Interview Dubbelinterview met Mona Keijzer (CDA) en Marith Volp (PvdA) ‘POLITIEK MAAKT ZORGAANBIEDERS BANG VOOR INCIDENTEN’ Over terugdringen van marktwerking, het aantrekken van lager-opgeleiden en steun voor mantelzorgers zijn Mona Keijzer (CDA) en Marith Volp (PvdA) het grotendeels eens. Toch blijft er genoeg te bakkeleien over. W ie de verkiezingsprogramma’s van CDA en PvdA vergelijkt, ziet dat er op het terrein van zorg grote overeenkomsten zijn. Of je nu spreekt van afschaffing van het eigen risico of verlaging, van beteugeling van marktwerking of terugdringing, of van persoonsgebonden of persoons-volgende bekostiging, die verschillen lijken makkelijk overbrugbaar. Maar de afgelopen vier jaar lijkt de liefde slechts van één kant te komen. Het CDA steunde vrijwel alle moties van de PvdA op het gebied van zorg, terwijl dat andersom nauwelijks voorkwam. ‘Hoe zat dat?’, vraagt HEAD-interviewer Ronald Jager aan Mona Keijzer en Marith Volp, zorg-woordvoerders van respectievelijk CDA en PvdA. ‘Dat heeft een simpele basis’, zegt Volp. ‘PvdA en VVD vormen samen een coalitie. Er zijn in het regeerakkoord afspraken gemaakt over een stelselwijziging. De Tweede Kamer moet zorgen dat zo’n wijziging geen onbedoelde bijwerkingen heeft. Dat is de controlerende taak van Tweede Kamerleden, ook van mij uiteraard. Maar omdat wij het kabinetsbeleid steunen, kunnen we niet voor afwijzende moties van het CDA stemmen. Soms komen er aanvullingen vanuit de Kamer, bijvoorbeeld van de PvdA. Ik hoop dat Mona die steunt omdat ze goed zijn.’ Zo eenvoudig blijkt het toch niet te liggen. ‘Als bijwerkingen desastreus zijn, moet je natuurlijk beginnen het medicijn aan te passen’, zegt Keijzer strijdvaardig. ‘Maar er lijkt soms ook gewoon sprake van de kift. Toen ik anderhalf jaar geleden in een motie stelde dat het onverstandig was zorg weg te nemen van thuiswonende hoogbejaarden, werd die niet door de PvdA gesteund. Twee weken later schreef de staatssecretaris dat hij die motie wel ging uitvoeren. Geen van mijn moties 10 februari 2017 om de financiële gevolgen te onderzoeken voor mensen die afhankelijk zijn van zorg, werden door de PvdA gesteund. Nu merken we dat mensen van zorg af zien omdat de eigen bijdrage door het dak gaat. En omdat de stelselwijziging wel erg snel ging, adviseerden we de invoering van de Wmo een jaar uit te stellen. Dat werd ook niet gesteund, hoewel dat achteraf gezien wel verstandig zou zijn geweest.’ Om aan te geven dat het niet om kinnesinne gaat, legt Volp uit waarom ze tegen uitstel van de Wmo was. ‘De bijbehorende bezuinigingen waren niet het probleem, wat je kunt afleiden uit het feit dat sommige gemeenten geld overhouden. Nee, gemeenten moesten leren met het nieuwe systeem om te gaan. De ene gemeente doet dat goed, de andere nog niet. Met uitstel had je dat niet voorkomen.’ ‘Mag ik zeggen dat PvdA uitgaat van zorg voor de burgers, waar het CDA mensen in hun kracht probeert te zetten?’, vraagt John Bierings, HEAD’s tweede interviewer. Keijzer schudt haar hoofd. ‘Ik heb het programma van de PvdA nog niet kunnen lezen, maar wíj proberen omstandigheden zo te rangschikken dat mensen hun eigen kracht hervinden. Dat klinkt misschien genuanceerd, maar het is fundamenteel. Sommige mensen zullen de rest van hun leven zorg nodig hebben, zoals mensen met een verstandelijke beperking, ouderen, psychiatrische patiënten of gehandicapten. Die zorg moet je bieden. Wij willen mantelzorgers, die steeds zwaarder belast worden, in de gelegenheid stellen om dat te doen. Want mantelzorgers doen dat werk niet zozeer vrijwillig, maar omdat het ze overkomt.’ Volp zegt dat ze het programma van het CDA wél heeft gelezen, en veel overeenkomsten te zien. ‘Daar ben ik blij om. Wij zien problemen ook, maar hebben andere oplossingen. Wij zien de meerwaarde niet van fiscale beloning voor mantelzorgers. Wij willen zorgen dat ze kúnnen helpen, want dat doen ze met liefde, door ze in tijd te compenseren, opdat ze niet onnodig bezig zijn met loketjes en formulieren, dat ze niet te maken hebben met rigide regels.’ Na enig politiek gehakketak vraagt Keijzer aan Volp om dat idee over compensatie uit te leggen. ‘We willen dat werkgevers ruimte maken opdat mantelzorgers taken kunnen uitvoeren. Zaken als zorgverlof’, zegt Volp. Keijzer knikt. ‘Twee jaar geleden is een wetsvoorstel van het CDA en GroenLinks aangenomen, dat flexibel werken voor mantelzorgers mogelijk maakt als dat in de bedrijfsvoering past. Daar heeft de PvdA, meen ik, ook voor gestemd.’ Dat blijkt het geval te zijn. ‘Ik ben blij dat het CDA zoveel aandacht heeft voor de negatieve effecten van marktwerking. Wij waren tegen marktwerking, maar werkten met een partij die sterk vóór was. Wij hebben ons best gedaan ervoor te zorgen dat de markt niet ging overheersen’, zegt Volp. Keijzer: ‘Daarom vind ik het zo gek dat de PvdA instemde met het afschaffen van de vrije artsenkeuze, want daardoor kregen de zorgverzekeraars nog meer macht.’ Volp: Marith Volp ‘Wij hebben destijds vóór gestemd met het idee dat de keuze terugging van honderd naar tachtig artsen, waardoor de zorgverzekeraars de mogelijkheid kregen om eisen te stellen aan de kwaliteit. Maar dat heeft, achteraf gezien, niet opgeleverd wat we ervan gehoopt hadden.’ ‘Ik hoor jullie praten over “regelarm”’, zegt Bierings. ‘Maar ik lees in het CDA-programma ook een vilein zinnetje over “verantwoording achteraf”. Ik weet uit ervaring dat deregulering eigenlijk uit twee woorden bestaat: “de regulering”. Hoe kijken jullie daar tegenaan?’ ‘Wij willen de mededingingswet uit de eerstelijnszorg’, antwoordt Volp. ‘Als huisarts moet ik afspraken maken met twintig zorgverzekeraars. Dat werkt niet. Huisartsen en andere eerstelijnszorgaanbieders moeten collectief kunnen onderhandelen, waarbij je uitgaat van hun professionaliteit. Uitgangspunt van regulering moet zijn wat je echt nodig hebt om te zien of zorg kwalitatief goed is. Als je met één zorgverzekeraar iets hebt afgesproken, geldt dat ook voor de rest.’ ‘Er zijn veel mogelijkheden om regels te schrappen’, beaamt Keijzer. ‘Zorgaanbieders moeten al aan heel John Bierings en Ronald Jager, in samenwerking met René Bogaarts, Bogaarts Communicatie Mona Keijzer februari 2017 11 Interview De kosten van zorg moeten naar draagkracht verdeeld worden veel wetten voldoen, maar bij zoiets als inkoop van middelen komt daar nog eens een heel circus bij. Schrap dat! Dat geeft zoveel tijdwinst.’ Volp merkt op dat veel instellingen zichzélf regels opleggen. ‘Maar ook dan moeten we naar onszelf kijken’, zegt ze, ‘want de politiek heeft sterk de neiging om op incidenten te reageren. Instellingen proberen incidenten te voorkomen door sterk te protocolleren.’ Keijzer: ‘Ik ben het absoluut met Marith eens. Verpleegkundigen zijn wel 30 procent van hun tijd bezig met het invullen van formulieren.’ Bierings merkt op dat zorginstellingen vaak vanuit verschillende hoeken wordt gefinancierd, waardoor de verantwoordingsplicht tot enorme rompslop leidt. ‘Wethouders zouden daarvoor ruimte moeten creëren, instellingen die bewezen goede zorg leveren, de vrijheid geven dat zelf te regelen’, antwoordt Volp. Keijzer valt haar bij met de opmerking dat er behoefte is aan ‘wethouders met lef’. Als wordt tegengeworpen dat er wel 390 gemeenten zijn, geeft Keijzer toe dat de rijksoverheid ook wel bepaalde dingen naar zich toe moet trekken. ‘Er zouden landelijke regels voor bijvoorbeeld ict-systemen rond inkoop en verantwoording moeten komen. Staatssecretaris Van Rijn zou daar wat ons betreft harder aan mogen trekken.’ Als Bierings en Jager vragen hoe de twee aankijken tegen het personeelsprobleem, antwoordt Volp dat dat niet nieuw is. ‘Er is een structureel probleem, met name bij de langdurige zorg. Over het algemeen wordt werken in de zorg als niet aantrekkelijk gezien, terwijl het wel aantrekkelijk ís. Dat is jammer. Daar moeten we mee aan de slag. Maar de werkdruk is enorm, waardoor er mensen uitvallen en de werkdruk verder toeneemt.’ Keijzer beaamt dat de werkdruk hoog is. ‘Maar heb je dan steeds behoefte aan hoogopgeleide verpleegkundigen? Onderzoek heeft uitgewezen dat cliënten in de langdurige zorg vooral aandacht en lekker eten willen. Juist daarvoor heb je geen hbo-opgeleide verpleegkundigen nodig. Er is behoefte aan een goede mix. En dan constateer ik dat de afgelopen jaren ruim 30.000 hel- 12 februari 2017 penden en verzorgenden zijn ontslagen. Als we er nou eens voor zorgen dat die terugkomen? Dan hoeft een hbo-opgeleide geen mensen eten te geven, maar kan hij of zij zich met medische zorg bezighouden.’ Volp vindt het te kort door de bocht om de uitstroom van lager geschoolden als oorzaak van de gestegen werkdruk te zien – wat Keijzer deels erkent – en zegt: ‘Door maatschappelijke ontwikkelingen is de populatie in zorginstellingen veranderd. De gemiddelde verblijfsduur is teruggelopen tot zeven maanden. Er is inderdaad behoefte aan een goede mix. Op het ene moment heb je handen en ogen nodig, en op andere ogenblikken hersenen.’ ‘Hoe kijk jij dan aan tegen de opmerking van staatssecretaris Van Rijn dat er altijd binnen dertig minuten een verpleegkundige beschikbaar moet zijn? Dat is toch te laat?’, informeert Keijzer. Volp: ‘Hij gaat uit van piekmomenten, maar ik ben ook wel benieuwd hoe hij dat precies ziet. Mona en ik hebben beiden de motie gesteund dat het manifest van Hugo Borst omarmd moet worden, dat pleit voor meer mensen in de langdurige zorg. Natuurlijk is dertig minuten wachten op het toilet te lang. Maar heb je dan behoefte aan een verpleegkundige? Nee. Als er maar verpleegkundige back-up is voor het geval er een bijzondere reden is dat iemand niet van het toilet kan.’ Als tenslotte het punt eigen risico aan bod komt, zegt Keijzer dat we er niet zijn met het afschaffen ervan zoals de PvdA wil. ‘Ouderen en chronisch zieken betalen ook een eigen bijdrage. Niet alleen voor maatwerk, maar ook voor de algemene zorg. Als je meer verdient dan 120 procent van het minimumloon, pakweg € 20.000 euro, betaal je de kostprijs. Voor modale inkomens is dat desastreus. Dat los je niet op door het eigen risico af te schaffen.’ Volgens Volp kijkt de PvdA ook naar deze problematiek. ‘We hebben gezien dat er in sommige gemeenten sprake is van een ongewenste stapeling van kosten. Wat we daar nodig hebben, zijn dappere wethouders.’ Als Bierings samenvat dat de kosten van zorg naar draagkracht verdeeld moeten worden, knikken Keijzer en Volp instemmend.