europa. Ook na de revolutie bleef hij deels aan de macht; maar deelde zijn macht dus met
democratische partijen. In Rusland werd de keizer voor altijd afgezet.
In Nederland kwam een grondwet, in Rusland niet
De machthebber in Nederland werd gekozen, in Rusland werd één partij onder Lenin de machthebber.
Zonder verkiezing.
Hoe werd de nieuwe communistische staat georganiseerd?
 1922, Unie van Socialistische Sovjet-Republikeinen (Sovjet-Unie) werd opgericht.
 Bolsjewieken hadden macht stevig in handen. Alle landgoederen, fabrieken en buitenlandse
eigendommen kwamen in bezit van de staat.
 De communistische partij had alle macht in de nieuwe staat. Rusland was een eenpartijstaat.
 De Communistische partij van de SU had een Partijcongres voor partijleden. Dit kwam één keer
per jaar samen.
 Partijcongres koos een Centraal Comité, geleid door de Secretaris-Generaal. De eerste SG was
Lenin.
 Centraal Comité koos ook dagelijks bestuur; Politbureau, waarin SG van de Communistische
Partij samen zat met minister President en President.
 Staat werd bestuurd door Presidium, geleid door President en Raad van Volkscommissarissen
o.l.v. Minister-President. Zij konden deze functies alleen bekleden als ze lid waren van de
Communistische Partij.
Welke economische maatregelen werden er genomen in de Sovjet-Unie?
Alle grond, fabrieken en machines worden eigendom van de staat.
Waarom passen nationalisme en planeconomie bij het communisme?
Door Nationalisme heeft men allemaal dezelfde bezittingen, omdat niemand meer kan verdienen dan
de ander, omdat ze niet meer eigen particuliere bezittingen hebben, dus hebben ze hetzelfde kapitaal,
dus zijn ze gelijk.
Bij planeconomie moeten mensen een bepaalde hoeveelheid producten produceren, dus kunnen ze
nooit iets extra over houden om iets te verkopen waardoor je rijker kan worden en dus minder gelijk kan
zijn.
Wat voor voor- en nadelen heeft het als de overheid zich intensief gaat bemoeien met de economie?
Vijfjarenplan
Voordelen
Nadelen
 Vast loon voor arbeiders
 Lage kwaliteit producten
 Gedwongen arbeid
 Geen last van concurrentie voor fabrieken
 Boeren moesten hun geboortegrond verlaten
 Boeren verloren hun extraatje van Lenins NEP
 Sovjetunie werd een internationaal belangrijk
 Boeren hadden honger, omdat ze vrijwel alles
industrieland. Het land had de enorme
moesten afstaan aan de staat
achterstand ingehaald
 Terreur en intimidatie
NEP
Voordelen
 Boeren hoefden niet alles af te staan aan de
staat
 Boeren konden hun overschotten vrij
verhandelen en dus iets extra’s verdienen
 Weer meer productie, economie vooruit
Nadelen
 Weer kleine onderlinge verschillen: tegen het
idee van gelijkheid
Nationalisatie: Grond, fabrieken en machines, en alle andere particuliere bezittingen, worden
eigendom van de staat.
Planeconomie: Economisch stelsel waarbij de regering bepaalt wat en hoeveel er geproduceerd moet
worden.
Vijfjarenplan: Economisch plannen opgesteld door de regering waarin stond wat en hoeveel er
geproduceerd moest worden in een periode van 5 jaar.
Kolchozen: Gemeenschappelijke boerderijen die door de regering in de Sovjet-Unie werden opgericht
en die moesten produceren volgens vijfjarenplan.
Collectivisatie: Het samenvoegen van zelfstandige boerderijen in de Sovjet-Unie tot grote gezamenlijk
boerderijen.
§3
Hoe ontstonden er onder Stalin een dictatuur?*
Stalin maakte via de planeconomie en de collectivisatie van de landbouw een land van arbeiders. Dit
lukte alleen met veel dwang. Sovjetburgers werden gedwongen om te werken in fabrieken of
kolchozen. De staat bepaalde waar de mensen leefden en werkten. De Sovjet-Unie veranderde in een
totalitaire dictatuur, waarbij de regering het leven van de burgers volledig controleerde en beheerste.
Wat gebeurde er tijdens de Grote Terreur?*
Na de moord van Kirov begon het grote terreur (1934-1938) waarin vele tegenstanders van Stalin
werden opgepakt en berecht. Je kreeg niet altijd de doodstraf je kon ook dwangarbeid of verbanning
op gekregen krijgen. Dwangarbeid gebeurde in een van de vele strafkampen. Tijdens de grote terreur
waren 4 tot 8 miljoen russen omgekomen en niemand durfde meer iets te zeggen over Stalin.
Welke rol speelde de Sovjet-Unie in de Tweede Wereldoorlog?*
In de rest van Europa was de situatie ook onrustig. Hitler was aan de macht gekomen en streefde naar
uitbreiding van het Duitse grondgebied. De Tsjechoslowaakse regering vroeg Stalin om hulp bij de
aanval van Hitler. Hitler sloot een niet-aanvalsverdrag met de Sovjet-Unie in augustus 1939 (het MolotovRibbentroppact). De Sovjet-Unie viel polen aan. Waardoor er in west Europa een grote oorlog uitbrak.
Het duurde niet lang tot Duitsland op 22 juni 1941 de Sovjet-Unie aanviel. De Duitse troepen kwamen
ver maar in februari 1943 won de Sovjet-Unie de slag bij Stalingrad. Dat was de ondergang van Hitler en
de bloeitijd van Stalin omdat hij nog meer werd aanbeden door het verslaan van Hitler.
Totalitaire dictatuur: Een manier van regeren waarbij de staat het leven van de inwoners in een land
volledig beheerst en controleert.
Geheime Politie: Onderdeel van de Geheime Dienst, die tegenstanders opspoorde en uit de weg
ruimde, de communistische Geheime Dienst kreeg de naam Tsjeka.
Grote Terreur: Periode van 1934 tot 1938 waarin Stalin een schrikbewind voerde in de Sovjet-Unie;
miljoenen mensen werden naar strafkampen verbannen of vermoord.
Strafkampen: Kampen in de Sovjet-Unie waar mensen die zich verzetten tegen de communistische
regering dwangarbeid moesten verrichten.
Molotov-Ribbentroppact: Niet-aanvalsverdrag tussen Duitsland en de Sovjet-Unie in 1938, gesloten door
(en genoemd naar) de ministers van Buitenlandse Zaken.
Slag bij Stalingrad: Veldslag tussen de legers van Hitler en het Rode Leger, die na ruim 5 maanden in
februari 1943 door de Sovjet-Unie werd gewonnen; deze veldslag was het keerpunt in de oorlog tegen
Hitler.
H4
De koude Oorlog
§1
Hoe kwamen de bondgenoten uit de WOII zo snel tegenover elkaar te staan?*

De gezamenlijke vijand was uitgeschakeld, dus geen gemeenschappelijk doel meer.

Andere ideologie over wederopbouw van Duitsland en Berlijn.

Nieuwe Amerikaanse president fel tegen communisme, betekent reactie Stalin.

Dreiging vanuit Amerika met kernwapens.
Conferentie van Jalta 1945
De leiders van de 3 grootste landen kwamen bij elkaar in Jalta op de Krim.
Wat te doen met Duitsland?
Roosevelt VS
Stalin
US
Land mag zelf kiezen welke regering, maar wel door democratie
Voorkomen dat de SU weer wordt aangevallen door middel van
bevriende communistische laden.
Geen communisme
Churchill
GB
4 bezettingszones Duitsland
 VS, GB, SU & FA
Berlijn werd de hoofdstad met ook weer 4 bezettingszones
Hoe droegen de Marshallplan en de Trumanleer bij aan blokvorming?
Amerika wilde voorkomen dat het aantal communistische landen zou toenemen, dit noemde men de
Trumanleer. Amerika bedacht het Marshallplan. Dit zorgde ervoor dat West-Europa zich kon
wederopbouwen en het financieel goed had. Hierdoor neigde deze landen niet naar het
communisme.
Wat waren de oorzaken van de welvaartsstijging in West-Europa na de WOII?*

De financiële ondersteuning van de Amerikanen in de vorm van het Marshallplan.

De invoering van de nieuwe Duitse Mark in Duitsland.

De versterkte Europese economische samenwerking in de vorm van de EGKS.
Waarom ontstond er na de WOII Europese samenwerking?
De VS was bang voor uitbreiding van het communisme. De VS drong er op aan om een
bondgenootschap te sluiten (1949). Zo ontstond de NAVO.
Grootmachten: De machtige landen na de Tweede Wereldoorlog: de VS en de SU.
Verenigde Naties: Internationale organisatie, opgericht in 1945, waarin bijna alle landenzijn
vertegenwoordigd; belangrijkste taak is het toezien op vrede en veiligheid in de wereld.
Oostblok: Landen in Oost-Europa met een communistische regering onder leiding van de SU.
Blokvorming: Het ontstaan van groepen landen met hetzelfde economische en politieke systeem.
Trumanleer: Amerikaanse buitenlandse politiek, genoemd naar president Truman; deze politiek wilde
voorkomen dat het aantal communistische landen zou toenemen.
Marshallplan: Financieel en economisch hulpplan van de Amerikanen voor Europa uit 1947, genoemd
naar de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marshall.
Europese samenwerking: West-Europese landen gingen op economisch gebied met elkaar
samenwerken, als eerste op het gebied van kolen en staal; in 191 richtten zes Europese landen daarom
de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) op.
§2
Hoe verliep de Koude Oorlog?* 1945-1990

De Koude oorlog is tussen SU (communisme) en VS (kapitalisme), dat conflict uit zich in
verschillende gebieden:

Europa: verdeling van Berlijn (later met een muur), blokvorming, DDR/ BRD. Continu spanning,
zonder dat één van de twee durft in te grijpen.

Azië: Verdeling, dat mondt in Korea en Vietnam uit in oorlog. Noorden communistisch, zuiden
kapitalistisch. Die oorlogen zijn resultaat van de angst voor de dominotheorie.
Duitsland in 2 staten
BRD = Bondsrepubliek Duitsland (kapitalistisch en democratisch)
DDR = Duitse Democratische Republiek (communisme en planeconomie)
Welke invloed had de Koude Oorlog op het dagelijks leven?*
Berlijnse Muur  mensen niet meer terug naar familie. Vluchten?  neergeschoten. Leven in de DDR
was niet vrij. De communistische partij, de SED, bepaalde het dagelijks leven van de mensen. Stasi hield
iedereen in de gaten. Dit zorgden ervoor dat veel mensen zwegen en niets durfden te ondernemen.
Waarom werd de Berlijnse muur gebouwd?
Toen het Oostelijk deel van Berlijn werd communistisch werd  vanaf jaren vijftig meer Oost-Duitsers
vluchten naar het Westen, waaronder veel jonge mensen met goede opleidingen. De DDR liep leeg 
Oost-Duitse regering sloten de grenzen en bouwde de Berlijnse Muur. 13 augustus 1961
West-Duitsland kon niet ingrijpen. De muur stond in Oost-Duitsland en ze wilden oorlog voorkomen.
Welke rol speelde de Stasi in de DDR?
Zij hielden iedereen in de gaten en zorgden ervoor dat er een uitgebreid systeem ontstond van
verklikkers, hierdoor zwegen mensen en durfden ze niets te ondernemen. Ook werd men gedwongen
om anderen te verklikken.
Korea-oorlog 1950-1953
Na de overwinning van Japan door de VS en SU werd Korea verdeeld in 2 bezettingszones.





Noord: SU & communistisch
Zuid: VS & kapitalistisch
Noord-Korea valt Zuid-Korea aan; er breekt een bloedige oorlog uit.
De Verenigde-Naties sturen troepen om Zuid-Korea te steunen.
Noord-Korea krijgt nieuwe sterke bondgenoot China als communistisch land.
Vietnamoorlog 1965-1974
Na de overwinning van Japan door de VS en SU werd Vietnam verdeeld in 2 bezettingszones.
 Noord: SU & communistisch
 Zuid: VS & kapitalistisch
Er is in Zuid-Vietnam een dictator aan de macht, gesteund door de VS.
 Ze hopen op een heel kapitalistisch land.
Noord- en Zuid-Vietnam komen in opstand om de dictator af te zetten.
Veel kritiek op acties van Amerikanen.  Ze trekken terug.
Vietnam wordt helemaal communistisch.
Koude oorlog: Periode van spanningen (1945-1990) tussen het communistische Oosten onder leiding
van de SU en het Kapitalistische Westen onder leiding van de VS; een echte oorlog tussen de VS en de
SU is er nooit gekomen.
IJzeren gordijn: Grens van prikkeldraad en wachttorens die dwars door Europa liep en van 1945 tot 198
9 het communistisch Oost-Europa scheidde van het kapitalistische West-Europa.
NAVO: Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, opgericht op 4 april 1949; een militair bondgenootschap
tussen de VS, Canada en een aantal Europese landen om een aanval van de SU te voorkomen.
Warschaupact: Militair bondgenootschap tussen de SU en de Oostbloklanden, opgericht in 1955; het
was een tegenhanger van de NAVO.
Bewapeningswedloop: Een soort wedstrijd tussen de grootmachten om zo veel mogelijk wapens te
produceren om elkaar af te schrikken.
Berlijnse muur: Muur tussen Oost- en West-Berlijn; door de Oost-Duitse regering gebouwd op 13 augustus
1961; tot 9 november 1989 waren Oost- en West-Berlijn door deze muur gescheiden.
Dominotheorie: Het idee dat als één land communistisch wordt, de buurlanden ook zullen volgen.
§3
Wat was de betekenis van de Cubacrisis?*
Een confrontatie tussen de SU en de VS in oktober 1962 over de plaatsing van kernwapens op Cuba.
Wat voor impact had de Cubacrisis op het verloop van de Koude Oorlog?
Grootmachten realiseerden een echte aanval vernietiging van de wereld zou betekenen. Zij hebben
gezien wat er gebeurde in Japan en waren nu dichtbij een kernoorlog op enorme schaal. Deze angst
zorgde voor het besef dat dit zo niet langer kon: voor het lot van de wereld moesten ze vrede krijgen.
Op welke manier heeft de Cubacrisis geleid tot ontspanning en ontwapening in de Koude Oorlog?
Toen de SU en VS Cuba met rust liet, werd er een telefoonverbinding om toekomstige crisissituaties te
voorkomen. Ook werd er een begin gemaakt met besprekingen over ontwapening.
Verdrag tussen VS & SU

De SU kon geen wapens betalen, door verzet tegen de planen  wapenwedloop met Amerika
konden ze niet meer volhouden.

Gorbatsjov wilde betere samenwerking in het Westen  VS reageerden positief en wilden een
verdrag over kernwapens  spanningen werden minder.
Hoe kon de Berlijnse Muur vallen en de Duitse eenwording ontstaan?
Oostbloklanden demonstreerden voor democratie  Polen en Hongarije vrije verkiezingen 
Grensversperringen verwijderd  Mensen in de DDR gingen de straat op  Russisch leger greep niet in
 Doorgangen in de Berlijnse muur opengesteld  Muur werd afgebroken
9november 1989 valt Berlijnse Muur  Paar Oostbloklanden gooien communistisch systeem omver. 
Oost-Duitsers naar west-duistland  DDR economisch op instorten  BDR overvloed aan burger 
Duitse eenwording 3 oktober 1990.

Belangrijkste voorwaarden voor de Duitse eenwording waren dat de democratische
verkiezingen in Oost-Duitsland & Duitsland zou lid zou blijven van de NAVO.
Was de Koude Oorlog een echte oorlog?
Er was oorlog in landen zoals Vietnam en Korea, maar er is nooit echt oorlog geweest tussen de SU en
de VS.
Wat waren de oorzaken en gevolgen van de hervorming van Gorbatsjov?
Michael Gorbatsjov kwam aan de macht. Om de crisis aan te pakken had hij 2 hervormingen bedacht:


Perestrojka = Economische hervormingen van het communistische systeem waarbij beperkte
vorm van markteconomie werd toegestaan. De vraag naar en het aanbod van producten
bepaalden voortaan de prijs.
Glasnost = Politieke hervormingen van het communistische systeem waarbij mensen voortaan
vrij hun mening mochten geven. De grondwet werd aangepast en men kreeg meer inspraak in
het bestuur.
Hoe kwam er een einde aan de SU?* 1991
Door Glasnost gebruiken burgers rechten. Rusland krijgt deelrepublieken met parlement en een eigen
president. Gorbatsjov werd afgezet en dit betekende het einde van de SU.
Hoe viel het Oostblok uiteen?*
Door de hervormingen van Gorbatsjov kwam er verandering


Hij zei dat communistische landen zelf verantwoordelijk waren.
Hij trok Sovjettroepen terug uit het Oostblok.




Massale demonstraties voor de democratie.
Eerste vrije verkiezingen voor Polen en Hongarije naar de WOII.
IJzeren Gordijn tussen Hongarije en Oostenrijk weg.
Opstanden in de DDR.
Hoe hebben het einde van de Koude Oorlog en het uiteenvallen van de SU met elkaar te maken?
Door het uiteenvallen van de SU betekende het dat de Koude Oorlog voorbij was.
Cubacrisis: Een confrontatie tussen de SU en de VS in oktober 1962 over de plaatsing van kernwapens
op Cuba; de crisis leidde bijna tot een Derde Wereldoorlog.
Ontwapening: Het verminderen van het aantal (atoom)wapens.
Perestrojka: (Economische) hervormingen van het communistische systeem in de SU onder leiding van
Gorbatsjov.
Glasnost: (Politieke) hervormingen van het communistische systeem in de SU onder leiding van
Gorbatsjov.
Duitse eenwording: De hereniging van Oost- en West-Duitsland tot één land op 3 oktober 1990.
H5
Dekolonisatie
§1
Wat deden de Europese landen in hun koloniën?*

Handelen
sinds 17e eeuw

Verspreiding van de Europese beschaving
sinds 19e eeuw

Verspreiding van meer macht

Winst maken

Nationalisme

Industriële revolutie  grondstoffen en afzetmarkt.

Superioriteitsgevoel van Europeanen. = zich beter voelen dan de anderen
Waardoor werden de mensen in de koloniën ontevreden?*

Door de opleidingen die werden aangeboden maakten inwoners uit koloniën kennis met de
democratie en vroegen zich af waarom zij dit niet hadden.

De blanken leken altijd onoverwinnelijk; tot WO1 en WO2. Europeanen bleken niet zo sterk als
gedacht.

In de achtergrond van de Koude Oorlog vonden beide grootmachten dat een volk recht had
op zelfbeschikking. = het recht om je eigen toekomst als land te bepalen.
Wat was het gevolg van de nationalistische bewegingen?*
De Nationalistische bewegingen die uitgroeiden tot politieke partijen wilden:



Verbetering leefomstandigheden van de bevolking van de kolonie, geen armoede meer.
Meer invloed hebben op het koloniale bestuur.
Op lange termijn/uiteindelijk onafhankelijkheid.
Sommige Nationalistische bewegingen verzetten zich met geweld of geweldloos verzet. Zij werden
daarvoor gestraft.
Door verzet van Indiërs ontstond er in 1919 een bloedbad bij de stad Amritsar. Dit versterkte de positie
van de Indische nationalisten.
Gandhi was de leider van de Indische nationalisten. Vanwege dat bloedbad zorgden hij voor allerlei
acties: het verbranden van stoffen (van kleding), het dragen van geweven kleding als protest.
Gevolgen van imperialisme voor de kolonies:

Aanleg infrastructuur.

Europese handelaren en bedrijven haalden waardevolle producten uit de kolonies.

Producten geëxporteerd naar de kolonies.  kolonies economisch erg afhankelijk van Europa.
Discriminatie: de bewoners van de kolonies werden als minderwaardig behandeld.

De kolonies hadden geen eigen bestuur.

Geen rekening met verschillende volken die samen in een land woonden door de nieuwe
grenzen.
Nadelige gevolgen voor Europese landen:
 Veel spanningen over het bezit van bepaalde kolonies.
 Ze investeerden veel geld in de aanleg van een goede infrastructuur, het opzetten van scholen
en medische zorg. Dat kostte veel geld. Daardoor waren de kolonies niet heel winstgevend.
Discriminatie: Het apart beoordelen van een bepaalde groep of persoon vanwege ras, geloof, uiterlijk
of geslacht.
Nederlands-Indië: Nederlandse kolonie in Zuidoost-Azië. (tegenwoordig Indonesië)
Zelfbeschikking: Het recht van een volk om over de eigen toekomst te beslissen
Nationalistische bewegingen: Groepen mensen die streven naar een eigen natie met een eigen
bestuur.
§2
Hoe verliep de dekolonisatie van Brits-Indië?*
De Engelsen hadden al voor de 2e wereldoorlog de bewoners van de kolonies meer inspraak gegeven.
De kolonies leverden economisch gezien steeds minder op. Maar het verliep allesbehalve soepel…
1. Gandhi en Nehru wilden (de hindoestanen) wilden één verenigd land, India.
2. De Moslims o.l.v. Jinnah, en wilden het gebied opdelen in 2 stukken.
3. De Britten verdelen India : India (hindoeïstisch, Nehru) & Pakistan (Islamitisch, Jinnah).
4. Volksverhuizingen, sommige Hindoestanen woonden nog in het islamitische deel of andersom.
5. Er was nog steeds strijd over bepaalde gebieden tot gevolgen. (Kashmir)
De nieuwe onafhankelijk landen niet helemaal gescheiden van Engeland. Lid van het Britse
Gemenebest. = organisatie waarin Engeland en zijn ex-koloniën op allerlei gebieden samenwerken.
Door het dekoloniseren van veel Britse kolonies, stelde het Britse wereldrijk weinig meer voor.
Op welke manier verloor Nederland en Frankrijk hun koloniën in Azië?*
Nederlands – Indië
17 augustus 1945: Soekarno en Hatta roepen de Republiek Indonesië uit.
De Nederlanders wilden weer terugkomen, maar de Indiërs wilden dit niet. Zij wilden een eigen land.
Nederland nam ze niet serieus.
Juli 1947 en december 1948 : Politionele acties (= Koloniale Oorlogen). Dit werd zo genoemd om het
minder erg te laten lijken voor de buitenwereld.
Nederland won.
De VS dreigde het Marshallplan stop te zetten als Nederland doorging met het geweld in Indië.
Die economische hulp had Nederland erg nodig voor de wederopbouw.
Indonesië werd officieel onafhankelijk op 27 december 1949.
Wat gebeurde er met de koloniën in Afrika?*
Britse koloniën

Eind van de jaren 50. Later dan Indische koloniën, omdat het nationalisme hier minder goed
ontwikkeld was.

Toen de dekolonisatie eenmaal op gang was gekomen, verliep het erg snel.

Met veel geweld: als er veel verschillen volkeren in één kolonie woonden en er veel blanken
aanwezig waren, die niet weg wilden.
Franse koloniën

In 191 begon er een onafhankelijkheidsoorlog/guerrillaoorlog tussen Algerije en Frankrijk.

De Franse president De Gaulle wilde vanaf 1958 een einde maken aan de problemen in
Algerije. Hij maakte langzaam maar zeker Frankrijk klaar voor een onafhankelijk Algerije. In
Frankrijk waren er veel protesten hiertegen. Toch werd Algerije in 1962 onafhankelijk.

Ander Franse koloniën, zoals Marokko en Tunesië, volgde vreedzaam in de onafhankelijkheid.
Dekolonisatie: Het proces van beëindigen van de koloniale overheersing door Europese landen; op
gang gekomen na 1945.
Britse Gemenebest: Organisatie waarin Engeland en zijn ex-koloniën op allerlei gebieden samenwerken.
Republiek Indonesië: OP 17 augustus 1945 uitgeroepen republiek, die na de overdracht in 1949 het
gezag over heel Indonesië kreeg.
Politionele acties: Gewapende acties van het Nederlandsch-(Indische) leger in Nederlands-Indië in juli
1947 en december 1948.
Guerrillaoorlog: Een oorlog tegen de regering of een bezetter waarin ongeregelde troepen burgers
korte en hevige gevechten voeren en daarna snel onderduiken.
Onafhankelijkheidsoorlog: Gewapende strijd in een kolonie met als doel het verkrijgen van
zelfstandigheid.
§3
Wat betekende onafhankelijkheid voor de verschillende bevolkingsgroepen in een land?*
De verschillende bevolkingsgroepen leefden noodgedwongen in vrede. Toen de koloniën onafhankelijk
werden, liepen de spanningen tussen de bevolkingsgroepen snel op. Met het vertrek van de
Europeanen was de controle weg. Overal waren er uitbarstingen van geweld.
Rwanda: Hutu’s en Tutsi moesten samenleven. Tutsi’s kregen de beste baantjes van de Belgen, de
Hutu’s ontevreden. Rwanda in 1962 onafhankelijk. Er brak een burgeroorlog uit  massale volkenmoord.
Indonesië (Nederland): Een groot deel van de Zuid-Molukse bevolking wilde niet bij de Republiek
Indonesië horen. Redenen:

Indonesiërs: moslim

Zuid-Molukkers: christen
De Zuid-Molukkers gevochten aan de kant van Nederland in de onafhankelijkheidsoorlog, Waar de
Indonesische regering niet blij mee was. De Zuid-Molukkers wilden zich afscheiden van Indonesië.
Op 25 april 1950 de onafhankelijke Republiek Maluku Setalan (RMS) uitgeroepen. Maar deze republiek is
in de praktijk nog niet tot stand gekomen, omdat de Indonesische regering zich hier fel tegen verzet.
Veel Molukkers zijn daarom naar Nederland gevlucht.
India en Pakistan (Engeland):
India: woonden vooral Hindoes, nu ook veel moslims.
Pakistan: vooral moslims.
Veel mensen trokken naar het gebied waar hun geloof was. Tussen India en Pakistan ligt Kasjmir (vooral
moslims). Over dit gebied hebben India en Pakistan nog vaak ruzie.
Met welke economische problemen kregen de nieuwe landen te maken?*
De meeste ex-kolonies werden sinds hun onafhankelijkheid beschouwd als ontwikkelingslanden.
In Afrika:

Leeft een groot deel van de bevolking onder de armoedegrens.

Zijn er regelmatig hongersnoden.

Is er weinig uitzicht op een betere toekomst.
Oorzaken armoede die te maken hebben met de koloniale tijd:
In de kolonies waren grote verschillen tussen arm en rijk. De Europese bestuurders maakten die
verschillen vaak groter door een kleine groep mensen te bevoordelen en de macht te geven. Veel van
deze ‘nieuwe’ machthebbers misbruikten hun positie.
Andere oorzaak van armoede is Economische afhankelijkheid: Situatie waarin een land afhankelijk is
van de export van één product of enkele producten naar het voormalige moederland of rijke landen.
Wat waren de politieke problemen?*
De ex-kolonies waren niet in staat om hun land zelf te besturen. Geen ervaring met democratie.
Daardoor ontstonden er veel dictaturen en heeft de bevolking geen inspraak op het bestuur.
In landen waar wel verkiezingen waren, verliepen die meestal niet democratisch en zorgden voor veel
onrust en protesten. Om een einde te maken aan de onrust en het land weer bestuurbaar te maken,
was er een militaire staatsgreep. Er was nog steeds een dictatuur, alleen onder leiding van anderen.
Ook was er vaak corruptie: machthebbers werden omgekocht om als gewone burger toch nog wat
voor elkaar te krijgen.  landen werden onbestuurbaar.
Burgeroorlog: Een gewapend conflict tussen verschillende groepen in één land.
Ontwikkelingslanden: Verzamelnaam voor arme landen
Ontwikkelingshulp: Hulp in de vorm van leningen of schenkingen (geld, goederen of kennis) van een
welvarend land aan een arm, economisch weinig ontwikkeld land.
Staatsgreep: Plotseling en onwettig grijpen van de macht met het doel de bestaande politieke en / of
economische situatie te veranderen.
§5
Wie was Gandhi?
Mahatma Gandhi (1869-1948) was een held, vrijheidsstrijder van India en een voorstander van
geweldloos actievoeren. Hij vocht tegen de Britse onderdrukking van zijn land India, toen nog een
kolonie van Groot-Brittannië. Hij deed dit op een vredelievende manier, en wist India zelfstandigheid te
geven. Hij verenigde Moslims en Hindoes, de twee geloven van zijn land. Een extremistische hindoe (die
streng geloofde) schoot hem in 1948 dood. Daarna splitsen India en Pakistan af als twee zelfstandige
naties. Mahatma Gandhi gebruikte nooit geweld. Hij geloofde dat vrijheid door vrede en liefde kon
worden behaald, met bijvoorbeeld de Zoutmars.
Tijdlijn
1870 – 1871
Frans-Duitse oorlog
1871
Losse Duitse staten vormen samen eenheidsstaat
1879
Bondgenootschap Centralen
Rond 1900
Tijd van imperialisme
1904
Japan versloeg Sovjet-Unie
1905
Bloedige Zondag
1906
Theodore Roosevelt nobelprijs voor vrede
1914
Moord op Frans Ferdinand & WOI begon (1914 - 1918)
Tsaar Nicolaas II aan de macht
1917
VS aangevallen door DU en de VS sluit zich aan bij de Triple entente
Tsaar doet afstand van de troon = Februarirevolutie
Lenin terug van ballingschap Bolsjewieken zet Voorlopige regering af = Oktoberrevolutie
Tsjeka opgericht
1918
SU vrede met DU
Einde WOII
Burgeroorlog SU witte leger en Rode Leger (Bolsjewieken)
Tsaren familie geëxecuteerd
1919
Woodrow Wilson nobelprijs voor vrede
Verdrag van Versailles
Republiek Weimar opgericht
Bloedbad Amritsar
1921
Lenin voert NEP in
1922
Sovjet-Unie wordt opgericht
1923
Inflatie in Duitsland
Mislukte staatsgreep in München door Hitler
1924
Lenin sterft en Stalin neemt de rol van Secretaris-Generaal over
1928
Planeconomie en Vijfjarenplan worden ingevoerd
1929
Staatsgreep Hitler
Crisis in de VS na Beurskrach op 29 oktober
Begin ’30
VS isolationisme
1933
SU begint te industrialiseren
1934
Moord op Kirov en begin van Grote Terreur
1936
Duitsland en Italië sloten een verbond
(1934 – 1938)
(1918 – 1922)
1938
Anschluss
Conferentie München
1939
Molotov-Ribbentroppact
Du valt Polen binnen
begin WOII
SU valt Polen binnen
1940
Bezetting NL
1941
DU valt SU aan
Japan viel Pearl Harbor aan
(1939 – 1945)
VS in oorlog met Japan
1943
SU won de slag bij Stalingrad
1944
D-Day
1945
Eind WOII
Einde bezetting van Nederland
Conferentie Jalta / Potsdam
VN opgericht
Atoombommen op Japan
Koude Oorlog begon
Republiek Indonesië uitgeroepen
1946
IJzeren Gordijn stond
1947
Marshallplan
Politionele acties in Nederlands-Indië
1948
Mark ingevoerd  Stalin sloot alle toegangswegen naar West-Berlijn af  Luchtbrug
Japan opgedeeld
1949
Blokkade opgeheven
BRD en DDR opgericht
NAVO opgericht
Indonesië onafhankelijk
China communistisch
1950
Korea-oorlog begint
1951
EGKS Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal opgericht
1953
Einde Korea-oorlog
1954
Vietnam opgedeeld
Guerrillaoorlog tussen Frankrijk en Algerije
1955
Warschaupact opgericht
1958
Franse president De Gaulle wilde een einde maken aan de problemen in Algerije.
1959
Cuba communistisch o.l.v. Fidel Castro
1961
Bouw Berlijnse muur
1962
Cubacrisis begon
Algerije en Rwanda onafhankelijk
1965 – 1974
Vietnamoorlog
1989
Val Berlijnse Muur
1990
Duitse Eenwording
Einde Koude Oorlog
1991
Einde SU
(1950 - 1953)
(1961 – 1989)
Download