Verslag Praktische opdracht ICT: Zoeken op internet Dit verslag bestaat uit 5 delen. Elk deel begint op een nieuwe pagina. Op deze bladzijde vul je jullie namen en klas in en de naam van de stad die jullie moeten bezoeken. Ga daarna verder met de volgende bladzijde Naam leerling 1: Naam leerling 2: Klas: Naam van de stad: Welke datum ga je? (je bent 2 dagen achter elkaar weg, niet meer en niet minder!) 1 Deel 1. Algemene informatie over de stad: Geef hier wat informatie over de stad. Doe dit in je eigen woorden! Dus niet rechtstreeks knippen en plakken. Maximaal 200 woorden gebruiken. Aantal inwoners: De belangrijkste bezienswaardigheden in deze stad (geef er minstens 3): Een korte geschiedenis van de stad: Zijn er verder nog bijzonderheden aan deze stad? (is het bijvoorbeeld een hoofdstad, of iets anders wat de stad bijzonder maakt?): Bronnen bij deel 1 (plak hieronder het volledige adres van alle sites die je hebt gebruikt): 2 Deel 2. Activiteiten: Zoek 5 dingen om te doen in de stad tijdens het schoolreisje. Zoek de locatie (het adres), de openingstijden en de entreeprijzen. Vermeld ook de websites die je hebt gebruikt. Activiteit 1 Hoe heet het? Wat is er te doen? Wat is het adres? Wat zijn de openingstijden? Wat kost het? Gebruikte websites (volledige adressen): Activiteit 2 Hoe heet het? Wat is er te doen? Wat is het adres? Wat zijn de openingstijden? Wat kost het? Gebruikte websites (volledige adressen): 3 Activiteit 3 Hoe heet het? Wat is er te doen? Wat is het adres? Wat zijn de openingstijden? Wat kost het? Gebruikte websites (volledige adressen): Activiteit 4 Hoe heet het? Wat is er te doen? Wat is het adres? Wat zijn de openingstijden? Wat kost het? Gebruikte websites (volledige adressen): 4 Activiteit 5 Hoe heet het? Wat is er te doen? Wat is het adres? Wat zijn de openingstijden? Wat kost het? Gebruikte websites (volledige adressen): 5 Deel 3. Plattegrond / Kaartje Zoek een of meer handige kaartjes of plattegronden van de (binnen)stad. Vermeld ook weer waar je ze hebt gevonden. Bronnen bij deel 3 (plak hieronder het volledige adres van alle sites die je hebt gebruikt): 6 Deel 4. Reis per trein Zoek uit hoe je in jouw stad kunt komen met de trein vanuit Den Bosch. Zoek zowel de heenreis als de terugreis op. (LET OP: we blijven een nacht in de stad, dus de terugreis is een dag later!). Zoek uit hoe vaak je over moet stappen en waar. Zoek ook op hoeveel het kost. Vergeet niet te vermelden waar je de informatie hebt gevonden. Heenreis Vertrektijd: Aankomsttijd: Waar moeten we overstappen en hoe laat?: Terugreis Vertrektijd: Aankomsttijd: Waar moeten we overstappen en hoe laat?: Kosten Wat kosten de treinkaartjes voor de heen- en terugreis?: Bronnen bij deel 4 (plak hieronder het volledige adres van alle sites die je hebt gebruikt): 7 Deel 5. Overnachten in een hotel of jeugdherberg Zoek een geschikt hotel of een jeugdherberg in jouw stad. Geef wat algemene informatie over het hotel (hoeveel sterren, wat zijn de voorzieningen, …). Probeer uit te vinden of er nog genoeg kamers vrij zijn. Zoek ook uit wat het kost. Wat is de naam van het hotel? Wat is het adres van het hotel? Welke voorzieningen heeft het hotel? Heb je kunnen vinden of er nog kamers vrij zijn? Wat kosten de kamers? Bronnen bij deel 5 (plak hieronder het volledige adres van alle sites die je hebt gebruikt): 8 Deel 6. De totale kosten Maak een overzicht van de totale kosten van de stedenreis. LET OP: Je bent met 30 personen. Reken ook uit wat de kosten per persoon zijn. Hoeveel kost de totale reis?: Hoeveel kost de overnachting?: Hoeveel kosten de activiteiten in totaal?: Hoeveel kost alles bij elkaar?: Wat zijn de kosten per persoon (deel de totale kosten door 30)?: 9 Bonusopdrachten: Heb je alle 6 de opdrachten helemaal af? (Laat het voor de zekerheid even controleren door je docent). Dan kun je je opdracht nog beter maken door wat extra’s toe te voegen. Dat kan hier achteraan het verslag. Denk hierbij aan bijvoorbeeld: - Een tijdsplanning voor het hele reisje (wanneer gaan we waar naartoe?). Let op dat deze klopt met de door jou gezochte treintijden etc. - Zoek extra illustraties/foto’s om een betere indruk te geven van de stad en het reisje - Maak een brief voor je klasgenoten waarin je het reisje uitlegt en ze van de belangrijkste informatie voorziet als ze meegaan (hoe laat moeten ze op school zijn, wat moeten ze meenemen, etc.) - Maak een “meeneemlijst”. Wat hebben de deelnemers aan het reisje nodig? - … 10