VERBONDEN MET DE CHRISTENEN IN SYRIE Mgr Athenagoras Peckstadt, Bisschop van Sinope Antwerpen – 7 juni 2013 Mijn dierbaren in Christus, De laatste tijd zien we een oplaaiing van onrust. Veel problemen steken de kop op. De mensen lijden eronder en vragen om hulp. We maken werkelijk een algemene beproeving door. Sommigen spreken van een economische recessie, anderen van een politieke crisis. Volgens ons, christenen, is het een geestelijke ontsporing. Maar er is genezing mogelijk. Er worden veel oplossingen gegeven, je hoort allerlei meningen. Maar de problemen blijven bestaan. De mens voelt zich in de steek gelaten en alleen. Hij kent zijn diepere wezen niet. Hij blijft terneergeslagen door de onzekerheid en de wanhoop. De voorgestelde oplossingen, welke richting of uitkomst (als die er al is) deze ook hebben, verlossen de mens niet, want in principe laten ze de mens een gevangene blijven van bederf en dood. De Kerk is niets anders dan de Godmens zelf, onze Heer Jezus Christus, de Bevrijder van onze zielen. Zodra de mens de Kerk binnengaat, komt hij in de atmosfeer van de goddelijke troost, van de verzoening tussen hemel en aarde. Hij komt in zijn eigen omgeving. Zijn geest komt tot rust. Hij vindt een hemelse schoonheid en een geestelijke volwassenheid, “die de einden der wereld vervult met een goddelijke geur”. De Kerk weet wat wij allemaal te lijden hebben. En zij heeft de kracht om ons te bevrijden. Zij roept ons tot berouw. Ze maakt de leugen niet mooier dan die is, noch verbergt zij de ellende. Ze zegt de hele waarheid. En ze spoort de mensen aan om de werkelijkheid onder ogen te zien, zoals die is, om ons bewust te worden dat we stof en 1 as zijn. Het is goed dat we hier in dit avondgebed onze broeders en zusters in Syrië, en alle mensen aldaar, gedenken en samen bidden voor de vrede in de wereld. In een wereld, verstoord door tegenstellingen en conflicten, vormt de vreedzame en constructieve dialoog de enige manier tot verzoening en verdraagzaamheid. In de Brief van Paulus aan de Corinthiërs, waaruit zopas een passage werd voorgelezen, worden de Apostelen voorgedragen voorbeelden te zijn van uiterste nederigheid, in navolging van de gekruisigde Heer: “Worden wij uitgescholden, dan zegenen wij; worden wij vervolgd, dan verdragen wij het; op smaad antwoorden wij minzaam. Wij worden nog steeds behandeld als het schuim der aarde, als het uitvaagsel van de maatschappij” (1 Kor. 4, 12-13). Het is een Evangelische waarheid dat deze ethos van nederigheid moet heersen in de verhoudingen van de christenen t.o.v. de vervolgers van de Kerk. We zijn anderzijds ook geroepen tot dialoog. Dit is in eerste instantie zo voor de christenen, die – helaas – hun volstrekte eenheid nog niet hebben teruggevonden; maar dient evenzeer gepropageerd bij alle mensen van goede wil, waar ze ook zijn. We weten uit bittere ervaring dat godsdienst gemakkelijk misbruikt kan worden als een vaandel van fanatisme en conflicten tussen mensen. De Oecumenische Patriarch Bartholomeos heeft herhaaldelijk beklemtoond dat “de oorlog in naam van de religie, een oorlog is tegen de godsdiensten”. Daarom is een interreligieuze dialoog - doordrongen van een oprechte geest van nederigheid - de waarborg van een gezegende combinatie: nl. van door God geïnspireerd te zijn en van navolgers te zijn van de Apostelen (1 Kor. 4, 16). Daarom ook is in onze tijd de interreligieuze dialoog een noodzaak. Van Amerika tot Afrika, en doorheen Europa en Azië, zijn continenten geconfronteerd met het fenomeen van onverdraagzaamheid, een onverdraagzaamheid die niet enkel de 2 stabiliteit van de wereld en van de vrede ondermijnt, maar ook een ontkenning is van de menselijke waardigheid. Raciale moorden, genocide, etnische zuivering, anti-semitisme, vernietiging van kerken en andere gebedshuizen etc., zijn barbaarse daden die publiekelijk moeten worden veroordeeld. Deze daden dienen in het bijzonder worden veroordeeld wanneer ze gepleegd worden in de naam van de godsdienst, zij het maar om zich te rechtvaardigen. Als christenen zijn we heel erg begaan met de situatie in Syrië en met de toekomst van het christendom in dat land. Het enigste wat we kunnen doen is voor de bevolking aldaar bidden en alle partijen die betrokken zijn in dit conflict op te roepen de wapens neer te leggen, vooral ook gezien de desastreuse humanitaire situatie. Hier ook is dialoog een noodzaak! Een noodzaak om te komen tot verzoening en transformatie. Religieuze leiders zijn aldus geroepen samen te werken, door te dialogeren, om Gods’ vrede in de wereld te herbevestigen. Want, die vrede is een vitale en essentiële noodzaak voor alle mensen. Godsdienst mag niet de aanleiding zijn tot oorlog of conflict; maar kan evenmin aangewend worden als een instrument voor fundamentalisme en fanatisme, zeker als het gaat om zuivere politieke doeleinden. Ondertussen leeft de wereld – in een geest van compassie – mee met het getroffen gebied en vooral met de duizenden onschuldige burgers en slachtoffers. We hebben allen via de media vernomen dat in april van dit jaar 2 metropolieten ontvoerd zijn. Ze waren op weg om twee van hun priesters te bevrijden, terwijl ze zelf opgepakt en ontvoerd werden. Een diaken en een chauffeur die de 2 bisschoppen vergezelden werden gedood. De metropolieten zijn spoorloos. Het zijn Metropoliet Paul Yazigi (hiërarch van het Patriarchaat van Antiochië en oud-medestudent van mij aan de Universiteit van Thessaloniki) en Metropoliet Yohanna Ibrahim (hiërarch van de Syro-Jacobitische Kerk). Voor hun respectievelijke Kerken zijn 3 ze allebei Metropoliet van Aleppo. Een tiental dagen geleden vernam de wereld via een verklaring van de leiders van de Syrische oppositie dat de twee bisschoppen die in ballingschap leven in goede gezondheid verkeren. Een dokter zou hen hebben bezocht en verklaarde dat hun gezondheid goed is. Een rechtstreeks telefonisch contact met de metropolieten was echter onmogelijk. Van de rebellen verneemt de oppositie diverse informatie die soms enige verwarring schept, o.m. over de identiteit van de gevangenen en ook over wat zij vereisen voor hun vrijlating. Geen enkele organisatie heeft de verantwoordelijkheid voor de ontvoering geclaimd, maar bronnen binnen de Orthodoxe Kerk en het Syrische regime verklaarde dat de ontvoerders Tsetjeense jihadisten zijn. De reden van hun ontvoering zou mogelijks te maken hebben met de steun van China en Rusland aan het regime van Sadat. De rebellen zouden zo druk willen uitoefenen op de christelijke gemeenschap om Rusland te dwingen elke steun aan dat regime stop te zetten. Bij zijn bezoek aan de zetel van het Oecumenisch Patriarchaat in Constantinopel (Istanbul), begin juni, heeft Zijne Gelukzaligheid Patriarch Johannes van Antiochië, broer van Metropoliet Pavlos, nogmaals openlijk gepleit voor de onmiddellijke vrijlating van de twee bisschoppen. “Syrië heeft nood aan een vreedzame oplossing van de crisis die het land nu doorstaat, en deze oplossing kan slechts geschieden via dialoog. Het fanatisme heeft een danig niveau bereikt, dat christelijke en islamitische religieuze leiders nu het doelwit zijn geworden voor ontvoering en geweld”, aldus Patriarch Johannes. En hij gaat verder: “de politieke gebeurtenissen die ons land teisteren, bedreigen de mens, zijn familie, zijn leven en beroven hem van datgene wat hij nodig heeft om te overleven. We worden dagelijks geconfronteerd met nieuwe gevallen van ontvoeringen, gewelddadigheden en moorden. (…) Dat ze ons willen vermoorden of ontvoeren of onze instellingen kapot willen, brengt ons niet af van ons 4 steevast besluit verder te leven in cohabitatie met onze niet-christelijke medeburgers en ons vaderland niet te verlaten”. Maar, vergeten we het niet: de ware vredestichters van de geschiedenis zijn niet alleen zij die zich hebben ingezet om een oplossing te vinden voor conflicten van anderen! De ware vredestichters zijn zij die zelf de vervolgingen en vernederingen hebben ondergaan en medelijden hebben getoond t.o.v. het volk dat hen vervolgd heeft. Ondertussen is er ook in onze geseculariseerde samenleving honger naar spiritualiteit. Mensen leven in angst en vertwijfeling. Er is nooit een grotere behoefte geweest aan geestelijke leiders die zich engageren voor een verbetering van de wereld waarin wij leven. Onder de laatste van de Zaligsprekingen die Jezus aanhaalde in zijn bergrede, is er deze van vrede en begrip onder de mensen te promoten. “Zalig zij de vredestichters, want zij zullen kinderen Gods’ worden genoemd”. Misschien heeft Christus deze als één van de laatste Zaligsprekingen behouden, omdat Hij besefte dat het de meest delicate zending is die mens dient te volbrengen. 5