RUIMTEVAART Lancering van een Chinese raket © MADE BY CORNÉ OSKAM GROEP 8A Inhoud: 1. Voorwoord / algemene informatie blz 2 2. Wat is ruimtevaart? blz 3 3. Geschiedenis blz 4 4. Raketten blz 5 / 6 5. Lancering van raketten blz 7 6. ISS blz 8 / 9 7. Hoe word je astronaut? blz 10 / 11 8. Bronvermelding / nawoord blz 12 1 1.Voorwoord / algemene informatie Voorwoord: Ik heb voor dit onderwerp gekozen omdat het mij een leuk en interessant onderwerp lijkt en ik er weinig over weet. Algemene informatie: Dit werkstuk gaat over ruimtevaart. Het begint met, wat is ruimtevaart? Daarna een stukje over de geschiedenis van de ruimtevaart. Dan een hoofdstuk over hoe een raket werkt. Er volgt een hoofdstuk over hoe een lancering van een raket in zijn werk gaat. Daarna een uitgebreid hoofdstuk over het ISS. En tot slot tips hoe je een astronaut kunt worden. 2 2. Wat is ruimtevaart? Met ruimtevaart wordt alles bedoeld dat mensen in de ruimte doen. Mensen die met een ruimtevaartuig de ruimte in gaan heten astronauten of kosmonauten. Vanaf een raketbasis worden raketten de ruimte ingeschoten. Een raketbasis is meestal rond de evenaar. Een raket moet supersnel gaan om van de aarde te vertrekken. Hij kan wel twee tot drie kilometer per seconde. Er zijn bemande en onbemande ruimtevaartuigen. Mensen moeten een astronautenpak aan als ze de ruimte ingaan. Bekende astronauten zijn Wubbo Ockels, André Kuipers en Neil Armstrong. Neil Armstrong was de eerste mens op de maan. Hij maakte met de Saturn Vraket met bovenop de ruimtecapsule Apollo 11, een landing op de maan. 3 3. Geschiedenis In 1606 maakte de Italiaan Galileo een kleine telescoop en keek ermee naar de hemel. Het verbaasde hem hoeveel meter je ermee kon kijken. Hij kon veel meer zien dan ooit iemand voor hem had kunnen zien. In de loop van de tijd bouwden de onderzoekers steeds grotere en betere telescopen waarmee ze steeds verder het heelal in konden kijken. Ze ontdekten steeds meer over het heelal en zo kwamen ze op het idee om mensen de ruimte in te laten gaan voor onderzoeken. De telescoop was het begin van de vele ruimte reizen en onderzoekingen van het heelal. De eerste astronaut was het Russische hondje Laika. Laika ging op 3 november 1957 de ruimte in aan boord van de Spoetnik 2. De mensen stuurden het hondje de ruimte in omdat ze toen nog bang waren om zelf de ruimte in te gaan. De Spoetnik 2 waar het hondje ook in zat bleef 7 dagen in de ruimte, maar de Spoetnik was echter niet voor terugkeer bestemd daarom besloten ze om Laika vergif in te spuiten. Maar vanaf dat moment durfden de mensen ook zelf de ruimte in te gaan want het was allemaal goed gegaan met de spoetnik 2. Vroeger was het groot nieuws als mensen hoorden als er iemand de ruimte inging, maar tegenwoordig is het allemaal al veel gewoner. Er zijn tot nu toe twee Nederlanders de ruimte in geweest en dat zijn: Wubbo Ockels en André Kuipers. 4 4. Raketten Hoe werkt een raket? Een vliegtuig vliegt door de motor. Die motor heeft zuurstof uit de lucht nodig. Een raket vliegt ook wel door de lucht, maar dat is maar een klein poosje. Na ongeveer een minuut, is hij al zo hoog, dat er bijna geen lucht meer is. Een raket moet dus zelf zijn zuurstof meenemen. De verbrandingsmotor van een raket kun je vergelijken met een opgeblazen ballon. De straalpijp aan de onderkant van de raket is dan het tuitje. De raketbrandstof is meestal vloeibare waterstof en zit in een grote tank. In een andere tank zit vloeibare zuurstof, die net zo als de waterstof naar de verbrandingskamer van de raket wordt gepompt en daar onder zeer hoge druk wordt ingespoten. Zodra de waterstof en de zuurstof bij elkaar komen, ontstaat er een mengsel dat vanzelf ontbrand. De hete verbrandingsgassen die daardoor ontstaan, willen naar buiten, door de straalpijpen onder aan de raket, net zoals de samengeperste lucht in een ballon. Het gevolg daarvan is dat de raket vanzelf omhoog wordt geduwd, net als de wegvliegende ballon. 5 Hoe vliegt een raket? Of je nu vloeibare brandstoffen of vaste gebruikt, in beide gevallen krijg je heel veel heet gas. Dat gas drukt in de motor. Er is maar één plek waar het uit kan, en dat is de opening van de raketmotor. Omdat het gas daar kan ontsnappen duwt de motor als het ware zichzelf voort. Een raket moet ook snel gaan. Daarom zit er een vernauwing in de raketmotor. Het gas moet door een nauwere opening en gaat daardoor steeds sneller stromen. Op de plek waar een raket vliegt is geen lucht. Je kunt dus niet als bij een vliegtuig met de kleppen van de vleugels sturen. Een raket heeft daarom ook geen vleugels. Daarom is er wat anders voor bedacht. In veel gevallen kunnen de motoren een beetje bewegen. Naar links, rechts, naar voren en naar achteren. Op die manier is de raket heel goed te sturen. Soms gebruikt men ook kleine raketmotoren aan de zijkanten van de raket, die met straaltjes gas de raket in de goede positie houden. Ook proberen de geleerden de raket zo licht mogelijk te maken maar dat is heel duur. 5. Lancering van een raket 6 Veel lanceerplaatsen bevinden zich vlakbij de evenaar. Dat heeft te maken met de draaiing van de aarde. Vergelijk het maar met zo’n draaischijf in de speeltuin: het midden kun je vergelijken met de pool, de rand met de evenaar. In het midden kun je makkelijk staan, maar aan de rand wordt je weggeslingerd. Raketten worden daarom in de buurt van de evenaar met de draairichting van de aarde mee gelanceerd. Schuin omhoog en in oostelijke richting. En zo krijgt de raket een flinke snelheid mee. De lancering is een spannend moment. Nadat de shuttle los van de grond is, maakt ie in de atmosfeer zoveel mogelijk snelheid. Eenmaal in de ruimte is er geen lucht meer, dus geen luchtweerstand. De grote brandstoftanks kunnen afgestoten worden. En als ie niets doet, blijft het ruimtevaartuig met dezelfde snelheid rechtdoor vliegen. Er is alleen brandstof nodig voor bijsturen, versnellen en afremmen. Hoe verder het ruimteschip reist, hoe kleiner de invloed van de zwaartekracht van de aarde wordt. De maan is veel kleiner dan de aarde, de zwaartekracht is daar zes keer zo klein. En daardoor kunnen astronauten op de maan van die mooie grote sprongen maken. Op de zon is de zwaartekracht 28 keer zo groot als op de aarde. Tijdens een ruimtereis kan een ruimteschip handig gebruikmaken van de aantrekkingskracht van planeten, manen en sterren. Je slingert dan je ruimteschip als het ware van de ene naar de andere planeet. En daardoor is er bijna geen brandstof nodig! 6. ISS 7 Het internationale ruimtestation ( International Space Station, ISS) is een ruimtestation dat in een baan om de aarde draait en door verschillende landen wordt gebouwd, bemand en bekostigd. Op 20 november 1998 werd de eerste module gelanceerd en sinds 2 november 2000 is het station permanent bewoond. Voor de volledige bouw zullen minstens 50 transportvluchten nodig zijn. Voor deze vluchten werd tot 2011 gebruikgemaakt van Amerikaanse Space Shuttles. Geschiedenis: Het internationale ruimtestation ISS is het grootste, ingewikkeldste bouwwerk dat mensen ooit hebben gemaakt. De bouw duurde ruim dertien jaar. Dit zijn de belangrijkste momenten uit de ISS-geschiedenis: 20 NOVEMBER 1998: De allereerste ISS-module wordt gelanceerd vanuit Rusland. Hij heet Zarya. Zarya is de commandomodule van het ISS. Hier komen de astronauten in geval van nood bij elkaar. 31 OKTOBER 2000: Het station is gegroeid met een koppelstuk ( Node-1 ) en de russische woonmodule Zvezda ( ster ). Nu is het klaar om mensen te ontvangen en dat gebeurt vandaag voor het eerst. De expeditie 1bemanning bestaat uit NASA-astronaut Bill Shepherd en de Russen Sergei Krikalev en Yuri Gidzenko. 7 FEBRUARI 2001: De space shuttle brengt het Amerikaanse ruimtelaboratorium Destiny naar boven. Nu kunnen de astronauten aan boord ook wetenschappelijk onderzoek gaan doen. Voorraden, experimenten en onderdelen zijn inmiddels gebracht door verschillende spaceshuttles en de Russische Progress-vrachtraket. 22 JUNI 2007: De spaceshuttle Atlantis vliegt de 63ste ruimtemissie die te maken heeft met de bouw van het ISS. Hij brengt nieuwe zonnepanelen voor de elektriciteit en delen van de ´truss´. Dat zijn grote balken die de verschillende onderdelen van het ISS bij elkaar houden. Het is een soort ruggengraat. 8 1 DECEMBER 2009: Drie astronauten vliegen naar de ruimte. Zij voegen zich bij de mensen die al in het ISS zijn, nu zijn er zes mensen in het ISS. 14 MEI 2010: De spaceshuttle Atlantis wordt naar het ISS gestuurd met een koppelstuk voor ruimteschepen, antennes en andere onderdelen. Het leefgebied van de zes astronauten is nu even groot als twee jumbo jet vliegtuigen. 8 JULI 2011: De allerlaatste vlucht van een spaceshuttle. Het ISS is nu officieel afgebouwd. De bouw heeft ruim dertien jaar geduurd. 21 DECEMBER 2011: André Kuipers gaat voor de tweede keer naar het ISS. André´s favoriete plekje is Cupola, een groot raam waar je als astronaut het mooiste uitzicht op de aarde hebt. 7. Hoe word je astronaut? Tip 1: Doe je best op school. Rekenen is erg belangrijk maar ook talen, 9 natuurkunde en aardrijkskunde. Doe ook goed mee met gym want als astronaut moet je fit en sportief zijn. Tip 2: Er zijn twee manieren om astronaut te worden. De eerste is bij het leger gaan en piloot worden. Als je dat een paar jaar hebt gedaan kun je solliciteren bij de ruimtevaartorganisatie om een raket te gaan besturen. De andere manier is wetenschapper worden. Dus na de middelbare school gaan studeren, bijvoorbeeld medicijnen, natuurkunde of scheikunde. Je moet eerst een paar jaar als wetenschapper werken. Daarna maak je kans om astronaut te worden en onderzoek te gaan doen in de ruimte. Tip 3: De enige raket die je naar de ruimte kan brengen is de Sojoez. Dit is een Russische raket. Dat betekent dus trainen in het ´s winters ijskoude Moskou, waar alles in het russisch gaat. De Amerikanen bouwen wel weer nieuwe ruimte-schepen. Maar het duurt nog even voor ze klaar zijn. Dus leer voor de zekerheid Engels en Russisch. Tip 4: Je moet van reizen houden en geen heimwee hebben. Astronauten trainen vier tot zes jaar voor een lange ruimtevlucht. In die tijd zijn ze weinig thuis. Ze vliegen van het ene naar het andere trainingscentrum. Overal leren ze wat anders. Bijvoorbeeld hoe werkt de capsule, waar zit het lichtknopje van het ISS en wat doe je in noodgevallen. Tip 5: Je moet nooit opgeven. Bijvoorbeeld in 1990 waren er 22.000 mensen die solliciteerden om astronaut te worden. Uiteindelijk werden er zes mensen uitgekozen. Alleen de aller-, allerbeste mensen mochten de ruimte in. 10 Onderwater training van een astronaut 8. Bronvermelding / nawoord Bronvermelding: Wikipedia Wikikids 11 Boeken: Ruimteschip aarde door Sander Koenen Ooggetuigen : ruimtevaart door Carole Stott National Geographic Junior ruimtevaart door Sander Koenen Nawoord: Ik vond het leuk om aan dit werkstuk te werken. Ik weet nu veel meer over ruimtevaart. 12